Tip:
Highlight text to annotate it
X
Hoe een bekkenslag het leven
van een gewoon gezin veranderde
Papa,
ben ik echt nooit in Afrika geweest?
Het komt me bekend voor.
Het lijkt op de weg naar Las Vegas.
Dat was waar papa zoveel geld verloor.
- Hank.
Kijk, een kameel.
Dit is Marokko.
- Dat ligt in Noord-Afrika.
Het lijkt toch op Las Vegas.
- We zijn 150 km van de Sahara.
In dit 'zwarte werelddeel'
is het veel lichter dan in Indianapolis.
Wacht maar tot je Marrakech ziet.
- Dat klinkt als een drankje.
Zeg dat wel.
Wat is er aan de hand?
Dank u voor uw hulp.
- Geen dank, monsieur.
We hebben allemaal weleens hulp nodig.
- Wat was er?
Uw zoon trok per ongeluk
de sluier van z'n vrouw af.
Hank.
- Mijn vrouw, Mrs McKenna.
Ik ben Louis Bernard.
Dank u, Mr Bernard.
- Mijn zoon Hank.
Spreekt u Arabisch?
- Een paar woorden.
Het was maar een ongelukje.
- Daar trekt de islam zich niets van aan.
Ik snap het.
- Mag ik?
Ja, ga maar tegenover Jo zitten.
Heet hij niet Hank?
- Mijn vrouw heet Jo.
Zonder 'e'.
- Bijzonder.
Ze heet Josephine,
maar iedereen noemt haar Jo.
Ik niet. Ik zeg mama.
- O ja.
Een moslimvrouw doet
in het openbaar nooit haar sluier af.
Eten ze intraveneus?
- Groot woord voor een kleine jongen.
Ik ben arts
- Hij klinkt als een arts.
Hij kan hemoglobine spellen,
maar heeft moeite met hond en kat.
Waar werkt u, dokter?
- In Indianapolis, Indiana.
Wat doet u hier?
- Ik was op een congres in Parijs.
Toen we hier toch waren,
wilde ik Marokko terugzien.
Papa heeft Afrika bevrijd.
Ik werkte in de oorlog
in een veldhospitaal in Casablanca.
Woont u in Marokko?
- Nee. Bent u direct uit Parijs gekomen?
We zijn in Lissabon en Rome geweest.
- En in Casablanca.
Een prettige tijd in Marrakech.
- We hebben hooguit drie dagen.
U logeert zeker in het Mamounia,
of in La Menara?
Hoezo?
- Dat zijn de beste toeristenhotels.
Woont u in Frankrijk?
- Soms.
Eet u slakken?
- Als ik de kans krijg.
We hebben slakken in de tuin.
- Bedankt voor het aanbod.
We hebben alles geprobeerd om van ze
af te komen, behalve een Fransman.
Wilt u een taxi delen?
Ik moet eerst wat zaken afhandelen.
- In welke branche zit u?
We kunnen straks wel iets drinken.
- Kom dan naar onze suite.
Dan bied ik u een diner aan.
- Hoeft niet.
Ik weet een Arabisch restaurant
waar je exotisch kunt eten.
Een beetje 'Duizend en een nacht', Jo?
Klinkt leuk.
- Wilt u een taxi of een rijtuig?
Geen idee.
- Ik wil in een rijtuig.
Een rijtuig dan. Tot straks.
- Ik verheug me er al op.
Ga jij naast de koetsier, Hank.
- Een cabriolet met paarden ervoor.
Louis Bernard praatte
met die Arabier van daarnet.
Ze praatten als goede vrienden.
- Ze kennen elkaar zeker.
Mr Bernard is een geheimzinnige man.
Ik vond hem heel gewoon.
Maar wat weet je van hem?
- Zijn naam. We zaten te praten...
Je weet niets van hem,
maar hij weet alles van jou.
Hij weet dat je in Indianapolis woont
en dat je arts bent.
Dat je op een congres was in Parijs.
En in Rome, Lissabon en Casablanca.
En dat je hier
in een veldhospitaal hebt gewerkt.
Het was een oppervlakkig gesprek.
Nee, hij stelde allemaal vragen...
en jij beantwoordde ze zomaar.
Wat maakt het uit?
Ik heb niets te verbergen.
Mr Bernard wel, geloof ik.
Marokko is mysterieus,
maar we houden 't hoofd koel.
Nu weet ik wat je dwars zit.
Je bent gewoon nijdig
omdat hij niets aan jou vroeg.
Dit verzacht de pijn.
Ik zeg maar wat.
Rekent u even af? Ik ben Dr McKenna.
Komt voor elkaar.
Kom op.
- We worden bespied.
Schei toch uit.
Toen ik nog een klein jochie was
vroeg ik mijn moeder: Wat zal ik worden?
Jij wordt vast een goeie dokter.
- Word ik knap, word ik rijk?
En dit is wat ze zei
que sera sera
wat gebeurt, gebeurt
we kennen de toekomst niet
que sera sera
wat gebeurt, gebeurt
Tweede couplet:
Toen ik klein was en naar school ging
vroeg ik aan mijn juf: Wat zal ik worden?
- Vangen.
Zal ik schilderen
of zal ik zanger worden?
En dit was haar wijze antwoord
que sera sera
wat gebeurt, gebeurt
we kennen de toekomst niet
que sera, sera
wat gebeurt, gebeurt
Mag ik de volgende dans?
- Ja.
Goddelijk.
Eten voor de jongen.
- Kom maar binnen.
Wat zingt uw vrouw mooi.
Ja hè?
