Tip:
Highlight text to annotate it
X
Unique Team Releases
Proudly Presents
WAKE WOOD
Vertaald door: Viper, Flowergirl en Skietuwillie
Bewerking en controle: PauluZzz
- Fijne verjaardag, Alice.
- Hoi pap.
We hebben een nieuwe patiënt achterin.
Jouw soort hond, weet je?
Je kunt hem zien na school.
Hij is zo schattig.
Hé, kleine jongen. Dank je, pap.
...Raad welke hand.
...De goede.
Yes.
Een medaillon. Prachtig.
Bedankt, mam. Ik hou van je.
Ik hou ook van jou.
Jarige job.
Oh, je bent zo dom!
En recht naar school. Gefeliciteerd met je verjaardag!
Hé, jongen. Hoe is het met jou?
Heeft papa je goed opgelapt?
Nee!
Sorry...
Is dit hypoallergeen?
- Hallo daar.
- Goedemiddag, Arthur.
- Goede middag, baas.
- Ben je hier om mee te helpen?
Normaal wel. De knie,
wordt maar niet beter, zie je.
Dat is waarom ik een jongere man heb aangenomen.
Kijk, een vaste hand.
Ik heb haar daar net geplaats, ja?
Daar zijn we.
Hallo. Ik hoopte
dat ik iets kon krijgen voor hoofdpijn.
Zeker. Kom binnen.
Hoofdpijn was het toch, Miss Brogan?
- Mary. Gaat het wel goed?
- Ja, Ja.
Ik... Ik zag niemand anders kom binnen.
- Zijn jullie twee samen?
- Ze is mijn nichtje. Deirdre.
- Hoi.
- Ze is hier op bezoek.
- Het lijkt erop dat je een vulling nodig hebt.
- Oke.
Ja, dank je.
Wanneer heb je het geplaatst?
Het ziet er echt heel anders uit.
- Onlangs.
- Het moet 9 maanden geleden zijn.
Meer zelfs, sinds ze hierheen verhuisd zijn.
Ik wil graag het recept zien voor Ventolin.
Waarschijnlijk heb ik het hier.
Ik bewaar alles.
- Hoe lang ben je hier?
- Wat een geruststelling.
Deze is vorig jaar verlopen.
Hey.
Gaat het wel goed?
- Wat ben je aan het doen?
- Je weet wat ik aan het doen ben.
Nee!
Het is hier een zwart gat.
We gooien niet zomaar
Allice's spullen weg.
- Nee, we kunnen ze niet houden.
- Snap je het dan niet?
Ik... ik ben er niet klaar voor.
Als je het kon zou je haar vergeten.
Wat kan ik eraan doen?
Je kan me laten gaan.
Het ligt niet aan jou, Patrick.
Het ligt niet aan jou.
Weet je wat het is?
Het enige dat ik wil is dat 't goed gaat met je.
Breng me naar 't station.
Wat is het?
Nou, we krijgen wel hulp bij Arthur.
Hij weet een monteur.
Luister. 't is daar als de wind gaat liggen.
- Wat is dit voor een plek?
- Ik weet het niet.
Briljant.
Dit lijken wel grafstenen.
Auto staat er.
- Ik probeer hem te bellen.
- Ik kijk achter wel.
Laten we naar huis gaan.
Wat is er gebeurd?
Louise.
- Wil je met me praten?
- Ik wil gewoon naar bed.
Louise, Patrick.
Arthur, wat doe je hier?
Ik wil zeker weten dat
alles goed gaat met jullie allebei.
- Wat bedoel je?
- Nou, is dat zo?
Onze auto stopte in
niemandsland.
We liepen naar uw plaats,
we konden u niet te pakken krijgen.
Wat heeft dit te betekenen, Arthur?
- Heb je jezelf maar binnen gelaten?
Dorpse gewoonte, denk ik.
Je zei dat je naar mijn huis kwam.
Nou, dat zou zinvol zijn.
- Wat is dit in vredesnaam?
