Tip:
Highlight text to annotate it
X
Tussen twee prominente families
in Verona, waar dit speelt...
laait een oude vete weer hoog op,
burgerhanden besmeurd met burgerbloed.
Uit de lendenen van deze vijanden
ontsproten twee gedoemde geliefden.
Tegelijk met hun lichamen werd
de strijdbijl tussen hun ouders begraven.
Hun onfortuinlijke liefde
en de strijd tussen hun ouders...
die beëindigd werd
door de dood van hun kroost...
zijn 't onderwerp
van dit schouwspel.
IN HET MOOlE VERONA
Tussen twee prominente families...
in Verona, waar dit speelt...
laait een oude vete weer hoog op.
Burgerhanden besmeurd met burgerbloed.
Uit de lendenen van deze vijanden...
ontsproten twee gedoemde geliefden.
DE VADER VAN JULlA
DE MOEDER VAN JULIA
DE VADER VAN ROMEO
DE MOEDER VAN ROMEO
COMMlSSARlS
DE ZOON VAN DE GOVERNEUR
DE BESTE VRIEND VAN ROMEO
Ik vervloek die hond uit het huis van Capulet.
Min excrement.
-Koning van het urinoir. Moge u wegrotten.
DE JONGENS MONTAGUE
Het is de strijd van onze meesters.
-En van ons, hun mannen.
DE JONGENS CAPULET
Tut, tut, laat de potjes lekker pruttelen.
Ik ben een man uit één stuk.
EEN CAPULET
Daar komt een Capulet.
-Vecht en ik zal u helpen.
Ik bijt op mijn duim naar ze.
Dat is een ondraaglijke schande.
Vecht. lk zal u steunen.
Beet u op uw duim naar ons?
-lk beet op m'n duim.
Beet u op uw duim naar ons, heer?
-Sta ik in mijn recht als ik ja zeg?
Ik beet niet op mijn duim naar u, heer.
Zoekt u strijd?
-Strijd? Nee, heer.
Als u strijd zoekt, ben ik uw gelijke.
-Niet mijn meerdere?
Neef. Zeg dat u beter bent.
-lk ben uw meerdere.
U liegt.
Trek uw wapen als een man.
Dwazen, u weet niet wat u doet.
DE NEEF VAN ROMEO
Trek uw wapens.
MEER BRANDSTOF BIJ UW VUUR
KATTENPRlNS
DE NEEF VAN JULlA
Richt u uw wapen op deze weerloze hinden?
Draai u om, Benvolio.
En kijk de dood in de ogen.
Goed, maar ik wil de vrede bewaren.
Trek uw wapen of laat ons vertrekken.
Vrede?
Vrede.
Dat woord veracht ik...
net zozeer als de hel, de Montagues...
en u.
Haast u.
-Wacht.
..laait een oude vete weer hoog op.
Geef me mijn zwaard.
-U zult uw vijand niet opzoeken.
Rebelse vijanden van de vrede,
leg uw moordlustige wapens neer.
Op straffe van marteling,
leg uw moordlustige wapens neer.
Vechtpartijen, uitgelokt door uw
aanmatigende woorden, Capulet...
en de uwe, Montague,
hebben de rust in onze straten verstoord.
Als u ooit weer de vrede verstoort,
zal dit u uw leven kosten.
Waar is Romeo?
Hebt u hem vandaag gezien?
Gelukkig nam hij geen deel aan de strijd.
Ik zag uw zoon
vanochtend vroeg bij de Plataan.
Daar zit hij vaak, terwijl zijn tranen
zich mengen met de ochtenddauw.
Daarna mijdt mijn zoon het licht
en gaat hij naar zijn vertrekken.
Hij blindeert de ramen,
verjaagt het mooie daglicht...
en sluit zich op
in een kunstmatige nacht.
Wrede liefde.
Liefdevolle haat.
Leegte die uit het niets is voortgekomen.
Duister licht, oprechte ijdelheid.
Misvormde chaos
van schoonschijnende figuren.
Zijn gemoed blijft
somber en zwaarmoedig.
Tenzij hij wordt bijgestaan door goede raad.
Laat mij dan nu heengaan.
Ik zal de oorzaak
van zijn verdriet achterhalen.
Kom, vrouwe. We gaan.
Goedemorgen, neef.
-ls de dag nog zo jong?
Een nieuwe dag is aangebroken.