- Ze is fantastisch.
Jammer dat ze gestoord werd.
- Dat vind ik soms ook.
Het hotel heeft een oppas geregeld.
Mag ik u een drankje inschenken?
- Graag.
Heeft u in Amerika opgetreden?
Ja, Mr Bernard.
In Amerika en in Londen en Parijs.
Heeft u me in Parijs soms gezien?
- Schouwburgbezoek vergt tijd...
en tijd is voor mij vaak een luxe.
Bent u weleens in Parijs geweest?
- Ik ben er geboren.
Wat voor zaken doet u?
Ik koop, en ik verkoop.
Wat?
- Wat het meest lucratief is.
Wat koopt en verkoopt u hier?
Ik praat veel liever over het toneel.
Vertel me waar u heeft opgetreden...
Excuseert u mij.
Ik ga wel.
Mr Montgomery bood me
een drankje aan op zijn kamer.
Hier is geen Montgomery.
- Het spijt me dat ik u stoorde.
Mag ik even bellen?
- Mama, ik kan het niet snijden.
Ik help je wel, schat.
Ik kan vanavond helaas
niet met u dineren.
Ik ben iets vergeten.
Het is belangrijk.
Een andere keer dan?
- We zien elkaar nog.
Goedenavond.
Dag.
- Goedenavond.
Mijn naam is McKenna.
- Het hotel heeft gebeld.
Ik hoop dat deze tafel goed is.
- Dank u.
Schuif jij even op.
Dan kan ik daar zitten.
Je zit op m'n jurk.
Wij wassen altijd onze handen
voor het eten.
Dank u wel.
Die mensen achter ons staren ons aan.
Echt.
Bij het hotel deden ze het ook al.
Jo, je verbeeldt je van alles.
- Niet waar.
Goedenavond.
Bij het hotel staarde ik u ook al aan.
Bent u niet de beroemde Jo Conway?
- Jawel.
Zie je?
Ik ben Lucy Drayton en dit is m'n man.
Aangenaam.
Dr en Mrs McKenna.
Uw vrouw heeft toch
in Londen opgetreden?
We gaan tegenwoordig zo zelden uit.
Ik moet het met uw platen doen.
Ik ben er dol op.
Ik geef niets om dat bebop-gedoe.
Wanneer komt u weer?
- Als zangeres vast nooit meer.
U houdt er toch niet mee op?
- Als doktersvrouw heeft ze...
Hij bedoelt dat Broadway
te ver van Indianapolis ligt.
In New York zijn ook dokters...
Ik heb niets tegen New York.
Het is wat ver voor m'n patiënten.
Ik zeg altijd het verkeerde.
- Welnee.
Zegt u eens, Dr McKenna...
Kunnen we niet omdraaien?
Ik krijg hier een stijve nek van.
Het is op het Engelse platteland.
Een klein landgoed.
Daar komt het.
Het ziet er lekker uit.
- Heerlijk.
Dat ziet eruit als brood.
Moeten we dat allemaal opeten?
- Nee.
Moet je het zo doen?
- Je moet het gewoon breken.
Het lukt niet. O nee.
Zo?
- Inderdaad.
Kun je het wel kauwen?
Word je er dik van?
- Dat zou goed kunnen.
Het smaakt goed, hè?
Geen borden.
- Geen bestek.
Je pakt het gewoon?
- Zal ik het voordoen?
Gebruik je rechterduim,
wijs- en middelvinger.
Hou je linkerhand in je schoot.
Zal ik het laten zien?
Zal ik u helpen?
Ik hou het wel vast.
Mocht ik nu deze hand maar gebruiken.
Uw stijl is goed.
- Geeft niks.
Ik oefen wel met een olijf.
Het is heerlijk.
Neem een hapje.
Is dit iets godsdienstigs?
- Het is eerder iets sociaals.
Als je vier goede vingers
en een duim hebt...
zou je ze moeten gebruiken.
Maar het is heerlijk.
Ik bewerkte rustig
mijn land in Buckinghamshire
toen de VN kwam zeuren.
Edward zat bij de voedselvoorziening.
Dus zijn we hier gekomen
voor een VN-opdracht.
Interessant.
- Ik schrijf een rapport over erosie.
Het lijkt op
uw erosiegebied in Amerika.
Een dun laagje bovengrond
en daaronder...
Hoe vind je dat?
Hij belooft ons mee uit te nemen...
We kennen hem net.
Hij kan niet z'n hele leven veranderen.
Wat is er met jou?
- Niks. Wat is er met jou?
Ik wil niet beledigd worden.
- Doe niet zo mal.
Hij heeft liever haar
dan een oud echtpaar.
Wij zijn geen oud echtpaar.
- Oké.
Ik begrijp hem niet,
maar ik laat hem de avond niet bederven.
Ik ga morgen naar de markt,
als het weer goed is, en niet te warm.
Het Engelse weer is vreselijk,
maar het heeft ook voordelen.
Dag in dag uit die eeuwige zon
kan niet gezond zijn.
Ik ga erheen.
- Blijf zitten.
Dan ga je maar ruzie maken.
Laat maar.
Gaat u morgen mee?
Louis Bernard uit Parijs
zou ons morgen meenemen.
Ik zeg het af.
- Blijf zitten. Het eten wordt koud.
We gaan graag mee.
- Leuk.
Dat hij zich zo kan ergeren
aan een kleinigheid.
Wat zegt hij?
- Hij vertelt sprookjes.
Leuk hè?
- Net de braderie van vroeger.
Maar zonder luchtballons.
