Tip:
Highlight text to annotate it
X
Pastor O'Malley?
Welkom op St Mary's.
U zult wel moet zijn.
-Het valt niet mee, zo'n busreis.
Ik zal u naar uw kamer brengen.
Het is bedtijd.
Is pastor Fogarty er nog?
-Nee.
Die hebben ze vanmorgen
meegenomen. Arme man.
Arme man? Hoezo?
Daar komt u wel achter.
U zult het hier verder wel vinden.
Blieft u echt geen kopje thee?
-Nee, dank u.
Wat bedoelt u over pastor Fogarty?
Waar zal ik achter komen?
Waar pastor Fogarty
achter is gekomen.
Och arme.
-U doet 't weer. Wat is er gebeurd?
Hij mompelde in zichzelf.
Hij zat in een rolstoel.
Waar hebben ze hem
naartoe gebracht?
Lommerrust.
Hij bad dat u het hier naar uw zin
zou hebben, hoewel hij 't betwijfelde.
Hij had z'n eigen ideeën over hoe hij
de school zou runnen, maar zij ook.
Zij?
-De zusters.
Pastor Fogarty zei
dat ze altijd hun zin wilden.
Toen hij in die rolstoel belandde
hadden ze hun zin.
Misschien werd hij oud.
Er was niks mis toen hij kwam.
Vreemd.
Ik verwacht geen problemen hier.
O nee?
Bent u ooit schoolpastor geweest?
-Dit is m'n eerste betrekking.
Dan weet u niet hoe het is
om tot uw nek in de nonnen te zitten.
Welterusten, eerwaarde.
Slaap zacht vannacht.
Goedemorgen.
Ik ben pastor O'Malley.
Goedemorgen, eerwaarde.
Dit is de schoolbel.
Die luiden we als de kinderen komen.
Juist. Is de moeder-overste
al wakker?
Nu wel. Loopt u even met me mee?
Goedemorgen, Sam.
-Goedemorgen.
Zuster Benedicta
wil u graag ontmoeten.
Gaat u zitten, dan zeg ik dat u er bent.
Sorry. Onze kat heeft gejongd
en ze zitten overal.
Is de vader lid van onze parochie?
Pardon, eerwaarde.
Ik waarschuw de zuster.
Goedemorgen, eerwaarde.
-Gaat u zitten.
Goedemorgen, eerwaarde.
-Gaat u zitten.
Goedemorgen, eerwaarde.
Het is me...
-Eerwaarde, dit is moeder-overste.
Zuster Maria Benedicta.
Hoe maakt u 't, zuster?
-Hoe maakt u 't?
Dit is pastor O'Malley.
-Hoe maakt u 't?
Hij komt pastor Fogarty vervangen,
die hard aan rust toe was.
We hopen dat u het
naar uw zin zult hebben.
We zijn benieuwd naar uw mening
omtrent 't onderwijs.
Ik weet zeker dat de pastor
ons wil toespreken.
Inderdaad. Ik...
St Mary's bestaat al vele jaren.
Heel wat zusters van uw orde
hebben er hun leven aan toegewijd.
Ik weet dat 't zwaar werk kan zijn.
En vaak valt uw inzet de mensen
niet eens op.
Maar u doet het ook niet
om een aardse beloning.
Uw voormalige leerlingen zijn
een sieraad voor het onderwijs hier.
St Mary's heeft een oude traditie
van goeddoen.
En ik ben blij dat ik uitverkoren ben
om hier pastor te zijn.
Een parochieschool
is voor mij een nieuwe ervaring.
En vast een heel interessante.
Ik begrijp wat u bedoelt.
Zoals altijd vervullen wij de
ons opgedragen taak zonder klagen...
en met goede hoop voor de toekomst.
Zoals de heilige Petrus in z'n brief zei:
"Wordt nuchter en waakzaam."
Wat is er?
Was het de heilige Paulus?
Nu even een wat ernstigere noot.
Het...
Ten slotte wil ik nog zeggen
dat het me deugd doet...
Sorry, dat is de eerste bel.
De zusters moeten naar hun klassen.
Wilt u de leerlingen nog toespreken?
Misschien doet u dat liever.
-Dan voel ik me meer op m'n gemak.
En jou wil ik ook spreken.
Ik zweer m'n trouw aan de vlag van
de Verenigde Staten van Amerika...
en de republiek waarvoor die staat.
Eén ondeelbare natie, en vrijheid
en rechtvaardigheid voor iedereen.
Onze nieuwe pastor,
pastor O'Malley, wil wat zeggen.
Jullie zult 'm vast hartelijk begroeten.
Hij heeft iets belangrijks te zeggen.
Kinderen, jullie zullen me vaak
te zien krijgen. Ik zal hier veel zijn.
Het wordt een heel korte speech.
Het is feest. Jullie hebben vrij.
Goeie speech, hè?
Ik heb m'n zelfvertrouwen hervonden.
Als kind was ik dol op vakantie.
We mogen onze jeugd niet vergeten.
Wat doet u nu?
Wie weet wat ze zullen uithalen.
En dat is uw verantwoording.
-Het leek me leuk.
U kunt niet zomaar vrij geven.
Wat moeten we tegen
de onderwijsinspecteur zeggen?
Ik bel hem wel. Die man heeft pas
vakantie nodig. Ik geef hem ook vrij.
Mijn school was heel anders.
Je kon de weilanden zien, de
afgraving waar we gingen zwemmen.
Er was er altijd één wiens
kleren aan elkaar werden geknoopt.
Waar was dat?
-Missouri.
Oorspronkelijk lerland.
An dtuigeann tú Gaeilge?
-Vroeger wel.
Waar komt u vandaan?
Geboren in Zweden. We verhuisden...
-Laat me raden. Naar Minnesota.
Inderdaad, eerwaarde.
De winter was fijn. Ik ging op de ski's
naar school. Er was één heuvel...
En na school moest u ze terug dragen.
Je zou nu niet zeggen
dat ze zo'n wildebras was.
Ze speelde honkbal en football
met de jongens.
Was u goed?
-Ik sloeg boven de .300.
Ja, in de plattelandsdivisie.
We hadden het beter dan deze
kinderen. Die kunnen nergens spelen.
Dat was vroeger onze speelplaats.
-Waar ze aan 't bouwen zijn?
We moesten de grond verkopen.
We moesten de school verbouwen,
anders moesten we eruit.
Wat is eraan gedaan?
Daar kijkt u van op, hè?
Sprinklerinstallatie, brandtrap.
De fundering moest
worden verstevigd.
Is 't dat wel waard?
Wij vinden van wel, eerwaarde.
Ja, natuurlijk.
Hoe zijn de andere klaslokalen?
Wat is daar aan de hand?
We repareren het dak. Het lekt.
-Een beetje.
U zit hier behoorlijk krap, hè?
Een beetje.
St Mary's is er slecht aan toe.
Een beetje.
We hadden gehoopt
dat u ons zou helpen.
Jammer dat u niet zo'n gebouw hebt.
Dan was u uit de brand.
Daar wilden we
de nieuwe St Mary's bouwen.
Zo'n soort gebouw.
Daar staat het.
Maar het is niet van ons.
Onder ons, daar bidden we om.
Waar bidt u om?
Dat de eigenaar op een dag ontwaakt
en het ons schenkt.
Wie moet er ontwaken
en het schenken?
Mr Bogardus. De eigenaar.
-Daar bidden we om.
U bent sterk van geloof.
Als het geloof bergen kan verzetten...
-Kunt u ook in dat gebouw trekken.
U moet het praktisch aanpakken.
Weet de eigenaar ervan?
-We bidden alleen maar.
Daarmee zou u ons kunnen helpen.
-En als hij weigert?
Jongens, maak dat je wegkomt.
Waarom zitten jullie niet op school?
*** je me?
Dat moeten ze niet doen.
Het is toch vakantie?
Wie is dat, die daar aankomt?
Dat is Mr Bogardus.
We gaan. U kunt uitleggen waarom
de kinderen niet op school zitten.
Moet ik het vragen van dat gebouw?
Een andere keer.
Hé, jij daar.
Wat is hier aan de hand?
Zie je dat hek?
En zie je wat die kinderen...
Wie bent u?
-De nieuwe pastor.
O ja? Zorg dan maar
dat die rekels streng bestraft worden.
Ik zorg ervoor, Mr Bogardus.
Ik zal ze streng toespreken.
Dus u weet wie ik ben?
