Tip:
Highlight text to annotate it
X
'13 meter. Je moet 'm zien.
Over de reling op de boeg.
Mir 2, we gaan over de boeg.
Stil. We nemen op.
Als ze in het duister opdoemt,
grijpt 't me nog steeds aan.
De trieste resten van een prachtig schip
zoals het '15 april '1912',
om half drie, neerkwam...
na de lange val uit de wereld hier boven.
Wat kan je toch lullen, baas.
Duik 6,
weer op het dek van de Titanic.
Tweeënhalve mijl diep. 3.821 meter.
De druk is een halve ton per vierkante cm.
De ramen zijn 22 cm dik.
Een scheurtje, en het is zo bekeken.
Goed, genoeg kletskoek.
Zet 'm maar weer op het officiersverblijf.
Mir 2, we landen bij de grote trap.
We starten de Dunkin nu.
Toe maar, Charlie.
Uitvieren.
We zakken langs de romp, Brock.
Ga bij de eerste klas naar binnen.
Jullie nemen Dek D en de eetzaal.
Uitvieren. En nu naar links.
Wij zakken het trappenhuis in.
Naar Dek B.
Dek A.
- Ik moet meer kabel.
Dek B. Naar binnen.
Pas op de deurpost.
- Ik zie 'm.
Maak je niet dik.
En nu draaien. Pas op voor de wand.
Brock. We zijn bij de vleugel.
Daar is het.
Dat is de slaapkamer.
- Ik zie 'm.
We zijn er. We zijn binnen.
Hockleys bed.
Daar sliep die rotzak.
Er stond nog 'n kraan open.
- Stop. Terug naar rechts.
Die kastdeur. Dichterbij.
Ruik je iets?
- Wat ligt eronder?
Geef me m'n handen.
Hij valt zo uit elkaar.
Goed, keer 'm om.
Laat maar los.
Kijk, kijk. Zie je dat, baas?
Vandaag is 't kassa.
En wie is de beste?
Zeg het maar.
Jij, Lewis.
M'n sigaar.
Trek maar open.
Geen diamant?
Aan net zoiets is Geraldo 's carrière
kapotgegaan.
Uit dat ding.
De compagnons vragen hoe het gaat.
Hallo, jongens. Het lag niet
in de kluis, maar dat geeft niet.
Het kan nog overal liggen.
Bij moeder, bij de purser...
- Jimmy Hoffa's aktentas.
Er zijn nog plaatsen genoeg.
Ik voel dat we er bijna zijn.
We gaan ze een voor een af.
Momentje.
Laat zien.
- We hebben iets.
Waar is de foto van 't collier?
Krijg nou wat.
Brock Lovett staat bekend
om 't goud dat hij in wrakken vindt.
Nu onderzoekt hij het beroemdste
wrak van allemaal, de Titanic.
We hebben verbinding met de
Keldysh, op de Atlantische Oceaan.
Iedereen kent de verhalen over de Titanic.
De adel.
Het orkest dat bleef spelen.
Ik zoek de onbekende verhalen,
de geheimen in het wrak.
Onze robots dringen dieper door
dan ooit tevoren.
Je expeditie heeft talloze ethische
bezwaren opgeroepen.
Men noemt je 'n grafschender.
- En de piramiden dan?
Wat is er?
- Zet 's wat harder.
Ik heb experts aan boord
die alle voorwerpen conserveren.
Deze tekening vonden we net.
't Papier heeft 84 jaar onder water
gelegen. Het is intact geborgen.
Had dit voor altijd op de zeebodem
moeten blijven?
Krijg nou wat.
Telefoon voor je.
We gaan duiken. Valt je dat niet op?
- Geloof me, dit wil je niet missen.
Ik hoop 't voor je.
Duidelijk praten. Ze is nogal oud.
- Heel fijn.
Met Brock Lovett. Mrs...?
Calvert. Rose Calvert.
Ik vroeg me af of u 'Het hart
van de zee' al gevonden hebt.
Ik zei 't toch?
Goed. Ik ben wakker, Rose.
Weet je van wie het portret is?
Jazeker. De vrouw op de tekening ben ik.
Ze liegt.
Ze wil gewoon geld of publiciteit.
Net zoals die Russin, die Anesthesia.
Daar komen ze.
Rose DeWitt Bukater
is omgekomen op de Titanic.
Anders was ze nu over de honderd.
- '101', volgende maand.
Dan is 't dus een hele oude leugenaar.
Ik heb haar nagetrokken tot de jaren '20.
Toen was ze actrice.
Dat is de eerste aanwijzing, Sherlock.
Ze heette Rose Dawson.
Ze trouwt met ene Calvert.
Ze werpt 'n paar jongen in Cedar Rapids.
Calvert is dood, Cedar Rapids ook.
Buiten ons kent niemand die diamant,
maar zij wel.
't Is geen rugzaktoerist, hè?
Mrs Calvert. Brock Lovett.
Welkom op de Keldysh.
Breng 'r naar binnen.
Miss Calvert.
Welkom op de Keldysh.
Is uw hut naar wens?
- Ja, heel mooi.
Dit is mijn kleindochter Lizzy.
Zij verzorgt me.
Hij kent me van daarnet, aan dek.
Zo, dat staat.
Zonder foto 's kan ik niet reizen.
- Is er nog iets wat u wilt?
Ja. Ik wil graag mijn portret zien.
Lodewijk XVI bezat
de 'Blauwe diamant van de kroon'.
Die verdween in 1792, ongeveer toen
Lodewijk 'n kopje kleiner gemaakt werd.
Men zegt dat de steen ook gekloofd is.
Tot 'n hartvormige steen.
'Het hart van de zee.'
Hij zou nu meer waard zijn dan de Hope.
Een zwaar rotding.
Ik heb 'm verder nooit gedragen.
Denk je echt dat jij dat bent?
- Dat ben ik, schat.
Wat een stuk, hè?
Hij stond in 'n verzekeringsarchief.
'n Oude claim, in 't geheim geregeld.
Weet u wie hem had ingediend?
Ik denk 'n zekere Hockley.
Nathan Hockley.
Een staalmagnaat uit Pittsburgh.
Een collier dat zijn zoon
had gekocht voor z'n verloofde...
kort voor de Titanic vertrok.
De claim kwam vlak na 't vergaan.
De diamant moest
met 't schip zijn verdwenen.
Zie je de datum?
'14 april '1912'.
Als je grootmoeder 't echt is,
droeg ze hem toen de Titanic zonk.
Dan ben jij m'n nieuwe vriendinnetje.
We hebben wat geborgen uit je hut.
Die was van mij.
Wat is dat gek.
Hij ziet er nog precies hetzelfde uit.
Het spiegelbeeld is wel iets veranderd.
Ben je klaar om terug te gaan?
Ze raakt de ijsberg aan stuurboord.
Ze stuitert er langs, en prikt
gaten onder water, net als morse.
De voorste compartimenten lopen vol.
Het water stijgt boven de schotten...
die maar tot Dek E reiken.
De boeg zinkt,
het achterschip gaat omhoog.
Steeds sneller, tot haar hele kont
in de lucht steekt.
En dat is 'n grote kont,
tegen de 30.000 ton.
Op die kracht is de romp
niet gebouwd. En dus?
Ze breekt, tot aan de kiel.
Het achterschip valt terug.
De boeg zinkt, trekt het achterschip
mee, en scheurt het los.
