Tip:
Highlight text to annotate it
X
Dit is Peter Mackintosh
v oor de BBC, Londen.
De weersverwachting
v oor vandaag...
NORTH QU AY MIDDELBARE
SCHOOL LONDON DOCKS
Hij is in de lerarenkamer.
- Daar hoort hij ook.
We beginnen met
Zuid-Amerika.
Ik ben een dame, dat ben ik.
Hij stond op het punt ons
een nieuwe truc te leren.
Ik dacht wel dat je hier zou zijn.
- Ik dacht net aan je.
Veel herinneringen?
- Elke kier in de vloer.
Ik voel me te jong
om met pensioen te gaan.
Fijn dat je gekomen bent.
Voor zo'n knuffel had ik jaren
geleden al een moord gedaan.
Studeert je zoon al?
- Ja, we worden oud.
Ik geloof dat ik me in
het feestgedruis moet storten.
VOOR DE MEESTER
30 J AAR LIEFS
Oxford wil hem hebben.
- Hij wil eerst z'n boek afmaken.
Hij is uitgenodigd door Yale.
Amerika trekt hem niet echt.
Het is zo...
Amerikaans.
Ha, daar is hij.
- Hij is er.
Die oude schooltijd...
blijft altijd in onze gedachten...
altijd.
Maar hoe bedank je iemand...
die je van krijtje tot mascara
heeft begeleid?
Niet makk elijk,
maar we doen ons best.
Als je de hemel zou wensen...
zou ik dat in grote letters
in de lucht schrijven...
op een hoogte van 300 meter.
Voor de meester, met veel liefs.
30 jaar,
20 daarvan met een eigen klas.
In de laatste 10 jaar
ontwikkelde hij een programma...
dat het leersysteem een
nieuwe impuls heeft gegeven.
Mr. Thackeray heeft
de gemeenschap veel gegeven.
We zijn trots op onze school.
We zijn trots op het erfgoed
dat Mark Thackeray ons nalaat.
Heel veel dank.
Er is vanavond één opmerking
gemaakt die ik wil weerleggen...
want wie is wie dank verschuldigd?
U heeft het helemaal mis.
Ik was een vreemdeling en
U bood me een thuis.
U vertrouwde uw kinderen
toe aan deze vreemde.
Een mooiere baan bestaat niet.
Hier ontmoette ik m'n vrouw.
Jammer genoeg mocht ze deze dag
niet meer meemaken.
Zelf hebben we
geen kinderen gekregen.
Maar 30 jaar lang mocht ik
genieten van al uw kinderen.
Daarom, sta me toe te zeggen...
van de meester, met heel heel
veel liefs, dank u wel.
U wilt vast graag weten wat ik
ga doen nu ik met pensioen ben.
Ik ga lesgeven in Chicago.
De universiteit van Chicago,
geweldig.
Nou, het is een middelbare
school in een achterstandswijk.
Is Forest Avenue 3711
een grote omweg?
Drie kilometer.
- Ga er maar langs.
Is dit wel het juiste adres?
- Het adres dat u opgaf.
Is er een politiebureau
of postkantoor?
U komt uit Engeland, u bent
hier nooit eerder geweest.
U zoekt een gezin dat hier
30 jaar geleden woonde.
Ze heetten Douglas,
de man had een bouwbedrijf.
Wat kan ik doen?
Hij kan wel dood zijn.
Dat zou kunnen,
maar ze hadden kinderen.
Dank u wel voor uw tijd.
Ik zal zien wat ik kan doen,
maar ik beloof niets.
Ik zal eens rondneuzen,
er is overal wel een dossier van.
Laat me los, man.
- Wilsie, vooruit.
Laat me los, man.
- Wilsie, hou je gedeisd.
Zorg dat ze jou wel helpen,
man.
Wat heeft hij misdaan?
Hij en z'n bende? Genoeg om
een heel wetboek te vullen.
Afpersing.
Dat heet chantage in uw land.
Ze jatten. Ze jagen andere bendes
op alsof het de duvel zelf is.
Gaat hij de cel in?
- Hij loopt morgen weer op straat.
Hopelijk is het bij u anders, wij
staan met de rug tegen de muur.
Ik stuur bericht zodra ik iets weet.
Waar logeert u?
Pardon.
Je bent een dag te vroeg.
- Een eerdere vlucht.
Ik had zin om hier te zijn.
- Maar ik wilde je afhalen.
Horace, ben je blij me te zien?
- Dolblij.
Dolblij. Bagage?
Ik ben al in de flat geweest,
die ziet er goed uit.
Ouwe gabber van me,
wat ben ik blij dat je er bent.
Kom, aan de slag.
We hebben wat achterstallig
onderhoud.
Al die jaren... hoe lang is het
geleden?
Sinds jij in Londen was?
Nog maar 15 jaar geleden.
Zo lang geleden al, hè?
- Pardon.
Ik wil jullie voorstellen aan Mark
Thackeray, hij is een dag te vroeg.
Hij geeft
een college geschiedenis.
Je kunt ons ook heel wat leren.
Louisa Rodriguez geeft
maatschappijleer.
Pak een kwast als je zin hebt.
Rob Doerr, wiskunde.
- Welkom in onze mooie stad.
We zitten met
een ernstig probleem.
Maak even kennis met elkaar.
Helen Goldfarb, gymnastiek.
Welkom.
Dank je.
- Greg Emory. Geschiedenis.
Bill Plummer en Joan Warren.
We geven allebei Engels.
Ik wil jullie niet ophouden.
Kan ik iets doen?
Reken maar.
We zijn dolblij dat je er bent.
Horace praat over die jaren
met jou in Engeland...
als een hoogtepunt in z'n carrière.
Het waren mooie jaren.
Ik vond je artikelen in
Modern Education indrukwekkend.
Als je al zo lang lesgeeft,
pik je wel wat op.
Niet te geloven dat je hier bent.
- Hoezo?
Wat scholing betreft, is dit
zo'n stad waar de trein niet stopt.
Wat een interessante metafoor.
Wel eens van de jungle gehoord?
Dit is een moeras.
Problemen. Jones is hem gesmeerd.
De school werkt volgens
plan A voor de slimste kinderen...
en H voor de moeilijke gevallen.
Gil Jones gaf les aan H.
- Een van de velen.
Hoe heten ze ook weer?
Eén bleef een maand.
De volgende ging nadat Frankie
z'n arm brak.
Twee bleven drie weken,
Jones een heel jaar.
Hij zou terugkomen,
maar bedacht zich.
Wat gaf hij?
- Geschiedenis.
En Greg?
- Hij wil het niet doen.
Ik wel.
- Dat is geen goed idee.
Jawel.
- Jij bent hier voor een erecollege.
Je bent hier niet
om in het moeras te zakken.
Dat is m'n werk,
ik ben dol op moerassen.
Hoe lang ben je er al uit?
- Veel te lang.
Er is geen sprake van, deze
kinderen zijn niet op te voeden.
Dat bestaat niet.
- Er valt niets mee te beginnen.
Ze zijn gevaarlijk.
Greg, jij neemt afdeling H over.