- Oke, ik ga.
Je doet het hier erg goed Patrick.
We zijn zo blij dat je Wakewood gekozen hebt,
en we hopen dat je hier troost vind.
Ja, het gaat prima met ons.
Hoe gaat het met jou, Louise?
Is alles goed met jou?
Deirdre?
- Ben je...
- Daar ben je mijn huisdier.
- Ik ga naar huis vandaag.
- Gaat het goed met haar?
Goed, dank je.
- Nu...
- Ik kan niet wachten om terug te gaan.
Ik weet het, prachtig. Het is zo snel gegaan.
Hier. Voor de zonnebril.
Kom op, schat.
Alice heeft een prachtige stem.
- Vertel me mijn dochters naam.
- Ik weet het niet.
- Vertel me mijn dochters naam.
- Ik weet het echt niet.
Haar naam was Alice.
Hoe weet je nicht dat?
Wat er gebeurd in Wakewood
is niet voor iedereen bestemd.
Wat gebeurt er dan?
Alsjeblieft, maak een
andere baby om lief te hebben.
Ik kan het niet.
Ik weet hoe je je voelt.
Nee, ik dent dat je het niet weet.
Deirdre is niet je nichtje,
dus vertel het me.
Je wilt je dochter terug krijgen,
is het niet?
Is het mogelijk?
Ik kan het niet zeggen, en dat is de waarheid.
- Hallo.
- Hoi.
Ik moet naar O'Shea's toe.
Kan je helpen?
Ik kan het niet.
- Je ophalen om tien uur?
- Kom op, kom op. Ga naar binnen.
Kom op, ga naar binnen.
Kom op, ga er opstaan.
- Dat is wel een erge griep wat hij heeft.
- Ja, dat heeft hij.
Ik ga hem een prik geven.
Kan jij 35 mil voorbereiden?
En misschien ook
een anti-inflammatoire.
Kom op, sta op.
Kom hierheen! Ga door. Ga daarop!
- Schuif op. Schuif hem op.
- Ga daar op staan.
Kom op, opstaan. Sta op, sta op!
- Hij beweegt niet, Da.
Kom op!
Kom op!
- Wat ben je aan het doen?
- Laat me het zien.
- Wees stil, vrouw!
- Ik probeer hem te krijgen waar hij is.
Hou stil.
We moeten 'm op het
beveiligingssysteem krijgen. Ga door!
- Slecht idee, Mick.
- Stel je zelf niet teleur.
- Ga daar weg, Mick!
- Kom op! Kom op!
- Kom op!
- Da, alsjeblieft! Da, alsjeblieft.
Ga daar weg! Til hem op!
Til hem op! Til hem op!
Open de voorste poort!
Ik kan het niet! Hij zit vast! Duw!
Da! Da!
Da!
Je deed al het mogelijke.
Ik denk dat je beter iemand anders
kan zoeken voor de praktijk.
Wij verlaten Wakewood.
Het is een schok voor je.
We praten morgen wel.
Arthur.
We blijven niet.
Vertel me over je dochter.
- Het is niet de tijd.
- Ik denk dat het tijd is.
- Arthur...
- Luister naar me.
Luister naar me.
Ik kan je dochter tot leven brengen
voor een korte tijd,
zodat je haar kan zien, haar vasthouden
en goed afscheid kunt nemen.
- Zou dat je pijn verzachten?
- Dat is niet grappig.
Als ze minder dan een jaar dood is,
Kan ik haar terugbrengen.
Het is maar voor drie dagen.
Voor meeste mensen is dat genoeg.
Dat is belachelijk. Het is onzin.
Oke. Oke.
Maar doe één ding voor me, Patrick.
Voordat je mijn aanbod bespot...
vraag het aan je vrouw.
Ze weet het.
- Ik heb 't je al verteld.
- Je hebt me niet alles verteld.
- Alsjeblieft, stop er gewoon mee.
- Stop dit? Stop wat?
- Wat is het dat je denk dat ik doe?
