Tip:
Highlight text to annotate it
X
Nog steeds zijn de opkomst
en ondergang van Rome een raadsel.
We begrijpen de waarheid beter
als we bedenken...
... dat de ondergang evenals de opkomst
niet een maar vele oorzaken had.
Het was geen gebeurtenis,
maar een proces dat drie eeuwen duurde.
Het hele bestaan van sommige naties
duurde korter.
In 180 na Christus trok Marcus Aurelius
aan het hoofd van z'n legioenen op...
... tegen de Germaanse stammen
aan de Don
Caesar, de voortekenen zijn ongunstig.
Ik heb het hart niet kunnen vinden.
Timonides, als kind was ik heimelijk ***
dat de nacht nooit voorbij zou gaan.
Dat we verder moesten leven
in duisternis.
Toen was dat maar een kleine angst.
En toch, Caesar, komt de zon altijd op.
Ook straks weer.
Men zegt dat er kort voor de dageraad
meer mensen sterven...
... dan op welk tijdstip dan ook.
De nacht lijkt te fluisteren: Kom mee
naar het westen, slaap voorgoed.
Wat kan een extra dag je nog bieden ?
Wat kan een extra dag jou bieden,
Timonides ?
Warmte.
Leven.
Kleur.
Mensen.
Caesar, de zon.
Zoals je hebt voorspeld.
Gefeliciteerd, Timonides.
Dag, Timonides.
- Livius.
Hoe is het met Caesar ?
Om dat te beantwoorden moet je
drie kanten van de zaak bezien.
Een, onze keizer voert al 17 jaar
een moeizame oorlog.
Twee, niemand zal zeggen
dat Marcus Aurelius sterk is.
De soldaten maken een grapje
over Timonides.
Als je hem vraagt wat voor dag het is,
houdt hij een lezing over de kalender.
Het gaat toch goed met u, Caesar ?
Het lijkt wel of elke gouverneur
en koning beneden in het dal wacht.
Ik heb ze speciaal uitgenodigd.
Ik heb ook m'n zoon Commodus gevraagd,
jouw grote vriend.
Vertel over je laatste campagne
in deze barbaarse streken.
Hun leider, Ballomar,
is ons een paar keer ontsnapt.
Nog een paar dagen
en we brengen u z'n hoofd.
Niet doen, Livius. Wat moet ik ermee ?
Breng hem levend hier.
Hij is het hart van de barbaren.
- Breng me dan hun hart.
Ik wil met hem spreken.
- Spreken ?
Rome bestaat al duizend jaar.
We moeten nu in vrede samenleven
met wat jij barbaren noemt.
Breng me dus deze Ballomar levend.
En doe het vlug.
Er was een gerucht dat Lucilla hier was,
de dochter van Caesar.
O ja, de dochter van Caesar.
Zoals de duif *** is voor de adelaar,
en het lam voor de wolf...
... zo is m'n hart beladen met angst.
Moeder Vesta, eeuwige moeder
van Rome...
... help me.
Breng de gezondheid van m'n vader terug.
Bescherm ons tegen het gevaar
dat boven het keizerrijk hangt.
Laat er vrede zijn...
... overal in het Romeinse rijk
Lucilla.
Livius.
Lucilla.
Je bent zo mooi.
Je bent zo mooi.
Wat betekent dat ?
Het is zo lang geleden.
Ik was het vergeten.
Waarom heb je me in Rome
nooit opgezocht ?
Het leek wel of je niemand
echt wilde spreken.
Ik dacht dat ik door
teruggetrokken te leven...
... vrede zou kunnen vinden.
Toen merkte ik dat er
geen ware vrede is in alleen zijn.
Er is alleen maar eenzaamheid.
Ik ben ook eenzaam geweest.
Ik ben nu hier. Als mijn vaders
gezondheid verbetert...
... en je plichten als militair
het niet verhinderen...
... dan kunnen we elkaar ontmoeten,
als je dat wilt.
Dat wil ik.
Mithridatus, koning van Petra.
- Welkom, Mithridatus.
Costobacus, koning van de Omnia.
- Gegroet, Costobacus.
Severus, proconsul van Judea.
Afrika.
Welkom...
- Virgilianus van Syria.
Marcellus, gouverneur van Egypte,
zou ik denken.
Marcellus, vriend van Caesar.
En wie zou dit kunnen zijn, Timonides ?
Virgilianus, proconsul van Syria.
- M'n hartelijke dank, Timonides.
Virgilianus, vriend van Caesar.
Welkom...
Pericles, proconsul van Athene.
- Pericles van Athene.
Rome is vereerd, Sohamus,
dat de koning van Armenia bij ons is.
Caesar, Armenia hoopt op nog
nauwere banden met Rome.
Pertinax, Brittannia.
Welkom Pertinax, welkom Brittannia.
Gegroet, Caesar.
Gouverneurs, consuls, vorsten.
U bent gekomen van de Egyptische
woestijn, de Armeense bergen...
... de Gallische wouden
en de Spaanse grasvlakten.
U lijkt niet op elkaar
en draagt niet dezelfde kleren...
... noch zingt u dezelfde liederen...
... noch vereert u dezelfde goden.
Toch, als een machtige boom
met groene bladeren...
... en zwarte wortelen...
... vormt u de eenheid
die het Romeinse rijk is.
Kijk om u heen en kijk naar uzelf...
... en aanschouw de grootheid van Rome.
Tweehonderd jaar geleden waren
de Galliers onze felste vijanden.
Nu begroeten we hen als vrienden.
In de hele wereld zijn er maar
twee kleine grensgebieden...
... die ons nog vijandig zijn.
Een hier in het noorden, dat ons
scheidt van zogenaamde barbaren.
Het andere in het oosten, Persia.
Alleen aan deze twee grenzen vindt u
muren, schanspalen, burchten en haat.
Maar dit zijn niet de grenzen
die Rome wil.
Rome wenst en heeft behoefte aan
menselijke grenzen.
We hebben lange oorlogen moeten voeren,
uw lasten waren zwaar.
Maar nu komen we aan het eind
van de weg.
Hier liggen binnen ons bereik
gouden eeuwen van vrede...
... een ware Pax Romana.
Waar u ook woont, welke kleur
uw huid ook heeft...
... als deze vrede bereikt is,
brengt die voor iedereen...
... de opperste rechten
van het Romeinse burgerschap.
Caesar, bent u onwel ?
Een beetje pijn in m'n zij,
het gaat wel over.
Niet langer provincies of kolonies,
maar Rome.
Rome, overal.
Een familie van gelijke naties.
Dat is wat voor ons ligt.
Mogen de goden die dag snel brengen.
Lucilla, elke keer sta ik versteld
dat ik de vader ben van zoiets moois.