Dat is een zaak voor de vakbond,
neemt u het met ze op?
Daar heb ik geen tijd voor.
- Ik wil het graag doen.
Goed dan, totdat ik
iemand anders heb gevonden.
Pardon, pardon.
Loopt u maar door.
Goedemorgen.
- Miss Rodriguez.
Alles goed?
- Uitstekend.
Een nieuwe dag in de branding,
vrienden.
Onmiddellijk ophouden.
Blijf van dat koffertje af.
Wegwezen.
Ga bij dat raam vandaan.
Veeg het bord schoon.
Laat hem los.
Ophouden jullie.
Ga op je plaats zitten.
Zet die tafels goed neer
en ga zitten.
De les is begonnen.
Zitten. En gauw een beetje.
Ik wou alleen even checken
of iedereen wel zat.
Is iedereen wel waar hij
behoort te zijn? Dit is klas 202.
202? Nee, dan ben ik
hier helemaal verkeerd.
Mag ik je rooster even zien?
Leuk geprobeerd, ga zitten.
Ga zitten, Miss Mariner.
Jij ook. Moeten er nog meer roosters
gecontroleerd worden?
Dan kunnen we beginnen.
Ik geef Amerikaanse geschiedenis.
Ik ben Mr. Thackeray.
Hackery?
- Thwackery? Zei hij Thwackery?
Kun je dat uitspreken?
Thackeray.
Juist. Probeer nu eens
Mr. Thackeray.
Toe maar, Evie, laat hem
een poepie ruiken.
Mr. Thackeray.
Heel goed.
- Prachtig.
Ik heet geen maat, broeder of man.
Het lukt jullie wel me
aan te spreken als Mr. Thackeray.
En als dat nu niet lukt?
- Dan zeg je 'meester'.
Ja, meester.
- Ja, meester.
Ik dacht dat je was gearresteerd.
Zit je in deze klas?
Klopt, broeder.
- De naam is Mr. Thackeray.
Zeg het maar even.
Jij bent zeker nieuw.
- Dat klopt.
Je bent niet van hier.
- Ik kom uit Engeland.
Uit Boston?
- Niet New England, Engeland.
Ben je er ooit geweest?
- Ik wip elk weekend over.
Met de trein, de bus of
het vliegtuig?
Hij wil weten of je weet
waar het ligt.
Ze gaat liftend.
- O, mooie meid.
Mr. Laredo, weet jij waar het ligt?
- Ik heb niet gezegd hoe ik heet.
Ik heb me voorgesteld.
- Hij zag het op je rooster.
Noem je Danny 'Mr'?
Een kwestie van respect, Miss...
- Hillis. Zeg maar Evie.
Nee, dank je.
Waar ligt Engeland, Miss Hillis?
In Europa. Het is een eiland,
dus je moet met de boot.
Of je moet vliegen.
- Ik kan er in 5 minuten zijn.
Met coke zit je er
binnen één minuut.
Vinden jullie dat grappig?
Stelletje sukkels.
Die vent probeert jullie
helemaal om te turnen.
Dat is m'n werk.
Ik heb je gevraagd
m'n naam te noemen.
Daarna wil ik je verzoeken
plaats te nemen.
Warm hier, zeg.
Zitten, Mr. Laredo.
Je hebt geen permissie.
Het is hier bloedheet.
- Het is een warme dag. Zitten.
Te heet.
- Zo kunnen we niet leren.
Ik val flauw.
- Hij kan open, man.
Man?
- Meester.
Zet een raam open.
Ze moeten allemaal open.
Moet je die ramen zien.
Binnen.
Heb je de ramen gezien?
- Ja.
Zet dat ding uit.
Ga zitten, allemaal.
Die ramen.
- Waar is m'n stoel?
Daar.
- Dat is m'n stoel niet.
Voorlopig wel. Ga zitten.
Waar zit jij?
- Ga hier zitten.
Dat is mijn plaats.
Ga gewoon zitten.
Vooruit, ga zitten.
Je weet wat je plaats is.
Ga naar je plaats,
vooruit, zitten.
Dat is m'n stoel niet.
- Zet dat onmiddellijk neer.
Geschiedenis. Het zou dom zijn...
de metro te nemen
zonder te weten waar je heen wilt.
Stan doet dat altijd,
hij toert rond.
Eikel.
- Ophouden.
Als je wilt praten,
steek je je hand op.
Het punt is dat je moet weten
waar je naartoe gaat.
Dankzij de geschiedenis
weten we wie we zijn.
We worden door de geschiedenis
gevormd. Wat is er zo grappig?
Ik zei niks.
- Waarom lach je?
Vraag het aan hem.
- Ik vraag het jou.
Frankie weet niks van geschiedenis,
maar weet wel wie hij is.
Is dat wel zo?
Frankie weet niet wie hij is.
Hij denkt vast dat hij Elvis is.
Vraag of je moeder je naam in je
handschoenen wil naaien, Frankie.
Ophouden. Ga zitten.
Zitten.
Ga zitten.
We zijn het er allemaal over eens
dat het vrij grappig is...
als iemand niet weet wie hij is.
Laten we eens zien
wat we wéI weten.
Wie wil er eerst?
Vertel me maar wie je bent.
We weten niets over jou.
Ja, Mr. Thackeray.
Ik ben geboren en getogen
in Guyana, Zuid-Amerika.
Dat is een straatarm land.
Toen ik iets ouder was dan jullie
nu zijn, verhuisde ik naar Engeland.
Daar had ik meer kans
om een baan te vinden.
Ik vond er een, als leraar
op een school zoals deze.
Dat klinkt als
een waardeloos land.
Het is op veel plaatsen
waardeloos, Laredo.
Dat verandert alleen als we zo veel
mogelijk mensen scholing geven.
Dat is m'n levensverhaal.
Ik gaf les totdat ik dit jaar
met pensioen ging.
Met pensioen? Dan ben je oud.
Sufferd. Je moet oude mensen
nooit 'oud' noemen.
Hoe ben je hier terechtgekomen?
- Dat zijn mijn zaken.
Een slimme vent
gaat niet in dit gat zitten.
Hebben ze ons wel een slimme vent
gestuurd? Dat moeten we weten.
Ik heb m'n redenen om hier te zijn
en ik ben een verstandig man.
Mr. Laredo, vertel eens wie je bent.
- Goed, ***.
Wie ik ben, door Danny Laredo.
Ik ben de man.
- De man?
Als je iets nodig hebt, regel ik 't.
- Wat, bijvoorbeeld?
Als ik zou weten wat ik wilde,
moet ik dan bij jou zijn?
Klopt.
- Dus dat ben je?
Klopt alweer.
Stel dat ik iets wil
wat je niet kunt regelen.
Wie ben je dan, Mr. Laredo?
Dat kan geregeld worden, Louis,
dat regel ik voor je.
Wat regel je dan precies?
Je hebt er wel zin in, hè?
Kom op.
Wilsie, kijk uit.
- Jezus, pak aan.
Kijk eens wie we daar hebben.
Mogen we meespelen?
Nog één stap en
het spel is uit.