-Ja zeker.
Moet ik met u onderhandelen?
Ik moet aanbevelingen doen.
Ik heb de school eens bekeken.
O ja? Nou, dan weet u het dus.
Wat vindt u ervan?
Behoorlijk bouwvallig.
-Dat is nog zacht uitgedrukt.
Als u niet verkoopt...
Hebt u m'n bod gezien?
Wat vindt u ervan?
-Ik ben nog niet helemaal overtuigd.
Als u niet verkoopt,
wordt het onbewoonbaar verklaard.
Door wie?
-De gemeente.
Hoe weet u dat?
-Ik ben voorzitter.
O ja?
-Zo is het maar net.
Als u het moet laten slopen,
draait u op voor de kosten.
U lijkt me 'n praktisch mens.
-Is 't heus?
Er zijn geen vaders of moeders
in de parochie...
die hun kinderen niet liever
naar St Victor's sturen.
Mooi, modern gebouw.
Veel zonlicht, goed verwarmd.
Ik zou m'n kinderen
niet op die bouwval doen.
Heeft u kinderen?
-Dat niet.
Maar dat is een lang verhaal.
-Laat maar.
Hoe ver is het voor de kinderen
om naar St Victor's te gaan?
Net zover als ik als kind moest.
-Zullen we erheen lopen?
Laten we de auto nemen. Ik kan
niet ver meer lopen. Hartklachten.
Laten we naar St Victor's rijden.
-Mijn idee.
Sluit deze school
en doe de kinderen op St Victor's.
En het gebouw aan u verkopen?
-Juist. U kunt me hier altijd vinden.
Ik doe niks zonder u eerst gesproken
te hebben. Maar ik ben traag.
Dat zou ik zo niet zeggen.
Tot ziens.
Eerwaarde?
Hoe maakt u het?
Heeft u de leiding over deze school?
Daar vraagt u me wat.
Ik heb wel wat te vertellen.
Zo te zien valt er met u wel te praten.
-We zullen zien. Steek van wal.
Ik zou m'n dochter hier
heel graag op school doen.
Het lijkt me beter als ze
een tijdje bij mij weg was.
Kan ze hier in de kost?
Misschien wel. Hoezo...
-Vraagt u om referenties?
Moet u veel
van haar achtergrond weten?
Dat is wel gebruikelijk.
Het zit namelijk zo.
Ik ben van huis weggelopen toen ik
heel jong was, om te gaan trouwen.
U mag me onderbreken
als u het verhaal kent.
Hij heeft me lang geleden
laten stikken, in Syracuse.
Dertien jaar geleden.
-Was u getrouwd?
Ja, na een kleine discussie.
Hij had niet zo'n zin
om zich te binden.
Hij was pianist.
Hij lachte zo lief, eerwaarde.
Dat zal best.
-Net als u, eigenlijk.
Hij zat in een combo.
Een orkestje
dat niet op de radio kwam.
Kent u Gallagher's Gamboleers?
-Nee. Zijn ze dan bekend?
Niet dat ik weet.
Ze kregen een aanbod
om in Cincinnati te gaan spelen.
Hij beloofde dat hij me over zou laten
komen als hij wat gespaard had.
Liet hij u alleen achter in Syracuse?
-Tot de baby kwam.
En u verzorgt haar al die tijd al?
U vraagt zich vast af
hoe ik het betalen kan.
Dat begint zij zich ook af te vragen.
Ze begint onderhand
een grote meid te worden.
Ze begint te vermoeden
dat ik slecht ben.
Ik zou haar graag bij u onderbrengen
voor ze door krijgt dat ze gelijk heeft.
Iemand die zich zo om haar dochter
bekommert, is niet bepaald slecht.
Als 't echt zo erg gesteld was met u,
zou 't u geen zier kunnen schelen.
Joe was de enige man van wie
ik echt gehouden heb, maar...
Als u zoveel om Joe geeft,
waarom zoekt u hem dan niet op?
Ik weet niet waar ik beginnen moet.
En hij is tenslotte bij me weggegaan.
Zit het zo.
Ik zal m'n best doen.
Stuur haar maar naar mij.
Hoe heet ze?
-Patricia.
Ik weet het goed gemaakt.
Ik zorg voor uw dochter,
als u voor uzelf zorgt.
Dank u wel, pastor...
O'Malley.
Dag, Mrs Gallagher.
Er is 'n jongedame die u wil spreken.
Stuur haar maar verder.
Miss Gallagher?
Ik heb geregeld dat u
bij Mrs Breen in de kost kan.
Dat is geweldig.
-M'n zoon draagt je bagage wel.
Eddie, zet die koffers
in de achterkamer.
De zusters hadden een jonger
iemand verwacht, en ik ook.
Ik wilde er juist ouder uitzien.
Ik zocht een baantje.
Ik wilde van school gaan.
Ik was de annonces aan 't napluizen.
Ik kan wel voor mezelf zorgen.
Ik denk dat je 't
naar je zin zult hebben.
Je zult er echt van genieten.
Het leven kan hier heel mooi zijn.
Dat is maar een laagje, wat er afgaat.
Laat me eens kijken.
Dat is beter.
Het komt hier wel in orde met jou.
Wat hebben we hier?
Wat smokkel je mee?
Wat is dat hier?
-Een rat, eerwaarde.
Je zult merken dat je hier
nog geen muis kunt dragen.
Dat is al een stuk beter.
Goeie genade. Kijk nou.
U hebt me geroepen?
Ik wilde met je praten.
Je loopt achter met je schoolwerk.
Als het te zwaar is,
wil ik je graag helpen.
Dat is het niet.
Ik ben gewoon een leeghoofd.
Heb je een hekel aan school?
Je zit iets op te potten.
Waar zit je mee?
Nergens mee.
Als je een beetje meer je best doet,
haal je prachtige punten.
We willen je moeder
een goed rapport sturen.
Je wilt toch dat ze trots op je is?
Dat was alles. Je kunt gaan.
Hoe doet ze 't?
-Niet best.
Wat vervelend nou.
We hebben haar
op uw aanraden aangenomen.
We weten weinig over haar ouders.
Hoe was de situatie thuis?
Het oude liedje.
U heeft de moeder gesproken?
Kent u Mrs Gallagher goed?
-Vrij behoorlijk.
Heeft u de vader ontmoet?
Wat doet hij voor de kost?
-Hij is muzikant.
Het schijnt een charmante man
te zijn.
Ik hou van mensen
die van muziek houden. U niet?
Zijn ze uit elkaar?
Moet ik verder nog iets weten
waar ik wat aan heb?
Nee, dat is alles wat ik...
-Kwijt wil?
Eigenlijk wel.
Heeft iemand u ooit verteld
dat u een oneerlijk gezicht heeft?
Voor een priester, dan.
Hou op, of ik sla je
met de koppen tegen elkaar.
De winnaar. Je bent nogal handig.
Laat eens wat zien.
Pas op je schoen.
Bij de les blijven.
Eddie, kom eens hier.
Ga binnen je gezicht wassen.
-Waarom deed je niks terug?
Je weet van wanten. Hoe heet je?
-Tommy Smith.
Hou je haaks.
Niks aan de hand.
-Praat u met Tommy.
Hij is nieuw. Een herrieschopper.
-Vechten kan hij wel.
Er wordt hier niet gevochten.
Praat u met hem.
Als hij zo doorgaat,
sturen we hem van school.
Moeten we ze niet opvoeden, zuster?
In plaats van ze weg te sturen,
moeten we ze corrigeren.
U was net niet bepaald correct bezig.
Sterker nog, u was nogal trots.
Ik hou van jongens
die voor zichzelf opkomen.
Ze moeten mee in de buitenwereld.
-Hoe gaat het ze af?
Niet zo best.
Soms moet je vechten
voor je bestaan.
Is het niet beter
om te denken voor je bestaan?
Al ken ik de buitenwereld niet echt.
Mooi gezegd.
Is de vrouwenhand niet iets te
nadrukkelijk aanwezig bij de jongens?
U bedoelt dat ze halfzacht worden?
-Inderdaad.
Als u met Tommy praat,
zorg ik wel voor Eddie.
Hij heeft verloren
omdat hij naar mij heeft geluisterd.
Ja, zuster?
-Kom hier, dat ik je verpleeg.
Laat me eens zien.
Wat is er precies gebeurd?
Ik liep gewoon in m'n uppie
toen Tommy me ineens liet struikelen.