Het achterschip blijft nog even drijven...
loopt vol, en zinkt om 2:20 uur,
2 uur en 40 minuten na de aanvaring.
Het voorste deel knalt
met 20, 30 knopen op de zeebodem.
Goed, hè?
Ik dank u voor uw fraaie analyse,
Mr Bodine.
U zult begrijpen dat de ervaring zelf
iets anders was.
Wil je 't vertellen?
Ze moet rusten.
De recorder.
Vertel 't maar, Rose.
Het is 84 jaar geleden.
Vertel maar gewoon wat je nog weet.
Wilt u dit nou horen of niet, Mr Lovett?
Het is 84 jaar geleden
en ik ruik de nieuwe verf nu nog.
Het porselein was nooit gebruikt.
De lakens waren nooit beslapen.
De Titanic werd
het schip der dromen genoemd.
En dat was het ook.
Dat was het echt.
Derdeklaspassagiers
in het voorste deel: Hier aansluiten.
Grote boot, hè?
- Het is een schip, pappie.
Wat een overdreven gedoe.
De Mauritania is even groot.
Over de Titanic kun je niet blase doen.
Die is ruim dertig meter langer
en veel luxueuzer.
Je dochter is nooit onder de indruk.
Het onzinkbare schip, hè.
- God zelf kan haar niet laten zinken.
Hebt u de zware bagage al afgegeven?
Ik vertrouw volledig op u.
Met genoegen. Als ik iets...
Alle koffers van die auto.
Twaalf van deze.
En de kluis. Naar luxehutten B-52, 54 en 56.
Dames, voortmaken.
Mijn jas?
- Die heb ik.
Derdeklaspassagiers hierheen
voor de medische inspectie.
Welkom op de Titanic.
Voor alle anderen was dit een droomschip.
Voor mij was 't een slavenschip
dat me geketend terugbracht naar Amerika.
Naar buiten toe
was ik de welopgevoede jongedame.
Van binnen, gilde ik.
Jack, je zet alles in wat we hebben.
Wie niets heeft, kan niets verliezen.
Idioot, je zet onze kaartjes in.
Sven?
Het uur van de waarheid.
Iemand hier krijgt 'n nieuw leven.
Olaf.
Niets.
- Sven?
Twee paar.
Sorry, Fabrizio.
Je zult je ma heel lang niet zien.
Wij gaan naar Amerika. Full house.
Ik ga naar huis.
Ik ga naar Amerika.
- Nee, makker.
De Titanic gaat. Over vijf minuten.
Nu reizen we in stijl.
Een stel sjieke heren.
Praktisch van adel.
Dit is mijn destino.
Ik word miljonair in Amerika.
Je bent gek.
- Maar ik heb de kaartjes.
Je kon toch rennen?
- Wacht.
Wacht. We zijn passagiers.
Geïïnspecteerd?
Natuurlijk. En we hebben geen luizen,
we zijn Amerikanen.
Kom maar.
Niemand heeft zo'n mazzel als wij.
Ken je iemand?
- Daar gaat 't niet om.
Ik zal je missen.
Ik zal je nooit vergeten.
G-60...
Hier is 't.
Hoe gaat 't? Ik heet Jack.
Jack Dawson, hallo.
Mag jij opeens boven?
Waar is Sven?
Dit is uw prive-dek.
Nog iets van uw dienst?
Deze?
Met allerlei gezichten erop.
Dat is hem.
Wilt u ze allemaal ophangen?
- Ja, er is hier te weinig kleur.
Weer die vingerschilders?
Zonde van het geld.
't Verschil tussen Cal
en mij is dat ik smaak heb.
Of je in een droom zit.
Waarheid zonder logica.
Van wie zijn ze?
- Picasso, of zo.
Picasso, of zo.
Dat zal nooit wat worden.
De Degas hier.
- Gelukkig goedkoop.
Die mag in de kast.
In Cherbourg kwam er
ene Margaret Brown aan boord
die wij Molly noemden.
Zij werd 'de onzinkbare Molly Brown'.
Ik blijf niet wachten, knul.
Lukt 't zo?
Haar man had ergens goud gevonden.
Moeder noemde zo iemand 'nieuw geld'.
De volgende middag voeren we
voorbij Ierland
met niets vóór ons dan de oceaan.
Naar zee, Mr Murdoch.
Ze mag de benen strekken.
Volle kracht vooruit, Mr Moody.
Volle kracht vooruit.
21 knopen, kapitein.
Kijk, kijk daar.
Zie je 'm?
Nog een, zie je 'm?
Moet je 'm zien springen.
Ik zie 't Vrijheidsbeeld al.
Heel klein, natuurlijk.
Ik ben de koning van de hele wereld.
Het grootste bewegende voorwerp
dat de mens ooit heeft gemaakt.
Mr Andrews heeft haar
van de kielplaten af ontworpen.
Goed, maar het idee kwam van Mr Ismay.
Hij zag een stoomschip,
zo groot en luxueus
dat het zijn gelijke nooit zou krijgen.
En dit is het. Door wilskracht
werkelijkheid geworden.
Voor mij de zalm.
Je weet dat ik dat niet wil.
Dat weet ze.
Voor ons lamsvlees.
Rose, met weinig muntsaus.
Je houdt toch van lam?
Snij je 't ook voor haar?
Wie heeft de naam Titanic bedacht?
Jij, Bruce?
Inderdaad.
Om de grootte uit te drukken.
Omvang is stabiliteit
comfort, en bovenal sterkte.
Zegt de naam Freud u iets?
Hij heeft 'n theorie over
de mannelijke voorkeur voor groot.
Wat bezieltje?
Mijn excuses.
- Ik hoop dat je haar aankan.
Ik zal 's opletten wat ze allemaal leest.
Wie is die Freud? Is hij aan boord?
Mooi schip, he?
- Ja, een Iers schip.
Engels toch?
- Gebouwd door '15.000' Ieren.
Zo vast als 'n huis: Ierse handen.
De honden uit de eerste klas
komen hier schijten.
Dan kennen wij onze plaats.
Valt dat te vergeten?
Tommy Ryan.
- Jack Dawson.
Verdien je wat met tekenen?
Vergeet 't maar. Er vliegen
nog eerder engeltjes uit je reet.
Ik zag m'n hele leven,
alsof 't al voorbij was.
Een lange reeks feestjes en ontvangsten.
Jachten, polowedstrijden.
Dezelfde bekrompen mensen,
hetzelfde loze gebabbel.
't Was alsof ik voor 'n afgrond stond.
Niemand om me terug te trekken.
Niemand die erom gaf
of het zelfs maar zag.
Niet doen.
Blijf daar.
Niet dichterbij komen.
Geef je hand, ik trek je terug.
Blijf waar je bent. Ik meen 't.
Ik laat los.
Helemaal niet.
Hoezo niet?
Jij hebt mij niet te zeggen
wat ik doe of niet.
Dan had je 't al gedaan.
Je leidt me af. Ga weg.
- Nee. Ik ben er nu bij betrokken.
Ik zal je achterna moeten springen.
Doe niet zo gek. Dan sterf je.
- Ik kan goed zwemmen.
De val alleen al doodt je.
- Het zou zeker pijn doen.
Maar ik vind 't erger
dat 't water zo koud is.
Hoe koud?
- Nul graden.
Misschien iets erboven.
Ben je ooit in Wisconsin geweest?