Zo kan ik het leven moeilijk
vaarwel zeggen.
Vader, u heeft een lang leven
voor u.
De dood is een normale zaak.
Heb je dat niet geleerd ?
Ik laat u niet van me weggaan.
- Is er een keus ?
Dit straaltje bloed, dit stel botten...
... dit net van zenuwen en bloedvaten
wordt gauw tot stof.
Geen keus.
Nu ik er ben, zorg ik ervoor
dat u beter op uzelf past.
Maar dan nog.
Er is weinig tijd.
Er is een beslissing
die ik niet langer kan uitstellen.
Ik moet de liefde van m'n zoon
opofferen.
Commodus mag beslist niet
m'n erfgenaam zijn.
Livius, het is mijn wens
dat jij me opvolgt.
Ik zal je aan alle aanvoerders
van het rijk...
... openlijk als m'n opvolger
voorstellen.
Maar u zei zelf, er is iemand nodig
die de zaken verandert...
... die nieuwe wegen vindt.
Een man van de tiende eeuw
van Rome.
Ik kan alleen oorlog voeren en geen
bondgenoten maken van de barbaren.
Dat lukt je wel.
Je hebt er het gevoel voor.
Maar Commodus deelt de troon
al met u.
Ik hoopte dat hij zou groeien
in rang en verantwoordelijkheid.
Maar hij stelt alleen belang
in spelen en gladiatoren.
U hebt me zelf in uw familie
opgenomen.
Commodus en ik zijn als broers.
Ik hou ook van Commodus.
Maar dat is maar een gevoel.
Alleen maar een persoonlijk gevoel.
Caesar. Commodus laat u groeten.
Hij is in het sneeuwland,
twee dagen hier vandaan.
Zal ik hem tegemoet gaan ?
- Doe dat, Livius.
Denk na over wat ik gezegd heb.
Onthou dat ik weinig tijd heb.
Al is Commodus m'n broer,
ik zou ook gedaan hebben wat u deed.
En zou je ook Livius hebben gekozen ?
- Ja.
Maar waarom aarzelde hij ?
Als hij de man niet was
om te aarzelen...
... bij die verantwoordelijkheid,
had ik hem niet gekozen.
Kom bij me zitten.
Laat me eens naar je kijken.
Ben je gelukkig ?
Je lijkt tamelijk gelukkig en toch...
Wat dan, vader ?
Ik ben bezorgd over een gerucht.
Je hebt je ooit in de tempel van
Vesta willen terugtrekken.
Het is te eenvoudig om het leven
als of mooi of akelig te zien.
Maar er was een tijd
dat het leven me erg akelig toescheen.
Dat was vanwege je moeder.
- Ik schaamde me.
En ze heeft u zo bedroefd.
Er waren ogenblikken van geluk
met haar. En van schoonheid.
Maar liefde zocht ze elders,
want ze kon niet van mij houden.
Jij, de beste, de geweldigste man.
Moet het dan zo, vader ?
Een paar momenten van schoonheid
en dan verraad ?
We moeten proberen meer begrip
te hebben voor anderen.
Begrip voor wreedheid en zwakte ?
Zelfs daarvoor.
Je hebt zo'n talent voor het leven.
Maar ik denk dat je er te veel
van vraagt.
Leer mededogen te hebben.
Leer barmhartig te zijn.
Voor jezelf ook. Mededogen en
erbarmen voor jezelf.
De toekomst zal grote eisen
aan je stellen.
O, vader.
Commodus.
Gaius Livius. Krijgsman, reiziger.
Commodus, allerromeinste Romein.
- Ik heb je gemist.
Hoe gaat het met je ?
- Met mij altijd goed.
Ik heb je veel te vertellen.
- Ik jou ook.
We zijn hier allemaal uit Rome.
Julianus, Niger, Claudius.
Vader.
Ik zie je bijna nooit.
Dat heb ik niet zo gewild.
- Ik ook niet.
Die oorlogen zijn eindeloos.
- Omdat u veel te zacht bent.
Ik zou het anders hebben gedaan.
- We doen zoveel dingen anders.
Kon u maar vaker in Rome zijn.
Er is een nieuwe generatie...
... een heel nieuw gevoel.
- Ben ik oud en seniel ?
Rome is na uw vertrek veranderd.
- Dat is waar.
Het krioelt er van de gladiatoren.
Zusje, ik dacht dat je Vestaalse
maagd geworden was.
En Rome aan jou en je atleten
overlaten ?
Vrouwelijke filosoof.
Jullie maakten al ruzie
zodra jullie liepen.
Je zult wel moe zijn.
- En ik heb dorst.
We praten gauw samen.
Nu eerst wat wijn.
- Kijk, Polybius en Victorinus.
We hebben samen in vier
campagnes gevochten.
Verulus hier heeft honderd
gladiatorengevechten gewonnen.
We komen meevechten.
Gladiatoren als soldaten ?
- Waarom niet ?
We zullen ze leren hoe ze iemand
moeten doden.
En nu wijn.
Marcus Aurelius, onze Caesar,
ziet er niet goed uit.
Dat doen stervenden nooit.
Maar je wist dat hij doodging.
Waarom komen jij en je soort
anders uit Rome ?
Weet je, Livius, bij jou voel ik
me pas prettig en veilig.
Je moet nooit veranderen.
Caesar zegt juist van wel.
- Vader denkt te veel na.
Een Romein heeft tegenwoordig
veel te piekeren.
Zeg, het leek wel even of je
eerlijke soldatengezicht...
... in een filosofische plooi zat.
Laten we niet denken maar drinken.
Net zoals vroeger ?
- Reken maar.
Heb jij logica geleerd ?
Weet je wat een dilemma is ?
Een dilemma ?
Dat is als er maar
twee mogelijkheden zijn...
... die allebei onaanvaardbaar zijn.
Dat is een dilemma.
Toe nou, drink met mij.
Drink met mij.
Ik ben de zoon van Caesar.
Ik laat je levend verbranden.
Hé, zeg Livius...
... vriend van me...
... m'n broer.
Er zit je iets dwars. Wat is er ?
Je vader...
... heeft mij gevraagd...
... om z'n erfgenaam te worden.
M'n eigen vader.
Maar ik ben toch z'n zoon ?
Hij moet me wel erg haten.
Hij haat je niet.
Ik heb er niet om gevraagd.
Je hebt ook niet geweigerd.
- Vraag me dat dan.
Dat van jou vragen ?
Als je goed luistert...
... *** je de goden lachen.
Ik *** ze niet lachen.
Je zult doen wat de goden beslissen.
Zij is voor jou.
Ze denkt.
Livius.
Lucilla.
Ben je klaar met Commodus en de wijn ?
Mijn wereld is opeens zo vreemd.
Ik weet niet meer waar ik ben.