Hoewel ik heel boos was...
hield ik me in,
precies zoals u heeft gezegd.
Ik zei: Waarom deed je dat?
En wat zei hij?
-Niks. Hij sloeg me hier.
Mooi is dat.
En wat deed jij toen?
-Ik dacht aan wat u had gezegd.
Ik draaide hem de andere *** toe.
Toen begon hij pas echt.
Je bent een heel brave jongen.
Ik draaide me om en negeerde hem.
Toen schopte hij me.
Ik ben heel trots op je.
Ik ben er zelf niet zo blij mee.
-Nee, Eddie.
Maar je hebt Tommy
echt overwonnen.
O ja?
-Je liet zien dat je 'n betere man bent.
Jij en ik weten dat.
-Maar verder weet niemand 't.
Ik weet het zelf niet eens.
Niemand was trots op me.
Zelfs pastor O'Malley niet. Die dacht
toch dat Tommy de beste man was?
Betere man.
Ik zat te denken.
Omdat ik zo in elkaar geslagen ben
en zo'n rotdag heb gehad...
moest ik vandaag misschien
maar niet naar school gaan.
Misschien.
Maar als u vindt dat ik wel moet gaan,
dan ga ik, hoe rot ik me ook voel.
Misschien is het vandaag vakantie.
Maar alleen voor jou.
Houdt u van honkbal?
Heeft u boeken over zelfverdediging?
Pardon?
-Ze bedoelt pugilistiek.
Boksen.
Ja, natuurlijk.
Daar staan ze.
Dit boek wordt aanbevolen
door James J Corbett.
Die won tien gevechten achter elkaar
tot Fitzsimmons hem KO sloeg.
Heeft Mr Fitzsimmons
een boek geschreven?
Hier heb ik een heel geleerd boek,
van Mr Tunney.
Dat nemen we.
-Dat is dan één dollar.
Goedemiddag.
Goedemiddag, eerwaarde.
-Goedemiddag, zuster.
DE KUNST VAN HET BOKSEN
Zo hebben we meer ruimte.
Zo is het goed.
Goed dat je op zaterdag
gekomen bent.
Ik heb dit gelezen.
Net wat we nodig hebben.
Uw huiswerk?
De vier belangrijkste stoten,
staat er hier...
Ik zal het je laten zien.
Een linkse directe.
Rechtse kruisstoot. Linkse hoek.
En rechtse uppercut.
Zie je? Laat me eens zien
hoe je staat.
Zo?
En hoe vecht je?
Nee, dat lijkt er niet op. We moeten
van voor af aan beginnen.
Zet deze voet wat naar achteren.
Zie je hoe ik sta?
Zo, ja. Buig je knieën een beetje.
Je teen moet daar staan. Zo, ja.
En je handen wat omhoog.
Dat ziet er goed uit.
Hoofd wat omlaag.
Heel goed.
Zo moet dat.
Eens zien. Wat doen we dan?
We bewegen om elkaar heen.
Zo, ja.
Blijf stoten met links. Goed zo.
Heel goed.
Je moet je kin omlaag houden.
Je schouder omhoog.
Ik kan het niet zo goed met die kraag.
Zo bescherm je je kin.
Je moet heen en weer bewegen.
Zo, ja.
En op en neer. Een bewegend doel
is moeilijker te raken.
Als ik je op die *** probeer te slaan,
beweeg je de andere kant op.
Sorry. Snap je wat ik bedoel?
Heen en weer bewegen.
Zo, ja. En omhoog.
Goed zo. Nu sneller.
Dat is beter dan de andere *** toe
keren. Het is leuker als ze misslaan.
Het is beter voor je gezicht.
Zo is het, zuster.
Waar waren we? Eens kijken.
Hoewel dit de belangrijkste stoot is,
de linkse directe...
is dit de zogenaamde doodsklap.
We proberen 't met twee handen.
Eén. Eddie, hou je mond dicht.
Dat is heel belangrijk.
Daar schrijft hij twee bladzijden over.
Als je hem niet dichthoudt,
zul je het bezuren. Dicht dus.
Nu je dat hebt gedaan...
Als ik je daar probeer te slaan,
blokkeer je met je hand.
Goed zo. Daar blokkeer je hem.
Nog een keer. Goed zo.
Voorzichtig. Pas op voor die doodsklap.
Er is veel te leren. Links, rechts,
op en neer, heen en weer.
Nu proberen we ze allemaal.
Blijf bewegen. Daar gaan we.
Kijk in m'n ogen.
Probeer de klappen te anticiperen.
Opgepast. Dat was heel goed.
Uitstekend. Je leert snel.
Goed zo.
We doen het nog een keer. Vooruit.
Vooruit.
Je bent ook zo onhandig. Je moet
op je tenen lopen, snel bewegen.
Ik had je over voetenwerk
moeten vertellen.
Er staat dat het voetenwerk een
hele kunst is. Het is heel belangrijk.
Het is leuk om te leren.
Soms is het heel ingewikkeld.
Misschien is dat een beetje te veel
voor de eerste les.
Zo hebben we wel genoeg
te onthouden.
Kom.
Probeer jij mij nu eens te slaan.
Goed zo. Kom maar op.
Goed zo.
Je kunt me niet raken, hè?
Toe maar.
-Ik wil u niet slaan.
Het geeft niet. Toe maar.
Ik ben er al niet meer. Kom.
Zie je wel? Je moet gewoon...
Sorry, zuster.
-Het geeft niet.
Dat is genoeg voor de eerste les.
-U vergat uw voetenwerk.
U vergat toch iets?
lets? Ik was alles vergeten.
Ik vergat op en neer
en heen en weer te bewegen.
Ik had m'n mond open.
Ik rende tegen de doodsklap aan.
Goedenavond.
Patsy zit binnen.
Hallo, eerwaarde.
-Eddie.
Hou eens op en ga naar bed.
-Ga zo door.
Ik weet niet wat er met hem is.
Misschien te lang in de zon geweest.
Toch niet onder schooltijd?
Wat ben je nog laat wakker.
Zijn er problemen?
Misschien moet ik maar van school
en een baantje zoeken.
Wat kun je zoal?
Je moet eerst iets kunnen
om wat te worden.
Laat je niet kisten. Ik heb je punten
gezien. Je gaat vooruit.
Dat zegt u maar om aardig te doen.
Steeds als ik één ding weet,
vragen ze weer wat anders.
Ik weet gewoon niks.
Ik kan het niet.
-Je bent heus niet dom.
Goed, laten we zeggen
dat ik niet al te slim ben.
Wat is er?
Waarom ben je nog zo laat op?
Ik moet een opstel schrijven.
"De vijf zintuigen". lnteressant.
Wat ben je te weten gekomen?
-Niks. Ziet u wel?
Wat zijn de vijf zintuigen?
Zien, horen, proeven, ruiken...
en voelen.
Voor wie is dat opstel?
Zuster Benedicta.
-Dan moeten we ons best doen.
Kijken of we een negen kunnen halen.
Je moet niet dezelfde afgezaagde
antwoorden geven als de rest.
We moeten 't anders doen.
We schrijven een opstel
over een ander soort zintuig.
De mens heeft bepaalde vermogens
die we de vijf zintuigen noemen.
Maar hij heeft ook verstandelijk
vermogen, ofwel gezond verstand.
Ben je blij dat je op St Mary's zit?
Je bent blij dat je leeft.
Dankbaar zijn
dat de mensen aardig zijn.
Dat je de wonderen der natuur
kunt zien.
Bloemen die in de lente ontluiken en
bladeren die verkleuren in de herfst.
Dat je van mooie muziek
kunt genieten.
Dat het fijn is
om iets te proeven of te voelen.
Maar alleen de dingen
die goed voor je zijn.
Dat je weet waartoe je hier bent.
Zo kan ik uren doorgaan.
-Waarom doet u dat niet?
Waarom ook niet?
Ik laat je broeden op die gedachten.
Wat denk je ervan?
Als je je vijf zintuigen niet waardeert,
is je leven geen vijf cent waard.
Heel goed.
Ik hoop dat het morgen goed gaat.
Bedankt, eerwaarde.
Ik voel me stukken beter.
Ik voel me ook opperbest.
Kinderen toch.
Ik kan jullie ook geen minuut
alleen laten.
"Kinderen, het is vakantie."
Wie heeft dit gedaan?
Nogmaals, wie heeft dit gedaan?