Heb je nooit luchtballons gezien?
- Weet je wie dit allemaal betaalt?
De galsteen van Mrs Campbell.
En mijn tasje uit Parijs?
Edwards amandelen.
Papa, kom kijken naar de medicijnman.
Je kan er wat van leren.
Best mogelijk.
Ik heb nog nooit
zo van de markt genoten.
Zo had ik het nog niet bekeken.
Ik heb Matthews blindedarm aan.
De bootreis was drie kinderen
en twee tweelingen.
En Mrs Morgans uitslag.
Hoe zijn de acrobaten?
- Die bovenste is fantastisch.
Tot straks.
De reis is betaald door Herbies gezwel.
- En Mrs Markle's astma.
Vier keer scabiës
voor ons pensioen.
Nog een drieling
en we kunnen het huis opknappen.
Als ze dit hoorden...
Een van de redenen dat ik hier ben,
is dat niemand ons verstaat.
Ik heb ook iets wat niemand mag horen.
- Wat dan?
Wanneer krijgen we weer een baby?
Jij bent de dokter.
Die vraag heb ik nog nooit gehad.
- Mama, kom eens kijken.
Kijk: Naaimachines.
Het lijkt net een tv-reclame.
Heb je het naar je zin?
- Hij vindt alles leuk.
Hank, kom hier.
Hou je erbuiten.
- Wat gebeurt er?
De politie zit achter iemand aan.
Moet je dat zien.
Achteruit.
Monsieur McKenna...
Ik ben Louis Bernard.
Een man... een staatsman...
wordt gedood... vermoord...
in Londen... binnenkort...
zeer binnenkort...
in Londen...
Ambrose Chappell...
Wie is dat?
- Louis Bernard. Heb je papier?
Hij is dood.
Kent u die man?
- Ja, hij heet Louis Bernard...
Hij wil dat u een verklaring aflegt.
Ze moeten naar het politiebureau.
Ik zal maar meegaan.
U neemt de jongen toch niet mee?
- Ik wil wel mee.
Ik breng hem wel terug.
Graag. Zal je lief zijn, Hank?
We moeten gaan.
Ik heb geen idee wanneer we terug zijn.
Waarom was hij verkleed als Arabier?
- En waarom werd hij vermoord?
Hij was vast een spion. Wat zei hij?
- Dat vertel ik je straks wel.
Wat is er?
- Ik vind het zo raar.
Waarom zei hij het tegen mij?
We spraken gisteravond
nog zo onaardig over hem.
Ik zal proberen om
de bureaucratie te omzeilen.
Ik ga mijn benen even strekken.
U kunt beter niet zeggen
dat u Bernard kende.
Ik ken hem niet.
De Fransen zijn zo cynisch.
Ze zullen u niet geloven.
Het is de waarheid.
Ze zagen dat hij u iets toefluisterde
en dat u het opschreef.
Gaat u laten zien
wat u heeft opgeschreven?
Bedankt,
maar we hebben geen tolk nodig.
Komt u binnen.
Blijft u alstublieft hier,
voor als we vragen hebben.
Uw paspoorten alstublieft.
U bent hier
vier dagen geleden gekomen?
Bent u arts?
Ja, chirurg.
En toerist en Amerikaans staatsburger.
U had weinig gemeen met Bernard.
- Dat klopt.
U was pas in Parijs?
- Voor een medisch congres.
U nam dezelfde bus, dronk samen wat...
en at in hetzelfde restaurant.
- Aan verschillende tafels.
Dus u kent hem niet?
Ik heb hem gisteren in de bus ontmoet.
En toch komt hij op de markt,
tussen duizenden mensen...
naar u toe als hij stervende is.
Doet een vreemde zoiets?
Ik weet niets van Bernard.
Ook niet dat hij een agent
van het Deuxième Bureau was?
Wat is dat?
Heeft u ook nooit van de FBI gehoord?
Kunt u niet ophouden te doen alsof?
- *** eens...
De dode had de informatie gevonden
die hij zocht.
Daarom werd hij vermoord.
Hij vertelde u wat hij wist.
Waarom?
Hij vertrouwde u volledig. Is dat het?
U beantwoordt zelf alle vragen.
Laat mij u wat vragen.
Als Bernard me zo vertrouwde...
zou ik dan alles aan u verraden?
Ook voor Amerikanen...
is het soms beter
om vertrouwen te schenden.
Vergeet niet
dat ik hier voor m'n plezier ben.
Ik ben hier
om een verklaring af te leggen...
niet om verhoord te worden.
Laat me uitspreken.
Zei hij dat er telefoon was?
Ik neem hem wel.
Rustig aan.
Hallo?
- Dr McKenna?
Ja, wie is dit?
- Als u doorvertelt...
wat Bernard u toefluisterde...
dan loopt uw zoontje groot gevaar.
Denk eraan. Hou uw mond.
Drayton.
Uw vrouw zou Hank toch terugbrengen?
- Ja.
Ik ben zojuist bedreigd.
Bel op en vraag of alles in orde is.
Mijn vrouw neemt niet op.
Wat is uw kamernummer?
414.
Ongelofelijk.
- Is ze er niet?
Niemand heeft haar gezien.
Ga terug naar het hotel...
en zoek uit wat er aan de hand is.
Dit is niets voor mijn vrouw.
- Ik kom zo snel mogelijk.
Het zal vast een misverstand zijn.
Ik bel als ik iets te weten kom.
Schiet alstublieft op.
- Dag.
Wie was dat?
Het was...
de portier van het hotel.
Hij hoorde dat we hier waren,
en wilde ons helpen.