Ijskoude winters, daar.
Ik kom uit Chippewa Falls.
Toen ik klein was, mocht ik 'n keer
ijsvissen met m'n pa.
Ijsvissen doe je...
- Ik weet wat 't is.
Je leek me meer 'n type voor binnen.
Maar goed
ik zakte door 't ijs.
En, serieus:
Water dat zo koud is,
zoals daar beneden
voelt alsof er duizend messen in je steken.
Je kan niet ademen, niet denken
behalve aan de pijn.
't Lijkt me niks om je achterna te springen.
Maar zoals ik zei:
Ik heb geen keus.
Ergens hoop ik dat je terugklimt,
zodat ik niet hoef.
Je bent gek.
Dat zegt iedereen.
Maar intussen hang ik niet
achter aan 'n schip.
Geef me je hand.
Je wil dit niet.
Ik ben Jack Dawson.
Rose DeWitt Bukater.
- Dat moet je even opschrijven.
Ik heb je vast.
Alsjeblieft.
- Luister nou. Ik laat je niet los.
Trek jezelf omhoog.
Ja, goed zo. Je haalt 't wel.
Ik heb je.
Wat gebeurt hier?
Achteruit, en geen beweging.
Roep de provoost.
Onacceptabel. Dacht je
dat je mijn verloofde kon aanraken?
Kijk me aan.
Wat moest dat?
- 't Was een ongeluk.
Een ongeluk?
Ja, dat was 't.
Zo stom: Ik hing voorover,
en gleed uit.
Ik hing heel ver voorover en keek naar de...
Schroeven?
- En ik gleed uit.
Ik zou gevallen zijn,
maar Mr Dawson greep me nog net.
De schroeven...
Vrouwen en techniek gaan nooit samen.
Is 't zo gegaan?
Dat klopt wel.
Dan is hij 'n held.
Goed gedaan, jongen.
Terug naar de cognac.
Je vat vreselijk kou. Naar binnen.
Krijgt die knul niet iets?
Natuurlijk. Mr Lovejoy,
twintig moet genoeg zijn.
Is dat 't tarief voor 'n geliefde?
Rose is niet blij.
Wat nu?
Ik weet 't al.
Kom morgen met ons dineren
en vergast ons op je heldhaftige verhaal.
Mij best. Ik kom wel.
Mooi. Afgesproken.
Dat wordt interessant.
Heb jij 'n saffie voor me?
Maak die maar vast.
Interessant,
dat zij opeens uitgleed
en dat jij je jas en je schoenen al uit had.
Ik weet dat je down bent.
Ik weet niet waarom.
Ik had dit willen bewaren
voor ons verlovingsgala,
volgende week.
Maar ik dacht dat vanavond...
Mijn hemel.
Als bewijs van mijn gevoelens voor je.
Is het...
- Een diamant. Ja.
56 karaat, om precies te zijn.
Gedragen door Lodewijk XVl.
Ze noemden hem 'Le coeur de la mer'.
'Het hart van de zee'.
Het is overweldigend.
Hij is voor vorsten.
En wij zijn vorsten, Rose.
Er is niets wat ik je niet kan geven.
Niets wat ik je zou weigeren,
als jij mij niet afwijst.
Open je hart voor me, Rose.
Ik ben alleen sinds ik wees werd,
toen ik '15' was.
Ik had geen familie waar ik woonde.
Dus ben ik 'm voorgoed gesmeerd.
Een pluk gras in de wind.
We lopen al zeker 'n kilometer
op dit sloependek
en kletsen over 't weer en over mij
maar daarover wou je me vast niet spreken.
Mr Dawson...
- Jack.
Ik wil je graag bedanken.
Niet alleen voor je hulp,
maar ook voor je discretie.
Ik weet wel wat je denkt.
Zielig, rijk kind.
Wat weet zij van ellende?
Nee, dat dacht ik helemaal niet.
Ik dacht: Wat is er gebeurd
dat zij zo ten einde raad is?
Gewoon alles. Mijn hele wereld.
En iedereen erin.
De inertie van mijn leven
dat doorgaat zonder
dat ik er iets aan kan doen.
Wat een ding, zeg.
Je was meteen gezonken.
Er zijn 500 uitnodigingen weg.
Heel Philadelphia komt.
En intussen voel ik me
alsof ik sta te gillen,
zonder dat iemand opkijkt.
Hou je van 'm?
Pardon?
- Hou je van 'm?
Dat is grof. Zoiets vraag je niet.
Heel simpel: Hou je van hem?
Dit gesprek kan niet.
- Waarom geef je geen antwoord?
Dit is absurd.
We kennen elkaar niet.
Dit gesprek vindt niet plaats.
Je bent grof en aanmatigend
en ik ga nu weg.
Mr Dawson, ik wilde u bedanken
en dat heb ik gedaan.
En me beledigd.
Je had 't verdiend.
Je ging toch weg?
- Ik ga ook.
Wat ben je vervelend.
Dit is mijn deel van het schip.
Ga jij maar weg.
Zo? En wie is er nu grof?
Wat heb je daar eigenlijk?
Ben je soms schilder, of zo?
Dit is best goed.
Heel goed, zelfs.
Het is prachtig.
In Parijs vonden ze 't maar niks.
En dat voor een...
Iemand die niet veel heeft.
- Een armoedzaaier. Zeg het maar.
Naar het leven getekend?
't Voordeel van Parijs:
Ze doen hun kleren uit.
Je mocht haar.
Je hebt haar vaker gebruikt.
Ze had prachtige handen.
Je had 'n relatie met haar.
Alleen met haar handen.
Het was een prostituee met een been.
Ze had gevoel voor humor.
En zij...
Zij zat elke avond in een bar,
met al haar juwelen.
Te wachten op haar geliefde.
We noemden haar Madame Bijoux.
Zie je de motgaten in haar kleren?
Je hebt een gave, Jack. Serieus.
Je ziet mensen.
- Ik zie jou.
Je was nooit gesprongen.
Studeren dient om een geschikte man
te vinden. Die heeft Rose al.
Daar is dat vulgaire Brown-mens.
Vlug, voordat ze erbij komt.
Ik hoopte jullie al te vinden.
We staan net op. De gravin
en ik gaan naar 't sloependek.
Fijn. Ik moet nodig wat roddelen.
De laatste ketels zijn nog niet aan?
't Lijkt me niet nodig.
We vorderen prima.
De pers weet hoe groot we zijn.
Nu nog onze snelheid.
Ze moeten nieuws krijgen.
Deze eerste reis moet de voorpagina halen.
Ik gebruik de machines liever
niet voluit, tot ze zijn ingelopen.
Ik ben maar 'n passagier. U beslist.
Maar wat 'n laatste reis,
als u dinsdag al in New York bent
en woensdag de krant haalt.
Wat een afscheid zou dat zijn.
Goed zo.
Ik heb inktvis gevangen in Monterey.
Toen naar de pier van Santa Monica,
portretten tekenen voor geld.
Waarom kan ik dat niet?
De horizon tegemoet, als je zin hebt.
Zeg dat wij daar ooit heen gaan.
Ook al blijft het bij praten.
We doen 't: Goedkoop bier drinken.
In de achtbaan tot we overgeven.
Paardrijden in de branding.
Maar als 'n echte cowboy.
Geen dameszadel.
Met 'n been aan elke kant?
Leer jij 't me?