Kinderen, op jullie gevoel van eer.
Wie heeft dit gedaan?
Het is je plicht om het me te vertellen.
Wat een eer dat u langskomt.
Ga zitten, kinderen.
Wilt u mijn stoel?
We hebben het hier
later nog wel over.
Lees je opstel voor,
zodat pastor O'Malley 't kan horen.
Luther.
-Wat heeft die hier te zoeken?
Dat weten we niet.
"De vijf zintuigen." Ik zie graag
een goede film met Roy Rogers.
Ik proef graag ijs,
vooral met aardbeiensmaak.
Ik luister graag naar Lone Ranger.
Hai-ho, Silver.
Ik hou van de geur van hotdogs.
Ik voel me graag goed.
Niet lachen. Luther bedoelt
dat hij een brave jongen wil zijn.
Je wilt je goed voelen van binnen.
Nee, ik bedoel hoe ik me voel
als de bel gaat om drie uur.
Of nog beter, als het paasvakantie is.
Het is eerlijk en vindingrijk.
Ga maar zitten.
En nu Patricia.
"De zes zintuigen."
-Het ging over de vijf zintuigen.
Mijn onderwerp is de zes zintuigen.
Lees maar voor.
De zes zintuigen: zien, horen,
proeven, ruiken, voelen.... zijn.
Het laatste is 't belangrijkst.
Het zesde zintuig helpt je
de andere vijf te waarderen.
Zijn. Daar gaat het om.
Het is aan ons
om er wat van te maken.
We zien anderen, horen anderen en
kennen anderen met onze zintuigen.
Maar hoe kennen we onszelf?
Door ons gezonde verstand.
Dat is een intern zintuig...
waarmee we de boodschappen
van onze zintuigen begrijpen...
of ze herleiden tot een algemeen
geaccepteerd beeld.
Een belangrijk woord: zijn.
Er komen andere woorden uit voort:
Ik ben, jij bent, hij is, wij zijn, zij zijn.
Dat is dan iedereen.
Zoals Shakespeare zei:
"wees jezelve trouw
"en daaruit volgt,
als op de dag de nacht
"dat jegens niemand
je ooit vals kunt zijn"
En hij had gelijk, zuster.
Hij had het over het zesde zintuig.
Om 't in mijn woorden te zeggen: "Te
zijn of niet te zijn, dat is de vraag."
Heel goed, Patricia. Heel goed.
Nog één ding, zuster.
Gered door de bel.
In de naam van de Vader, de Zoon
en de Heilige Geest. Amen.
Jullie mogen gaan, kinderen.
Ik heb echt iets geleerd.
Ze gaat echt vooruit.
-Inderdaad.
Wat krijgt ze, een zeven?
-Ik denk een negen.
Goed zo. Heel mooi.
-Misschien wel een tien. Wat vindt u?
Is dat niet wat overdreven?
-Het was nagenoeg perfect.
Een meisje als Patsy moet je
aanmoedigen. Ze is schrander.
Opmerkelijk. Ze heeft de mentaliteit
van een man van uw leeftijd.
Er is nog een zintuig.
Verstand genoeg
om te maken dat je wegkomt.
Hé.
-Goedemorgen, zuster.
Bobby wil met je spelen.
Vechten.
Sorry dat ik dat moest doen.
Laten we elkaar een hand geven
en vrienden zijn.
Ik trakteer op een ijsje.
-Twee bolletjes?
Waar heb je zo leren vechten?
-Dat is een geheim.
Zuster, u heeft de opwinding gemist.
O ja?
-Nou en of.
Inderdaad.
Ze waren flink aan het vechten.
Eddie... Dat is toch Eddie, hè?
-Ja, dat is Eddie.
De jongen die laatst
ook aan het vechten was.
Het was of het een ander mens was.
Onvoorstelbaar.
Hij is stukken vooruitgegaan.
Ik vraag me af...
Is het belangrijk, eerwaarde?
Bewijs je er iets mee
als je je medemens verslaat?
Is het ergens niet belangrijker
hoe we van binnen zijn?
Ik bedoel... Ik bedoel te zijn.
U heeft gelijk.
Hoe zou het komen
dat hij ineens zo veranderd is?
We doen ons best om ze
als echte mannetjes op te voeden...
met onze beperkte wereldkennis.
Ja, zuster?
-U stoort ons.
Wie stoor ik?
-We repeteren voor een toneelstuk.
De eerste klas. Ze zijn snel afgeleid.
Bedoelt u dat we
te veel lawaai maken?
Als u het zo wilt stellen, ja.
U wilde een stuk opvoeren
en hebben een verrassing.
Een kerstspel kan niet
zonder Adeste Fideles.
Jawel.
-Is er in uw stuk geen plaats voor...
Niet in ons stuk.
-Dat stuk wil ik dan wel eens zien.
Wilt u een repetitie bijwonen?
-Ja. Blijven jullie maar oefenen.
Wat voor muziek gebruikt u?
-Kom kijken, dan ziet u het zelf.
Daar is hij.
-Ik ken Bobby. M'n oude makker.
Zit jij in het stuk?
-Ik heb het verzonnen.
Je hebt vast een goede rol.
-Ja, heel mooi.
Kunnen we het stuk nu zien?
-Het is nog niet zo goed.
We zijn nog aan het oefenen.
Met kerst is het vast beter.
De fouten zien we over 't hoofd.
-Waar gaat 't over?
Dat vertel ik als het begint.
-Begin dan maar. Ben je klaar?
De kinderen hebben het zelf gedaan.
De dialoog is telkens anders.
Elke tekst is weer een verrassing.
Wie weet hoe het met kerst zal zijn.
Dan zijn ze alles vast vergeten.
Dit is Maria en ik ben Jozef.
We gaan naar Bethlehem.
Hopelijk kunnen we
ergens overnachten.
Meer hoeft u niet te weten.
Klop, klop.
-Hallo.
Dit is Maria en ik ben Jozef. We
zoeken een plek om te overnachten.
Heb je geld?
-Nee.
Dan kun je hier niet overnachten.
-Wat jammer voor ons.
We kunnen hier niet overnachten
omdat we geen geld hebben.
Het maakt me niet uit,
zolang ik maar bij jou ben.
We moeten een huis zoeken, want
straks gaat het regenen of sneeuwen.
Het is tenslotte winter.
Zullen we hiernaast proberen?
-Goed idee.
Klop, klop.
Niet hier, als je geen geld hebt.
-Ik heb nog niks gevraagd. Opnieuw.
Klop, klop.
-Hallo.
Dit is Maria en ik ben Jozef.
Kunnen we...
Kunnen we hier
alsjeblieft overnachten?
Heb je geld?
-Nee, maar Maria is moe.
Denkt u er even over na?
-Oké.
Wat zei hij, Jozef?
Hij zou erover denken.
-Wanneer weet hij het?
Geen idee.
-Hé, Jozef.
Ik heb nagedacht.
Je kunt in de stal slapen.
God zij geloofd. *** je dat?
-Ja, Jozef.
De volgende scène is de geboorte
van kindje Jezus.
Nee, Jimmy. Ga terug.
Je zit in het stuk. Je hoort hier niet.
Dat is haar kleine broertje.
We zitten hier in de stal.
We zijn heel gelukkig in Betlehem.
En daar is onze ster.
Hier is onze engel.
Daar zijn de herders.
Dat zijn de drie koningen.
Die, die en die.
De buren komen cadeaus brengen.
Omdat hij pas geboren is.
Dank u wel.
Ik en Maria zijn heel blij.
Zing je nu Stille nacht?
Nee, we hebben een ander lied.
-Hoe gaat het dan?
Nou, eerwaarde?
-Prachtig in al z'n eenvoud.
Ik zou er niks aan veranderen.
-Dat doen zij wel.
U hebt mijn talent niet nodig
met de kerst.
Misschien kan ik eieren verstoppen
met Pasen?
Kijk, zuster. Daar is pastor O'Malley.
Hopelijk is hij in een goede bui.
Zou kunnen. Het is tenslotte lente.
Het schiet maar niet op, eerwaarde.
-Het is een lastige beslissing.
Oordelen dat St Mary's
ophoudt te bestaan.
Het stelt niet veel voor.
Voor de zusters wel.
Voor u is het een stukje grond,
voor hen is het alles.
Het gaat niet zozeer om de grond,
maar om hun toekomst.
U begint sentimenteel te worden.
-Ik weet nu hoe ze zich voelen.