Aardig van hem.
- Dat vond ik ook.
Als we er over een kwartier niet zijn,
belt hij het consulaat.
Als u had gezegd
dat u met uw consul wilde praten...
Ja. Kom, Jo.
- Er is nog een kleine formaliteit.
U moet uw verklaring tekenen.
- Als het niet te lang duurt.
Ik laat een typiste komen.
Ben.
Ja?
- Laat je mij die boodschap niet zien?
Ik...
Het is beter van niet.
Ik ben niet van de politie.
Ik ben je vrouw, en ik wil het weten.
Waarom heb je dit niet verteld?
Er staat...
- Een leven op het spel.
Ik weet niet wat ik moet doen.
Ik vind dat we Hank moeten halen
en moeten vertrekken.
Het was vreselijk voor Hank
om die moord te zien.
Wat een schok voor een kind.
Geef het briefje aan de consul...
en laten we ons
er dan verder buiten houden.
Haal jij de sleutel vast, dan betaal ik.
Ken je Mrs Drayton?
- Die Engelse dame?
Inderdaad.
Heb je haar het afgelopen uur gezien?
Nee, meneer.
- Dit is erg belangrijk.
Ze had mijn zoon bij zich.
- Nee, meneer.
En Mr Drayton?
- Die is vertrokken.
Wat? Dat kan niet.
- Jawel.
Die Engelsman met die hoornen bril?
- Ja, die is vertrokken.
Ik ben doodmoe.
Ik vraag of Mrs Drayton Hank brengt.
- Wacht.
Waarom?
- Omdat ik het vraag.
Wordt dit onze maandelijkse ruzie?
Ik hoop van niet.
- Gedraag je dan niet zo.
Ik wil alleen Mrs Drayton bellen.
- Wacht even.
Wacht nou even.
Hier word je rustiger van.
- Rustiger?
Ik ben al moe genoeg.
Misschien heb jij het nodig.
- Ik ben de dokter hier.
Hier.
- Ben.
Je weet wat er gebeurt
als je nerveus bent.
Je vond dat ik er te veel nam.
- Toen had je geen moord gezien.
Nu ben je opgewonden. Je raaskalt.
Je ijsbeert...
- Niet waar.
Ik ben dokter van beroep.
Je gaat je veel beter voelen.
Laten we iets afspreken.
Mij best.
Ik heb niet alles verteld
over Bernard en dat spionagegedoe.
Als je dit inneemt...
- Wat?
Dan vertel ik het.
Goed, Dr McKenna.
Ik ben kalm en ik luister.
Het was meteen al geheimzinnig.
Het was geen toeval
dat Bernard ons hielp in de bus...
en met ons praatte.
Je had gelijk.
- Zie je wel?
Ja, je had gelijk. Hij deed vreemd.
Dat weet ik.
Maar wat wilde je vertellen?
Hij begon met ons te praten...
omdat hij een verdacht echtpaar zocht.
Wij zijn niet verdacht.
Nee. Hij had het verkeerde echtpaar.
Stierf hij voordat hij ze vond?
- Nee, hij had ze gevonden.
In 't restaurant, gisteren.
Daarom is hij vermoord.
Wil je zeggen dat de Draytons...
- Ja.
Ben, als dit een grapje is,
vind ik het niet zo leuk.
Ik ga even liggen.
- Luister naar me, Jo.
Luister goed.
Het telefoontje op het bureau
was niet van het hotel.
Het was een buitenlander...
die zei dat als ik zou vertellen
wat Bernard zei...
Hank iets zou overkomen.
- Waarom Hank?
Ze hebben hem ontvoerd.
Mrs Drayton zou hem terugbrengen.
- Ze is hier niet geweest.
Maar Mr Drayton...
- Mr Drayton is al lang vertrokken.
Ga zitten, Jo.
En jij geeft me een kalmeringsmiddel.
- Ga zitten.
Waarom zei je niets?
- Ik wist het niet zeker.
Ik wil mijn kind terug.
Ga alsjeblieft kijken.
Waar is hij, Ben?
Niemand heeft iets van ze gehoord.
De Draytons zijn weg.
Ze komen uit Londen.
Hij zei dat hij professor was.
Hier kunnen we niks meer doen.
Ik kan niet naar de politie.
Ik heb het overwogen...
maar als ze een verband zien
met de moord op Bernard...
moet ik ze meteen vertellen
wat Bernard me toefluisterde.
Dat is niet goed voor Hank.
We gaan naar Londen. De Draytons
hebben een privé-vliegtuig genomen.
Zo hebben ze Hank meegenomen.
Zo krijgen ze
geen gezeur over paspoorten.
We gaan naar Londen om hem te zoeken.
Luister, Jo. Dit is wat Bernard zei:
Ze gaan in Londen
een staatshoofd vermoorden.
Londen moet Ambrose Chappell proberen.
Dat is de man die we moeten vinden.
Ik heb alles voor Hank over.
Die Chappell is onze enige hoop.
Er wacht een auto op ons.
Ik heb betaald en gepakt.
We zijn zover.
Schat...
We hebben niet veel tijd,
dus je moet nu opstaan.
Alsjeblieft, Jo.
Wilt u op de persfotografen wachten?
Komt u maar.
Dat ze me nog kennen.
Het is vier jaar geleden.
Je bent gewoon onvergetelijk.
Hoe wisten ze dat we kwamen?
Ben...
- De Parnells zouden een hotel boeken.
Dr en Mrs McKenna?
Inspecteur Edington, recherche.
U hoeft niet door de douane.