-Droevige uren duren lang.
Vertrok mijn vader zo gehaast?
Vanwaar uw droevige uren?
-lk kan ze niet verdrijven.
Bent u verliefd?
-Haar liefde is voorbij.
Ach, dat liefde die zo mooi lijkt,
zo wreed en ongenadig kan zijn.
Ach, liefde is blind,
maar niet onbeholpen.
Waar gaan we dineren?
Ach, wat was dat voor schermutseling?
Zwijg maar.
Het gaat om haat,
maar meer om liefde.
Wrede liefde.
Leegte die uit het niets is voortgekomen.
Duister licht, oprechte ijdelheid.
Misvormde chaos
van schoonschijnende figuren.
Veer van lood...
Nu lacht u niet?
Mijn gemoed schiet vol.
-Hoezo, mijn vriend?
Vanwege uw bezwaarde hart.
-Vaarwel.
Zwijg. lk zal u vergezellen.
Als u gaat, doet u mij onrecht aan.
VRlJGEZEL VAN HET JAAR
Montague wacht een gelijke straf.
Ervaren mannen als wij
moeten de vrede bewaren.
U zijt eerzame mannen.
U hebt te lang gestreden.
Wat zegt u op mijn aanzoek?
Ik heb u al eerder gezegd
dat mijn kind vreemd is in de wereld.
Over twee jaar is ze rijp voor het huwelijk.
Vele moeders zijn jonger dan zij.
-En vaak voor het leven getekend.
Vanavond geef ik m'n jaarlijks feest.
Er komen frisse jongedames
die de donkere hemel doen stralen.
Geef ogen en oren de kost
en kijk wie u behaagt. Kom mee.
Zeg mij van wie u houdt.
Het is een vrouw van wie ik hou.
-Dus ik trof doel. U bent verliefd.
U hebt een goed oog. Ze is beeldschoon.
-Een groot doel is makkelijk te raken.
Mis. Cupido's pijlen treffen geen doel.
Mijn smekende ogen laten haar koud
en goud kan haar niet verleiden.
Wil zij haar kuisheid dan bewaren?
-Ja, later zal het haar berouwen.
U moet haar vergeten.
-Zeg mij dan hoe.
Geef uw ogen goed de kost.
Richt uw blik op andere schonen.
Romeo, bent u dwaas?
-lk zit gevangen gelijk een dwaas.
Ik verdraag geen voedsel
en lijd hevige pijnen.
Goedendag, mijn beste.
WAPENS AFGEVEN
De rijke Capulet
geeft weer zijn jaarlijkse feest.
In gezelschap van Signor Placentio...
de weduwe van Utrovio
en haar nichtjes Rosaline...
Je geliefde Rosaline soupeert
samen met andere schonen bij Capulet.
Dus kom en drink een glas,
tenzij u een Montague bent.
Ga heen en vergelijk haar
met objectieve blik met andere schonen.
U zult zien dat uw zwaan een kraai is.
Ik zal gaan, maar alleen
om mijn geliefde te eren.
HUIZE CAPULET
Voedster, waar is mijn dochter?
Breng haar bij mij.
Ik heb haar reeds geroepen.
Bij mijn onschuld.
Hier ben ik, vrouwe.
Wat verlangt u van mij?
Laat ons alleen.
Wij moeten iets bespreken.
Kom. lk heb me bedacht.
U zult aanwezig zijn bij ons gesprek.
U kent mijn dochter sinds haar jonge jaren.
Zij was zo'n mooie baby.
-Op jouw leeftijd was ik reeds moeder.
Je bent nu een jonkvrouw.
Om kort te zijn: de dappere Paris
wil jou als zijn geliefde.
Wat een man.
Hij is een man uit duizenden.
Geen bloem in Verona is als hij.
-Een prachtige bloem.
Vanavond zul je 'm aanschouwen en zie je
de liefde die op z'n gelaat geschreven staat.
Dit boek, deze ongebonden man,
mist slechts de omslag.
Hij zal zijn rijkdom met je delen.
Jou zal het aan niets ontbreken.
Hij zal je doen groeien.
Kan Paris' liefde je behagen?
-lk zal kijken of hij mij bevalt.
Maar mijn oog zal niet verder dwalen
dan door u is toegestaan.
Vrouwe, de gasten zijn gearriveerd.
-Eruit. Wij zullen u volgen.
Laat plezierige dagen gevolgd
worden door plezierige nachten.