En als het wordt afgekeurd?
-Ze wachten op een wonder.
Wat voor wonder zou hen
uit de brand helpen?
Dat zou u nog verbazen.
Delphine.
Dat doe je niet goed.
-Doet u het eens voor.
Je houdt het niet goed vast.
Zo moet dat. En recht.
Je hakt. Niet zo.
Handen bij elkaar en instappen.
Zie je?
-Vooruit, zuster.
Liever niet. Doen jullie het maar.
Die kinderen. Ze zijn weer bezig.
Ze komen hun excuses aanbieden.
Vraag of ze willen verkopen.
Dus u vindt het goed?
-Zeker. Ik zal het voordragen.
U moet de bisschop spreken.
Die heeft 't laatste woord.
Is dat een man
met wie je zaken kan doen?
U moet even bij me langskomen,
dan geef ik u een aanbevelingsbrief.
Maar pas als u
de zusters gesproken heeft.
Daar komen ze. Succes.
Ik krijg de zaak nooit rond.
Is hij boos?
-Hij is vrij vergevensgezind.
Bedoelt u gevensgezind?
Is nu het moment om het te vragen?
-Het is nu of nooit.
Het spijt ons zo.
-Het geeft niets, zuster.
We zullen het vergoeden.
-Geen denken aan.
Het is lastig om aan glas te komen,
maar het lukt wel.
Het is een prachtig gebouw.
-Dank u.
Ik snap hoe u zich voelt
als ik die school zie.
Ik heb één probleem
voor m'n droom compleet is.
Een parkeerprobleem.
De Bogardus Corporatie heeft
honderden werknemers, met auto's.
Parkeren wordt met de dag moeilijker.
Hier komt m'n bureau te staan.
Dit zijn de blauwdrukken.
Het zou jaren kosten voor wij
het geld hadden om zoiets te bouwen.
Dat lukt u nooit. Het is mij vies
tegengevallen wat het heeft gekost.
Wilt u de rest van het gebouw
misschien zien?
Nou, graag.
Loopt u maar even mee.
Zullen we het nu vragen?
Heeft u ooit zoiets gezien?
-Reusachtig.
1400 vierkante meter
zonder één pilaar.
Het balkon biedt plaats
aan 400 man.
We kunnen er een bal organiseren,
congressen, van alles.
Het is werkelijk ideaal. Perfect.
U heeft de Heer als architect gehad.
-Was 't maar zo.
Ik had Butler & Dean. Ze hebben me
uitgekleed. Het viel 30 % duurder uit.
Maar u zult wel tevreden zijn.
Nog één ding en ik zou helemaal
tevreden zijn, zoals u weet.
Ik geloof dat we
aan hetzelfde denken.
Het gaat niet om wat je krijgt
in het leven, maar om wat je geeft.
En dit is een monument voor u.
Ik zie de hoeksteen al, met opschrift:
"Geschonken aan St Mary's...
"door de vrijgevige, welwillende
Horace P Bogardus."
U bent 'n gelukkig man, Mr Bogardus.
-O ja?
U weet dat het zaliger is
om te geven dan te ontvangen.
Dit staat er nog
als u tot stof bent weergekeerd.
Dat is pas echt geluk.
Kunt u het zich voorstellen?
Zeg dat nog eens?
Wat me voorstellen?
Als ik tot stof ben weergekeerd?
U hoeft nu niet te beslissen.
Slaap er 'n nachtje over.
Ik kan nu niet slapen.
Verbaas u niet. Soms weten we niet
waarom we bepaalde dingen doen.
U wist niet waarom u
dit gebouw ging bouwen.
Ik dacht dat ik het wel wist.
Het was een antwoord
op onze gebeden.
We hebben voor zoiets gebeden
en we bidden nog steeds.
Bedoelt u...
-We laten u nu met rust.
Met deze overweging:
"Geschonken aan St Mary's...
"door de vrijgevige, welwillende
Horace P Bogardus."
Vrijgevig?
Welwillend?
En stof.
Zo'n aardige man
geeft ons vast zijn gebouw.
We moeten blijven bidden tot...
Gods wil geschiede.
-Misschien is dat ook onze wil.
En als Hij ons gebed niet verhoort?
-Ongelovige.
We weten dat het gebed meer tot
stand brengt dan menigeen denkt.
Laat uw stem wellen gelijk een bron.
Vanwaar die drukte?
Heeft Notre Dame gewonnen?
Nee. Ik heb het hem gevraagd.
-En?
Hij zei geen nee.
Zijn jullie daar eindelijk.
Ik wacht al vanaf zes uur.
Word toch niet zo snel boos.
Je werkt te hard.
Je zou in bed moeten liggen.
Dit gebouw had al drie maanden
af moeten zijn. Ik verlies erop.
Dan moet je bij je bank zijn.
Ik ben je arts.
Zo kan het niet langer.
Het kostte drie weken
om dat glas te krijgen.
Alsjeblieft, broeder. Hier tekenen.
Wat is dit?
-Wat is wat? Tekenen.
Ik wil weten wat ik teken.
-Na zessen krijgen we de helft meer.
Je had hier voor zessen moeten zijn.
Ik was er ook.
We kunnen dat glas weer meenemen
en dan duurt het zes weken.
Tekenen.
Zie je waar ik tegen op moet boksen?
Kalm aan.
Je moet je niet zo opwinden.
Ik weet het.
-Daar sta je boven.
Zorg dat je 'n goede nachtrust krijgt.
Daar kan niets tegenop.
Slaap. Rust.
Ontspanning. Een man als jij
hoeft zich geen zorgen te maken.
Zeg tegen jezelf...
-Als ik het zeg, voel ik het nog niet.
Wat is er aan de hand?
Je weet niet wat ze me aandoen.
Dat is mooi afgelopen.
Wat is er met je?
Eerst geen geduld
en nu ook geen raam meer.
En nu moet ik slapen.
Ik hoorde een klap.
Er zijn toch geen gewonden?
Pastor O'Malley,
dokter McKay, mijn arts.
Hoe maakt u het?
-Aangenaam.
Wat jammer.
Is het moeilijk om aan glas te komen?
Moeilijk? Dat zou ik denken.
Kunnen ze daar niet mee ophouden?
-Ik vind het mooi.
Hij is op van de zenuwen.
-Je merkt het amper.
Is dat niet O Sanctissima?
-Inderdaad, dokter.
Prachtig. Ik heb het vaak gehoord.
Hoe gaat de tekst ook weer?
Kent u het ook?
Ik wil naar huis.
-Heel verstandig.
Hij heeft een lange dag gehad.
Komt u binnen.
-Dag, Mrs Gallagher.
Hoe gaat het?
-Prima.
Wat is er zo belangrijk dat u het niet
over de telefoon kan vertellen?
Ik weet niet hoe ik het...
-Gaat het om Patsy?
Wat is er? Wat heeft ze gedaan?
-Het is geen slecht nieuws.
Hopelijk is het zelfs goed nieuws.
Wat fijn dat ze zo goed meekan.
Als er iets zou gebeuren...
-Er is niks gebeurd.
Het had toch met Patsy te maken?
-Klopt. Ik heb haar vader gevonden.
Joe?
-Ik denk van wel.
Ik heb hem verteld wat u mij vertelde.
Ik heb u omschreven...
Hoe heeft u hem gevonden?
-Eens pianist blijft pianist.
Ik vond hem dankzij de bond.
Ik heb 't met de topman opgenomen.
Ik weet niet wat ik zeggen moet.
-Ik ook niet.
Is hij in de stad?
Hij staat op de gang.
Moet ik hem roepen?
-Dat is niet...
Wacht heel even.
Ik... Begrijpt u?
Ze komt zo. Ze moest even d'r haar
kammen en haar neus poederen.
Dat snapt u toch wel?
Het is een mijlpaal voor me.
Na dertien jaar.
Ik was toen een stuk jonger.
Hij is er ook niet jeugdiger
op geworden.
Zullen we?
Gaat u nog niet.
-Blijf nog even.
Ga zitten, Joe.
U ook, eerwaarde.
Je bent geen spat veranderd.
Jij ook niet, Joe.
Wil je iets voor me doen?
-Wat?
Pianospelen.
Dat de pastor 't hoort. Ik heb 'm
over je verteld. Stel me niet teleur.
Moet u eens luisteren hoe goed hij is.
Hoe heette dat nummer ook weer
dat we zo mooi vonden?