Volgt u mij.
Deze kant op.
Dit is Mr Woburn.
Dr en Mrs McKenna.
Wat wilt u?
- Mr Buchanan wil u spreken.
Wie is Mr Buchanan?
- Hij is van Scotland Yard.
Mr Buchanan, Dr en Mrs McKenna.
- Aangenaam.
Gaat u zitten.
Wat vreselijk dat uw zoon is ontvoerd.
Ik leef met u mee.
- Weet u waar hij is?
Helaas niet.
Als we samenwerken,
vinden we hem sneller.
Bernard was in Marokko...
om een moordcomplot te verijdelen.
Een goed agent riskeert zijn leven,
maar wint niet altijd.
Bernard vertrouwde erop
dat u bij ons zou komen.
Uw zoon is ontvoerd,
om u het zwijgen op te leggen.
Dat klopt toch?
Ik denk dat ze geld willen.
Waarom komt u dan naar Londen?
Ik...
U denkt dat hij in Londen is
en dat u hem zelf kunt vinden.
Dat zal niet lukken.
Maar met onze hulp
heeft u een goede kans.
Maar we mogen niets zeggen.
- We houden het geheim.
Jawel, maar...
Uw zoon is hun troefkaart.
Nu loopt hij geen gevaar.
Moeten we gewoon zitten wachten
tot ze hem vrijlaten?
Als ze uw zoon lastig vinden,
zullen ze later misschien...
U hoeft ons niet *** te maken.
Dat is precies m'n bedoeling.
Ik probeer hier een moord te voorkomen.
Als u niet zegt wat u weet,
bent u medeplichtig.
Wat kunnen we doen in ons eentje?
- Wacht even.
Bernard sprak tegen mij, niet mijn vrouw.
- Vertelt u het dan.
Het was een Fransman
en ik ken geen woord Frans.
Misschien vinden ze Hank.
- Misschien is niet goed genoeg.
Ik ben ook ongerust.
- Dat weet ik.
Maar laten we ons aan ons plan houden.
Het spijt me, Mr Buchanan.
We willen echt wel helpen,
maar we kunnen het niet.
Ik heb zelf een zoon.
Ik weet niet wat ik zou doen.
Telefoon voor Mrs McKenna.
Verbind Mrs McKenna's gesprek door.
Hallo.
- Mrs McKenna.
Met Mrs Drayton. Herinnert u zich mij?
- Mrs Drayton.
Waar is onze zoon?
Bij mij. Maak u zich niet ongerust.
Waar is ons kind?
- Wilt u met hem praten?
Alstublieft.
Hank...
- Een ogenblikje.
Mama, ben jij dat?
Hank. Gaat het wel goed met je?
Ik ben een beetje ***,
maar verder gaat het goed.
Ik mis je zo, mama.
Hank. Ik ben het, papa.
- Huilt mama?
Luister, Hank. Waar ben je?
Ik wou mama niet aan het huilen maken,
maar ik ben ***.
Hank, vertel me waar je bent.
Acht...
- Ja.
Acht... wat, Hank?
Hij was zo ***.
Het gesprek kwam uit Londen.
- Een telefooncel in Westminster.
Wilt u nog meer van me?
Misschien bedenkt u zich nog.
Als dat zo is...
belt u dan dit nummer.
Alles in orde? Uw sleutel.
- Dank u.
Van de Parnells:
We verheugen ons op jullie komst...
vooral van de kleine...
Liefs van Jan en Cindy. Wat aardig.
Ambrose Chappell. Dat is hem.
Burdett Street 61, Camden Town.
Gulliver 6198.
- Wat ga je zeggen?
Dat ik mijn mond hou,
en dat ik alles over heb voor Hank.
Juffrouw...
Mag ik Gulliver 6198?
Jo.
Wat deed jij in Marokko?
Londen is zo saai zonder jou.
Ambrose Chappell?
Mr Ambrose Chappell?
Mr Carnaway, bent u er ook?
- Welkom in Londen, Dr McKenna.
Een dokter als man is handig,
in zo'n psychosomatisch vak.
Stil.
Je weet niet wat psychosomatisch is.
Wel. De geest maakt het lichaam ziek.
Zie je niet dat dokter belt?
- Het zijn maar zaken.
Zaken zijn erg belangrijk.
Hallo?
Spreek ik met Mr Ambrose Chappell?
Mijn naam is McKenna,
Dr Benjamin McKenna.
Willen jullie iets drinken?
Bent u nog een poosje thuis?
Ik wilde even met u praten.
Ik kom er meteen aan.
Mijn man.
- Wat leuk u te ontmoeten.
Dit is Helen.
U lijkt nog precies
op de foto's in Jo's kleedkamer.
Krijgt hij gratis hormonen?
Jan Peterson.
Ik zing bijna zo goed als Jo.
Cindy Fontaine uit Harrisburg.
Nog thuis geweest?
Daar heet ik Elva McDuff.
Dat past niet meer bij me.
Nu wil ik zien op wie je zoon lijkt.
Hij is uit logeren, zodat wij vrij hebben.
Hoe heet hij?
- Hank, van Henry.
Als hij zo mooi is als jij,
en zo slim als de dokter...
Wat een mooie bloemen.
- Iets drinken?
Ik neem jullie mee uit eten.
Ik wou dat Jo een maand bleef.
Helaas niet.
- Ik moet echt iemand spreken.
Neem wat te drinken.
Ik kom zo gauw mogelijk terug.
Ik moet erheen, maar ik kom terug.
Neem me mee.
- Alleen val ik minder op.