- Natuurlijk.
Rijden als 'n man.
- Pruimen als 'n vent.
Spugen als 'n kerel.
- Heb je dat niet op school geleerd?
Ik doe 't voor.
Kom, ik zal het je leren.
- Nee, Jack.
Dat kan ik echt niet.
Goed kijken.
Walgelijk.
Nu jij.
Waardeloos.
Je moet goed rochelen.
En je armen gebruiken.
Hoofd achteruit.
Zag je hoe ver die was?
Al beter. Je moet echt goed rochelen.
Voor veel volume.
Moeder.
Mag ik voorstellen?
Jack Dawson.
Heel aangenaam.
De anderen waren benieuwd
naar de man die me had gered.
Maar zij keek alsof ze 'n insect zag.
Een gevaarlijk insect
dat snel vertrapt moest worden.
Jij bent wel iemand
om mee uit stelen te gaan.
Ze kondigen 't diner aan
alsof 't een cavalerie-charge is.
Gaan we ons verkleden?
Tot straks, Jack.
Besef je wel wat je doet?
Niet echt.
- Je gaat de slangenkuil in.
Wat trek je aan?
Dacht ik al. Kom mee.
Zie je wel. Je hebt dezelfde maat
als mijn zoon.
Scheelt niet veel.
Je bent een plaatje.
't Schip zit vol Hockley-staal.
Waar?
- Waar 't hoort.
Dan ben jij verantwoordelijk.
Waar is Rose?
Daar is de gravin.
Uit de film.
Ik wou 't altijd al 's doen.
Je kent Mr Dawson nog wel?
Ongelooflijk.
Je bent bijna 'n heer.
Bijna.
- Niet te geloven.
Wat een reis. Krankzinnig.
De gravin van Rothes.
En dat is John Jacob Astor,
de rijkste man aan boord.
Zij is even oud als ik,
en in blijde je-weet-wel.
Ze verbergt 't, zie je?
Wat 'n schandaal.
Benjamin Guggenheim en z'n maîtresse.
Mrs Guggenheim is thuis bij de kinderen.
Sir Cosmo en lady Duff-Gordon.
Zij ontwerpt gewaagde lingerie,
onder andere.
Zeer populair bij 't koningshuis.
Ze is prachtig.
Mijn dank.
Breng je me naar m'n tafel?
- Zeker.
Liefje?
Er is niks aan.
Doe alsof je 'n goudmijn hebt,
en je hoort erbij.
Hé, Astor.
Dag Molly. Leuk dat je er bent.
J.J., Madeleine.
Dit is Jack Dawson.
Een Dawson uit Boston?
Een Dawson uit Chippewa Falls.
Nerveus of niet,
hij vertrok geen spier.
Ze dachten dat hij erbij hoorde.
Erfgenaam van een spoorwegbaron?
Nieuw geld, dat wel.
Maar toch lid van de club.
Maar op moeder kon je altijd bouwen.
Hoe bevalt u de accommodatie
in het tussendek?
Zeer goed. Vrijwel geen ratten.
Mr Dawson reist derde klasse.
Hij heeft Rose geholpen.
Mr Dawson is een verdienstelijk
tekenaar. Ik heb z'n werk mogen zien.
Wij hebben niet dezelfde smaak.
Geen kritiek op uw werk.
Moreel gezien is het schip
van Thomas Andrews.
Allemaal voor mij?
- Van buiten beginnen.
Hij kent elke klinknagel.
- Uw schip is een wonder.
Hoe wilt u de kaviaar?
- Geen kaviaar.
Ik heb 't nooit lekker gevonden.
Waar woont u precies?
- Op dit moment op het RMS Titanic.
Daarna, waar God me brengt.
En hoe betaalt u dit?
Meestal werk ik voor de overtocht.
Op de wilde vaart.
Maar deze reis dank ik aan geluk
met poker. Heel veel geluk.
Het leven is een kansspel.
'n Echte vent maakt
z'n eigen geluk. Nietwaar?
En zo'n ontworteld bestaan bevalt u wel?
Jazeker.
Ik heb alles wat ik nodig heb.
Lucht in m'n longen,
leeg tekenpapier.
Ik hou ervan niet te weten
wie ik ga ontmoeten.
Waar ik beland.
Laatst sliep ik onder een brug.
En nu drink ik champagne op
een prachtig schip met sjieke lui.
Het leven is 'n geschenk.
Ik verspil 't niet.
Je weet nooit wat er komt.
Je neemt alles zoals het valt.
Alsjeblieft, Cal.
Zorg dat elke dag telt.
Heel goed, Jack.
- Juist.
Dat elke dag telt.
Dat elke dag telt.
Ik had 't geld in de kachel verstopt.
En hij komt dronken thuis,
en steekt 'm aan.
Nu cognac in de rooksalon.
Een glas cognac, heren?
En nu spelen ze gezellig
de heersers van de wereld.
Dank voor uw gezelschap, dames.
Wil je naar de hut?
- Ik blijf hier.
Ga je mee, Dawson?
Bij de vrouwen, dat is niks.
Nee, ik moet maar 's terug.
Verstandig. Zaken en politiek,
dat is niets voor jou.
Maar, leuk dat je er was.
Moet je weg?
- Terug naar mijn roeibankje.
Zorg dat 't telt.
Kom naar de klok.
Wil je nu 'n echt feest?
Mag mijn hand hier?
Ik versta u niet.
Nu dans ik met haar, goed?
Jack, niet doen.
Ik kan 't niet.
- Iets dichterbij.
Ik vind jou 't liefst.
Ik ken de passen niet.
- Ik ook niet.
Niet nadenken.
Jack, wacht. Niet doen.
valt buiten de antitrustwetgeving.
Dat zei Rockefeller ook,
maar 't hof niet.
Kan iemand uit de eerste klas niet drinken?
Hoepel op. Gaat het?
Twee van de drie.
Stoere kerels, zeker?
Doe dit maar 's na.
Hou dit 's omhoog.
Gaat het?
- Dat was jaren geleden.
Kom jongens. Zet 'm op.
Koffie, meneer?
Ik hoopte dat je zou komen gisteravond.
Ik was moe.
Van de opwinding benedendeks?
Je hebt die doodbidder
achter me aan gestuurd.
Zo gedraag je je nooit meer.
Ik ben geen arbeider die je commandeert.
Ik ben je verloofde.
Mijn verloofde. Mijn verloofde.
Precies. En mijn vrouw.
Al is 't nog niet officieel,
je zult me respecteren.
Zoals het 'n echtgenote betaamt.
Je zet me niet voor gek.
Is dit onduidelijk?
Mooi. Pardon.
Er is iets gevallen.
- Het geeft niet.
Ik help je.
- 't Geeft niet.
Thee, Trudy.
Je gaat niet meer naar die jongen toe.
Rose. Ik verbied het.
Hou op, je krijgt 'n bloedneus.
't Is geen spelletje.
Het is precair.
Je weet dat 't geld op is.
Natuurlijk.
Ik krijg 't dagelijks te horen.
Van je vader hebben we niets
dan schulden en 'n goede naam.
Die naam is onze enige troef.
Ik snap jou niet.
Hockley is 'n prima partij.
Hij is onze redding.
Waarom zadel je mij hiermee op?
- Waarom ben je zo egoïstisch?
Moet ik als naaister gaan werken?
Wil je dat soms?
Dat ons hele bezit geveild wordt?