Bedoel je
By The Sea?
Het had wel wat van
The Rosary.
Maar dat was niet de melodie.
Weet je het niet meer?
We zeiden altijd dat dat nummer ons
er hoe dan ook doorheen zou helpen.
En toen legden we die rozenknop
in dat boek.
Wat is er gebeurd?
Waar is dat boek?
Wat is er... Kent u het?
-Tuurlijk.
Dat is een oud lied. Het heet
In The Land Of Beginning Again.
Waarom zei u dat niet?
-U vroeg me niks.
Kom en zing mee.
-Daar krijgt u spijt van.
De meisjes zijn
helemaal opgewonden.
Doet me aan mijn examen denken.
Het is een belangrijk moment.
Het is de eerste keer
dat ze hoge hakken dragen.
Kijk, zuster.
-Wat leuk, Patsy.
Haal je mouw op.
Hij is wat lang.
Dat hoort zo.
-Alleen aan één kant.
Straks struikel je erover.
-Patsy krijgt te veel aandacht.
Dat is niet waar.
-Ze is het lieverdje van de zuster.
Jaloers.
-U heeft 'r de mooiste jurk gegeven.
Die zou mij beter staan.
-Zo is het genoeg.
Doe allemaal je jurk uit.
-Ik heb een leuk idee.
Stelt u zich voor dat ik zak.
Dat zou vreselijk zijn.
Dat zou u ons toch niet aandoen?
Het zou fijn zijn
om het eindexamen over te slaan.
Zo makkelijk kom je niet van me af.
Trek die jurken uit.
Zuster, mag ik deze jurk
aan m'n moeder laten zien?
Dat zal haar vast gelukkig maken.
-Dat weet ik wel zeker.
Ik haal kaartjes voor Syracuse.
-Tot ziens, Joe.
Wacht even.
Wil je kauwgom?
Daar heb ik ja en nee op geantwoord.
Sorry, Patsy. De tijd is om.
Mag ik binnenkomen?
Blijf zitten. Ik ben de pastor maar.
Zit u na te kijken?
Het is een heerlijk stel kinderen.
U mag wel trots op ze zijn.
-Dat zijn we.
Ik kwam een paar meisjes tegen.
Ze zijn benieuwd naar hun punten.
Ik moest zonder dat u 't merkte kijken
hoe ze 't ervan af hebben gebracht.
U heeft ze in uw goedheid
vast allemaal laten slagen.
Op eentje na, eerwaarde.
Dit is maar één vak.
De andere zijn nog slechter.
Gemiddeld minder dan 60.
Ze heeft de juiste datum
en haar naam goed gespeld.
Kunt u niet wat bijtellen
en haar toch laten slagen?
Is dat de goede naam van de school
niet te na?
En Patsy dan? St Mary's heeft
haar niet bepaald kunnen helpen.
Moeten we zo'n kind niet helpen?
Ze heeft net wat zelfvertrouwen. Over
deze klap komt ze nooit meer heen.
Vindt u dat we iedereen maar
moeten laten slagen?
Misschien wel.
Dat meent u niet.
-Het is makkelijker voor sommigen.
Die hoeven niet te leren.
Degenen die de beste punten halen,
bereiken na school soms niks meer.
Ik heb eens iemand gekend...
Elmer Hathaway heette hij.
We doorliepen dezelfde school.
Of ik doorliep hem
en hij bleef maar zitten.
Hij zat drie jaar in de tweede.
Wat een type. Het verbaasde
de onderwijzer dat hij de school vond.
Soms vond hij hem ook niet.
De kinderen lachten hem vaak uit.
Hij was een dromer.
Soms vergat hij wat voor dag het was
en kwam hij op zaterdag naar school.
Ze vroegen hem eens wie Plato was
en hij zei: "Plato wie?"
Maar hij was heel handig.
Hij bouwde zelf een zeilboot.
Op een keer bleef hij
twee of drie dagen weg.
Toen we later vroegen waar hij was
geweest, zei hij: "Gewoon, zeilen."
Hij was meer dan een kop groter
dan de rest van de klas.
Ze hadden medelijden met hem
en lieten hem slagen.
Ze hadden vast z'n tafeltje nodig.
Hij had niks door en kreeg ineens
meer zelfvertrouwen.
U kent de Hathaway Werven wel?
Dat is Elmer. Hij zorgt nog altijd
voor z'n minder fortuinlijke makkers.
Degenen die vroeger
99 of 1 00 procent haalden.
Als ze blut zijn of zonder werk zitten,
kunnen ze altijd bij Hathaway terecht.
Hij is een goed man.
Hoeveel moet je halen
om een voldoende te krijgen?
75. Dat weet u wel.
-Jawel, maar wie bepaalt dat?
Onze school drijft erop.
Zonder een systeem...
Ja?
-Maar...
Dat meent u toch niet?
-Jawel.
Moeten we kinderen helpen
of hun hersens meten?
Waarom krijgen ze bij 75
pas een voldoende?
Zou u er een geven bij 65?
-Waarom niet?
Waarom zou je dan nog
punten geven?
Waarom sluiten we de school niet?
-Dat is beter dan hun hart breken.
Dat is niet eerlijk.
Ik vind het erg voor Patsy. U doet of
het me koud laat, maar dat is niet zo.
Ik heb alles met haar geprobeerd,
maar ik moet de standaard ophouden.
Als u zegt dat ik haar moet
laten slagen, dan doe ik dat.
Maar het punt blijft hetzelfde.
Kom binnen, Patsy.
Ik ben gezakt, hè zuster?
-Inderdaad, Patsy.
Dat dacht ik al.
-Het spijt me.
U kunt er ook niets aan doen.
Ik zat te denken...
Ik heb deze niet meer nodig
en Delphine vond hem zo mooi.
Ik zat te denken dat...
Ik zat te denken dat ik het
volgend jaar vast beter zal doen.
We hebben meningsverschillen
gehad, maar dat is niet belangrijk.
Dit is ernst.
Ik ga u niet zeggen wat u doen moet.
Het is aan u, maar...
Maar ze is gezakt.
Hoera. Luther scoort.
Geef hem een applaus.
Hier, op je tenen.
Goede bal.
Ik ben zo terug.
Ik ga met de zuster mee.
Wat is er?
-Zuster Benedicta is flauwgevallen.
Heeft u de dokter gewaarschuwd?
-Dat wil ze niet.
Kom binnen.
De dokter komt er aan.
Wie heeft de dokter gewaarschuwd?
-Zij.
Hij is een verrader.
Hoe voelt u zich?
-Gaat best.
Gaat u even zitten. Ik wil met u
praten. Mogen we even?
Wat heb ik nu weer gedaan?
-U heeft geschreven.
Naar de generale overste,
zonder mij erin te kennen.
Ik heb deze brief van haar gehad.
Ik heb haar alleen mijn mening
overgebracht.
Dat heeft dit toch niet veroorzaakt?
Ik ben gewoon moe.
Maar u denkt er wel over om
St Mary's te laten afbreken...
en de kinderen
naar St Victor's te sturen.
Ik heb er lang en breed
over nagedacht.
We moeten de feiten
onder ogen zien.
Ik weet wat u bedoelt, eerwaarde.
We hebben geprobeerd
om de feiten te negeren.
Maar St Mary's moet blijven bestaan.
Natuurlijk, zuster.
Doet u nu maar kalm aan.
De dokter...
-Kom binnen.
Hallo.
-Dit is dokter McKay.
Hoe maakt u het?
-Hij is de arts van Mr Bogardus.
Is het heus?
Bent u z'n lijfarts?
Ik heb ook andere patiënten, wel een
stuk of 1 00, en Horace P Bogardus.
De laatste tijd belt hij me
te pas en te onpas.
We bidden altijd voor hem.
-Wat aardig. Waar bidt u om?
Ze bidden dat Mr Bogardus
ze zijn gebouw zal geven.
Geven? Bogardus?
Pardon.
-Ik zie de humor ervan in.
Misschien werken uw gebeden.
Hij slaapt slecht.
Ik geef hem tabletten.
Gebeden zijn prachtig...
maar als Bogardus
u dat gebouw geeft, dan...
Niet te spectaculair, dokter.
Ik kan hier niet veel doen. Komt u
naar de praktijk voor een onderzoek.
Ik heb niks. Ik ben gewoon moe.
-Ik weet het.
Maar dat maak ik wel uit.
Ik wil weten waar het door komt.