- Kom op, schat.
Alsjeblieft, kom op, wees eerlijk tegen me.
Wat zag je?
Wat heb je gezien?
Ik zag zoiets als...
Wat?
Een geboorte... misschien.
En?
Ik geloof hem.
Patrick, ik geloof wat Arthur zegt.
Als we dit doen, zou je dan blijven?
Louise?
Ik wil haar gewoon terug.
Oké.
Maar het is niet zo simpel, toch?
Als we moeten liegen, is 't het niet waard, toch?
- Wat was je dochters naam?
- Alice.
Alice Hanna Daley.
Alice Hanna Daley.
- Hield ze van de ochtend of avond?
- De ochtenden.
- Was haar huid soepel of droog?
- Soepel.
Zou ze katten, koeien of paarden leuk vinden?
Paarden, pony's zeker weten.
Was het haar dik of sluik?
- Het was fijn. Was het?
Heel fijn.
- Wat is haar geboorte datum?
- 22 oktober.
Hoe lang geleden is je dochter
begraven?
Patrick, hoe lang geleden is je dochter
doodgegaan en is ze begraven?
Het is elf maanden, twee weken
en twee dagen geleden.
Dit is wat we kunnen doen.
Je dochter wordt terug gebracht tot leven.
Maak wat van die tijd.
En daarna gaat ze terug naar de bossen.
- Ze is gewoon in bruikleen.
- Zal ze normaal zijn?
Helemaal. Haar hart zal kloppen,
de lucht die ze inademt...
Ze zal de tijd herinneren,
die ze met jullie had, sommige stukken.
Het duurt alleen voor drie dagen,
Waarin je Allice moet binnen houden
in Wakewood.
De windturbines liggen buiten
onze grens. Laat ze uw gids zijn.
Dit is een fysieke noodzaak.
Waarom maar drie dagen?
We tappen het leven af van
een vers kadaver.
Drie dagen is alles wat we krijgen.
Misschien is het de spiegel van fases,
van het bestaan, geboorte, leven, dood.
Ik weet het niet zeker.
Om dit te laten werken, hebben we een lichaam nodig
en als je goed op de hoogte bent,
we hebben onlangs 'n tragedie
in onze gemeenschap.
Misschien moeten we voorrang
aan 't gezin geven.
Het ritueel van de terugkeer
bindt je naar Wakewood.
Je vestigt je hier permanent en je behandelt
de dieren zonder problemen...
wanneer deze stad je nodig heeft.
Hebben we een afspraak?
We willen haar weer zien.
Dan zal je 't.
Jij was daar. De dierenarts zijn vrouw.
Ja.
- Ga zitten.
- Bedankt.
Mrs O'Shea,
't spijt me van je verlies.
In m'n gedachte,
is hij de jongen die ik ontmoette.
Onze dochter was
vorig jaar vermoord.
Ze was ons enigste kind.
Toen ze geboren werd,
ging 't niet zo goed.
Ik kan er geen meer krijgen.
Ik weet dat dit 'n
verschrikkelijke tijd voor je is, maar...
ik moet je vragen
of we je man's spullen kunnen gebruiken...
om haar terug te brengen.
- Je weet niet wat je vraagt.
- Nee, je hebt gelijk. Ik weet 't niet.
Maar ik moet haar weer eens zien.
Je woont in nu in Wakewood, toch?
Maar 't is geen deel van je.
Je bezoekt 't alleen.
Ik kan me niet voorstellen hoe dat is.
We zijn allemaal hier geboren.
Mrs O'Shea,
we zijn heel gelukkig in Wakewood.
Sta op voor me.
- Nee, 't is niet goed.
- Wat?
Ik weet niet wat 't is,
maar 't is niet goed. Ik doe 't niet.
Peggy, ze moeten 't vragen.
Je bent van slag.
Er is iets wat ik niet prettig vind.
Ze moeten 't vragen,
maar je moet vatbaar zijn, Peggy.