DE PLATAAN
Uitgedost uitschot,
sterf als een bedelaar.
UITNODlGING
MERCUTlO EN VRlENDEN
U zult dansen.
-lk niet, geloof me.
U bent lichtvoetig,
maar ik heb lood in mijn schoenen.
U bent verliefd.
Neem Cupido's vleugels en vlieg.
De last der liefde houdt mij aan de grond.
-Bent u somber over zoiets teders?
Is liefde teder?
Zij is ruw en prikt alsof zij doornen heeft.
Wees dan ruw met de liefde.
Prik terug en u zult overwinnen.
Geve een elk zijn benen flink te doen.
We kunnen niet gaan.
-En waarom niet?
Ik heb gedroomd.
-lk ook. Dat dromers liegen.
In hun slaap zijn hun dromen waar.
-De feeënkoningin is bij u langs geweest.
Ze is de moeder van de fantasie...
en kleiner dan de agaatsteen
in de ring van een wethouder.
Met een groep kleine wezens
vliegt ze over mannen die dromen.
Haar strijdwagen is een notendop
gemend door een kleine muskiet.
Zo galoppeert ze elke nacht
door de hoofden van geliefden...
die dan dromen over liefde.
En over raadslieden
die dromen over geld.
Soms rijdt ze over een soldaat
en hij droomt over halzen doorklieven.
Dan prevelt hij een schietgebed
en valt wederom in slaap.
Zij is de heks die jonkvrouwen
op hun rug dwingt.
Ze brengt ze in barensnood
en laat ze de last van de liefde dragen.
Dat is zij.
Bedaar, Mercutio.
U spreekt wartaal.
Dat klopt.
Ik spreek over dromen.
Kinderen van een vruchteloos brein
die slechts zinloze fantasieën voortbrengen.
Vluchtig als de lucht
en wisselvalliger dan de wind...
die het ijzige noorden wil ontdooien...
en zich dan woedend afkeert
en naar het zwoele zuiden kijkt.
De wind blaast onze gedachten uiteen.
Het souper is gereed.
We komen te laat.
We komen te vroeg.
Want ik vrees
dat in de sterren geschreven staat...
dat deze avond vol festiviteiten
het begin inluidt van het einde...
van het verachtelijke leven
dat in mijn borst schuilt...
door het intreden
van een voortijdige dood.
Maar laat hij die mijn koers bepaalt...
mijn lot in handen nemen.
Voorwaarts, montere mannen.
HET FEEST BEGINT lN HUlZE CAPULET
Uw middel werkt snel.
Ooit kon ik een vrouw behagen
door te fluisteren in haar oor.
Vrouwe, uw moeder roept.
Ontzeg mij deze dans niet.
-Wat een man.
Hoe durft die vlegel de viering
te besmeuren met zijn aanwezigheid?
Uit naam van mijn familie
zal ik hem straffeloos doden.
Vanwaar die haast?
-Oom, dat is Romeo. Een Montague.
Is dat zo? Bedaar, neef.
Laat hem met rust.
U zult hem niet krenken
ten overstaan van de gehele stad.
Wees geduldig. Negeer hem.
-lk kan hem niet dulden.
U zult hem moeten dulden.
Genoeg. lk zeg u dat u
hem moet dulden. Genoeg.
Maar het is een schande.
-Wilt u mijn gasten tot last zijn?
Heeft mijn hart ooit liefde gekend?
Tot op dit moment heb ik nooit
ware schoonheid aanschouwd.
Als mijn onreine hand
dit altaar bezoedelt, is dat mijn zonde.
Mijn lippen staan gereed
om als twee blozende pelgrims...
mijn ruwe aanraking
te verzachten met een kus.
Brave pelgrim, ik verwijt uw hand niets.
Vanwaar deze aanbidding?
Ook heilige handen
worden aangeraakt door pelgrims.
Palm tegen palm is de kus
van een bedevaartganger.
Hebben heiligen
en bedevaartgangers geen lippen?
Zeker, pelgrim.
Om mee te bidden.
Heilige, laat onze lippen bidden.
Drijf mij niet tot wanhoop.
Slechts smeekbeden
kunnen heiligen beroeren.
Laat mijn smeekbede u dan beroeren.
Uw lippen hebben mijn zonde weggenomen.
Zijn mijn lippen nu vol zonde?
-Zonde van mijn lippen?