Ik ben maar van een ding zeker.
Ik hou van jou, Lucilla.
Als je er zo zeker van bent,
waarom weet je het dan nu pas ?
Ik geloof dat ik het al
die jaren al geweten heb.
Ik ben er vast zeker van geweest
dat het op een dag zou gebeuren.
Geweten en toch niet geweten.
Geweten en toch niet geweten ?
Hoe kan dat nou ?
Ik begrijp niet goed hoe het kwam,
maar nu weet ik het.
Je was altijd bij me, overal.
Ik nam je mee als ik ten strijde trok.
Je was bij me op de koude velden.
Maar dat weet je toch ?
O, Livius. Wat ik weet, is dit:-
Jij was ook bij mij, altijd.
Af en toe wilde ik vluchten
voor het leven.
Dat heb ik niet gedaan,
want ik hield mezelf voor...
... dat je op een dag bij me zou zijn.
Ik wil de rest van m'n leven bij je zijn.
Want ik hou van je.
Echt waar, Livius ?
Breng hem veilig bij me terug.
Breng hem vlug bij me terug.
Maak dat hij altijd van me houdt.
Stel deze mannen weer op
achter de linies.
Ik zal de aanval leiden.
- De eerste golf dient als lokaas.
Er zullen er veel sterven.
Vooral hun leider loopt gevaar.
We gaan eerst
en zullen jouw lokaas zijn.
Als ik sterf,
waren de goden niet met mij.
En dan, Livius, m'n vriend,
m'n broer...
... zou dat je niet van een grote
last bevrijden ?
Op bevel dringt u met uw mannen
steeds verder het bos in...
... tot de barbaren denken
dat ze kunnen aanvallen.
U houdt stand tot wij de val sluiten.
Wij zullen standhouden.
Ballomar.
Ballomar is ontkomen
door de lafaards onder uw gladiatoren.
Vader.
Het besluit is genomen, Lucilla.
Armenia en Rome komen
nog nauwer tezamen.
Een stukje Rome...
... een lieftallig deel ervan,
wordt Armeens.
Ik wil dat je dit
onder je hoede neemt.
Ik heb het tijdens de campagne
in dit woud geschreven.
Ik zal er goed op passen.
Ik heb geprobeerd mezelf
ervan te overtuigen...
... dat m'n zorgen onredelijk zijn.
Maar dat zijn ze niet.
In het oosten ligt het gevaar
voor ons.
Een bondgenootschap moet
duidelijk maken...
... welke waarde Rome hecht
aan de oostgrens.
Een bondgenootschap met Armenia.
En dus...
... moet Caesar z'n dochter
ten huwelijk geven...
... aan de koning van Armenia.
Ik had gehoopt dat de goden
ons gunstig gezind zouden zijn...
... zodat je niet een huwelijk
zonder liefde zou hoeven sluiten.
Vader.
U weet beter dan wie ook wat
een huwelijk zonder liefde betekent.
Ja.
Ja, dat weet ik.
Ik weet dat u van me houdt.
Daarom...
... als u het van me vraagt...
... dan wil dat zeggen
dat u uit alle macht heeft geprobeerd...
... een andere manier te vinden.
- Dat heb ik ook gedaan.
En u heeft die niet gevonden ?
Nee, ik heb die niet gevonden.
Daarom moet het gebeuren.
Zo straft Rome lafaards.
Hou daarmee op.
Je noemt ons lafaards. Laat twintig
van onze mannen met elkaar vechten.
Dan zullen we eens zien wie er laf is.
Ga opzij.
- Blijf allemaal van Verulus af.
Ik voer het bevel
over het noordelijke leger.
Ga door met de strafvoltrekking.
Ik sta dit niet toe.
- Hou je erbuiten, Commodus.
Dat kan ik niet.
- Ik ook niet.
Laat de goden dan maar beslissen.
Ja, de voortekenen waren slecht.
Voor ons ? Voor Rome ? Hier kunnen
we toch duidelijke taal spreken ?
Wil je dat de goden ons
hun boodschappen op schrift geven...
... en ons over elke kleinigheid
adviseren ?
Is de moord op een keizer
een kleinigheid ?
Moord ?
Caesar weet dat hij gaat sterven.
Hij kan elk moment Commodus onterven
ten gunste van Livius.
Als hij dat in het openbaar doet,
waar blijven wij dan ?
Maar om Caesar te doden...
Weet Commodus dit ?
- Hij weet er niets van.
Hij mag het nooit te weten komen.
Caesar heeft zoveel mensen om zich heen.
Hoe pak je het aan ?
Heel gemakkelijk.
We weten hoeveel hij van fruit houdt.
Appels.
Er zit een dodelijk gif op dit mes.
Aan de kant waar er een slang
is gegraveerd.
Snij daar een appel mee door.
Bied de giftige helft aan Caesar aan
en eet de andere helft zelf.
Lang leve keizer Commodus.
Al zijn er honderd getuigen bij,
niemand zal je verdenken.
Van wie pakt Caesar fruit aan ?
Wie is er zo intiem met hem ?
Ik.
- Jij ?
Jij bent blind.
Ik kan op de tast de kant van
het lemmet herkennen.
Wie beter dan een blinde ?
Heb je gevoel voor ironie,
Marcus Aurelius ?
Kijk dan eens goed hoe de keizer
van het Romeinse rijk...
... tot niet meer wordt dan een slaaf.
En wie of wat is je meester ?
Slaaf ?
Een plekje in je zijde.
Misschien niet groter
dan een tarwekorrel.
Wat heb je nu aan je wijsheid ?
Geen antwoord ?
Denk aan wat je in de loop der jaren
hebt gelezen en gedacht.
En al die uren dat je gesproken hebt
met je vriend Timonides.
Dat zal je vast op dit moment
hebben voorbereid.
Het was niet genoeg, hé.
Je bent er niet klaar voor.
Waarom ?
Waarom is bij al dat gepraat
de dood niet aan de orde gekomen ?
Of wist je diep in je hart
dat je wijsheid hulpeloos was...
... tegenover dit allergrootste
mysterie ?
Dan wordt alle andere kennis en kunde
banaal en zinloos.
Had je dan nagedacht, gelezen,
gepraat of gepeinsd ?
Misschien is het maar goed ook.
Want als mensen niet denken, lezen
of met elkaar spreken...
... vooral als ze niet met elkaar
spreken...
... dan zijn ze geen mensen meer.
Hij komt me halen.
De zwijgende veerman, die me
de donkere rivier zal overzetten.
Ik ben nog niet klaar voor je.
Kunnen we hierover niet
tot een vergelijk komen ?
Ik vraag je twee jaar te wachten.
Een jaar.
Ik kan het niet in minder
dan een jaar doen.