Dat is de enige manier dat
't door kan gaan.
Wil je Mick zelf niet zien?
Je ontkent me Mick's terugkomst niet.
Ze hebben je hulp nodig.
Je hebt 'n relikwie nodig van Alice
voor 't ritueel.
Als wat?
In dat geval,
we hebben weinig tijd.
Haar favorieten teddybeer?
De relikwie moet persoonsgebonden
zijn. Een plukje haar.
We hebben zoiets niet.
Wat je ook biedt,
't moet persoonlijk zijn aan Alice.
In een korporaal, fysieke manier.
Heel veel dus.
Begrijp je 't?
Denk je dat Peggy 't weet?
Ben je klaar?
Je bent heel welkom.
Kom.
We moeten zijn thorax eerst verpletteren.
In het verleden,
deden ze dit met 'n brok hamer.
Oké, dat zal 't doen!
Patrick, 'n handje.
Nu snijden we 't ruggenmerg.
Doe jij 't voor me, Patrick?
We hebben 't relikwie nodig.
Heel goed.
Op de wind vliegt u,
tussen deze en 'n andere wereld,
van dat schemerige rijk
en je kijkt over je baars...
de beproevingen van het leven
en de nasleep van de dood.
Help ons nu Alice te roepen,
en breng haar drie dagen hier...
en keer daarna terug.
Ga naar de bomen.
Ga tussen de wortels liggen.
Ga naar de bomen.
Ga tussen de wortels liggen.
Pak deze handen.
Alice.
- Pak deze botten.
- Alice.
- Pak dit hart.
- Alice.
En pak deze ogen, Alice.
Breng hem beneden.
Nu hebben we bloed nodig.
Vrouwen bloed zal beter zijn.
Snijdt me.
Kom, Kom.
Achteruit, achteruit.
Voel nu de kracht van
transformatie...
door jezelf stromen.
Niet kijken, niet kijken!
Scherm je zicht af!
Hier komt ze. Hier komt ze.
Hier komt ze.
Hier komt ze. Hier komt ze.
Hier komt ze.
O, m'n kind. O, m'n kind.
M'n kind. Alice.
Je haar is zolang geworden.
Ik had zo'n rare droom.
Het is nu voorbij.
- Haar ogen zijn bruin.
- Ja, Mick had bruine ogen.
- Waar is Alice?
- Haar eigen aankleden.
- Hé, snoepje.
- Sliep je goed?
Het huis lijkt vreemd.
- Het...
- Ja, dat is 't.
- We kwamen hier om te rusten.
- Ik moet de hele weg geslapen hebben.
Is dit echt?
Na jou.
Nee, je gaat me niet te pakken krijgen.
O, Alice.
- Kom op, begin met tellen.
- Eén, twee, drie, vier,
vijf, zes, zeven, acht, negen, tien,
11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20.
Ik kom, klaar of niet!
- Ik heb je!
Ik vond je vader!
Hij is m'n gevangene!
Jij bent de volgende!
Alice!
Kom op, kindje! Waar ben je!
Alice!
Alice?
Alice!
Al!
Alice!
Kom op!
Alice.
O, kindje. Ben je oké?
Wat doet dat hier?
Ik weet niet. Misschien heeft iemand 't
daar geplaatst om andere vogels te weren.
- Hé, ik heb iets gevonden.
- Wat?
Kies 'n hand.
- Kies 'n andere hand.
- Fout.
Herinner je wanneer je 't kreeg?
Je gaf 't ooit eens aan me.
Kom op, schatje. Tijd om te gaan.
Mam, hoorde jij muziek gisteravond?
- Wat voor muziek?
- Stemmen, m'n naam zingend.
We brengen 'm naar huis
en kan ik hem hechten.
Hij heeft geen kraag.
- Pap.
Kan ik 't doen?
Ja, ga en trek handschoenen aan.
Oké, houdt stil. Houdt het strak.
Nu, oké.
Nu, open dat. Pak dat stuk.
Wacht even. Trek dat door en omhoog.