O, zoete dwaling.
Geef me mijn zonde terug.
U kust volgens het boekje.
Vrouwe, uw moeder wil u spreken.
Kom mee.
Is zij een Capulet?
Hij heet Romeo Montague.
De enige zoon van uw grote vijand.
Kom. We gaan.
Het hoogtepunt is voorbij.
Dat vrees ik ook.
Vandaar mijn groeiende onrust.
Mijn enige liefde,
ontsproten uit mijn enige haat.
Te lang was hij onbekend
en nu is het te laat.
Wat een noodlottig toeval dat ik
juist mijn vijand moet liefhebben.
Ik trek me terug...
maar deze inval, die nu zoet lijkt,
zal een bitter einde kennen.
Temperament, dwaas...
passie, minnaar.
Ik roep u op met Rosalines mooie ogen,
haar hoge voorhoofd, haar rode lippen...
haar mooie voeten en haar trillende dijen.
Was zij maar een mispel en u een peer.
Hij strooit zout in wonden
die nooit pijn deden.
Goedenacht. Ik ga naar mijn rolbed.
Het veldbed is te koud.
Welk licht schijnt er achter dat raam?
Daar is het oosten en Julia is de zon.
Maak uw opkomst, schone zon,
en dood de afgunstige maan...
die ziek en bleek is,
omdat haar maagd veel mooier is dan zij.
Dien haar niet, want zij is afgunstig.
Haar vale Vestaalse gewaad
wordt slechts gedragen door dwazen.
Werp het af.
Daar is mijn dame. Mijn geliefde.
Wist ze maar dat zij dat is.
Arme ik.
Ze spreekt.
Spreek nogmaals, mijn engel.
Romeo.
Romeo, waarom bent u Romeo?
Verstoot uw vader en verwerp uw naam.
Of verklaar mij uw liefde
en ik zal geen Capulet meer zijn.
Zal ik verder luisteren
of moet ik antwoorden?
Slechts uw naam is mijn vijand.
U bent wie u bent.
Wat is Montague?
Het is geen hand, geen voet, arm of gezicht.
Noch enig ander deel
van het manlijk lichaam.
Droeg u maar een andere naam.
Maar wat is een naam?
Als een roos een andere naam
zou dragen, behield zij haar geur.
Als Romeo een andere naam zou dragen...
zouden zijn lieflijke trekken
onveranderd blijven.
Romeo, doe afstand van uw naam
en neem mij in zijn plaats.
Ik zal doen wat u zegt.
U bent toch Romeo Montague?
-Niet als het u niet behaagt.
Hoe bent u hier gekomen? Waarom?
De muren zijn hoog.
U riskeert uw leven door hier te komen.
Voor de vleugels der liefde is een stenen
muur geen obstakel. Liefde overwint alles.
Daarom vrees ik uw familie niet.
Als ze u zien, zullen zij u doden.
De mantel der duisternis zal mij verhullen.
Maar als u mij niet liefhebt,
laat ze mij dan vinden.
Ik word liever gedood door hun haat
dan dat ik moet voortleven...
zonder uw liefde.
De nacht maskeert het schaamrood op mijn
wangen, omdat u mij hebt horen spreken.
Graag zou ik de regels eerbiedigen
en mijn woorden terugnemen.
Maar ditmaal stel ik de regels terzijde.
Houdt u van me?
Als u het beaamt, zal ik u geloven.
Maar doe geen valse beloften.
O, lieve Romeo.
Als u mij liefhebt, zeg het me dan.
Ik zweer bij de gezegende maan
die de zilveren toppen van...
O, zweer niet bij de grillige maan
die steeds van baan verandert.
Tenzij uw liefde net zo wispelturig is.
-Waar moet ik dan bij zweren?
U hoeft niet te zweren.
Maar als u wilt, zweer dan bij uzelf,
want ik verafgood u en ik zal u geloven.
Als de liefde van mijn hart...
Doe geen beloften.
Laten we ons vanavond niet binden.
Het is te snel, te ondoordacht.
Het is als de bliksem
die razendsnel verdwijnt.
Misschien is deze net ontloken liefde
bij ons volgende weerzien een mooie bloem.
Goedenacht.
Laat u mij zo onbevredigd achter?
Hoe kan ik u nu bevredigen?
Door mij te bezweren dat u mij ook liefhebt.
Dat heb ik gedaan voor u erom vroeg.