O, ja? Zullen we dan
maar eens beginnen, zwartje?
Eén woord is genoeg, broeder.
Pas op, achter je.
Achter je.
Sta op, zak.
Sta op, zak.
- Ik krijg je nog wel, zwartje.
Wat moet je nou? Wat wou je dan?
De politie.
- Wegwezen.
Kom op, wegwezen hier.
- Ik krijg je nog wel.
Snel, wegwezen hier.
Kom op.
Het feest is voorbij, jochie.
- Maak je geen zorgen, Arch.
Ze kunnen me toch
niet vasthouden.
Er is geen bewijs.
- Heb je het weer verpest?
Hou je kop, man.
Ik kom uit Santo Domingo, ik ben
er trots op Dominicaanse te zijn.
Ma is Italiaanse, pa een Pool.
Wat ben ik dan?
Pizza met worst.
Goed geantwoord, Miss Guzman.
We beschrijven onszelf vaak
naar onze afkomst. Wie volgt?
Mr. Radatz? Wie ben je?
- Leo Radatz.
Dat is het antwoord op m'n vraag.
En jij, Miss Torrado?
Twee babbelende borsten.
- Houd Billy tegen.
Ik ben Rebecca Torrado,
het lekkerste ding van deze school.
Zo is het wel genoeg.
Jouw beschrijving is gebaseerd
op hoe je jezelf ziet als vrouw...
als jongedame, nietwaar?
Dat ben ik, ja.
Ik ben niet zo slim, snap je?
Maar ik heb wel
een paar dingen mee.
Is dat belangrijk?
- Populair zijn?
Daar draait alles om.
- Dat is zo zielig.
Populariteit zegt helemaal niks.
- Wat dan wel?
Een vrouw die populair wil zijn
slooft zich uit.
Die kleding en make-up hebben niks
te maken met wie ze werkelijk is.
Het is een stereotiep beeld
van de man.
Laat haar uitspreken. Stilte.
- Het is doodsimpel.
Jullie hebben een beeld
in je kop...
van hoe vrouwen eruit moeten zien.
Wij proberen er zo uit te zien,
maar dat is een vaIkuil.
Alleen als je het niet hebt,
maar ik heb het toevallig wel.
Ik zou wel gek zijn
als ik het niet gebruikte.
Dat ben ik, Mr. Thackeray. Meester.
Hoe kun je dat nou zeggen?
- Dit is zo stom.
Waarom is dit stom, Mr. Cameli?
Dit is leuk als je iemand bent, maar
als je een nul bent, is het niks.
Bestaat er zoiets als een nul?
Reken maar, het is
je eigen stomme schuld.
Je laat je door iedereen gebruiken.
- Wie gebruikt hem?
Iedereen.
- Jij ook?
Ja, ik en iedereen.
Daarom is hij nog geen nul.
Iedereen is iemand.
Hij heeft wel wat beters te doen
dan tegen jullie in te gaan.
De enige nul is degene die mensen
in elkaar slaat die niets terugdoen.
Kan die griet nou nooit eens
iets zinnigs zeggen?
Klaar, we mogen weg.
- We gaan hier morgen mee verder.
Momentje.
- Wat nou weer?
Ga even langs de verpleegkundige.
Laat m'n broer met rust.
Of is dat te moeilijk?
Op dit moment wel, ja.
- Luister goed naar me.
Ik luister al naar je
sinds je hier bent.
Ik snap die houding wel van je,
al die diepbezorgde flauwekul.
Ik trap er niet in en
m'n broer ook niet.
Dat kun je beter goed onthouden,
anders vallen er klappen.
Kom op, ik zei toch dat ze me
niet konden vasthouden?
Wilde je me spreken?
- Het gaat over dat gevecht.
Zo'n harde actie van de ene bende
leidt tot een actie van de andere.
Wie waren erbij betrokken?
- Wilsie en Arch.
Ze zitten in jouw klas.
Ik heb iemand met ervaring nodig.
Ik heb 28 jaar ervaring.
- In Londen, en je bent met pensioen.
Ik heb iemand nodig die weet
wat dit voor kinderen zijn.
Iemand die dat weet
zonder ze ooit gezien te hebben?
Niet ervaren, maar vooringenomen.
- Je kent me wel beter.
Zodra ze in plan H belandden,
was hun toekomst beslecht.
Dat is pas vooringenomen.
Ze zien er niet al te slim uit,
dus ze zijn kansloos.
Dat is vooringenomen.
Ik probeer hen de ogen te openen,
Horace...
maar dat heeft weinig zin
als jij de jouwe dichtknijpt.
Ze voerden strijd tegen
de rassenscheiding in restaurants.
Ze deden dat volgens het principe
van 'passief verzet'.
Ze kregen koffie en ketchup over
zich heen, en bleven rustig zitten.
Niet terugvechten kan
een krachtig antwoord zijn.
Ik had ze een mep verkocht.
- Dat laat je toch niet gebeuren.
Ze hebben gewonnen.
Als Stan niet wil terugvechten,
hoeft hij dat niet te doen.
Is dat het. Positief dinges?
- Passief verzet.
Ik wil gewoon niet...
Ja, dat klopt, dat is het helemaal.
Zo te zien weet Mr. Cameli
precies wie hij is.
En jij, Mr. Davanon?
Iedereen kent me,
ze weten wie ik ben.
Ben jij degene die iedereen kent?
- Zeker weten.
*** je wel wat je zegt? Horen
jullie wel goed wat jullie zeggen?
'Iedereen weet wie ik ben.'
'Ik ben het lekkerste stuk.'
Jullie zeggen wie je bent...
alsof je alleen maar
in de spiegel hoeft te kijken.
Bedoel je dat het moeilijk is
om te weten wie je bent?
Alleen Stan is eerlijk.
De anderen doen zich anders voor.
Ze zijn ***.
Waarvoor?
- Voor van alles.
Niemand zijn. Eindexamen.
Wat moeten ze daarna?
Ik word een wereldsucces.
M'n moeder is actrice...
- Waar zit ze in? In Cats?
Ze is op tournee.
Een actrice speelt iemand
die ze niet is.
Ze zegt dat we dat continu doen.
Ik heb een gedicht geschreven
en ik wil het graag voorlezen.
Ik wil het graag horen.
'Voor mij is het nieuw, maar jij,
mama, kunt het als de beste...
iemand zijn die je niet bent.
Was het leuk toen je begon?
Wanneer krijg je een rol
waarin je een moeder speelt?
Zoals Rebecca de slet speelt
en Danny doet of hij Danny is.
Het is leuk om te zijn
wie je niet bent.
Behalve 's morgens, soms...
of midden in de nacht,
als ik in die lege kamer zit...
en niet hoef te doen alsof.
In een lege kamer doe ik niet alsof.
In de leegte ben ik mezelf.
Wat is er, Evie? Je bent
al je hele leven iemand anders.
Probeer eens om Evie te zijn.
Ben je het vergeten? Of
heb je nooit geweten hoe dat moet? '
Hallo. Ik ving een gesprek op
tussen je leerlingen.