Als dit?
Mensen moeten dieren geen pijn doen, wel?
Nee, inderdaad.
En dieren zouden geen mensen
pijn moeten doen.
Nou, dat is anders, weet je dat?
Ik hoorde dat je wat problemen had.
- Dat zou je kunnen zeggen, ja.
- Pap, kunnen we 'm houden?
- Nou, waarom niet.
- Mam zei van wel.
- O, deed ze dat?
- Ik ga 'm bellen Howie.
- Howie? O, ik hou ervan.
Maak 't niet moeilijk om gedag te zeggen.
- Welterusten.
- Trusten.
- Pak wat dekens voor ons.
- Oké.
Er was eens 'n meisje genaamd Alice.
- Nee, genaamd Louise.
- Dit gaat over mij, toch?
Oké, genaamd Louise, en ze woonde
bij haar broers en zusters.
- En haar herdershond.
- En haar herdershond.
En ze woonde in 'n groot huis
kijkend over de bergen naar de stad.
En huis had 'n veld en een boomgaard.
En elk jaar de bomen...
Hallo, Alice. Hoe gaat 't met je?
Hoe zou je 't vinden
om op onze pony te rijden?
Pap, ik ga ponyrijden.
- Mrs O'Shea, 't is heel aardig van u...
- Alice wil onze pony berijden.
En 't heeft oefening nodig.
Ik breng haar straks terug.
Het spijt me, maar
we hebben plannen voor vandaag.
- Nee, pap, ik wil nu gaan.
- Rustig aan.
- Mam, ik ben uitgenodigd voor ponyrijden.
- Oh?
Waarom komen jullie niet allemaal?
Waarom nemen we niet eerst 'n ontbijt
en dan zien we wel verder.
Oké.
Houdt haar wakker.
Nu, wil je 'n keer springen?
Denk je dat ze er klaar voor is?
Ze heeft nauwelijks gereden.
Het komt goed. Ze is natuurlijk.
Zie je dat? Geen probleem.
We hebben binnen thee en broodjes.
Wil je binnen komen?
- Alice, ben je klaar?
- Wacht tot ze klaar is.
We komen wel als ze klaar is.
Het duurt niet lang, ik beloof het.
Alice, er is 'n spelletje dat
je leuk zal vinden.
- Wat voor spelletje?
- Het is een quiz.
Ik stel de vragen, jij antwoord,
ik houd de score bij.
Nu, Alice Daley, wat is je naam?
Oké, ik zie 't zoals het is.
Zeg me, wanneer sluit je je ogen
als je moe bent,
wat zie je, meer geel of bruin?
Ik zie een grote rode vorm.
Ga door, heb nog een andere daar, Patrick.
Ik denk dat we even bij Alice moeten kijken.
- Ja.
- Ze zullen elke minuut terugkomen.
Laat me je hand zien.
En wat is de datum
van je geboorte?
Ik denk dat ik 't weet, een kleine vogel
zei het, maar als je niet meer coöperatief,
ik denk niet dat je die pony
nogmaals berijdt.
Alice, ben je 'n normaal klein meisje?
Waarom vraag je me dat?
- Waarom kijk je me niet aan?
- Ik heb genoeg gezien.
- Wat is er, schatje?
- Ik vind die vrouw niet aardig.
Ze is niet goed.
Je moet haar terugbrengen.
- Alice.
- Al, wacht even.
Alice!
Peggy weet 't. Laten we onze kans
nemen en weggaan.
Dan gaan we nu meteen.
Haal jij de auto.
Hé, Alice!
Mamma komt ons ophalen, oké?
Heeft Mrs O'Shea je laten schrikken?
Alice.
- Alice!
Doe de deur open!
- Wat is er gebeurd?
- Doe open!
Wat is er met haar gebeurd?
- Ga terug. Ga terug!
- Is ze in orde?
- Wat is er gebeurd?
- We probeerde weg te gaan.
Wat gebeurde er?
Howie, brave jongen!