Onze herinneringen weg?
Het is zo oneerlijk.
Natuurlijk is het dat.
Wij zijn vrouwen.
Onze keuzes zijn altijd zwaar.
Ik moet iemand spreken.
- U hoort hier niet.
Gisteravond, weet je nog?
- Nee. Gaat u terug.
Vraag hem maar. Ik moet...
Mr Hockley en Mrs DeWitt Bukater
stellen je assistentie op prijs.
Ze hebben me gevraagd je dit te geven.
Ik hoef geen geld.
Je reist derde klas, je aanwezigheid
hier is niet langer gepast.
Ik wil Rose spreken.
- Heren, brengt u Mr Dawson terug
en houdt u hem daar?
Absoluut.
- Meekomen.
Wil verhoren onze beê
voor hen die zijn in nood op zee.
Twee stuurwielen?
- Dit is voor in de haven.
Nog een ijswaarschuwing.
Van de Noordam.
Dat is normaal,
voor deze tijd van 't jaar.
Wij meerderen vaart.
Ik laat alle ketels stoken.
Mr Andrews, neem me niet kwalijk.
Ik heb even lopen rekenen.
Het aantal sloepen maal hun capaciteit...
Dan kan niet iedereen in de sloepen.
De helft maar.
Je ziet alles, hè?
Deze nieuwe davits kunnen
'n dubbele rij sloepen strijken.
Maar 'men' vond dat het dek te vol werd.
Dus het mocht niet.
Zonde van de ruimte
op 'n onzinkbaar schip.
Slaap maar rustig. Het schip
is sterk. Je hebt geen sloep nodig.
We gaan nu naar de machinekamer.
Dit kan echt niet.
Ik kan niet met je praten.
Ik moet je spreken.
- Nee, Jack.
Ik ben verloofd.
Ik trouw met Cal.
Ik hou van Cal.
Je bent niet makkelijk.
Je bent 'n verwend nest, zelfs.
Maar tegelijk ben je
de meest verbijsterende
verrukkelijke vrouw die ik ooit heb gekend.
Nee, laat me uitpraten.
Je bent...
Ik ben niet gek.
Ik weet hoe 't gaat.
Ik heb tien dollar. Ik kan je
niets bieden, dat weet ik.
Ik begrijp het.
Maar het is te laat.
Als jij springt, spring ik ook.
Ik moet zeker weten dat jij 't redt.
Meer vraag ik niet.
Met mij gaat 't goed.
Ik red 't wel. Serieus.
Echt waar?
Ik geloof 't niet.
Je zit in de val. Dat wordt je dood.
Niet meteen, want je bent sterk.
Maar vroeg of laat is dat vuur in je
is dat vuur opgebrand.
Jij hoeft me niet te redden.
Dat is zo.
Dat kun jij alleen.
Ik ga terug. Laat me met rust.
En dan die ramp met de drukker.
De invitaties moesten twee keer over.
De jurken van de bruidsmeisjes.
Wat 'n bezoeking.
Rose wilde lavendel.
Ze weet dat ik die kleur haat.
't Was opzet.
- Was eerder bij mij gekomen.
Ruth zag mijn werk in 'La Mode Illustree'
voor de jongste dochter van de hertogin.
Maar samen hebben we toch
een feniks uit de as doen rijzen.
Ik heb me bedacht.
Ze zeiden dat je...
Geef me je hand.
Ogen dicht.
Een stapje omhoog.
Hou de reling vast.
En niet gluren.
Nu op de reling.
Hou je vast.
Ogen dicht houden.
Vertrouw je me?
Ik vertrouw je.
Doe je ogen maar open.
Ik vlieg.
Kom Josephine in mijn vliegmachine
naar boven toe,
ze gaat naar boven toe
Dat was de laatste dag
die de Titanic zou zien.
De avond voordat ze verging.
Nog zes uur te gaan.
Smith heeft godbetert
het ijsbericht in z'n hand
en laat vaart meerderen.
26 jaar ervaring zegt 't tegendeel.
Hij denkt dat ze wel kunnen uitwijken.
Maar het schip is te groot
en het roer te klein.
Hij weet dat 't fout is.
Het is niet ongepast.
Dit is de salon.
Licht genoeg?
Voor 'n schilder?
- Zoveel goorheid ben ik niet gewend.
Monet.
Ken je zijn werk?
- Natuurlijk.
Kijk dat kleurgebruik.
- Ja, het is ongelofelijk.
Cal sleept dat vreselijke ding altijd mee.
Kunnen we hem ook verwachten?
Niet zolang er nog sigaren en cognac zijn.
Dat is mooi. Is dat een saffier?
Een diamant.
'n Heel zeldzame diamant.
Teken mij als zo'n Frans meisje.
Met dit collier.
En verder niets.
Portretten van mezelf als pop
heb ik al genoeg.
Als betalende klant
krijg ik wat ik wil.
Op 't bed. De sofa.
Ga maar liggen.
Hoe lig ik goed?
- Je arm terug.
En je andere hand naast je gezicht.
Hoofd omlaag.
En blijf mij aankijken.
Probeer stil te liggen.
Wat kijk je ernstig.
Je bloost, meneer de artiste.
Monsieur Monet bloost vast nooit.
Die maakt landschappen.
Ontspan je gezicht.
Niet lachen.
Mijn hart bonsde de hele tijd.
Het was 't meest erotische moment
van mijn leven.
Tot dan toe, tenminste.
En toen?
U bedoelt, hebben we 't gedaan?
Ik moet u teleurstellen.
Jack bleef professioneel.
Wat doe je?
Leg jij dit terug in de safe?
Niemand heeft haar gezien.
Belachelijk. Dit is 'n schip.
Ze moet ergens zijn.
Zorg dat je haar vindt.
Helder.
Zo stil heb ik 't nog nooit meegemaakt.
Net een vijver.
Geen zuchtje wind
De ijsbergen zijn wel moeilijker
te zien, zonder brekende golven.
Ik ga naar beneden.
Koers en vaart behouden.
Het wordt koud. Je bent mooi.
M'n tekeningen.
Wacht. Wacht even.
Naar beneden.
- Opschieten.
Dat is geen bediende.
Eerder 'n smeris.
Was hij ook.
Nee, hier.
En nu?
Wat doen jullie hier?
't Is hier gevaarlijk.
Ga maar door. Let niet op ons.
Jullie doen het prima.
En wat hebben we hier?
Waarheen, juffrouw?
Naar de sterren.
Zenuwachtig?
Raak me aan, Jack.
Verrekte kou.
Ik ruik ijs, als 't in de buurt is.
Klets niet.
- Ik kan het gewoon.
Zijn de verrekijkers nog weg?
- Al sinds Southampton.
Ik loop verder. Tot straks.
Je beeft.
Dat komt wel weer goed.
Die kant op.
Is er iets weg?
Nu kun je ons allebei in je kluis stoppen.
Ik weet wat beters.
Hebbes.
Zag je hoe ze op hun neus keken?
Zag je dat?
Als we aankomen
ga ik met jou mee.
Dit is idioot.
- Ja. Het klopt van geen kant.
Dus vertrouw ik 't.
Moet je daar kijken.
Moet je zien.
- Ze hebben het warmer dan wij.
Als wij dat ook moeten,
bedank ik er mooi voor.
Godsklere.
Neem op, slampampers.
Is daar iemand?