Ze zal er zijn, dokter.
Blijf bidden, maar niet vanavond.
U heeft rust nodig.
Bogardus ook.
-Dat klopt.
U heeft gehoord wat hij zei.
Doe het kalm aan.
Zorgt u dat ze morgen
naar de praktijk komt?
Ze heeft een eigen wil,
maar ik zorg dat ze komt.
Is het ernstig?
-Ze heeft verhoging.
Heeft ze wel vaker van die flauwtes?
-Naar het schijnt.
Het is een opmerkelijke vrouw.
-Nou en of.
Dat zag ik zodra ik binnenkwam.
Gelooft ze echt dat Bogardus
dat gebouw geeft?
Ik heb zoiets nog nooit meegemaakt.
Niet sinds de tijd dat ik met Kerstmis
kreeg wat ik had gevraagd.
Het is min of meer hetzelfde.
-We worden allemaal praktischer.
Ze is niet echt praktisch, toch?
-Ze denkt van wel.
Wat doet ze als ze het niet krijgt?
-Nu maakt u zich ook zorgen.
Ik wil niet dat ze teleurgesteld wordt.
Even iets heel anders.
Bogardus heeft het toch aan z'n hart?
Ja.
-Schrijft u hem pillen voor?
Weet u een beter recept?
Ik heb eens iemand gekend...
Die had het zwaar aan z'n hart.
Ze gaven hem nog een halfjaar.
Hij deed zoveel goed in dat halfjaar,
dat hij maar liefst 90 werd.
Werkelijk? Dus goed doen voor
anderen is goed voor het hart?
U wijdt uw hele leven aan anderen.
-Ja.
Hoe is het met uw hart?
-Prima.
Heeft u een bijbaantje als arts?
-We hebben veel gemeen.
We zien graag een goed hart.
-Moet ik wat anders voorschrijven?
U bent de dokter.
-Dat weet ik nog zo net niet.
Pastor O'Malley.
-Ik had u niet gezien.
U keek recht langs me heen.
-Ik was diep in gedachten.
U bent zichzelf niet vandaag.
-Inderdaad.
Ik kom net bij de dokter vandaan.
Als ik m'n leven kon overdoen,
dan zou ik alles anders doen.
O ja?
-Helemaal anders.
Weet u, de wereld is mooi,
maar je moet het wel willen zien.
Waar of niet?
-Natuurlijk.
Het leven kan heel mooi zijn.
-Dat is waar.
U zet u al uw hele leven
voor anderen in.
Ach...
-Jawel.
Hoe is het met uw hart?
-Geweldig.
Dat bedoel ik maar.
Zou ik de kerk in mogen?
Natuurlijk.
Misschien heeft u hier wat aan.
Het heeft mij veel geholpen.
Ik ben maar eenmaal op aard.
Als ik goed kan doen, laat ik het
nu dan doen en het niet uitstellen...
want ik kom hier geen tweede maal.
Dank u, eerwaarde.
God zegene u.
Wacht even.
Brave hond.
Wacht.
Mag ik?
De wereld is mooi.
-U was er bijna uitgestapt.
Inderdaad. Nu ga ik naar de kerk.
O, Mr Bogardus.
-Het spijt me.
Ik wist niet dat hij me gevolgd was.
Wat een schattig beestje, hè?
Het is niet erg.
U mag hem best meebrengen.
Dat geeft niets.
De dieren houden van u.
-Ja, maar de mensen niet.
Dat zal toch niet? Als ze u beter leren
kennen, mogen ze u vast wel.
Nee, dan mogen ze me juist niet.
Ziet u...
-Ja, Mr Bogardus?
Ik heb zelf nooit kinderen gehad. lk
hou eigenlijk niet eens van kinderen.
En ze mogen mij ook niet.
Waarom mogen de mensen u niet?
Ik ben heel lang egoïïstisch geweest.
De laatste tijd denk ik er veel over na.
Bent u tot een conclusie gekomen?
Dit zal u misschien verbazen.
Ik wil graag dat de mensen
me mogen, dus ik zat te denken...
Wilt u misschien
mijn gebouw hebben?
Wat is er?
Het komt als een schok.
-Zeg dat wel.
U mag het zo hebben.
De notaris zal de overdracht regelen.
Dank u wel.
St Mary's zal het nooit vergeten.
De kinderen zullen dol op u zijn.
Ik laat de benodigde papieren
meteen opmaken.
Kom op, jongen. Kom.
Achteruit.
Wat was je van plan?
Mr Bogardus, alles goed?
-Prima.
En de benen?
-Ook.
Mooi. Hoe heet het?
Het betekent... "Het is lente."
Zingt u eens wat anders.
-Wat kennen we?
Kent u
Birmingham Bertha?
Wat dacht u van het schoollied?
De zuster heeft een nieuwe versie
met speciale effecten.
Zing maar.
-Zingt u de melodie?
U heeft me overgehaald.
Op die kans heb ik jaren gewacht.
Die laat ik niet schieten.
Eerwaarde, de dokter is er.
-Mooi.
Hoe maakt u het?
Zuster Benedicta is geweest.
-Ze is in haar nopjes. Dolblij.
Is het geloof niet prachtig?
ledereen is zo blij.
En nu kom ik met slecht nieuws.
Kan ze tijdelijk worden overgeplaatst?
Hoezo? Waarnaartoe?
-Arizona bijvoorbeeld.
Ziet u die plek?
-Wat is het?
Dat is haar rechterlong. En hier...
Ik heb die dingen nooit begrepen.
Wat is het, dokter? TB?
In een heel vroeg stadium.
Het valt mee.
Gelukkig zijn we er vroeg bij.
Daarom moet ze
naar een droger klimaat.
Een verzorgingstehuis of rusthuis.
Ergens waar ze licht werk heeft.
Geen school.
Als het echt moet,
dan kan het natuurlijk.
En niet bij de kinderen?
-Pas als ze weer beter is.
Weet ze het zelf?
-Ik vind dat ze het niet moet weten.
Ze is zo vitaal en optimistisch.
Dat is haar beste medicijn.
Als daar een domper op wordt gezet,
herstelt ze minder snel.
Ze moet het toch weten. Anders
kunnen we haar niet wegsturen.
Gaan jullie niet altijd zonder
in twijfel te trekken waarom?
We behoren ertegen
bestand te zijn.
Dat is ze vast.
U begrijpt het niet echt.
De zuster en ik houden er andere
ideeën op na over het onderwijs.
Het kwam zelfs
tot een echt meningsverschil.
Als we haar zonder enige uitleg
wegsturen, dan denkt ze vast...
We hadden 't over haar gezondheid.
Wat 't beste is voor haar.
Maar nu gaat 't over uw gevoelens.
Als u het zo stelt...
-Ik wil alleen dat ze beter wordt.
Ik kan er wel voor zorgen
dat ze wordt overgeplaatst.
Maar zonder te zeggen waarom...
Haar zonder enige uitleg wegsturen.
Maar als u het zo stelt. Wat ze
van me denkt, of haar gezondheid.
Hierheen, mannen. Daar.
Zorg dat het recht staat. Daar.
Zo ja. Bedankt.
Daar zo.
Daar.
Laat ruimte over voor hun knieën.
Je weet nog wel hoe het moet.
Goedemorgen.
Pas op. U staat in de weg.
-Laat me even helpen.
Zet hem daar maar neer.
Daar staat hij voorlopig goed.
Ik ben blij dat u er bent.
-Ik wou even praten.
Als u het bureau brengt,
zet u het daar dan neer?
Laten we even
een stillere plek opzoeken.
We kunnen de oude school afbreken
om als speelplaats te gebruiken.
Ik ben moe. Ik ga even zitten.
U werkt te hard.
U moet geen zware dingen tillen.
Even over de diploma-uitreiking.
Heeft u het Mr Bogardus gevraagd?
Ja, en de dokter.
-Dat is een aardige man.
Hij belde dat ik me nergens
zorgen om hoefde te maken.
Hij zei dat ik niks had.
Ik was perfect in orde.
Dat is goed nieuws.
-Ja, hè?
Zal ik Bogardus
in het openbaar bedanken?
Om onze oprechte dank
tot uitdrukking te brengen.
Geen al te lange speech.
-Ik ben de bondigheid zelve.
Anders zitten de kinderen
op hete kolen.
Als u ze maar op het hart drukt
dat ze door moeten gaan met leren...
en immer de idealen van St Mary's
indachtig moeten blijven.