- We zaten vast.
*** jij ook iets?
We moeten Alice terug in de grond stoppen
waar ze hoort.
- Doe het nu
- Drie dagen we hebben nog één dag over.
- We kunnen niet vertragen.
- Jij probeerde weg te gaan.
Nou, wacht eens even.
Ze maakte Alice heel erg ***.
- Het was nodig.
Het was wreed.
Ik ben teleurgesteld.
Je moet de regels gehoorzamen, Patrick.
Ik dacht dat ik dat duidelijk had gemaakt.
- Geef je laatste dag op.
- Doe het nu.
- Leg haar terug, voor de zekerheid.
- Je neemt haar niet.
- Louise, je kunt er maar beter nu brengen.
- Je neemt niet mijn kindje weg.
- We willen dat je dit doet.
- Mam waarom zijn zei hier?
- Het is goed.
Drie dagen, Arthur.
Ik vecht tegen jou en een ieder van jullie,
als het moet. Begrepen?
Patrick we zijn gekomen om te praten,
En er zijn mensen hier
die geloven dat er iets mis is,
iets wat niet volgens plan gaat.
- Zie je daar enige tekenen van?
- Nee, ik niet, helemaal niets.
Je moet het mij vertellen
Als je iets ongewoons opmerkt,
iets anders dan wat we hebben besproken,
begrijp je?
Het kleinste detail
kan desastreuze gevolgen hebben.
Ze is in orde. Ze is onze kleine meid.
Voor nog een dag.
Alice, wacht hier.
Patrick?
Oh, mijn God.
Ik begrijp het niet.
Waarom zouden ze dit doen met Howie?
- Zijn we wel zo zeker dat zei het zijn?
- Wat bedoel je?
Alice.
Laat me is je handen zien.
- Is dit een spel?
- Ja het is een spel.
- Alice, laat je handen eens zien.
- Alice, ga naar je kamer en spelen.
Waarom?
- Louise.
- Ga naar boven.
Dit is Alice's laatste dag.
Vandaag moet je sterk voor haar zijn.
Maar ze zal uit haar eigen willen gaan.
Je hoeft haar niet over te halen.
Hier is iets voor haar om te dragen
om haar nek.
We noemen het een koppel.
Je zal zien dat het haar troost geeft.
Zeker.
Als ze geagiteerd raakt,
kan je het snel vast maken om haar polsen.
Mary, ik moet even met mijn man praten.
Ik kan het niet, ik ben er niet klaar voor.
We kunnen vluchten.
- Dit is helemaal verkeerd.
Hallo?
Ja, luister, ik kom morgen.
Oké, 20 minuten.
- Nee.
- Ik moet gaan.
Wil je ze allemaal hier weer,
bonkende met hun stokken?
Je houd haar uit de buurt van Alice.
Ik kom terug voor middernacht,
en dan gaan we naar het bos.
Alice?
Hey.
Wanneer komt de baby?
Wat?
Alice?
Waar ben je?
- Is er iets dat je kunt doen?
We kunnen hem uit zijn lijden halen.
Een spuitje is het niet?
Nee hij is te groot
Alice. Alice! Liefje...
Alice! Alice!
Het is tijd om naar de bossen te gaan.
Interessant.
Arthur.
Ga dit huis uit.
Kijk haar niet aan.
Ben, Kijk haar niet aan.
Draai je om.
Kijk niet naar haar, draai je om Ben!
Ga terug naar de bomen
en ga liggen tussen de wortels.
Ga terug naar de bomen
en ga liggen tussen de wortels.
Ga terug naar de bomen
en ga liggen tussen de wortels.
Terug naar de bomen
en ga liggen tussen de wortels.
Ik zie je later.
Nu...
Dat werkt niet bij mij.
Alice?
Patrick is Alice hier? Is ze bij jou?
Luister, ik denk dat
Alice iets heeft gedaan...
- Luister naar me.
Nee, luister jij naar mij, Louise.
Patrick, ik ben in zwanger.