Een paar woorden voor ons afscheid.
Als u met mij wilt trouwen...
laat me morgen dan weten waar
de plechtigheid zal plaatsvinden.
Dan zal ik de uwe zijn
en zal ik u volgen, waar u ook gaat.
Ik kom er aan.
Maar als uw bedoelingen
oneerbaar zijn... Ik kom.
Laat mij dan alleen met mijn verdriet.
Ik stuur morgen iemand.
-Daar zal mijn ziel op teren.
Duizendmaal goedenacht.
-Duizendmaal zal ik smachten.
Goedenacht.
Men treedt de liefde tegemoet
met blijde tred...
maar afscheid nemen
gaat met grote tegenzin.
Hoe laat kan ik iemand sturen?
Om negen uur.
-Dat zal ik doen. Het lijkt een eeuwigheid.
Goedenacht.
Het afscheid doet zoveel pijn
dat ik niet zal slapen tot de morgen.
Almachtig de kracht in planten,
kruiden, stenen.
Zelfs het kwade op deze wereld
schenkt de aarde iets goeds.
Maar zelfs het goede kan
ten kwade worden aangewend.
Deugd wordt zonde
als deze misbruikt wordt...
en door toeval kan zonde
tot iets goeds leiden.
In de bol van deze zwakke bloem...
schuilt gif,
maar ook een krachtig medicijn.
Als men eraan ruikt,
jubelt men van top tot teen.
En als men ervan eet,
raakt het hart in dodelijke rust.
Zulke tegenstrijdigheden treft men ook
bij mensen aan. Gratie en lompheid.
En als het slechte overheerst,
wordt de plant erdoor verteerd.
Goedemorgen, pater.
-Benedicite.
Welke vroege vogel groet mij zo vriendelijk?
Goedemorgen, Romeo.
U moet heel wat zorgen kennen
dat u zo vroeg bent opgestaan.
Of heeft wellicht de nacht mijn Romeo
niet in zijn bed, maar wakend doorgebracht?
Ik heb vannacht elders genoten.
-God vergeve u. Was u bij Rosaline?
Nee, mijn geestelijke vader.
Die naam is vergeten.
Goed zo.
Waar bent u dan geweest?
Ik heb gefeest met de vijand
en ineens werden we getroffen.
Alleen uw geestelijke medicijn
kan ons genezen.
Wees duidelijk. Een verwarde biecht
krijgt verwarde absolutie.
Ik heb mijn hart verloren
aan de dochter van de rijke Capulet.
We zagen elkaar, maakten elkaar het hof
en deden elkander beloften.
Ik zal u alles vertellen,
maar ik smeek u...
om ons vandaag te trouwen.
Heilige Franciscus.
Vanwaar deze plotselinge ommekeer?
Bent u Rosaline zo snel vergeten?
De liefde van jongemannen ligt
niet in hun hart, maar in hun ogen.
U hekelde mijn liefde voor Rosaline.
-Uw gedweep, niet uw liefde voor haar.
Ik smeek u. Veroordeel mij niet.
Zij die ik liefheb, beantwoordt mijn liefde.
Dat deed die ander niet.
Zij wist dat uw liefde
gespeeld was en onoprecht.
want dit verbond kan tot voorspoed leiden...
als het wrok verandert in ware liefde.
Kom mee, jonge weifelaar.
In één aspect kan ik u van dienst zijn.
Dit verbond kan tot voorspoed leiden,
als het wrok verandert in ware liefde.
Laat ons dan gaan.
We moeten ons haasten.
Verstandig en rustig.
Zij die te hard lopen, struikelen.
Waar is Romeo?
Was hij vannacht niet thuis?
Niet bij zijn vader.
Ik sprak zijn dienaar.
Dat bleke, nare wicht Rosaline
heeft hem tot waanzin gedreven.
Tybalt heeft hem een brief gestuurd.
-Hij daagt hem uit.
Zal Romeo reageren?
-ledereen reageert op 'n brief.
Hij zal de uitdager van repliek dienen.
Maar de arme Romeo is al dood. Doorboord
door de priemende ogen van het wicht.
Getroffen in het hart
door de pijl van een blinde knaap.
Is hij partij voor Tybalt?
-Wie is Tybalt?
De Kattenprins is de dappere
meester van het decorum.
Hij vecht zoals u van bladmuziek zingt.