Ik wil Buchanan niet achter me aan.
Ik neem de achterdeur.
Ambrose Chappell?
- Komt u binnen.
U heeft bezoek.
Goedemiddag, ik ben Ambrose Chappell.
Kan ik u helpen?
Begin maar met uw naam.
- Natuurlijk.
Ik ben Dr Benjamin McKenna.
Ik heb gebeld.
- O ja.
Bent u Ambrose Chappell?
Dat ben ik al bijna 71 jaar.
Ik geloof dat ik het begrijp.
- Echt?
Dat gebeurt vaker.
U verwachtte iemand anders.
Een ogenblik. Ambrose.
Ik geloof dat deze heer
met ons wil praten.
Ga maar wat rusten, vader.
Ik heb nog eeuwen rust
voor de boeg. Dag.
Wat wilt u?
- Ik ben Dr McKenna.
Zegt die naam u iets?
- Nee, dat geloof ik niet.
U weet niet waarom ik hier ben?
Geen flauw idee.
Ik heb uw naam gekregen
van iemand in Marrakech.
Ik denk dat u hem kende: Louis Bernard.
Een Fransman.
- Louis Bernard?
Lieg niet. Voor z'n dood
zei hij dat ik hierheen moest.
Is die man dood?
- Dat weet u net zo goed als ik.
Ik heb een aanbod
dat u niet af kunt slaan.
Wat bedoelt u eigenlijk?
- Wilt u hier praten?
We hebben geen geheimen
voor ons personeel.
Ik heb niemand verteld wat Bernard zei
en dat ga ik ook niet doen.
Politiek interesseert me niet.
Vermoord maar wie je wil.
Ik wil m'n zoon,
en dan ga ik terug naar Amerika.
Luister, alstublieft.
Als u geld wilt, zal ik...
Vader. Bel de politie. Vlug.
- Ho eens even.
Zei u dat hij de politie moest bellen?
Probeert u te bluffen?
Laat los.
- Kent u Bernard echt niet?
U weet niet waar mijn zoon is?
- Natuurlijk niet.
William, Edgar, David.
Help.
Wacht even.
Ik ben blijkbaar verkeerd.
Laat me nou maar los.
Wat hij ook droeg,
hij leek nooit op een aristocraat.
Dus stelde ik Chris voor...
om die rubriek uit de krant te halen.
Jo, die onvoorspelbare man van je
is al meer dan een uur weg.
Hij zou iemand ontmoeten. Ene Church?
- Nee, het was Chappell.
Het is geen man, maar een gebouw.
De Ambrose Chapel.
Staan kapellen in het telefoonboek?
- Dat kunnen we zo zien.
Ambrose Chapel, Ambrose Street 17.
Ik moet weg, maar neem nog een borrel.
Ik kom gauw terug.
Leg het uit aan Ben als hij terugkomt.
- Wat dan?
Er is iets vreemds aan de hand.
- Eerst had je die...
Chappell.
- Ben rende weg.
Toen was 't een kapel, en ging Jo weg.
- Hou op, of ik ga er ook vandoor.
Wat denk jij?
- Het zal wel iets Amerikaans zijn.
Hallo.
Sorry dat ik weg moest,
maar het was belangrijk.
Daar ben ik wel aan toe.
Bedankt.
Waar is Jo?
- Ze ging naar Ambrose Chapel.
Daar kom ik net vandaan.
- Het is geen man, maar een gebouw.
Ze is 20 minuten geleden vertrokken.
- Wat?
Wat is het adres?
Ik zal nog eens kijken.
Een gebouw?
- Ambrose Chapel, Ambrose Street 17.
Ambrose Street 17.
Ja?
- Kom terug. Het is Jo.
Jo?
- Heb je wat gevonden?
Nee, het was een dood spoor.
Het moet de kapel zijn. Die is vlakbij.
Het was stom, maar...
Ik heb het adres. Ik kom er aan.
- Ik wacht buiten op je.
Wat was het adres?
- Ambrose Street 17.
Hartstikke bedankt.
Je kan niet bepaald goed dammen.
Je kunt beter naar bed gaan.
Mag ik het afmaken?
- Vooruit dan.
Geef hem melk en koekjes.
- Geven we hem geen slaappil?
Vanavond niet.
Je slaapt wel, hè?
- Ik denk 't wel.
Schiet eens op.
Een beetje vriendelijkheid
kan toch geen kwaad?
Roep maar als ik open moet doen.
Mag ik binnenkomen?
- Ja.
Ik wou dat het morgen was.
- Dat is onorthodox van je.
Voor ik het vergeet. Alsjeblieft.
Twee kaartjes
voor het concert in de Albert Hall.
Het is een mooie loge,
of zal ik zeggen een strategische?
Nu het belangrijkste.
- Wat?
De prachtige muziek van vanavond.
U weet meer van schieten
dan van muziek.
Ik laat het moment horen
waarop u kunt schieten.
Luister dus goed.
Nog een keer.
Luister naar de bekkenslag.
Het schot is op dat moment onhoorbaar.
Het stoort niemand.
De componist had het vast gewaardeerd.
Niemand merkt iets.
- Niemand. Op een persoon na.
Juist. Als u slim bent.
Nog vragen?
- Nee.
Gelukkig gebeurt het vroeg in de avond.
U heeft slechts tijd voor één schot.
Daarna is het op eigen risico.
Ik neem geen risico's.
- Mooi.
U komt helemaal uit Marrakech.
Het mag niet mislukken.
Uw eminente slachtoffer is onderweg.
Uw auto staat beneden.