Ik vraag niet om genoegens,
vriendschap of liefde.
Ik heb het alleen over Rome.
En als ik Rome zeg,
dan bedoel ik de wereld.
De toekomst.
Ik ben bereid met pijn te leven.
Wat kan een jaar jou nou uitmaken ?
Ordinair, dom ding.
Toch was ik het die zei:-
Geeft de vijgenboom niet
naar haar aard vijgen...
... zoals de bij honing geeft...
... en zoals de leeuw zich
op de lammeren stort ?
Zo is het naar de aard der dingen
dat jij me komt halen.
Vergeef me, veerman.
Ik realiseerde me niet
dat je blind en doof bent.
Kom me halen wanneer je wilt.
Mijn hand zal ons leiden.
Maar dit zeg ik je:-
Er is een grote waarheid
die we nog niet hebben ontraadseld.
O, jij bent het, Cleander.
Kan ik iets doen, Caesar ?
Ik lijd pijn.
Volgens de Grieken verzacht fruit
de pijn het beste.
Deel deze met me.
Ik ben toegezegd aan koning Sohamus.
Maar je bent de mijne.
- Vader heeft z'n woord gegeven.
Laten we weggaan.
- Waar kunnen we heen ?
Als we maar ergens alleen zijn.
- Zo'n plaats bestaat er niet.
Ik ben de dochter van Caesar.
- Je bent een vrouw.
Dat is een veel hogere rang.
Zo zou ik niet kunnen leven
en jij ook niet.
Ik zou het kunnen.
Als ik moest kiezen tussen
Caesar's erfenis of jouw liefde...
... dan koos ik jouw liefde.
Ik kan het niet.
Hoe kan je iets anders doen ?
Alleen dit is echt.
De rest is een half leven, een droom.
Alleen dit.
Hoe kan je me vragen alles
wat ik ben te vergeten...
... alles wat m'n leven betekent ?
Hoe kan je leven iets betekenen
zonder liefde ?
Ik laat dit niet gebeuren.
Vader...
... waarom heb je...
... me verloochend ?
Vader.
Livius.
Zoek je een document, Timonides ?
Iets waarin vader z'n erfgenaam
aanwijst ?
Zo'n document is er niet.
- Er moet er een zijn.
Z'n laatste woord was Livius.
Ik zal getuigen
dat het de wens van Caesar was...
... dat jij z'n erfgenaam zou zijn.
Als het alleen jouw woord was,
zou er twijfel zijn.
Caesar moet ongetwijfeld Caesar zijn.
Is het mogelijk op een andere manier...
... de echte erfgenaam
van Marcus Aurelius te worden ?
Gegroet, ongetwijfelde Caesar.
Gegroet, Commodus. Gegroet, Caesar.
Ik zal nooit vergeten
wat je vandaag gedaan hebt.
Laat het in alle vier hoeken
van het rijk horen...
... dat ik, Commodus, nu Caesar...
... Gaius Metellus Livius benoem...
... tot opperbevelhebber
van alle Romeinse legers...
... en proconsul van het Romeinse rijk...
... die alleen aan Caesar zelf
ondergeschikt is.
Denk erom, u bent sterfelijk.
In deze gebouwen
bewaren jullie alle wetten...
... en alle geschriften
van de grote mannen van Rome.
Ik vertrek met m'n echtgenoot.
Binnenkort ben ik ver weg
van deze stad.
Nu vraag ik...
... dat jullie hier goed op
willen passen...
... de bespiegelingen
van m'n vader, Marcus Aurelius.
Wat er in de komende tijd ook
mag gebeuren...
... zorg dat ze niet vernietigd worden.
Want dit is Rome.
Toen...
... m'n vader stervende was,
heb ik met de goden gesproken.
Ik zei: Ik ben niet als m'n vader.
En als ik tot Caesar gekroond word...
... verander ik alles wat hij gedaan heeft.
Ik bood ze m'n leven aan.
Ik zei: Als het niet goed is voor Rome
dat ik Caesar word...
... laat me dan sterven.
Maar zoals jullie zien...
... leef ik nog.
En ik ben Caesar.
En nu...
... ga ik zorgen dat Rome
weer een stad wordt van licht...
... van feesten, schoonheid en kracht.
Er komen spelen.
De mensen in de stad krijgen te eten.
Jullie provincies leveren
dubbel zoveel graan...
... en de belasting wordt verdubbeld.
- Caesar, dat kan niet.
Er heerst niet alleen in Syria
en Egypte honger...
... maar ook in Armenia, Cappadocia
en Arabia.
Overal in het oosten sterven
de mensen van honger.
Toen bekend werd dat u ons
geroepen had, kreeg men hoop.
Men zei: Rome kan ons niet laten
sterven, de jonge Caesar zal helpen.
Als we deze orders uitvoeren,
is er overal kans op opstanden.
Zeg maar tegen je provincies...
... tegen Egypte, Syria
en het hele oosten van het rijk...
... dat ik ze bij de minste tegenstand
in de pan zal hakken.
Zeg ze ook dat ze de zwakheid
van m'n vader moeten vergeten.
Een dodenmars van Polybius' leger.
Een hinderlaag.
De barbaren slachten Romeinen
als mensenoffer.
Aanvallen.
Ballomar.
Leg je wapens neer, we hebben
elkaar lang genoeg bevochten.
Je sleurt mij en m'n volk nooit
als slaven door de straten van Rome.
Jij en je volk worden nooit tot
slaaf gemaakt, op m'n erewoord.
Caesar accepteert dat nooit.
Het zijn krijgsgevangenen.
Ze moeten als slaaf worden verkocht.
Laten we sterven
terwijl we Romeinen doden.
Keten ze.
Tot we als mensen
met ze kunnen praten.
Je hoeft alleen maar je woord
te geven en de ketenen gaan af.
Jullie begrijpen het niet.
Livius wil je ketenen afdoen.
Hij wil vrije mannen en vrouwen
van jullie maken.
Hij wil Romeinen van jullie maken.
Vertrouwen jullie het woord
van Livius soms niet ?
Dit is Wodan, onze oorlogsgod.
Zijn jouw goden sterker,
dan geven ze je kracht.
Zo niet, raak dan Wodan aan.
Jullie zijn omringd door Romeinse
soldaten.
Als ik schreeuw, brengen ze jullie om.
We hebben de slag verloren,
volgens Wodan moeten we sterven.
Bekijk het logisch. Je wilt weten
of onze god sterker is.
Wat zegt het nou
als ik jouw god aanraak ?
Alleen maar dat ik zwak ben.
Ten tweede...
We willen jullie helpen,
jullie bevrijden.
Als ik schreeuw, sterven jullie.
Al ben ik slaaf geweest,
ik ben geen pijn gewend.
Al ben ik filosoof, toch ben ik zwak.