Regelmatig, ritmisch en beheerst.
Hij neemt minimale rustpauzes.
Eén, twee en drie belandt in je borst.
Een slachter van de zijden knoop.
Een duellist.
Een heer van de eerste school
en het eerste en tweede motief.
De onsterfelijke passado.
De punto reverso.
En de...
-De wat?
Daar is Romeo.
Uitgedost uitschot.
-Signor Romeo, bonjour.
Ik spreek Frans vanwege uw Franse eed.
U hebt ons gisteravond misleid.
-Goedemorgen. Hoe bedoelt u?
U hebt ons laten zitten.
Meer dringende zaken deden
mij mijn manieren vergeten.
U bedoelt te zeggen dat u
voor mij op uw knieën gaat?
Uit beleefdheid?
-Daar doelde ik op.
Dat is een beleefd standje.
-lk ben een beleefde bloem.
Een anjelier?
-Jazeker.
Gisteravond heb ik de bloemen buiten gezet.
Nu bent u weer genoeglijk.
Nu bent u weer Romeo.
Nu keren uw verstand
en uw karakter weer terug.
Wat een schouwspel.
Een goddelijke goedenavond, vrouwe.
-lk wilde u even spreken.
Een lichtekooi.
Gaat u naar uw vaders huis?
Wij gaan bij hem dineren.
Ik zal u volgen.
Vaarwel, oude dame.
Als u haar om de tuin wilt leiden,
zou dat meer dan schandelijk zijn.
Mijn vrouwe is jong
en als u haar wilt bedriegen...
zou dat laaghartig en misdadig zijn.
Vraag 'r te biecht te gaan.
Pater Lorenzo zal haar absolutie schenken...
en haar huwen.
Zeg 't nieuws.
Ik ben moe. Laat mij rusten.
Al mijn botten doen zeer.
Ik heb groot nieuws.
Ik schenk u mijn botten als u
mij het nieuws geeft. Spreek op.
Vanwaar die haast? Wees geduldig.
Ziet u niet dat ik buiten adem ben?
U hebt wel adem genoeg
om te zeggen dat u buiten adem bent.
Hebt u goed of slecht nieuws?
Uw keuze was naïef.
U weet geen man te kiezen.
Romeo is geen goede keus.
Hij is knapper dan menig man
en zijn benen zijn ongekend mooi.
En zijn handen, zijn voeten en zijn lichaam...
Vertel mij toch iets nieuws.
Wat zei hij over ons huwelijk?
Wat doet mijn hoofd toch pijn.
En mijn rug ook.
De andere kant. Mijn arme rug.
Het spijt me dat u onwel bent.
Lieve voedster, wat zei mijn geliefde?
Uw geliefde sprak als een
beleefde, galante, knappe heer.
Deugdzaam ook...
Waar is uw moeder?
Wat een vreemd antwoord.
Uw geliefde sprak: 'Waar is uw moeder?'
Mijn Here, wat bent u ongeduldig.
U had zelf moeten gaan.
Bedaar nou. Wat zei Romeo?
Hebt u toestemming om te biecht te gaan?
Jazeker.
Haast u dan naar pater Lorenzo.
Daar wacht uw man om met u te trouwen.
Vurige gevoelens kennen een vurig einde.
Als de lippen van vuur en kruit
elkaar raken, wordt alles verteerd.
De zoetste honing is walgelijk
in zijn eigen heerlijkheid.
Temper daarom uw liefde.
Romeo zal u namens ons beiden bedanken.
Laat ons gaan, Mercutio.
Het is heet en de Capulets zijn weg.
Als we ze tegenkomen, wordt het vechten,
want de hitte doet ons bloed koken.
Die Caps.
U bent als een man
die een taveerne in loopt...
zijn wapen terzijde legt en zegt:
'God, dwing me niet het te gebruiken.'
Na zijn tweede glas...
richt hij zijn wapen op de waard,
zonder dat hij wordt gedwongen.
Ben ik zo?
-Net als de rest van Verona.
Daar zijn de Capulets.
Dat laat mij koud.
Blijf dicht bij me.
Goedendag, heren.
Graag een woord met één van u.
Slechts één woord met één van ons?
Mag het iets meer zijn?
Een woord en een gevecht?
Daartoe ben ik gaarne bereid
als u mij gelegenheid geeft.
Moet ik u die geven?
Kunt u die niet nemen?
U trekt toch rond met die Romeo?