U haalt ene Miss Benson op.
Ze vergezelt u in de loge.
Dat maakt u wat respectabeler,
voor zover mogelijk.
Heeft u het geld klaarliggen
als ik terugkom?
Vertrouwt u me niet?
Hoe zeggen jullie dat?
Een wolf in schaapskleren.
Een goede vermomming.
- U moet gaan.
Straks komt u te laat voor 't concert.
U wilt het niet uitstellen
tot na het eerste stuk.
Breng jij hem naar de auto?
- Natuurlijk.
U moet achterlangs.
Een respectabele façade is belangrijk.
Daar is het.
Ja, ik denk dat je gelijk hebt.
Dit is waarschijnlijker dan mijn Chappell.
En de politie dan?
- Laten we het alleen proberen.
Ik geloof dat we weer verkeerd zijn
laten we nog even wachten
kijk eens wie er
door het middenpad loopt
Het onderwerp van vanavond
is tegenslagen.
Een gewoon leven,
zoals dat van u en van mij...
Buchanans nummer. Bel hem op.
Vraag of ze het gebouw omsingelen.
- Maar...
Vertel hem wat je wil.
Ik weet zeker dat Hank hier ergens is.
Ik wil niet weg.
- Wat moeten we anders doen?
Ga nou maar.
Weinigen beseffen dat tegenslagen
een beter mens van ons kunnen maken.
We moesten eens de tijd nemen
voor een inventarisatie...
van onze harten
en om te kijken wat we daar vinden.
Daarom vind ik dat we nu allemaal
naar huis moeten gaan...
om te mediteren
over hoe goed we het hebben...
en hoe dankbaar we zijn.
Volgende week
bespreken we deze meditaties.
Intussen geef ik u allen mijn zegen.
Wat een aangename verrassing.
- Waar is m'n zoon?
Hij is boven.
U bent net op tijd, hij gaat zo eten.
Hank *** geen Engels eten.
Wat wilt u? Ik heb geld.
Ik zeg niks. Ik wil alleen m'n kind.
Uw vrouw is zeker
een luchtje aan 't scheppen?
Wat wilt u?
Goed, je krijgt je zoon te zien,
als de tijd rijp is.
Hank. Hank McKenna.
Papa...
Mijn man is binnen.
Ik moest hulp halen, voor ze ontsnappen.
Zo makkelijk is het niet.
Maar mijn man heeft hulp nodig.
Geef me Mr Buchanan.
Ik moet hem spreken.
Hij is helaas bezig met
een belangrijke opdracht in de Albert Hall.
Maar bel hem daar dan.
- Hij is onderweg. Ik weet niet...
Mr Woburn, elke minuut telt.
U moet meteen politie sturen.
Moet ik zelf naar de Albert Hall?
- Nee.
Ik stuur meteen iemand.
De politieauto is er zo.
Zorg dat uw man het aan ons overlaat.
Met Woburn, een ogenblik.
Ik moet nu ophangen.
Geloof me, alles is onder controle.
Er is niemand.
Bent u Mrs McKenna?
- Ja. Het was net nog vol mensen.
We wachten op Scotland Yard.
M'n man is binnen.
Het was druk.
Wanneer?
- Vijf minuten geleden.
Eens kijken.
- We moeten de deur openbreken.
Dan moeten we
een huiszoekingsbevel hebben.
En?
- Dat kost tijd.
We zullen eens rondkijken. Ga jij zo?
Niemand te zien.
- Waren er net echt mensen?
Ik was er zelf, met mijn man.
Hij stuurde me naar buiten
om Scotland Yard te bellen.
Het is te moeilijk om uit te leggen.
We moeten op de Yard wachten.
Het lijkt uitgestorven.
- Kom terug.
Wacht hier op de Yard.
- U gaat toch niet?
Jawel. Wilt u een lift?
- Naar de Albert Hall.
Daar komen we niet.
Naar de taxistandplaats dan maar?
Wacht hier.
Ze zijn er.
- Ik zal de keuken ontruimen.
Allemaal eruit.
Even de gang op.
Doe wat hij zegt.
Het is maar even.
Hierheen.
Het is altijd wat.
- Mensen binnensmokkelen...
Geef mij de Zwitserse ambassade maar.
Daar zijn ze neutraal.
Ik zoek de directeur.
- Hij is bezig. Z'n assistent ook.
Ik moet ze spreken. Waar zijn ze?
- Daar ergens.
U heeft een leuke zoon, madame.
Zijn veiligheid hangt van u af.
Waar is hij?
Is dat de premier?
- De ambassadeur.
Die kale is de premier.
Uw kaartje?
- Sorry. Ik zoek alleen iemand.
Hij wilde de premier doodschieten en ik...
Dankzij uw vrouw
is het slechts een vleeswond.
Gaat u mee, dan kan de premier
u persoonlijk bedanken.
Het duurt niet lang.
U hoeft niet *** te zijn...
Dit is de jongedame...
- Ik ben u eeuwig dankbaar.
Ik hoop u morgen te mogen ontvangen...
zodat ik mijn dankbaarheid kan tonen.
Maar het was niet...
- Jawel, dat was het, lieve mevrouw.
Neem ons niet kwalijk.
Mr Buchanan wil u spreken.
Waar is Hank?
- We kunnen daarbinnen praten.
U wist tijd en plaats.
Of bent u hier soms toevallig?
Uw assistent zei dat u hier was.
- Het spijt me.
Nu hebben we uw hulp nodig,
Mr Buchanan.
Die vrouw heeft een kaartje
voor de loge waar de moordenaar zat.