Wat heb je vandaag gedaan?
Evie Hillis heeft een gedicht
voorgedragen. Ik zal je helpen.
Dank je. Evie heeft veel talent.
Waarom zit ze in plan H?
- Ze heeft zich omlaag gewerkt.
Zo jammer, ik heb haar ooit
voor de schooIkrant gevraagd.
Ik moet weg.
Hoe is het, Mr. T?
Dat was me het lesje wel, hè?
Nou en of.
Zei ik niet dat je je erbuiten
moest houden?
Heb je een probleem of zo?
Ja, met wat er onder je jasje zit.
- Wat is dat dan wel?
Ik denk dat het iets is dat niet
langs de metaaldetector komt.
Ik denk dat het een vuurwapen is.
- En wat wou je ertegen doen?
Ga je het afpakken?
- Nee, je geeft het zelf aan me.
Ik heb een vuurwapen of niet,
dus jij hebt het mis of je bent gek.
Ik zal duidelijk zijn. Ik weet
dat je me niet zo graag mag.
Ik denk niet dat het persoonlijk is.
Ik weet niet waarom je meent
dat je een wapen nodig hebt.
Het heeft in elk geval
niets met mij te maken.
Helemaal niets.
- Je wilt míj niet neerschieten.
Eerst niet, maar dat kan
heel snel veranderen.
Denk er maar heel goed over na.
Kijk goed, je ziet
dat ik geen centimeter opzij ga.
Bedenk nu eens waar we zijn. De
politie zit pal boven ons in de hal.
Als je me neerschiet,
pakken ze je meteen op.
Ik denk niet dat je je leven
voor mij wilt vergooien.
Je hebt het goed voor elkaar, hè?
- Dat zie je goed, jongen.
Kom op met dat wapen.
En dan?
Dan lever ik het in.
- Dan ben ik er vies bij.
Ik geef het wapen aan, jou niet.
- Ze vragen hoe je eraan komt.
Dat is mijn probleem.
Een hoop lui willen me koud maken.
Jij maakt het ze wel makkelijk.
Tommie staat ons op te wachten.
- Kom.
Je hebt die blaffer toch wel?
- Kom op.
Hij heeft een blaffer.
Dit heb ik zojuist in
de toiletten gevonden.
Gevonden?
- Juist.
Als u dat van iemand heeft afgepakt,
moet ik weten wie het is.
Ik heb het gevonden.
Kan ik het hier afgeven of niet?
Dank u.
Ik dacht dat er iemand
vermoord zou worden, man...
doodgeschoten of zo.
Maar niemand is gewond geraakt,
er is niks gebeurd.
Bent u verdwaald?
- Nee, ***.
Kunt u me helpen?
Ik zoek de familie Douglas.
Die zijn al heel lang weg.
OVERLEVEN
Of we het redden of niet...
of we blijven leven of niet.
De vraag is...
wat hebben we nodig
om in dit land te overleven?
Een baan.
- Kruiwagens.
Lef.
- Je moet slim zijn.
Bedoel je dat je opgeleid moet zijn?
- Niet op deze rotschool.
Denk je dat dat niet mogelijk is?
Wat je uit boeken leert telt niet.
Waarom telt dat niet?
- Ze geven ons heus geen baan.
Straks heffen ze de bijstand op.
Wat ben je dan van plan?
M'n moeder zit niet in de bijstand.
- Rustig, jullie.
Mag ik je wat vragen,
Mr. Carrouthers?
Heeft je moeder scholing genoten?
- Laat m'n familie erbuiten.
M'n moeder heeft twee banen,
ze werkt zich kapot.
En ze weet te overleven.
We zijn hier omdat onze ouders
of wie dan ook...
een manier hebben gevonden
om te overleven.
Nu zijn jullie aan de beurt.
Voor morgen bedenken jullie...
wat jullie zelf kunnen doen
om te overleven.
KIets toch niet, man.
Dit is klas H, ***.
Als ze je in klas H zetten,
weten ze dat je niks overleeft.
H is dat je naar de hel gaat.
Dat hebben ze al lang besloten.
- Doe er dan iets aan.
Dat werkte misschien waar jij
vandaan komt of waar jij zat.
Jij hebt lesgegeven op een Engelse
school, je vindt jezelf heel wat.
Ik bén heel wat. Net als iedereen.
- In dit land ben je een nul.
Het maakt niet uit waar je lesgeeft,
ze zien alleen dat je zwart bent.
Wat wil je dat ze zien?
- Mij.
Wie? Zie je jezelf
zoals je wilt dat zij je zien?
Je moet karakter en discipline
tonen...
vastberadenheid om waardig
te overleven...
hoe hard de wereld
om je heen ook is.
Ben je dat?
En zo niet, wil je dat worden?
Als dat zo is, kom dan mee.
Dan gaan we de straat op...
en laten we zien
wat we willen dat ze zien.
Gaan jullie nog mee of niet?
Gaan we winkelen?
We gaan een experiment doen,
ik heb een vrijwilliger nodig.
Wat denk je ervan, Mr. Davanon?
We willen iets leren van de manier
waarop anderen op ons reageren.
Zie je die mevrouw bij de bushalte?
Loop naar haar toe en vraag wat ze
dacht toen ze je zag aankomen.
Is dat alles?
- Daarna vertel je ons wat ze zei.
Toe maar, Frankie.
- Hij is blank, dat bewijst niets.
Als je een experiment uitvoert,
heb je een controle nodig.
Mr. Davanon is onze controle.
Yo.
Toe maar, Frankie.
Gaaf, Frankie.
Hé, Frankie, geef het maar op.
Ik heb nog een vrijwilliger
nodig. Arch.
Ik wil het eerst met je doornemen.
Hé, waar hebben ze het over?
Neem me niet kwalijk,
mag ik u iets vragen?
Ik ben Archie Carrouthers
van de Adams-school.
Ik werk aan een project,
wilt u me helpen?
We hebben gisteren gezien
dat we in hoge mate...
zelf kunnen bepalen
hoe we overkomen.
'Yo' levert een bepaalde reactie op.
'Neem me niet kwalijk'
een heel andere.
Als we iemand met respect
bejegenen, dwingen we respect af.
Niet altijd,
maar vaker dan je denkt.
Als je slim bent,
heb je verder niets nodig.
Beleefdheid. 'AIstublieft, dank u
wel, pardon.' Toverwoorden.
Yo... Mr. Thackeray.
- Miss Torrado. Hoe is het ermee?
Kan ik even met u praten?
- Natuurlijk, zeg het maar.
Ik heb nagedacht over alles
waar we het over hebben...
over dat Evie zegt dat we soms
geen idee hebben wie we zijn.
Dat kan soms lastig zijn.
Ja, goed. Maar als we nou wéI weten
wie we zijn...
en dat niet langer willen zijn?
Mensen kunnen veranderen.
Ik sta 's morgens op en
bedenk wat ik aan wil...
en hoe ik m'n haar ga doen.
Dan moet ik bijna janken.
- Vraag je je af waarom je het doet?
Ik weet wel waarom ik het doe.