Rondtrekken?
Verlaagt u ons tot minstrelen?
Zo ja, dan bent u uit op strijd.
Hier is mijn strijkstok.
Ik zal u laten dansen.
Laten wij ons afzonderen
om dit geschil te beslechten.
Alle ogen zijn op ons gericht.
-Daar zijn ogen voor.
Ik ga voor geen man opzij.
Vrede zij met u.
Hier is mijn tegenstander.
Mijn liefde voor u laat zich op één manier
beschrijven: U bent een schurk.
Tybalt...
ik heb dringende reden
om op u gesteld te zijn...
en dat verdringt mijn woede
over uw begroeting.
Ik ben geen schurk.
Ik wens u vaarwel.
U weet niet wie ik ben.
Dit maakt niet goed
wat u mij hebt aangedaan.
Draai u om en vecht.
Draai u om en vecht.
-lk heb u nooit iets aangedaan.
U zult pas weten hoezeer ik op u gesteld ben
als u de reden van mijn gevoelens kent.
Mijn beste Capulet,
ik acht uw naam gelijk aan de mijne.
Neem hier genoegen mee.
O, minne, oneerbare onderdanigheid.
Ik haat u vanuit het diepst van mijn ziel.
Rattenvanger. Sta op.
Wat wilt u van mij?
-Eén van uw negen levens, Kattenprins.
Beheers uw gewelddadige woede.
Bent u gewond?
-Het is slechts een schram.
Een schram.
Een schram...
Hou moed.
De pijn moet te verdragen zijn.
Het is voldoende om mij
in een grafstemming te brengen.
De pest heerst in uw huizen.
En nu ben ik voer voor de wormen.
De pest heerst in uw huizen.
Waarom kwam u tussenbeide?
Door u raakte ik gewond.
-lk deed wat mij het beste leek.
De pest heerst in uw huizen.
Kom, tedere, liefdevolle,
duistere nacht en geef me mijn Romeo.
En als ik mocht sterven,
neem hem dan op in uw sterrenhemel.
Hij zal het aanzicht
van de hemel zo verfraaien...
dat eenieder verliefd wordt
op de nacht en de zon zal negeren.
Ik heb het huis der liefde gekocht,
maar nog niet ingewijd.
Ik ben verkocht,
maar niemand heeft van me genoten.
De dag valt mij lang.
Ik ben zo ongeduldig als een kind
dat haar nieuwe kleren nog niet mag dragen.
Mercutio's ziel zweeft nog niet ver boven
ons. Hij wacht op uw gezelschap.
Ik stuur u naar hem toe.
U, ik of wij allebei
zullen ons bij hem voegen.
U, ik of wij allebei zullen
ons bij hem voegen.
Ik ben de dwaas van het lot.
Verdwijn. Blijf hier niet staan.
Verdwijn.
Waar zijn de aanstichte¤ van dit gevecht?
Benvolio, wie is dit
bloederige gevecht begonnen?
Romeo schreeuwde: 'Halt, vrienden.'
Tybalt maakte een einde
aan Mercutio's leven.
Tybalt, wiens lichaam hier ligt,
is door Romeo's hand gedood.
Prince, rechtschapen als u bent,
laat de Montagues hiervoor boeten.
Romeo sprak over vriendschap en vrede.
Hij wist Tybalt niet te bedaren.
Hij is een Montague. Hij liegt.
Ik smeek om gerechtigheid.
Daar moet u voor zorgen.
Romeo heeft Tybalt vermoord.
Hij heeft 't recht niet om te leven.
Romeo heeft Mercutio's
moordenaar gedood.
Wie zal de volgende zijn
die met zijn leven betaalt?
Niet Romeo. Hij was Mercutio's vriend.
Hij voerde een rechtmatig vonnis uit.
-Voor die misdaad wordt hij verbannen.
Edele prins...
-lk zwicht niet voor smeekbeden.
Tranen of gebeden zullen hem niet vrijpleiten.
Doe dus geen poging.
Laat Romeo de stad verlaten.
Als hij hier wordt aangetroffen,
heeft zijn laatste uur geslagen.
Romeo is verbannen.
Verbanning?
Veroordeel me liever ter dood.
Verbanning schrikt mij meer af dan de dood.
Zeg niet dat ik verbannen ben.
Het noodlot is op u gesteld.
U bent getrouwd met rampspoed.