Ijsberg, recht vooruit.
Ijsberg recht vooruit.
- Hard stuurboord.
Draaien, en snel.
Vol achteruit.
Roer aan boord.
- Stuurboord aan boord.
Zakken met die druk.
Vuurdeuren dicht.
Omkeerdrijfwerk inschakelen.
Draaien ze niet?
Is het roer aan boord?
- Stuurboord aan boord.
Toe dan. Draaien.
We raken 'm.
Hard bakboord.
Achteruit.
Wegwezen. De deuren gaan dicht.
Naar buiten.
Vooruit, jongens.
WATERDICHTE DEUREN
Jezus, dat scheelde niks.
- IJs ruiken, hè? Godsklere.
Noteer de tijd in het logboek.
Wat was dat?
Een ijsberg.
Ik ben uitgeweken,
maar hij was te dichtbij.
Ik heb tegenroer gegeven...
Sluit de waterdichte deuren.
- Die zijn dicht.
Machines stoppen.
Laat de timmerman peilen.
Kom op, we smeren 'm. Opschieten.
Waarom stoppen we? Ik voelde iets.
Geen zorgen.
Waarschijnlijk een schroefblad.
Kan ik u iets brengen?
Ze hebben 't over 'n ijsberg.
- Ik zie anders niets.
Ik ga de ratten maar achterna.
Jij.
- Niets aan de hand.
Ik ben bestolen.
- Haal de provoost. Nu, imbeciel.
Mis ik iets?
Heb jij 't gezien?
- Volgens mij was 't daar.
Twee meter water in ketelruim 6,
en meer in 't postruim.
Stutten?
- Als 't zakt.
Heb je 't postruim gezien?
- Onder water.
Dit is ernstig.
Naar moeder en Cal.
Ik vind ze erg goed.
Niets aanraken,
en alles fotograferen.
We zochten u al.
Daar gaat hij.
Er is iets gebeurd.
Dat klopt, ja.
Ik mis twee dingen die me dierbaar zijn.
't Ene is terug, nu 't andere nog.
Fouilleer hem.
Trek je jas uit.
Wat doe je nou?
Dit is een noodsituatie.
Is dit het?
- Inderdaad.
Wat 'n vuile truc.
Geloof 't niet.
Het kan niet.
- Een beroepsdief kan veel.
Ik was al die tijd bij 'm.
Toen je je aankleedde, misschien?
Slim. In mijn zak gestopt.
Niet eens je eigen zak.
'A.L. Ryerson'
Die was gestolen.
- Alleen geleend.
Ja, een eerlijke dief.
Geloof ze niet. Jij weet 't.
Je weet dat 't niet waar is.
- Kom nou maar mee.
Je weet 't. Je kent me.
Hoogst ongelukkig, kapitein.
3,5 meter in tien minuten
in de voorpiek, drie ruimen en ketelruim 6.
Wanneer gaan we verder?
- Vijf compartimenten.
Vier compartimenten lek kan nog.
Vijf niet.
Als ze voorover zakt, loopt het water
over de schotten heen
ter hoogte van Dek E,
steeds verder naar achteren.
De pompen.
- Daarmee wint u slechts minuten.
Wat we ook doen,
de Titanic zal zinken.
Ze is onzinkbaar.
- Ze is van ijzer, ze kan zinken.
En ze zinkt.
Het staat vast.
Hoelang nog?
Een uur, hoogstens twee.
Hoeveel opvarenden?
2.200 zielen, kapitein.
Die voorpagina 's haalt u wel, Mr Ismay.
Wat 'n sletje, hè?
Kijk me aan als ik praat.
Mr Hockley?
- Nu niet.
U moet reddingsvesten aan...
- Nu niet, zei ik.
Het spijt me, opdracht van
de kapitein. Kleed u warm aan.
't Is knap koud, buiten.
Een overjas en 'n hoed?
Belachelijk.
Geen zorgen.
't Is puur uit voorzorg.
Opstaan. Vesten aan.
Wat moet hij?
Reddingsvesten aan.
Doe 't nou maar.
C.Q.D.?
Ja. Het noodsignaal.
Dat is onze positie.
Meld dat we zinken
en direct hulp nodig hebben.
Godsamme.
En de passagiers?
- Naar binnen.
Te koud, en te veel herrie.
Kom hier helpen.
Iets drinken, meneer?
Wat gebeurt er? Eerst worden
we ingepakt, en nu niets.
Ik zal 't navragen.
Niemand weet wat er is.
Engelsen: Alles volgens 't boekje.
- We blijven beleefd, Mr Hockley.
Zet de verwarming in de hut aan.
Ik wil straks thee.
Ik heb de ijsberg gezien.
En ik zie 't aan u.
Zeg 't alstublieft.
Het schip gaat zinken.
Weet u 't zeker?
Over een uur ligt dit alles op de zeebodem.
Zeg 't niet aan iedereen.
Geen paniek veroorzaken.
Ga naar een sloep.
Wacht niet af.
Weet je nog wat ik je heb verteld?
Ik begrijp het.
Kom maar hier.
Er is 'n opstootje in de tweede klas.
Ik let wel op hem.
De Carpathia maakt '17 knopen.
Hun maximale vaart.
Verder niemand?
- Niet in de buurt.
Ze zijn er over vier uur.
- Vier uur?
Dank je, Bride.
Wij zijn klaar.
Zullen we de vrouwen
en kinderen inschepen?
Vrouwen en kinderen eerst, ja.
Dames en heren, let u even op.
Komt u hierheen.
Naar mij toe. Dank u wel.
Voorlopig nemen we alleen
vrouwen en kinderen.
Hier maar.
Opgewekt, zei de kapitein.
Dan komt er geen paniek.
Wedding Dance.
Reddingsvesten aantrekken.
Reddingsvesten aantrekken.
Geen paniek. Het is nog geen tijd
om de sloepen in te gaan.
Blijf rustig.
Zorg dat u 'n reddingsvest draagt.
En laat vrouwen en kinderen voor.
Wat doen we?
- Wachten.
Eerst de eerste klas in de sloepen.
Dan moeten we klaar staan.
Dringen gaat niet sneller.
Ga hulp halen.
Vieren, links en rechts tegelijk.
Beide kanten tegelijk.
Links stoppen.
Alleen rechts.
Rechts vieren. Links stoppen.
Nu tegelijk vieren.
Volgens mij zouden we
wel 's kunnen zinken.
Ik mag je een blijk
van onze waardering geven.
Namens Mr Caledon Hockley.
Vooruit, zus. Je hebt 't gehoord.
Plaats voor 'n heer, heren?
- Alleen vrouwen.
Gaat 't wel volgens klasse?
Als 't maar niet te vol wordt.
Moeder, hou je mond.
Het water is ijskoud,
en er zijn veel te weinig sloepen.
De helft van de mensen sterft.
- Niet de betere helft.
Stap in, Ruth.
De eerste klas zit hier.
Die tekening is morgen
een stuk meer waard.
Onvoorstelbare ploert.
Kom Rose. Plaats genoeg.
Rose, jij bent aan de beurt.
Stap in, Rose.
Kom in de sloep. Rose...
Dag, moeder.
Waar ga je heen?
Naar hem? Als *** van 'n schooier?
Liever zijn *** dan jouw vrouw.
Nee, zeg ik.
Rose, niet doen.
Vieren.
Nee, wacht.
- Vieren.