Niemand vindt een meisje leuk
dat zich niet verzorgt.
Ik weet dat ik knap ben en
dat ze dat leuk vinden.
Vind je dat belangrijk?
Je moet toch een beetje zelfrespect
hebben?
Ik weet het niet,
als niemand je leuk vindt...
Het gaat er in de eerste plaats om
dat je jezelf leuk vindt.
Rebecca, waar blijf je nou?
Mr. Thackeray, dank u wel.
Ik kwam Mr. Thackeray tegen...
- Ik stond op je te wachten.
Mr. Thackeray.
- Tot kijk, Mr. Thackeray.
Je laat mij niet wachten, kreng.
Het spijt me, echt.
Kijk nou hoe je eruitziet,
als een goedkope ***.
Laat me even bijkomen,
ik maak het in orde.
Laat maar, je gezicht
kan niemand iets schelen.
Ze is wat laat, maar ze is er.
Het feest kan beginnen.
Frankie, ik wil dit
liever niet meer doen.
Kom op. Daar is ze dan.
Sorry dat ze zo laat is, jongens.
Zeg dat 't je spijt. 'Het spijt me',
vooruit zeg het. Het spijt haar.
Eerst moet ik geld zien,
anders doen we niets.
DE SLOPPENBESTRIJDER
VOLKSTUIN
Ze zijn schitterend.
- Hallo, Mr. Thackeray.
Doe je dit vaak?
- Zo vaak mogelijk.
Ik vind het leuk om iets te kweken.
Ze zijn prachtig. In Londen had ik
ook een tuin achter m'n flat.
Laat ik je niet langer van je werk
houden. Tot morgen op school.
Mr. Thackeray, zeg er maar
niets over op school.
Er is niets mis met bloemen of
met het verbeteren van de buurt.
Geen zorgen, als je het
liever niet hebt, zeg ik niets.
ASSISTENT-BLOEMIST
GEZOCHT
Neem me niet kwalijk, juffrouw.
- Kan ik u helpen?
Ja, dat denk ik wel.
Blijf van me af.
- Stil maar, broertje.
Ik zal je niet te hard steken.
Maar dan moet je wel een
boodschap doorgeven aan je broer.
Vraag hem hoe het voelt
om er geweest te zijn.
Mr. Thackeray, wat gaaf.
- Bedankt, heel leuk.
Ga je met hem praten?
- Ja, doe ik.
Goed, ik heb een mededeling
voor jullie.
Ik ga hier in de buurt
met wat zakenlui praten...
aannemers, computerwinkels
en de gasmaatschappij.
Als iemand een bijbaantje zoekt...
Weer zo'n minderbedeelden-project?
- Steek eerst je hand op.
Ik ben het zat dat iedereen
voor Jan en alleman wil zorgen.
En wij dan?
- Wie zijn 'wij'?
Daar *** jij alvast niet bij.
- Waar gaat het om, Mr. Davanon?
Iedereen slooft zich uit...
voor zwarten, Portoricanen,
halvegaren en vrouwen.
Ik ben blank, dus ik kom
op geen enkele lijst voor.
Dat is stom gezeik en wel hierom.
Ten eerste geven ze je
niks cadeau.
Als ze je werk geven,
moet je zien dat je het houdt.
En die banen waarbij ze zogenaamd
de voorkeur geven aan zwarten...
die zijn nog nooit
door een zwarte ingevuld.
Al die banen gaan altijd
naar blanken.
Daar *** ik jou
niet over klagen.
Jij hebt in je hele leven
nog nooit een baantje gezocht.
Je weet niet waar je het over hebt.
M'n vader moet altijd zwarten
aannemen van z'n baas, omdat...
Is jouw vader ploegbaas?
- Zeker weten.
Vertel eens, hoeveel
zwarte ploegbazen werken daar?
Dat was heel indrukwekkend.
- Het was de simpele waarheid.
Dat is altijd de beste. Zo vaak
roer je je mondje niet in de les.
Als ik iets te zeggen heb,
zeg ik het ook.
Mensen luisteren naar je.
Wist je dat?
Heb je wel iets anders aan je hoofd?
- Zorgen dat ik in leven blijf.
Ik baal van jou in je mooie pak.
Al die lessen van je hebben niks
te maken met waar ik vandaan kom.
Schiet op,
als je wat te melden hebt.
Je hebt een bende.
De politie zet
'bendeleider' in je dossier.
Dus je bent hun leider niet?
Dan heb ik de verkeerde voor me.
- Ja.
Wanneer word je eens volwassen?
We hebben een tekort
aan leiders.
Het is een aangeboren kwaliteit
en jij hebt het.
Mensen volgen je overal,
maar je hebt geen doel.
Je bent het niet eens
met het systeem, dat is duidelijk.
Gebruik dat talent en die woede
en zorg dat er iets verandert.
Ik doe alles voor mezelf.
- Wat? Die knokpartijtjes?
Verdedig je dat zielige
grasveldje van je?
Er zijn geen 25-jarige
bendeleiders. Je bent al bijna 20.
Er kan van alles gebeuren.
- Sterven voor niets is dom.
Jij bent niet dom.
- Misschien kan het me niks schelen.
Je broer is een van de mensen
die je blind volgen.
Kan het je niet schelen
wat er met hem gebeurt?
Misschien weet jij het.
Arch en Wilsie Carrouthers
verschillen ongeveer een jaar.
Twee, geloof ik.
- Maar ze zitten in dezelfde klas.
Wilsie is twee keer blijven zitten.
Wat zegt de wet?
Is een diploma verplicht?
Nee, je mag op je 16e van school.
- Maar hij is er nog.
Tot morgen.
Alles kits, Mr. Thackeray?
- Mr. Laredo, je hebt een goede bui.
Ja. Wat die baantjes betreft
waar u het over had, ik dacht zo...
ik denk altijd.
Het is gaaf dat u zo uw best doet.
Herbie en Angel moeten werken,
maar durven het niet te vragen.
Je vertelt me dit niet
uit de goedheid van je hart.
Je brengt het ze in rekening.
Zij zorgen voor mij en
ik zorg voor u.
Geen interesse, Mr. Laredo.
Ik dacht al dat u
zo'n autistisch type was...
Altruïstisch, bedoel je.
En voor alle duidelijkheid...
ik doe niet mee aan die plannetjes.
Ik hoef geen percentage
van iemands bijbaantje.
Daar word ik niet beter van.
Ik doe m'n best.
- Nee, dat doe je niet.
Je komt niet eens in de buurt
van je best doen.
Dat gebeurt ook niet, zolang je
in stuivers en dubbeltjes denkt.
Je bent een slim joch.
- Ik ga lekker.
Nee, je gaat niet lekker,
dat is het hem juist.
Je ritselt altijd van alles,
maar het leidt tot niks.
Wel, soms?
Ja, ik kom al.
Mr. Thackeray.
- Ik ben bij de Clarion langsgegaan.
Je bent er nooit geweest...
Ik heb geen baantje nodig.
Is je moeder thuis?
- Ze is er niet.
Wil je liever niet dat ik binnenkom?
- Natuurlijk wel.