Dat is het wel zo'n beetje.
Als u denkt dat ik het te langdradig
maak, schrijft u de speech dan.
Dat heb ik al gedaan. Hier is hij.
Ik heb nog één wens.
Dat volgend jaar heuglijk
en succesvol wordt.
En dat het tussen ons niet meer
tot van die misverstanden komt.
Ik weet hoe u over Patsy denkt.
U bent het nog steeds
niet met me eens, hè?
Soms moeten we dingen doen
die ons zwaar vallen.
Hoeveel pijn het ook doet, we moeten
doen wat in onze ogen juist is.
Ik moet u iets vertellen
wat me zwaar valt.
Wat is het dan?
U zult spoedig bericht krijgen...
dat zuster Michael
hier volgend jaar de leiding heeft.
Wat zal ze blij zijn.
En ik?
Word ik haar assistent?
Ik moet u helaas mededelen
dat u overgeplaatst gaat worden.
Het zal niet meevallen
om St Mary's te verlaten.
Maar we moeten ons niet te zeer
aan één plek hechten.
Een andere school zal
in het begin wel wennen zijn...
maar zolang ik onder de kinderen
ben, ben ik gelukkig.
Hoe weet u dat eigenlijk?
Heeft u de generale overste
weer geschreven?
Ben ik er nog wel voor de uitreiking?
-Natuurlijk, zuster.
Is dit bureau voor uw kantoor, zuster?
Was er verder nog iets?
Was dat alles?
Ik loop wel even mee.
Jammer dat je er niet bij bent.
-Bedankt.
Wat is er met m'n jurk gebeurd?
-Die paste me niet.
Te veel milkshakes.
Jij mag volgend jaar.
Ik zal voor je duimen.
Waar is ze? Welke is Patsy?
Ik zie haar niet.
Ik ga haar wel zoeken.
Zoek jij pastor O'Malley.
Wie is dat?
M'n moeder, zuster.
Is ze hier voor de uitreiking?
Dat zal wel.
Heb je haar niet verteld
dat je gezakt bent?
Waarom niet, m'n kind?
Ze was de stad uit.
Misschien schaam je je.
Maar 't is heus zo erg niet
dat je 't niet hebt gehaald.
Als er nooit eens iets mislukt,
betekent ons succes niets meer.
Geef de moed niet op.
Ik vertel het je moeder wel.
Ik weet dat jullie van elkaar houden.
Waar liefde is, is er ook begrip.
Volgens mij begrijpt niemand
er wat van.
U niet, pastor O'Malley niet,
m'n ma niet.
Het spijt me, zuster.
Wat scheelt eraan, Patsy?
-Helpt u me.
Helpt u, alstublieft.
-Natuurlijk.
Ik wil je graag helpen.
-Ik wil non worden.
Hoe kan ik non worden, net als u?
Er zit je iets dwars.
Ik wil alleen non worden.
Zo zeg je dat niet, liefje.
"lk wil non worden."
Je wordt geen non
om voor het leven weg te lopen.
Niet omdat je iets verloren hebt,
maar omdat je iets gevonden hebt.
Je bent nog een meisje.
Je weet het nog niet.
-Toch wel.
Ik wil net zo worden als u.
Je weet niet wat er op de middelbare
school gaat gebeuren.
Dat zijn mooie jaren.
Nieuwe vrienden, nieuwe interesses,
plezier naast het schoolwerk.
Naar feestjes toe, footballwedstrijden.
Je eerste bal.
Je eerste feestjurk, je eerste wals.
Dat kun je niet opgeven
als je niet weet wat het inhoudt.
Pas als je dat hebt meegemaakt
en nog veel meer...
kun je met hart en ziel zeggen:
"lk wil non worden."
Toch wel. Ik weet het nu al.
Er is nog iets.
Je punten zijn niet goed genoeg.
Je moet je examen halen.
Ik had het makkelijk kunnen halen.
Ik wilde alleen niet.
Bedoel je dat je met opzet
gezakt bent?
Ik wilde nog een jaar blijven.
Het is hier zo fijn.
U heeft geen idee.
Alles is zo schoon en goed.
Ook al blijf ik zitten,
dat kan me niet schelen.
Als ik maar bij u ben.
Ik begin in te zien wat eraan scheelt.
Wist pastor O'Malley ervan?
-Niemand wist het.
Behalve ik.
-Mij.
Nee, ***. Behalve is een voegwoord
en daarop volgt de nominatief.
Hemel. Dat was
een examenvraag, hè?
Die had ik fout.
Ik ben slimmer dan u denkt.
Stel nog eens een paar vragen.
Ik zou geen domme non zijn.
Dit zijn Mr en Mrs Joe Gallagher,
Patsy's vader en moeder.
Hoe maakt u het?
Patsy, je vader.
Kijk me niet zo aan.
Gun me de tijd.
Misschien wen je wel aan me.
Niet huilen, liefje.
Alles wordt van nu af aan anders.
Mama en papa zorgen ervoor
dat je een echt thuis krijgt.
Je krijgt je eigen kamer en je mag
zoveel kinderen uitnodigen als je wilt.
Je... Je zult nooit meer
eenzaam hoeven zijn.
Is dit m'n echte vader?
-Ja, lieverd.
Ja.
-We zijn er voor je diploma-uitreiking.
Moet je je niet gaan omkleden?
Dat wilden we net gaan doen.
Nietwaar, Patsy?
Wat voor punten had ze?
Ik heb haar rapport niet gezien.
Haar punten? Uitstekend.
Ze stak overal bovenuit.
Dit is een grote dag voor St Mary's.
Misschien wel de geboortedag
van het nieuwe St Mary's.
Daar staat het oude, hier het nieuwe.
We danken het aan de vrijgevigheid
en welwillendheid van één man.
Een man wiens naam vele jaren
lang in ons hart gegrift zal staan.
En er klopt een groot hart
in de borst van Horace P Bogardus.
Mr Bogardus is een bescheiden man.
Maar met 'n hart dat zo aan anderen
denkt en zoveel goed doet...
heb je een hart dat zorgeloos
kan lachen om de jaren.
Mr Bogardus belichaamt
de vreugde van het schenken.
Voor hem is elke dag Kerstmis.
Hij heeft hulst in z'n hart.
St Mary's is gesticht op geloof, hoop
en liefde. De grootste is liefde.
Kerkelijke giften zijn aftrekbaar.
-We danken 'm voor z'n vrijgevigheid.
Nu wil ik onze eindexamenklas
toespreken.
Ik zal het heel kort houden.
Jullie bent blij omdat je geslaagd bent.
Maar ook bedroefd
omdat je St Mary's verlaat.
Ik kan niet samenvatten
wat je in acht jaar hebt geleerd.
Je neemt niet alleen
kennis uit boeken met je mee.
Die is belangrijk, maar niet alles.
Wat je meeneemt,
is wat je anderen kunt geven.
Wat de goede zusters
je hebben geleerd.
Als jullie ooit moeilijkheden hebben,
van welke aard dan ook...
draai dan de O van O'Malley.
Heeft u een taxi besteld?
-Hij wacht buiten.
Is zuster Benedicta in de kapel?
Lieve Heer, neem de bitterheid
weg uit m'n hart.
Laat me uw heilige wil
in alle dingen zien.
Help me.
Helpt U me alstublieft.
Gaat u met me mee, zuster Angela?
U weet wel: Waar ik ook ben,
m'n hart zal altijd bij St Mary's zijn.
Vaarwel, zuster Benedicta.
-Vaarwel, zuster Michael.
Eerwaarde.
-We weten dat uw hart hier zal zijn.
We zullen u in onze gebeden
gedenken.
Vaarwel, eerwaarde.
-Vaarwel.
Zuster.
Zuster Benedicta.
Zuster, ik kan u zo niet laten gaan.
Weet u nog dat dokter McKay
zei dat u perfect was?
Hij had gelijk.
Dat bent u ook.
Maar hij bedoelde niet fysiek.
Want, zuster,
u heeft een lichte tuberculose.
Dokter McKay vond dat u het
niet hoefde te weten, maar ik...
Bedankt, eerwaarde.
Dank u wel. U weet niet
hoe gelukkig me dat maakt.
Nu ben ik er zo weer bovenop.
-Natuurlijk, zuster.
Als u ooit iets nodig hebt,
waar u ook bent...
Ik weet het.
Dan draai ik de O van O'Malley.
Precies.