Ze zijn het niet waard.
Barbaren. Monsters.
Beesten.
Raak Wodan aan, dan weten we
dat je goden zwak zijn.
Ik kan dit niet verdragen.
Het is meer dan een mens
kan uithouden.
Ik kan het niet.
O, Livius. Wat een wereld...
... als de toekomst
van zulke mensen afhangt.
Dat was helemaal niet m'n bedoeling.
M'n geloof was niet sterk genoeg.
Je hebt geen kik gegeven.
Dat is geen reden
om onze god aan te nemen.
Dat is geen reden om je te bekeren.
- Wil je ons niet, Romein ?
Jullie ellendige, ongeletterde,
halve beesten.
We hebben voor iets heel anders
gevochten.
En toch...
Ja, we willen jullie wel.
We willen jullie.
Zuster.
Hij zou de beste gladiator
van Rome kunnen zijn.
Ja, je hoort in de arena thuis.
Ben je helemaal hierheen gekomen
om bijdehand te doen ?
Alles wat je doet, heeft een doel.
Ik zeg je wat je vrienden verzwijgen.
Je drijft het oosten tot opstand.
- O, je komt me de les lezen.
Wil m'n zus er wel om denken...
... dat ze haar broer niet kan
commanderen of bespotten.
Vergeet niet dat ik Caesar ben.
Ik doe wat ik wil.
O ja, werkelijk ?
Je wilt maar een ding,
alles wat vader deed ongedaan maken.
Je hebt altijd wrok gevoeld tegen mij.
Waarom ?
Wat heb ik je ooit misdaan ?
- Het gaat om wat je nu doet.
Je liegt. Ik weet toch
dat jij vader tegen me opzette.
Dat hoefde ik niet te doen.
Hij wist hoe wreed je was.
Waarom wist hij niet van jouw
wreedheid ? Vooral tegen moeder.
Ik was in de kamer toen ze stierf.
Toen onze moeder stierf.
Weet je het nog ?
Ik hoorde haar smeken:
Lucilla, waarom haat je me zo ?
Vergeef me, als ik je pijn heb gedaan.
Je zei geen woord. Was dat niet wreed ?
Er was een reden voor.
- O ja, welke dan ? Zeg op.
Niets, niets.
- Vertel het me, zeg op.
Caesar, u bent ongewapend.
Zelfs een vrouw met een dolk.
is gevaarlijk.
Ze heeft geen dolk.
Ze is m'n zuster.
Laat ons alleen.
Je kwam me dus waarschuwen ?
Geen andere reden ?
Wist je niet dat Livius op weg
terug is naar Rome ?
Dat wist ik niet.
Weet je waarom hij komt ?
Blijf hier bij me, Lucilla.
We vinden wel een andere manier
om de trouw van Armenia te verzekeren.
Gaius Metellus Livius.
Ze zeggen dat Lucilla hier is.
Ze zeggen ook dat alles mogelijk is
nu Commodus Caesar is.
Ik *** van die wilde geruchten...
... dat je komt met een hoofd
vol ideeën voor een nieuw Rome.
Het Rome van m'n vader.
En dat je van plan bent
die ideeën in de Senaat te brengen.
Die wilde plannen van je.
Wat zou je doen, als ik zei:-
Livius, ik wil niet dat je dat doet.
Alleen dat, meer niet.
Ik zou nog steeds doen
wat volgens mij nodig is.
Laat dat plan varen, Livius.
Dan zorg ik dat jij en Lucilla
altijd samen kunnen zijn.
Wat moet ik doen ?
Ik ben niet zo sterk als ik dacht.
Ik heb niet zonder jou leren leven.
We kunnen niet leven zonder elkaar.
Dat zei ik, maar je luisterde niet.
Ik dacht dat je vader had verraden.
Nu weet ik dat je op jouw manier
de wereld wil maken zoals hij haar wilde.
Als ik zo'n wereld wil maken,
houdt Commodus ons gescheiden.
Maak die wereld, dan zullen we wel zien
wat ons kan scheiden.
Gegroet, bedwinger van de Germanen.
- Gegroet, Livius Germanicus.
Eerbiedwaardige vaderen
en senatoren van Rome...
... heeft u gehoord
wat er wordt voorgesteld ?
Gaius Metellus Livius heeft gevraagd
dat wij, de Senaat van Rome...
... deze barbaren, deze wilden
zullen begiftigen...
... met het Romeinse burgerschap
en ze op Romeinse grond laten wonen.
Dat we deze zwervers en moordenaars
behandelen als broeders...
... als gelijken.
En onze andere provincies dan ?
Wat gebeurt er met Gallia,
dat ons zo trouw is ?
Of met Syria ?
Of Egypte, dat ons graan stuurt ?
Als de barbaren Romeinen worden,
valt het hun dan te weigeren ?
Wat is het Romeinse burgerschap
dan nog waard ?
Het wordt iets goedkoops en vulgairs.
Iets om weg te geven, zoals brood.
Ik zeg nee.
Wij zijn Romeinen, krijgers.
Laten we ons dit giftige idee
uit het hoofd zetten.
Kruisig hun leiders,
maak de rest tot slaven.
Leer ze voor eens en altijd af
om oorlog te voeren tegen Rome.
Zo doen we dat in Rome.
Eerbiedwaardige vaderen van Rome.
U heeft me onthaald als een soldaat,
na een kleine zege in de oorlog.
Daar dank ik u voor.
Maar vandaag moet u een moeilijk
besluit nemen.
Het hoort niet zo te zijn
dat ik als soldaat uw stem beïnvloed.
Ik vraag Caesar daarom een man,
die soldaat noch senator is...
... maar een filosoof,
die verstandig kan redeneren...
... in mijn plaats te laten spreken.
Romeinse landgenoten.
- Je bent een Griek.
Griek van geboorte,
Romein uit vrije keus.
Slaaf.
Slaaf van geboorte.
Ik heb m'n vrijheid verkregen.
Romeinse landgenoten.
Als leraar weet ik
dat als ik een les honderd keer geef...
... en als de leerling
het dan nog niet begrijpt...
... dan moet ik wel aannemen
dat er iets mis is.
Met de les, of met de leraar.
Honderd keer hebben we de zogeheten
barbaren geleerd...
... wat de gevolgen zijn
van oorlog met Rome.
We verbranden hun dorpen,
we kruisigen hun leiders...
... we maken hun jongeren tot slaaf.
De branden doven,
de doden worden begraven...
... de slaven sterven uiteindelijk.
Maar de haat die we achterlaten
sterft nooit.
Haat betekent oorlog.
Oorlog wil zeggen
schatplichtige heffingen...
... die we aan onze provincies moeten
ontrukken. Belastingen.
Honger, ziekte.