Hoort iemand me?
Help me.
Kijk aan stuurboord.
Gaat u meteen naar het sloependek.
Pak 'n reddingsvest.
Geef 't goede voorbeeld.
Iemand hier?
Mr Andrews, goddank.
Waar sluit de provoost je op?
Je moet van boord.
Ik doe dit toch.
Zonder uw hulp duurt 't langer.
Met de lift naar beneden.
Naar het bemanningsverblijf.
Rechts, en bij de trap links
een lange gang in.
Dit gaat niet goed.
't Spijt me, de liften zijn dicht.
Ik ben niet beleefd meer.
Naar beneden.
Dek E.
Ik ga terug.
Kom terug. Ik ga naar boven.
Bemanningsverblijf.
Ik ben hier.
Jack, het spijt me.
Het spijt me zo.
Lovejoy had 'm in m'n zak gestopt.
- Weet ik.
Je moet een reservesleutel vinden.
Kijk in die kast.
'n Kleine zilverkleurige.
Alleen maar koperen.
Kijk hier dan.
Hoe merkte je dat ik onschuldig was?
- Ik besefte dat ik 't altijd al wist.
Doorzoeken.
Er is geen sleutel.
Luister. Dan moet je hulp halen.
't Komt wel goed.
Ik ben zo terug.
Ik wacht hier wel.
Is hier iemand?
Is hier nog iemand?
We hebben hulp nodig.
Hoort iemand me, alstublieft?
Goddank. U moet me helpen.
Er zit iemand vast.
Wacht even.
U moet onmiddellijk naar boven.
Deze kant op.
- Er zit iemand vast.
Geen paniek.
- Dat is de verkeerde kant.
Laat me los. Luister.
Verzuip maar.
Gaat 't hiermee?
Daar komen we wel achter.
Wacht. Eerst even oefenen.
Nu nog 's, op dezelfde plaats.
Goed, genoeg geoefend.'t Lukt wel.
Zorg dat je 'm hard en snel raakt.
Je handen verder uit elkaar.
Zo?
Rose, ik vertrouw je.
Gelukt. En nu snel weg.
Jezus, wat is dit koud.
Daar moeten we langs.
- We zoeken een andere uitgang.
Dat zie je ook niet elke dag.
Wat moet die bagage hier? Weg ermee.
Ze is niet aan stuurboord.
De tijd dringt.
Die houwdegen laat geen mannen toe.
Aan de andere kant wel.
Dan doen we dat.
Eerst 'n kleine verzekering.
Deze kant op.
Wat moet dat voorstellen?
Dat gaat je geld kosten.
Dat is eigendom van de rederij.
- Hou je kop.
Kunt u even wachten?
Ik moet nog...
Zitten. Zij is de laatste.
Waarom strijkt u halflege sloepen?
Nu niet.
- Twintig man in 'n sloep voor 65.
Ik zag er een met twaalf.
We wisten niet zeker of ze
't gewicht konden dragen.
Flauwekul.
Ze zijn getest met 70 man.
Zorg in godsnaam dat ze vol zijn.
Meer vrouwen en kinderen.
Terug. Dat is geen uitgang.
Achteruit.
Je kan ons niet vasthouden.
We zinken.
Laat de vrouwen eruit. Maak open.
Alleen vrouwen.
Nee. Alleen vrouwen.
Afsluiten.
Er staan hier vrouwen en kinderen.
Geef ons tenminste 'n kans.
Kunnen we eruit?
- Hopeloos.
We moeten in elk geval snel zijn.
De boten zijn weg.
- Alles loopt vol.
Die kant op is niets.
Deze kant op.
Ik maak m'n eigen geluk.
- Ik ook.
Nee, hierheen.
Ga terug naar de grote trap.
Daar wordt alles geregeld.
Daar wordt 't geregeld. Naar de trap.
Maak open.
- Naar de grote trap.
Ga terug, heb ik gezegd.
Godverdomme. Klootzak.
Help 's even.
- Ga opzij.
Ga opzij.
- Zet dat terug.
Nog 'n keer.
Daar mag u niet heen.
Achteruit, zeg ik,
of ik schiet iedereen dood.
Bewaar de orde.
Bewaar de orde, zeg ik.
Mr Lowe, beman deze sloep.
Niemand gewond? Geen paniek.
Achteruit.
Te laat.
- Daar zijn er nog meer.
Blijf hier. Die Murdoch
is wel 'n praktisch type.
Achteruit, jullie.
Achteruit, allemaal.
Dit gaat mis. Opschieten.
Ja? Jullie twee, meekomen.
Ik ben zakenman,
en ik doe u een voorstel.
De sloepen zijn weg.
Zijn daar nog sloepen?
- Nee. Nog wel op het voorschip.
Moet 't nou nog? Niemand luistert.
Aan tafel ook niet.
Spelen, dan blijven we warm.
Orpheus.
Muziek bij 't verzuipen:
Leve de eerste klas.
Waar is iedereen?
- Op 't achterschip.
Dat is dus afgesproken?
De mannen achteruit, alstublieft.
Alleen vrouwen en kinderen.
U achteruit.
Terug, meneer.
Komt u maar, mevrouw.
Probeer de andere kant maar.
Ze is aan de andere kant.
Bij een sloep.
Met hem.
Nog vrouwen en kinderen?
Iemand anders, dan?
Iemand anders?
O, godverdomme.
U mag hier niet komen.
Toe maar. Goed zo.
Klaar om te strijken?
Links klaar.
Vieren maar.
Gelijk vieren.
Beide kanten tegelijk.
Geef haar maar.
't Komt allemaal goed.
- Pappa, kom nou.
We zien elkaar straks weer.
De pappa's hebben 'n andere boot.
Pak mamma's hand en wees 'n grote meid.
Ik ga niet zonderjou.
- Je moet gaan. Nu.
Stap in die boot, Rose.
Jawel. Stap in.
Ja. Stap in, Rose.
Kijk nou. Je ziet er niet uit.
Trek aan, vooruit.
Ik neem de volgende wel.
- Niet zonder jou.
Luister. Ik red me wel. Mij krijgen
ze niet kapot. Toe nou maar.
Ik heb 'n afspraak
dat Jack en ik meekunnen.
Allebei.
Zie je? Ik heb zelf 'n sloep.
Vlug. Hij is bijna vol.
Kom aan boord.
Vieren.
Je liegt goed.
Bijna zo goed als jij.
Er is niks afgesproken, zeker?
Jawel.
Niet dat jij er iets aan hebt.
Ik win altijd.
Hoe dan ook.
Wat doe je nou?
- Hou haar tegen.
Waarom doe je nou zo stom?
Wat ben je toch stom.
Waarom doe je dat?
Als jij springt, spring ik ook.
Ik kon niet weggaan.
Geniet maar even van elkaar.
Wat is er nu nog grappig?
Ik stopte de diamant in de jas.
En die jas gaf ik aan haar.
Hij moet mee.
Dat is de verkeerde kant.
Hierheen.
Geef me je hand.
Maak alstublieft 't hek open.
Schiet op.
De sleutels zijn gevallen.
Niet weggaan. Haal hulp.
Ik heb ze. Welke is 't?
De kortste misschien.
Schiet op.
Hij zit vast.
- Vlugger.
Riemen onder de rand.
Alleen vrouwen en kinderen.
Hou 'm tegen.
Davits indraaien,
en de talies inpikken.