Ze is niet thuis, maar ze zegt toch
dat ik het zelf moet weten.
Heb je het besproken?
- Ja.
Vond ze...
- Ik moet het zelf weten.
U hoeft niet met haar te praten.
Je moeder woont hier niet.
- Ze is op tournee.
Ze komt wel weer thuis.
Al heel snel, dat weet ik zeker.
Ze komt thuis zodra ze kan.
Het is belangrijk voor haar werk.
Anders zou ze niet...
- Ze is niet op tournee.
Ze zit niet in een toneelstuk.
Ik moet hier blijven. Als iemand het
merkt, moet ik naar een pleeggezin.
Maar ze komt wel terug.
Ik moet hier blijven,
ik moet voor haar zorgen.
Ze heeft niemand anders,
Mr. Thackeray. Alstublieft.
Waar is ze?
- In de gevangenis.
Maar ze is aan het afkicken
en het gaat heel goed.
Deze keer blijft ze zeker clean.
Ik stop je echt niet in een
pleeggezin, maak je geen zorgen.
Hoe zou je het vinden als ik iemand
vond die bij je kwam wonen?
Kunt u daar echt voor zorgen?
Er worden wel eens
moeilijkere kwesties opgelost, Evie.
Met een meisje uitgaan is anders,
dan verwacht je iets.
Moet ze dan van bil
voor een hamburger?
KIets niet, meisjes willen
hetzelfde als jongens.
In je dromen.
- Is het dan niet zo?
Seks is seks, oké?
Jongens zijn net honden.
Ze hebben hun hersens in hun
broek en handen als een inktvis.
Jij had vrijdag 'n doorkijkbloes
aan met een loeistrak rokje.
Als je niet wilt dat ze aan je
zitten, waarom naai je ze dan op?
Meisjes willen best seks,
maar het moet iets betekenen.
Is dat dan het verschil?
- Nee, dat is het nu juist.
Iedereen denkt altijd dat een
vent zo snel mogelijk wil wippen.
Is dat niet zo?
- Niet altijd.
Ze hebben in hun kop wat we
zullen doen, ook al is dat niet zo.
Als niemand weet waar je vandaan
komt. Gewoon, twee mensen.
Zo zou het moeten zijn.
- En dan gebeurt er iets, of niet.
Interessant.
Mr. Thackeray, heeft u niet ergens
een leuk scharreltje?
Pas op je woorden.
- Dat mag ze best vragen.
Ik ben getrouwd geweest.
- Woont ze in Engeland?
Hij zei 'getrouwd geweest', suffie.
- Ze is overleden.
Was het een Engelse?
- Hou toch je kop.
Hou zelf je kop.
- Ja, ze was een Engelse.
Zwart, voor de duidelijkheid.
Heeft u hier niemand?
Momenteel niet.
- Nu komen we eindelijk ergens.
Ik geloof het ook.
- Hoezo, 'momenteel niet'?
Jaren geleden leerde ik een
vrouw kennen uit deze omgeving.
Dus u kende het hier al?
- Ze kwam hier vandaan.
Indertijd was ze met haar familie
een jaar in Guyana.
Was u niet getrouwd?
- Ik kende m'n vrouw nog niet.
Wat is er gebeurd tussen u
en die dame van hier?
Ik weet het niet,
ik weet het echt niet.
Ik denk wel eens...
als het goed zit tussen een man
en een vrouw, blijft dat zo...
een leven lang.
En soms nog langer.
Sorry dat ik stoor, maar
Mr. Weaver wil je spreken.
In orde, ik kom meteen na de les.
Hij zei dat ik het moest overnemen.
Rechercheurs Dennis en Alvarez
willen je wat vragen stellen.
Wilt u liever dat ik wegga?
- Dat is niet nodig. Gaat u zitten.
U heeft een vuurwapen ingeleverd.
- Dat klopt.
Dat wapen is vijf maanden geleden
gebruikt in een vuurgevecht.
Daarbij raakte een politieagent
gewond.
Wat erg.
- Waar had u dat wapen vandaan?
Het spijt me, dat kan ik u
niet vertellen.
Er is op een agent geschoten.
De dader hoeft
niet van hier te zijn.
Dat maken wij wel uit.
- Sorry, ik heb m'n erewoord gegeven.
U belemmert de rechtsgang,
Mr. Thackeray, u houdt feiten achter.
U hoeft niet met beschuldigingen
te strooien.
U heeft dat wapen gekregen,
omdat iemand mij kon vertrouwen.
Dat is nog niet veranderd
en dat verandert ook niet.
Neem me niet kwalijk, heren.
Ik moet terug naar m'n klas.
Mark, het spijt me,
maar ik heb weinig keus.
Onder deze omstandigheden
kun je niet blijven.
Emory neemt het over
tot ik iemand heb gevonden.
Mr. Emory heeft een opstel
opgegeven. Is dat af?
Waarom gaat u weg?
- Om persoonlijke redenen.
Er zijn in de les heel wat
persoonlijke zaken behandeld.
Heeft u een betere baan gekregen?
- Kunnen ze beter overleven?
Niks persoonlijks, het werd
hem te heet onder de voeten.
Waar heb je het over?
- Ik was beneden.
Hij kwam naar buiten met twee
smerissen. Hij verlinkte iemand.
Ik geloof er niks van.
Ik weet niet wie de sleutels
moet hebben.
Laat ik ze maar aan jou geven.
- Het spijt me dat het zo moest gaan.
Moest?
- Je liet me geen keus.
Ik heb m'n erewoord gegeven,
telt dat niet?
Dat kun jij makkelijk zeggen...
maar ik moet aan de hele school
denken, niet aan één leerling apart.
Daar gaat het om op een school...
één kind, nog een kind...
en nog een.
Vroeger wist jij dat ook.
- Als je me wilt verwijten...
Zodra je compromissen sluit,
is het eind zoek.
Zeg dat tegen het bestuur.
- Je sluit er gauw een te veel.
Zeg dat maar tegen de regering,
de stad...
Dan heb je wel je baantje
beschermd...
maar ben je niet meer bezig
met het runnen van een school.
Mark, niet alles wat fout is
kan hier worden opgelost.
Hier komt alleen
alle rotzooi terecht.
Iedereen moet weten tot hoever
hij wil gaan en daaraan vasthouden.
Zo zie ik dat.
En zo zie jij het niet, nu nog niet.
Ik wens je veel geluk.
Ik jou ook.
AFRO-AMERIKAANSE BRUILOFT
VOOR DE RICHARDSONS
Is er iets mis?
- Nee.
Heeft deze krant een archief
met oude kranten?
45 jaar nieuws, meisje,
vanaf de allereerste uitgave.
Evie, wat doe jij hier?
Kom binnen. Tjonge,
is er iets aan de hand?
Ik wilde vragen...
Gaat u echt weg?
Al zijn we minkukels, we hebben u
nooit in de steek gelaten.
Danny wil gaan studeren.
Rebecca werkt niet meer
voor Frankie.
Ik ben naar die krant gegaan.
Fantastisch.
- Nu laat u ons in de steek.