Wat een geld kost dat.
Wat een verspilling.
En toch is het antwoord eenvoudig.
We moeten geen oorlog voeren.
- Geen oorlog ?
Terwijl je vrienden ons voortdurend
aanvallen ?
Dit is verraad.
Deze mensen laten hun bedoeling
duidelijk blijken.
Ons vernietigen
en de hele Romeinse manier van leven.
En toch is het antwoord eenvoudig.
Laten we 'mijn vrienden' omvormen
tot vredelievende mensen.
We geven ze onze verlaten akkers.
Dan hebben ze niet alleen zelf
te eten, maar ik beloof u...
... ze zullen eten naar Rome sturen.
- Daar ben ik het mee eens.
Zet ze daar neer, laat ze voor ons
produceren, maar als slaven.
Zo is het altijd geweest.
Niger had 20.000 slaven
op z'n landgoed, waar zijn ze nu ?
Allemaal verkocht of vrijgelaten.
Waarom ?
Omdat Niger tegen de slavernij is ?
Nee, omdat het niet meer loont
slaven te houden.
Slaven produceren niet zoveel
als vrije mensen.
Laten wij doen wat winstgevend is
en rechtvaardig.
Laat ze delen in de grootste gave...
... en ze de Romeinse vrijheid geven.
Dan vertellen ze door
dat Rome ze als gelijken behandelt.
Dan hebben wij de menselijke
grenzen...
... de Romeinse vrede
die Marcus Aurelius heeft beloofd.
In naam van Caesar.
In naam van Caesar.
Caesar heeft me gevraagd:-
Wanneer is Rome ooit groter
of sterker geweest ?
Ik zeg in antwoord aan Caesar:-
Nooit is Rome groter of sterker
geweest dan nu.
Wat heeft ons rijk samengebonden ?
Onze kracht, onze macht.
Gelijkheid, vrijheid, vrede.
Wie anders dan Grieken en joden
en slaven gebruiken die woorden ?
Achter hem en z'n mensen
komen de Vandalen.
Miljoenen van hen wachten op
onze zwakte om ons te vernietigen.
Als we deze barbaren opnemen...
... zeggen onze vijanden
dat we het uit zwakte doen.
Dan stromen ze van alle kanten toe.
Dat wordt het eind van het Romeinse rijk.
Het wordt het eind van Rome.
Het eind van Rome ?
Hoe sterft een keizerrijk ?
Stort het in een vreselijk ogenblik ineen ?
Nee.
Maar er komt een tijd dat het volk
er niet meer in gelooft.
Dan...
... begint een keizerrijk te sterven.
Vaderen van Rome.
Ik heb geleefd onder vier grote keizers.
Trajanus...
... Hadrianus...
... Antoninus...
... en Marcus Aurelius.
En in al die jaren
is ons keizerrijk gegroeid...
... veranderd.
De wet van het leven is: Groei of sterf.
U, de senatoren,
bent het hart van Rome.
Het volk spreekt middels u.
Spreek dan, laat de wereld u horen.
Laat de wereld weten,
dat Rome niet zal sterven.
Er zijn miljoenen zoals zij
die wachten aan onze poorten.
Als wij de poorten niet openen,
halen ze die omver...
... en vernietigen ze ons.
Maar laten we in plaats daarvan...
... steeds groter en luisterrijker worden.
Laten we hen opnemen,
laat het hart van het rijk groeien.
Eerbiedwaardige vaderen...
... we hebben de wereld veranderd.
Kunnen we onszelf dan niet veranderen ?
Ja, het is tijd om te veranderen.
- Geen oorlog meer.
Een Romeinse vrede.
Livius.
Je hebt gewonnen.
Wij hebben gewonnen.
In de Senaat. Nu Rome nog.
Rome staat achter je, het leger ook.
En ik ook.
Verjaag Commodus. Met jou als Caesar
zal heel Rome veranderen.
Je hebt me verslagen, nietwaar ?
Het ging om Rome, niet tegen jou.
Het is me nu duidelijk
waarom je gekomen bent.
Om me te gronde te richten.
Ik kan jullie twee wel doden.
Wat de Senaat betreft...
- Waag het niet...
Ik verzet me niet tegen de wil
van de Senaat.
Je barbaren mogen zich vestigen,
maar jij...
... jij bent m'n tweede man niet meer.
Ga terug naar het noorden.
Je gaat de grens bewaken
tot ik het genoeg vind.
Nee, nee, zuster.
Je krijgt verder geen kans meer
om tegen mij samen te spannen.
Je gaat terug naar je man in Armenia.
Je ziet Rome en Livius nooit meer terug.
Een paar dagen geleden wilde u
nog vrede sluiten met Rome.
In de afgelopen jaren hebben we
veel verdragen gesloten...
... met vele stammen.
Van de volkeren in het noorden
bent u het enige nog.
Als u *** bent voor
de Vandalen aan de grens...
... zal Rome u beschermen.
Waarom weigert u dan nog ?
Zeg het duidelijk, nu meteen.
Of maak dat u wegkomt.
Al die jaren in deze wildernis,
en wat hebben we bereikt ?
Voor het eerst in de historie
is het noorden grotendeels in vrede.
Een man kan maanden,
zelfs jaren alleen zijn.
Maar een keer wordt het allemaal
net iets te veel.
Zou dat ook zo zijn
als Lucilla hier bij u was ?
Een bevel van Caesar.
U moet terugkeren naar Rome.
Timonides, kijk. Daar is Livius.
Met ons gaat alles goed.
- We zijn welvarend.
We hebben een huis,
net als de Romeinen.
We hebben meer dan genoeg
voor onszelf.
De macht van de menselijke
geest is onbegrensd.
Ten goede of ten kwade.
Heb je iets van Lucilla gehoord ?
- Nee.
Ik heb al maanden niets gehoord.
Er heerst hongersnood in Rome.
De mensen sterven bij duizenden.
Ik wil er voor het donker zijn.
Fijn dat het goed met jullie gaat.
Een vreselijke tijd, Livius.
Ik vrees dat de goden vertoornd zijn.
Ze kwellen Rome met deze epidemie.
Er zijn duizenden doden.
Ik ben alleen...
Ik heb niemand
tot wie ik me kan wenden.
Alleen jij.
Ik wilde hier niet weg.
Het hele oosten is in opstand. Arabia,
Judea, Cappadocia, Syria, Egypte.
Daar ook ?
Daar zitten Marcellus en Virgilianus.
Die waren altijd zo trouw.
Ja, aan m'n vader.
Nu brengen ze legers op de been
tegen mij, tegen Rome.
Zelfs Sohamus doet met ze mee.
Hij heeft Lucilla gedwongen
met hem te vluchten.
Waar is het oostelijke leger ?
Het heeft de kant van de rebellen
gekozen.