Door naar boven.
Geef ons 'n kans, Engelse pik.
Niemand komt er langs.
- Smeerlap.
Achteruit.
- We hadden 'n afspraak.
Uw geld kan ons geen van beiden
nog redden.
Ik heb hier 'n kind.
Laat 'm door.
- Ik heb hier een kind.
Buiten mij heeft ze niemand.
Achteruit.
Geef maar.
Geef hier.
Wacht even. Mr Andrews?
Probeert u 't niet?
't Spijt me dat 't schip niet sterker is.
We moeten voortmaken.
Wacht.
't Beste, Rose.
U ook.
Mr Guggenheim? Voor u.
Nee, dankje. Wij gaan als heer
gekleed tenonder.
Wel graag cognac.
De vallen naar deze kant.
Strak doorzetten,
dan komt ie rechtop.
Kapitän? Waar moet ik naartoe?
Dat was 't dan.
Het beste, Wally.
En zo leefden ze
nog driehonderd jaar gelukkig
in het land Tir-na-Nog,
land van de eeuwige jeugd.
Geen tijd meer.
Snij de vallen door.
Ik moet 'n mes hebben.
Snij die vallen door.
Heren. Het was een voorrecht
om met u te spelen.
Zo lang mogelijk aan boord blijven.
Je trekt ons om.
Al ging ik door 'n dal der schaduw...
Kan 't sneller, door dat dal?
Heilige Maria, moeder van God,
bid voor ons, zondaars
een nieuwe hemel en aarde.
Want de eerste waren voorbijgegaan.
En er was geen zee meer.
Het is allemaal zo voorbij.
en zij zullen bij Hem zijn,
en God zelf zal bij hen zijn.
Hier hebben we elkaar ontmoet.
God zal alle tranen uit hun ogen wissen.
En de dood zal niet meer zijn.
Noch rouw, noch gekrijt,
noch moeite zal er meer zijn.
Want de eerste dingen zijn weggegaan.
Sneller roeien, verdomme.
Godallemachtig.
Overstappen.
Ik trek je wel.
Geef me je hand.
Ik heb je. Ik laat niet los.
Ik heb je.
Wat gebeurt er?
- Ik weet 't niet.
Het is zover.
Hou je vast.
Hij zuigt ons mee.
Haal diep adem als ik 't zeg.
En blijf naar boven zwemmen.
Laat mijn hand niet los.
We halen 't. Vertrouw op mij.
- Ik vertrouw je.
Klaar?
Nu.
Ga van haar af.
Zwemmen, Rose. Je moet zwemmen.
Blijf zwemmen.
't Is zo koud.
- Zwemmen, Rose.
Blijf zwemmen.
Klim erop.
Erbovenop.
Blijf erop liggen.
Nu komt 't goed.
Nu komt 't goed.
Kom terug met de sloepen.
De sloepen komen terug.
Nog even volhouden.
Ze moesten uit de zuiging weg,
maar nu komen ze terug.
In godsnaam.
- Alsjeblieft, help ons.
U snap 't niet. Als we teruggaan,
trekken ze ons om. Dan zinken we.
Hou op, ik word er *** van.
Meiden, pak een riem.
Dit is de noordelijke oceaan.
Willen jullie 't overleven,
of moeten jullie dood?
Ik snap jullie niet.
Jullie eigen mannen liggen in zee.
Ze kunnen er zo bij.
- Er kan er ook een uit.
Als jij die waffel niet dichthoudt.
Riemen in, en de sloepen
aan elkaar sjorren.
Stevig vastmaken.
Luister. We moeten terug.
Alle vrouwen in die sloep,
zo snel mogelijk.
Maak ruimte daar.
't Wordt stil.
't Duurt een paar minuten
om de sloepen te organiseren.
Wat jij ook doet,
ik schrijf straks een brief
op poten naar de White Star Line.
Ik hou van je, Jack.
Waag het niet.
Geen afscheid nemen. Nog niet.
Begrepen?
Ik heb 't zo koud.
- Luister, Rose.
Jij overleeft dit.
Jij gaat verder.
Je krijgt een hoop kindjes.
Je ziet ze opgroeien.
Je sterft als je oud bent,
warm in je bed.
Niet hier.
Niet in deze nacht. Niet zo.
Begrepen?
Ik voel mijn lichaam niet.
Dat kaartje winnen was 't beste
dat me ooit is gebeurd.
Het bracht me bij jou.
Daar ben ik dankbaar voor.
Dankbaar.
Je moet me die eer bewijzen.
Me beloven dat je 't overleeft.
Dat je 't niet opgeeft.
Wat er ook gebeurt.
Hoe uitzichtloos...
Beloof het me nu, Rose.
En laat die belofte nooit los.
Ik beloof het.
Nooit loslaten.
Ik zal nooit loslaten, Jack.
Ik zal nooit loslaten.
Recht vooruit, stuurman.
Riemen in.
Zie je beweging?
Niemand beweegt.
Controleer ze. Geef me een riem.
Zorg dat je 't zeker weet.
- Deze zijn dood.
Rustig vooruit.
Zorg dat je ze niet raakt.
Is hier iemand in leven?
Hoort iemand me?
Is er nog iemand in leven?
We hebben te lang gewacht.
Blijf controleren. Blijf zoeken.
Is er nog iemand in leven?
Hoort iemand me?
Kom Josephine
in mijn vliegmachine
naar boven toe
omhoog
Kom Josephine
in mijn vlieg...
Daar is 'n sloep. Jack.
Daar is 'n sloep, Jack.
Kom terug.
Kom terug.
Hoort iemand me?
Er is niemand meer.
Ik zal nooit loslaten.
Dat beloof ik.
Omkeren.
Vijftienhonderd mensen raakten in zee
toen de Titanic onder ons zonk.
Er dreven twintig sloepen rond.
En er kwam er maar een terug.
Een.
Zes mensen werden
uit het water gered, waaronder ik.
Zes, van de vijftienhonderd.
Daarna konden de zevenhonderd
in de sloepen alleen maar wachten.
Op de dood
of op het leven.
Wachten op vergiffenis,
die nooit zou komen.
Hier vindt u ze niet.
Dit is allemaal derde klas.
roodbruin, met 'n witte baard.
Is er geen andere lijst?
Op een ander schip?
Ik heb hem nooit meer gezien.
Hij trouwde natuurlijk,
en erfde zijn fortuin.
Maar de crash van '29 trof hem hard.
Hij stak 'n pistool in z'n mond.
Heb ik gelezen.
Mag ik je naam?
Dawson.
Rose Dawson.
We hebben nooit iets over Jack gevonden.
Dat is wel logisch, hè?
En ik heb nooit met 'n woord
over hem gerept.
Ook niet tegen je opa.
Het hart van 'n vrouw
is een oceaan vol geheimen.
Nu weet je dat er
een Jack Dawson is geweest.
Dat hij me heeft gered
in iedere zin waarin redding mogelijk is.
Ik heb zelfs geen foto van hem.
Hij bestaat nu alleen nog
in mijn herinnering.
Keldysh, Mir 2 komt naar boven.
Deze was voor als ik de diamant vond.
Het spijt me.
Drie jaar lang heb ik alleen
aan de Titanic gedacht.
Ik heb 't nooit begrepen.
't Is nooit doorgedrongen.
Controle en bewerking: Goffini
Gedownload van www.ondertitel.com