Nee dat ben je niet.
- Nee het kan niet, dat is onmogenlijk.
- Dat weet ik, maar ik ben het wel.
Alice kwam daar achter.
Ik... ik bedoel, ze wist het al.
Ik heb overal naar haar gezocht.
Ik dacht dat ze misschien hier was.
Ja, ja, ik denk dat ze hier is.
Kom kijk eens.
Oh, mijn...
Waar zou ze nu zijn?
Vroeg of laat naar huis.
Wat hebben we verdomme gedaan?
- Wat is er met ons aan de hand?
- Ik weet het niet.
Er ligt iets op weg.
Oh, mijn God.
Oh!
Stap in.
Mam!
Alice?
- Je wilde me achterlaten.
- We wisten niet waar je was.
Ik ben hier.
Pap, ben ik dood?
Ik heb hier iets voor je Alice.
Wil je dat ik het bij je om doet?
Dankje, Pap.
- IK hou van je.
- Hou ook van jou, Pap. Ook van jou Mam.
Ik hou ook van jou.
Ik wil bij jullie blijven.
- Wat is er? Wat is er gebeurd?
- We vonden haar in de bossen.
- Het is allemaal verkeerd gegaan.
- Wat heb je gedaan?
- Ze is gestopt met adem halen.
- Ze zal zo niet blijven.
- Heb je de koppel die ik je gaf?
- Nee, niet hier.
- Mogen we het allemaal overleven.
- Alsjeblieft zet me neer.
Ik wil niet meer terug.
- Ik wil niet meer alleen terug.
- Waarom laat je me dit doen?
We zijn er bijna.
Patrick?
Kom nu, Alice. Het is tijd.
Alice!
Stop!
Mam.
11 maanden, twee weken en twee dagen.
Nou, neem je me in de maling, Patrick.
- We willen haar weer zien.
- Je wilde ons hier houden.
- Hoe lang is ze al dood?
Een jaar...
Een maand, een paar dagen.
Laat me los, ik kan helpen.
De koppel zal je verlossen
als ze terug in de grond is.
- Mam!
- Arthur, ze vermoord mijn vrouw!
Waar ben je?
Ik hoop het niet.
Mam!
Pap!
Alice!
Alice!
Alice!
Mam!
Alice, ik ben het!
Hoi liefje.
Waarom liep je weg?
Ik was ***.
Ben je nog steeds ***?
- Niet echt.
Ik wed van wel.
- Misschien een klein beetje.
- Je kan nu toch naar mij toe komen, toch?
Dat weet ik, maar...
ik ben een beetje moe.
Mam.
Ja, liefje.
Kan ik een knuffel krijgen?
Natuurlijk kan dat.
Het spijt me.
Het is oké. Naar bed.
Onder de dekens.
We zijn er bijna.
Ik maak het bed op.
Daar gaan we.
Lig je lekker?
Er was eens een klein meisje.
Die ging voor een lange wandeling naar het bos.
Ze liep en liep...
totdat ze ontdekte dat ze verdwaald was,
en hoewel de duisternis inviel,
het kleine meisje wist
dat er ver weg meer was.
Het huisje en veiligheid
waren slechts een paar stappen verwijderd.
Een paar korte stappen en ze zou gelukkig
zijn voor altijd en eeuwig.
De deur ging open...
en haar papa en mama
namen haar in hun armen...
en in de warmte.
En de deur ging dicht
voor de kou en de duisternis...
en de nacht.
Louise.
- Help me!
- Patrick!
Help me!
Nee!
Louise! Louise!
Louise!
Ze zijn verdwenen, Patrick.
Je zult ze niet vinden.
Ik heb geprobeerd je te waarschuwen.
Het zou gevolgen hebben.
Hoe gaat het?
Het gaat goed.
- En Alice?
We missen je.
Ze hoopt op een klein zusje.
Echt?
Hoeveel herinner je je nog?
Ik weet het eigenlijk niet.
Ik ben er zo.