Ik kan er niets aan doen
als het zo overkomt.
Waar wilde je me over spreken?
- Het gaat niet over mij.
Die dame die u vroeger kende,
heette zij Emily Douglas?
Hoe weet je dat?
- Ik was aan het werk op de krant.
Ik bladerde oude kranten door.
Toen kwam ik de naam tegen van
ene Douglas, een aannemer.
Hij sleepte een contract binnen
voor een fabriek in Guyana.
Wat goed van je,
ik ben onder de indruk.
Ik heb het opgezocht,
maar dat bedrijf bestaat niet meer.
Ik heb het zelfs nagevraagd
bij de politie.
U heeft de familieberichten
niet geprobeerd.
Emily Douglas is 26 jaar geleden
getrouwd met Jack Taylor.
Het adres van de ouders
stond erbij.
Ik wist het na twee telefoontjes.
Haar man is overleden.
Ze heeft een zoon.
Hij wil u leren kennen.
Ik bel je terug.
- Ik heb een afspraak met Mr. Taylor.
Dat ben ik.
M'n moeder is ernstig ziek geweest.
Dat spijt me.
- Kom, dan breng ik u naar haar toe.
Ik denk dat ik u een verklaring
schuldig ben.
Heel lang geleden hadden uw
moeder en ik een hechte band.
Ze was verliefd op u.
- Heeft ze u dat verteld?
Ja.
- Maar waarom...
Waarom ze wegging?
Dat moet ze u zelf vertellen.
Ze was spoorloos.
Al m'n brieven kwamen retour.
M'n opa onderschepte ze
en zond ze terug.
Nu begrijp ik het.
Nadat ik m'n vrouw had verloren,
wilde ik nooit meer trouwen.
Maar ik bleef me afvragen
wat er met je moeder was gebeurd.
Toen ik deze baan kreeg
aangeboden, nam ik hem aan.
Ik wilde nog één keer proberen
haar te vinden.
Dat is u gelukt.
Ma? Er is bezoek voor u.
Ik ga een kopje koffie drinken,
dan kunt u rustig bijpraten.
Dat is lang geleden, Emily.
Een hele tijd geleden.
Kijk ons nu toch eens,
hoeveel jaar zit ertussen?
Jaren, maar het is alsof ik je
gisteren nog heb gezien.
Mark, je bent gelukkig
geen spat veranderd.
Je wist altijd precies
wat je moest zeggen.
Ik heb de laatste maanden
veel aan je gedacht.
Ik wilde je dolgraag zien
voordat het einde zou komen.
Is het zo ernstig?
- Laten we er niet over praten.
Ik heb een heerlijk leven gehad.
Kom zitten.
Mark, ben je getrouwd?
Ze is al vrij lang geleden
overleden.
Was je gelukkig met haar?
- Absoluut.
Gelukkig, dat is fijn om te horen.
Ik heb een groot deel
van deze 30 jaar...
gemijmerd over die tijd met jou.
Ik vroeg me vaak af
hoe het zou zijn geweest...
als we bij elkaar waren gebleven.
De tuin.
Ik kan nog steeds je handen op
m'n huid voelen, die dag in de tuin.
Kan iets werkelijk zo perfect zijn?
Dat kunnen we nooit verliezen,
dat verandert nooit.
Het leek alsof de sterren
in de boomkruinen hingen.
We dachten dat ze in het gebladerte
verward zaten.
Dat was ook zo, Emily.
Ze hangen er nog steeds.
O, Mark.
Maar waarom...
- Ik was zo vreselijk in de war.
M'n vader haalde ons daar als de
weerlicht vandaan. M'n hoofd tolde.
Ik had mezelf niet zo netjes
gedragen, hè?
Zeker voor die tijd niet.
Ik was soms zo verdrietig
als ik aan je dacht, Mark.
Ik deelde je verdriet, Emily.
Voor jou was het veel moeilijker, je
was alleen en je wist nergens van.
Ik was tenminste niet alleen.
Ik had jouw zoon.
Sorry dat ik onderbreek,
maar de dokter...
Ze heeft het u verteld.
Waar zat u? Ik wachtte op u.
Op mij?
- Het gaat hartstikke fout.
Rustig, wat gaat er fout?
- Wilsie heeft weer een vuurwapen.
Weer?
- U had het zijne toch ingenomen?
Zegt hij dat?
- Dat had ik meteen door.
Ik regel toch alles? Hij vroeg of
ik voor een blaffer kon zorgen.
Was dat wapen niet van hem?
- Ik heb het op de kop getikt.
Er is een agent mee neergeschoten.
- Niet door Wilsie.
Wil je dat tegen de politie zeggen?
- Dat ik hem een blaffer gaf?
Hij kan opgepakt worden
wegens moord.
Had hem dan niet verlinkt.
- Deed ik niet.
Wat zegt u nou weer?
- Ik heb nooit gezegd dat hij 't was.
Heeft u hem ingeleverd zonder
namen te noemen? Maar daar...
Daar bént u ook niet mee
weggekomen, u bent ontslagen.
Wilsie denkt dat de politie
naar hem op zoek is.
Hij had een blaffer nodig
voor de clash met Tommie.
Straks vallen er doden. Hij denkt
dat alles toch al is verloren.
Als we hem vinden,
wil jij dan voor hem getuigen?
Net als u, ja. U kreeg uw ontslag.
Wat denkt u dat ze met mij doen?
Dat is het hele punt,
dat is wat u wilt zeggen.
Ik zeg niets.
- Echt wel, man... Mr. Thackeray.
Ik snap niet hoe u me
heeft overgehaald.
Maar als u hem vindt,
zal ik voor hem getuigen.
Zo, Mr. Thackeray,
hier is het. Ik ga ervandoor.
Ja?
Wat moet je hier?
- Ik wil graag met je moeder praten.
Wat een lef,
na wat je Wilsie hebt aangedaan.
Wilsie had al lang van school
af gekund, maar hij bleef.
Dat kan alleen betekenen
dat hij een moeder heeft...
die invloed op hem heeft.
Daarom hoop ik
dat u me wilt helpen.
Help me om Wilsie te helpen.
- Hij wil Wilsie niet helpen.
Hij heeft hem in de puree geholpen.
- Laat hem uitpraten.
Zit m'n zoon in de nesten?
- Ik denk dat het wel meevalt.
Maar dat weet hij niet. Ik heb een
vuurwapen van hem ingenomen.
Je hebt hem erbij gelapt.
- Houd je mond, jij.
Ik heb de politie nooit
verteld van wie het was.
Hij denkt dat hij wordt gezocht.
Hij is gewapend.
Ik moet hem vinden,
voordat het echt fout gaat.
Hij helpt de politie met zoeken.
Je moet weten wie je kunt
vertrouwen. Ik vertrouw deze man.
Dat moet jij ook doen. Breng hem
naar de schuilplaats van je broer.
Wilsie?
Wilsie?
Ik ben het, Arch.
Ik kom naar binnen.
Wie is er bij je?
- Thackeray.
Blijf waar je bent.
Donder op, Arch.
Het is in orde...