Ze zegt dat ze niks weet.
- Ik praat straks met haar.
Vertel me nu alles maar.
Geef de moed niet op.
Zijne Excellentie ontvangt u nu.
Pardon, meneer.
Ik heb een hoop uit te leggen.
Er is iets heel ongewoons gebeurd.
Ik moet ook de schutter betalen.
Dat lijkt me niet echt nodig,
aangezien hij dood is.
Hij schoot niet zo goed als u zei.
Het doelwit heeft slechts een vleeswond.
Waardeloos.
Uw Fransman raakte in paniek
en vluchtte.
Hij viel dood neer,
midden in de Albert Hall.
Dat kan ik niet helpen.
Hij werd me in Marrakech aanbevolen.
Fijn dat u het zo luchtig opneemt.
Ik geef vanavond een receptie.
Zo meteen moet ik
de premier ontvangen...
terwijl ik hoopte en verwachtte
dat hij verhinderd zou zijn.
Dat vindt u zeker grappig?
Ik weet niet wat ik moet zeggen.
- Nee.
Maar ik wel.
U heeft alles verpest.
U heeft dat kind ontvoerd.
Amerikanen houden niet van ontvoeringen.
McKenna moest zwijgen.
Vervolgens raakt u in paniek...
en vlucht hierheen met dat rotkind.
Begrijpt u niet hoe gevoelig dat ligt?
- Ik heb verder niet...
Hoe krijgt u het kind hier vandaan?
Nou?
Gewoon met een auto.
Terwijl het hier wemelt
van de rechercheurs?
Britse intellectuelen...
- Geef me wat bedenktijd.
Bedenktijd?
De jongen moet weg
uit deze ambassade.
Hij mag niet kunnen vertellen
waar hij vanavond geweest is.
Komt in orde.
- Drayton.
Zorg dat er deze keer niks misgaat.
Het zou erg onplezierig voor u zijn als...
Binnen.
De prinses kan ieder moment arriveren.
We herkenden elkaar.
Hij probeerde te vluchten en sprong.
Ik wou dat ze hun hoge pieten
in hun eigen land liquideerden.
Met Buchanan.
Goed, dank u wel.
De Draytons zijn op de ambassade.
We hebben daar een informant.
Dan is onze zoon daar ook.
Ja, maar we kunnen niets doen.
- Hoezo?
Ambassades vallen niet onder ons recht.
Het is buitenlands gebied.
Mogen ze zomaar een kind stelen?
De regering kan op verzoek ingrijpen.
Ik kan het volkenrecht niet veranderen.
Als we maar bewijs hadden
dat uw kind daar werkelijk is.
Wat is het nummer van de ambassade?
Wat ben je...
- Ik ga iets proberen.
Grosvenor 0144 alstublieft.
Het was toch de premier
die beschoten werd?
Hallo? Mag ik de premier spreken?
De dame die zijn leven redde
wil hem spreken.
Het is dringend.
- Wat moet ik zeggen?
Hij vroeg toch of we langskwamen?
Vraag of 't nu kan.
We gaan morgen weg.
Hallo? Hier.
- Hallo?
Lieve mevrouw,
wat een aangename verrassing.
Met genoegen.
De ambassadeur kijkt ernaar uit.
Mijn vrienden zijn ook zijn vrienden.
Hij vond het goed.
Ze vragen het heus.
- En anders?
Ze vragen het altijd.
Hou hun aandacht vast.
Dag. Dr en Mrs McKenna.
- Fijn dat u gekomen bent.
De premier verwacht u.
Volgt u mij maar.
Madame, goedenavond.
- Goedenavond.
Deze dame heeft m'n leven gered.
U heeft de enige man gered...
die onvervangbaar is in ons land.
Bent u de beroemde Jo Conway?
- Ja, ik ben Jo Conway.
Zou u misschien...
- Ze wil graag voor u zingen. Hè, schat?
Het is lang geleden.
- Alstublieft.
Een mooi einde voor een dramatische dag.
Ik voel me gevleid.
Zet wat stoelen neer. Snel graag.
De beroemde Jo Conway
gaat vanavond voor ons zingen.
Lieverd, zorg jij
dat de premier een goede plaats krijgt?
Loopt u mee naar de piano?
Wilt u niet gaan zitten?
Nee, ik blijf liever staan.
Dat is mama's stem. Dat is mama.
Wat?
Weet je het zeker, Hank?
Ik weet het zeker.
Wat doet ze hier?
Kun je dat liedje fluiten?
- Ik denk het wel.
Fluit het dan, zo hard als je kan.
Wacht in de postkamer.
Ik ga hem halen.
Het duurt een minuut of vijf.
Nee.
Papa.
Neem hem mee, snel.
- Kom, jongen.
Een ogenblikje.
Raak hem niet aan.
U schiet echt niet
met al die mensen en die politie.
Ik zou niet graag in uw schoenen staan.
Je moet de jongen laten gaan.
- Dat vind ik ook.
Als u verstandig bent,
helpt u me om weg te komen.
Ik help je niet, ellendige...
- Wil je dat je vader iets overkomt?
We gaan kalm naar beneden...
als drie goede vrienden.
Dan lopen we naar de taxistandplaats.
Geen emotionele uitbarstingen onderweg.
Doe wat hij zegt, Hank.
Nee, de andere kant op.
Zullen we?
- Loop de gang maar door, jongen.
Niks zeggen.
Sorry dat het zo lang duurde,
maar we moesten Hank ophalen.
Ondertitels bewerkt door: RuudSr