Alleen het noordelijke leger
is nog over...
... om ze te vermorzelen.
En jij...
... jij bent de enige
die ze zullen volgen.
Livius.
Neem het bevel op je.
Geef mij deze macht niet, Commodus.
De goden zijn met me.
Ze staan altijd aan mijn kant.
Ga naar het oosten
en druk deze rebellie de kop in.
Geef me deze macht niet.
Ik ben niet ***.
Jullie wilden praten. Spreek dan maar.
Je wilde vechten
voor je ons had gesproken.
Jullie zijn in opstand.
Marcus Aurelius sprak
over gelijke naties.
Rome duldt geen opstand.
- We zijn oude vrienden.
Jullie zijn verraders.
Twee legers zijn aan het muiten.
Jullie bedreigen het rijk.
Wij zijn niet de enigen.
Livius.
De goden zijn ons goed gezind.
Ze hebben jou gestuurd.
Ben jij hierbij betrokken ?
- Ik heb er alles mee te maken.
Met rebellie ?
- We scheiden ons af van Rome.
We stichten hier
ons eigen oostelijke keizerrijk.
Je creëert een chaos.
Wat moet jullie samenbinden ?
Alles valt uiteen.
- Niet als jij meedoet.
We maken Rome groter dan ooit.
- Wat heb je gedaan ?
Ik wil de ramp afwenden
die m'n broer creëert.
Misschien doet hij veel verkeerd,
maar zo verzet je je daar niet tegen.
Ik kan je het rijk niet laten vernietigen.
Je kunt het niet.
Neem je leger dan mee terug naar Rome.
We zoeken het zelf wel uit.
En de opstand ongestraft laten ?
- Ik doe mee aan deze opstand.
Ik begin me af te vragen
of je ooit van me hebt gehouden.
Het is uit liefde
dat ik zoveel heb gewaagd.
Vlucht, Lucilla.
Verberg je voor het te laat is.
We zullen de opstandige legers
vermorzelen.
Ik vlucht niet.
Je hebt het bestand geschonden.
Beter dan dat, we hebben ons
verbonden met de Perzen.
De Perzen.
Wat kunnen wij doen ?
Doen we met Livius mee ?
Commodus zal ons alleen martelen
en ombrengen.
Er vechten Romeinen tegen Perzen,
terwijl wij toekijken.
Ontsteek het vuur achter ons.
Als ik sneuvel,
wordt Lucilla op mijn bevel gedood.
De koning is dood.
Ik heb verloren. Laat me sterven.
- Nee, ik wil dat je blijft leven.
Ik wil sterven, Livius.
Heil, Livius.
Commodus, keizer van de Romeinse
wereld, groet u.
Bij proclamatie heet u voortaan:
Gaius Metellus Livius Partius...
... veroveraar van Persia.
Caesar laat u zeggen:-
Livius, m'n vriend, m'n broer,
deel de troon met me.
Word Caesar, samen met mij.
Maar eerst moeten de volgende dorpen
worden verwoest.
In elke opstandige stad moeten
5000 mensen gekruisigd worden.
In elke stad moeten 5000 mensen
levend verbrand worden.
We zullen ze leren in opstand te komen.
Stop de kruisigingen.
Arresteer deze mannen.
Romeinen.
Nu zeggen we tegen onze Senaat,
tegen ons rijk en de wereld:-
Kijk, hier ontmoeten we elkaar
in vriendschap...
... de blonde mensen uit het noorden
en de donkere uit het zuiden.
Wat wij hier doen, zou overal op
de wereld gedaan kunnen worden.
Waar is dat geschenk van Gaius Livius ?
Dit heeft Livius ons geleverd.
Gaius Metellus Livius.
Heb je gezegd
dat ik de troon wil delen ?
Dit was z'n antwoord:-
Zeg Caesar, er komt een nieuw Rome...
... of een nieuwe Caesar.
Cleander.
Bezorg me goud, Cleander.
Haal het van elk monument,
elke tempel, de goden en godinnen.
Geef me genoeg goud
om Livius en z'n nieuwe Rome te smoren.
Roei de barbaren uit.
Mannen van Rome.
Raak deze mensen niet aan.
Ze zijn jullie broeders geworden.
Laat ze in vrede leven.
Ze zijn nu Romeinen.
Doe ze geen kwaad.
Alle noordelijke volkeren zullen
met dood en vuur antwoorden.
Hun haat zal eeuwenlang leven.
Het kost rivieren van Romeins bloed.
Jullie maken er moordlustige
volkeren van.
Gooi jullie wapens neer.
Laten we samen in vrede leven.
Nee, nee.
Wat is er gebeurd,
zachtmoedige Griek ?
Wilde je ze vertellen
dat er drie mogelijkheden waren ?
Wist je niet
dat er een vierde mogelijkheid is ?
Deze.
Zo beantwoorden ze rede.
Nu moet zelfs jij begrijpen
dat je ze alleen zo kunt antwoorden.
Kijk eens naar z'n gezicht.
Zeg me wat ik in zijn naam moet doen.
Moet het leger Rome binnenrukken
en de stad smoren in bloed ?
Hij is dood.
Hij komt mij niet dood voor.
Ik kan z'n leven nog voelen
en z'n woorden horen.
Hij was m'n vaders vriend.
Ik ga alleen Rome in.
Als ik bij zonsondergang
niet terug ben...
... laat het leger dan Rome
binnentrekken.
Ze hebben een god van me gemaakt.
Wist je dat ?
Ik laat het vieren
met dertig dagen van feesten.
Vertrek onmiddellijk, Commodus.
Ik kan je leven nog sparen.
Ik heb eindelijk door waarom
ze die epidemie hebben gezonden.
Er was hongersnood.
Er waren te veel monden.
Dus hebben de goden minder
monden gemaakt.
Het leger staat aan de poorten
van de stad.
Als ik bij zonsondergang niet terug
ben, rukken ze de stad binnen.
Ik heb je alles aangeboden
en toch verzet je je tegen mij.
Je had een god kunnen worden.
Pak een zwaard,
dan laat ik het je zien.
Ik zal je laten zien
wat voor god je bent.
Ik zal een beroep doen op de Senaat.
Ze zullen toch nog een beetje
om het rijk geven.
Ik heb veel van je gehouden,
Livius.
Toch moet je nu sterven.
Maar dat is het soort grap
waar de goden van houden.
Je zei eens dat je de goden
nooit had horen lachen.
Luister.
Luister goed.
Glorierijke Caesar...
... die genoemd wordt Lucius Aelius
Aurelius Commodus...
... Augustus Pius Felix.
Pacificator van de hele wereld.
Onoverwinnelijke.
De Romeinse Hercules. Hogepriester.
Imperator. Vader van het land.