- Ik regel dit zelf wel. Ga weg.
Dacht je nou dat dat tovertrucje
van je nog eens zou werken?
Dat wapen werd gezocht,
maar jij had er niets mee te maken.
Is dat zo?
Heb je de politie meegenomen?
Nee.
- Zijn ze naar me op zoek?
Nee.
- Sta toch niet zo te liegen, man.
Rebecca heeft je met ze gezien.
Zonder dat wapen zou je me niet
voor leugenaar durven uitmaken.
Zo beter, ouwe? Zeg dan dat je
niet met de politie hebt gesproken.
Idioot, ik heb wel met ze gesproken,
maar jouw naam niet genoemd.
Waarom denk je
dat ik ontslagen ben?
Waarom zou ik dat geloven?
Het enige wat ik m'n leerlingen
bijbreng, is zelfstandig nadenken.
Doe dat maar even,
voordat je je hele leven verknalt.
Dat is mijn zorg.
- Het is ook een zorg voor je moeder.
Houd m'n moeder erbuiten.
- Hoe dan?
Ik heb geen zin om
met jou te staan praten.
Als we naar de politie gaan...
- Laat me met rust, zei ik.
Leuk geprobeerd, Tommie.
- Ik heb vier blaffers.
Hoeveel heb jij er, zwartje?
- Dat gaat je niks aan.
Met schieten los je niets op.
- Ik wil evenveel kans maken als hij.
Dit is een kwestie tussen jou
en mij. We staan allebei op.
Dan regelen we dit
voor eens en voor al.
Wat doe je nou? Ga liggen, man.
Dat kun je niet maken, man.
Wie is dat nou weer?
Wat moet die vent hier?
Het is Thackeray.
- Thackeray?
Is hij gek geworden?
- Ik ben ongewapend.
Ze vermoorden je, man.
- Loop hier rustig vandaan.
Er is vast politie in de buurt,
het is een valstrik.
Hij komt steeds dichterbij.
Bedenk wat je wilt.
Je kunt mij neerschieten of
je kunt hier weggaan.
Kom, ga liggen.
- Er is verder niemand.
Wacht nou, niemand loopt
op een vuurwapen af.
Je hebt nog een paar seconden
om tot een besluit te komen.
Als we een leraar neerknallen,
kunnen we het schudden. Wegwezen.
Een kranig stukje, Mr. Thackeray.
Om jou kunnen ze niet heen,
wat een confrontatie, man. Hier.
Ik heb er al eens een ingeleverd,
het is jouw beurt.
Je zegt het maar.
Ik wil dit inleveren.
Ik denk dat u me wel wilt verhoren.
Ik wil een verklaring afleggen.
Waar vind ik een rechercheur?
Ze hebben Wilsie opgepakt.
- Dannie ook, man.
Ga zitten.
Ik wil jullie voorstellen...
Waar zijn Danny en Wilsie?
- Dat zijn jullie zaken niet.
Waarom vertelt u niets?
- Waar is Mr. Thackeray?
Mr. Vollick is jullie nieuwe
geschiedenisleraar.
Ga zitten en pak jullie boeken.
Dat is onze leraar niet.
- Onze leraar is zwart.
Ik zou ze maar een toets afnemen.
- Een toets?
Jullie waren toch gearresteerd?
- Nee, het is opgelost.
Mr. Thackeray heeft alles geregeld,
als een echte advocaat.
Jullie vraag is beantwoord. Zitten.
- Nee, niks ervan.
Vertel ons eerst maar
waarom Mr. Thackeray er niet is.
Geen denken aan.
- Het is onze leraar.
Jullie leraar stapt straks
in het vliegtuig naar Londen.
Dat is niet waar.
Orde in de klas.
- Wilt u respect, Mr. Weaver?
Behandel ons dan met respect.
- Zo is dat.
We hadden eindelijk een echte
leraar en die neemt u ons niet af.
Wel eens van een sit-in gehoord?
- Wij blijven staan.
Passief verzet.
Staan ze daar nog steeds?
- Voorlopig wel.
Heb jij ze hiertoe aangezet?
- Dat zou kunnen.
Ik heb ze geschiedenis geleerd.
- Ga dan maar gauw naar binnen.
Thackeray.
Thackeray. Thackeray.
Ik denk dat ik beter kan gaan.
Mr. Vollick heeft het zwaar gehad
met jullie.
Ik wil dat jullie hem bedanken
voor de moeite.
Dank u wel, Mr. Vollick.
Dat is beter. Ga zitten,
we moeten nodig aan de slag.
We waren gebleven bij de
gezondheidszorg en de verkiezingen.
Welkom terug.
Hallo. Ik ben ook blij
dat ik terug ben.
Dat wilde ik even kwijt.
Tot morgen.
Ja, tot morgen.
Nee, er was nog iets
dat ik wilde zeggen.
Ik ken niemand die zo bijzonder is
als jij.
William Lopatynski.
Arch Carrouthers.
La Verne Mariner.
La Verne heeft zich opgegeven voor
de campagne van de senator.
Daar krijgt de senator
wat mee te stellen.
Danny Laredo.
Rebecca Torrado.
Evie Hillis.
Evie volgt een avondcursus
journalistiek.
Wilsie Carrouthers.
Wilsie werkt mee aan een
hulpprogramma voor straatbendes.
Lynn Guzman.
Heb je je nooit afgevraagd
of ze het wel zouden halen?
Soms dacht ik dat ik het
zelf niet zou halen.
Hoe vindt u het? Ik heb alle
bloemdecoraties zelf gemaakt.
Zo'n mooi examenfeest hebben we
nog nooit gehad.
Je bent geweldig, het is
prachtig. Wil je met me dansen?
Mr. Thackeray, ik kan
uit wel 500 colleges kiezen.
Neem ze niet allemaal tegelijk.
- Ik zal het proberen.
Frankie?
- Wat doet hij hier?
Hij is niet eens geslaagd.
Waar ben jij mee bezig?
- Met dansen.
Alleen met jongens die ik aanwijs.
- Ik ga niet meer met jou om.
Is dat zo?
- Het is zo en daarmee uit.
Ik ben net van school af en
van jou ben ik al veel langer af.
Haal je hand van m'n arm
of ik sla hem eraf.
Ik laat me niet dumpen.
- Ze was duidelijk, maat.
Blijf van haar af.
- Zorg jij daarvoor?
Als het moet.
- Neem je dan je hele bende mee?
Ik ben er.
- Ja, ik ook.
En ik.
Blijven we de hele avond staan?
Muziek.
Mag ik deze dans van u?
Jij zou het hem vragen.
- Ja, doe ik.
Wanneer dan?
- Straks, denk ik.
Waarom nu niet? Kom op.
Mr. Thackeray, we willen
graag afscheid van u nemen.
Nu nog niet,
het feest is nog in volle gang.
We vroegen ons af wanneer u
teruggaat naar Engeland.
Daar heb ik lang over nagedacht.
In Londen hebben ze
me op stal gezet.
Maar volgens mij is dit de stal.
Vertaling: SDI Media Group
Ripped by:
SkyFury