En nu veroveraar van Persia.
We zijn hier om onze goddelijke Caesar
om toestemming te smeken...
... om af te kondigen
dat met ingang van vandaag...
... ons rijk niet meer
het Romeinse rijk heet...
... maar het rijk van Commodus.
En dat deze stad niet Rome is...
... maar de stad van Commodus.
Jullie hebben m'n toestemming.
Gaius Livius is onder ons.
Gaius Livius wenst te spreken.
Spreek.
Eerbiedwaardige vaderen van Rome.
Wat heeft u gedaan ?
Wat is er van u geworden ?
U bent de Senaat van het Romeinse volk.
De stem, het geweten van het rijk.
Verzet u, bevrijd u van deze mens...
... die het rijk in gevaar heeft gebracht.
Het leger staat aan de poort
en steunt u.
Verrader.
Bericht van Caesar.
Wijziging van het commando.
Een nieuwe bevelhebber.
Gaius Livius is geen aanvoerder meer.
Jullie nieuwe commandant
is Caesar zelf.
Goud, Caesar heeft goud gestuurd
voor de soldaten van Rome.
Goud, goud.
Drieduizend dinar in goud voor iedereen.
Drieduizend dinar. Goud, goud.
Voor iedereen drieduizend dinar.
Er is op de wereld niet genoeg goud
om iedereen drieduizend dinar te geven.
Kijk, kijk.
Zie je wel, Livius...
... de dag is voorbij
en het leger trekt Rome niet binnen.
Onze nieuwe god Caesar
eist mensenoffers.
Jij en deze anderen zullen
de eersten zijn.
Daar is dat geweldige Romeinse
leger van je.
Gekocht voor een handvol goud.
Waar wachten we op ?
Laten we ons deel pakken.
En Livius dan ?
- Waarvoor heb je jaren gegeven ?
Je hebt bloed vergoten,
vrienden zijn gestorven.
Gooi je dat allemaal weg ?
Onze tijd is gekomen.
- De tijd voor verraad.
Deserteurs.
Wij zijn geen deserteurs.
We gehoorzamen onze Caesar.
Jouw Caesar koopt jullie.
Als je dat goud aanpakt,
ben je een verrader.
Noem je mij een verrader ?
Jij leidt een opstand.
Polybius.
Vlucht, red jezelf.
Dit kan niet waar zijn.
Niet vaders leger.
Wat is ervan geworden ?
- Er is niets meer over.
Duisternis en dood.
Vlucht snel, Lucilla.
- O, Polybius.
Huilen heeft geen zin.
Je begrijpt er niets van, hé.
Vroeger brachten oorlogen goud op
voor de soldaten.
Maar jouw vader,
hij was een groot man...
... maar met dit nieuwe Rome
is alles anders geworden.
Verulus.
Verulus, help me.
Help me de man van wie ik hou
te redden.
Ik wil dat je m'n broer vermoordt.
Ik geef je geld, m'n juwelen.
Je krijgt alles wat ik heb.
Er is mij niets overgebleven.
Alleen m'n liefde.
Er is niet genoeg geld op aarde
dat je een man kunt betalen...
... om z'n eigen zoon te doden.
Jouw zoon ?
Mijn moeder...
Hield mijn moeder van jou ?
Ja, ze hield van me en ik van haar.
Dat is een leugen.
Dat is een leugen.
Een leugen.
- Nee Commodus, het is waar.
Je had nooit Caesar moeten zijn,
zo ben je niet geboren.
Gelogen. Ik ben de zoon
van een keizer.
Marcus Aurelius was m'n vader.
Jij bent m'n vader niet.
Je bent mijn zoon.
Je bent mijn zoon.
Mijn zoon.
En van m'n Faustina.
Nee.
M'n zoon.
Garde van Rome,
jullie keizerrijk is omgekomen.
Het licht van de wereld is gedoofd.
Volk van Rome.
Vlug, ren vlug naar je buren.
Zeg ze dat de nacht vol dieven is.
Ze hebben onze kostbaarste
schatten geroofd.
Onze trots, onze luister,
onze wijsheid en onze eer.
Volk van Rome.
Roep het uit: Er is dood in de lucht.
Ze zien het niet. Ze horen het niet.
Alleen de jakhalzen
in het donker weten het.
Alleen de gieren die cirkelen
in de donkere lucht weten het.
Treur.
Treur om het land
dat niet meer bestaat.
O, Livius.
Geef me je hand, Livius.
Van alles waarvoor we hebben gestreden,
van al onze dromen...
... hebben we elkaar nog.
We hebben elkaar.
Bevel van Caesar, keten haar.
Livius.
Waarom ben je gekomen ?
Je kon blijven leven.
Ik hou van je, Livius.
We horen bij elkaar.
Ik leef alleen als jij leeft.
Het leger.
Toen m'n vader Marcus Aurelius stierf,
gaf je me een toorts...
... en huldigde je me
als ongetwijfelde Caesar.
Ik zwoer dat niet te vergeten,
dus ik betaal je m'n schuld...
... Gaius Metellus Livius.
Ik heb vaak in de arena gevochten.
Ze fluisteren dat geen gladiator Caesar,
een god, durft te doden.
Alleen jij zou het wagen.
Als je me nu zou bevechten...
... zou de wereld weten
dat het op leven en dood was.
Dood me en ze zijn van jou.
Victorinus, ongeacht wie dit overleeft...
... jij hebt nu de macht.
Jij hebt het leger. Maak mij Caesar.
Dan geef ik je een miljoen
dinar in goud.
Anderhalf miljoen dinar.
Als je heel goed luistert...
... dan *** je de goden...
... lachen.
Verbrand ze. Verbrand ze.
Livius.
Livius.
Wodan, wreek ons.
Verwoest Rome.
Gegroet, Livius.
Gegroet, Caesar.
We hebben de macht in handen, Livius.
Rome is van ons.
Bestijg de troon, wees Caesar.
Gaius Metellus Livius,
het volk vraagt naar jou.
Het rijk is van jou, Livius.
Jullie zouden me niet geschikt vinden.
Als m'n eerste officiële daad
zou ik jullie laten kruisigen.
Twee miljoen voor de troon.
- Twee miljoen ?
Tweeënhalf miljoen.
2.750.000 dinar.
- 2.800.000.
2.900.000.
Keizer van het grootste rijk,
van Brittannia tot Egypte ?
Heerser van de hele aarde ?
Dat kost veel meer.
Drie miljoen dinar voor
de troon van het Romeinse rijk.
Zo begon de ondergang
van het Romeinse keizerrijk.
Een grote beschaving wordt pas
van buitenaf veroverd...
... als zij zichzelf van binnenuit
heeft vernietigd.
Nederlandse ondertiteling bewerkt door : Nutcracker