U bent verbannen uit Verona.
Wanhoop niet. De wereld is groot.
De wereld eindigt bij de stadsmuren.
Ik ben verbannen uit de wereld.
Dat staat gelijk aan de dood.
Verbanning betekent dood.
Alsof ze mijn hoofd afhakken
met een gouden bijl.
O, doodzonde. O, dwaze ondankbaarheid.
Men schenkt u genade, maar u ziet het niet.
Verberg u.
Vrouwe Julia stuurt me.
-Welkom.
Waar is haar heer?
-Romeo, kom tevoorschijn.
Voedster.
-O, heer.
De dood is het einde van alles.
Spreekt u over Julia? Waar is ze?
En wat zegt ze over onze verloren liefde?
Ze spreekt niet,
maar huilt onophoudelijk.
Ze roept telkens 'Romeo'
en werpt zich op de grond.
Alsof die naam,
afgevuurd vanuit een dodelijke loop...
haar heeft vermoord,
zoals hij haar neef heeft vermoord.
Ik dacht dat u zich wist te beheersen.
Uw Julia leeft. Daar hebt u geluk mee.
U doodde Tybalt voordat hij u kon doden.
Daar hebt u geluk mee.
Er is geen doodvonnis geveld. U bent
slechts verbannen. Daar hebt u geluk mee.
U bent vele malen gezegend.
Waarom jammert u
over afkomst, hemel en aarde?
Zij komen immers in u samen.
Mijn vrouwe vroeg mij u deze ring te geven.
Hoezeer stelt dit mij gerust.
Ga naar uw geliefde
zoals uw gelofte u gebiedt.
Ga naar haar slaapkamer
en stel haar gerust.
Haast u.
Maar ga naar Mantua
voordat de wacht zijn ronde doet.
Daar verblijft u tot we uw huwelijk
bekendmaken en Prince om genade smeken...
waarna u terug zult keren
in blijdschap in plaats van dit verdriet.
Wees snel.
Verlaat de stad voor zonsopkomst.
Zoek uw toevlucht in Mantua.
-Vaarwel.
O, God. Heeft Romeo's hand
Tybalts bloed vergoten?
O, slang. Verborgen achter
een beeldschoon gelaat.
Is ooit in een boek zoiets slechts
zo mooi beschreven?
Hoe kan verraad
in zo'n prachtig paleis huizen?
Ze komt vanavond niet.
In tijd van rouw
is geen ruimte voor romantiek.
Ze was zeer gesteld op Tybalt.
Evenals ik.
We zijn geboren om te sterven.
Vraag morgenochtend naar haar gesteldheid.
Nu is ze te bedroefd.
Mag ik kwaadspreken over mijn man?
Mijn arme heer. wie neemt het nog voor u op
als zelfs uw gade slecht van u spreekt?
Maar waarom hebt u mijn neef vermoord?
Ik zal u spoedig haar liefde bieden.
Ze zal mij vast gehoorzamen.
Daar twijfel ik zelfs geen moment aan.
Komt donderdag u gelegen?
-Heer, ik...
Was het morgen maar donderdag.
-Donderdag dan.
Vrouwe, ga Julia vertellen dat ze donderdag
met deze edele heer in het huwelijk treedt.
Gaat u al? Het is nog geen dag.
Vertrekken is leven. Blijven is sterven.
-Dat licht is niet het daglicht.
Het is een meteoor, gestuurd om
uw pad naar Mantua te verlichten.
Blijf nog even.
U hoeft nog niet weg.
Laat ze me dan gevangennemen
en ter dood brengen.
Mijn wens om te blijven is groter.
Kom, dood. Wees welkom.
Het is Julia's wil.
Hoe is het, liefste?
De dag is nog niet aangebroken.
Toch wel.
Verdwijn. Ga op weg.
Het wordt nu snel lichter.
Hoe lichter het wordt,
hoe duisterder onze rampspoed.
Uw moeder komt naar uw kamer.
-Dochter, ben je al op?
Raam, laat daglicht binnen
en laat leven naar buiten.
Zal ik u ooit terugzien?
-lk twijfel er niet aan.
Heb vertrouwen. Al deze narigheid
zal ons later veel gespreksstof geven.
O, God. lk heb een slecht voorgevoel.
Nu ik u daar beneden zie,
is het alsof u dood in uw graf ligt.
Adieu.
O, lotsbestemming.
wees grillig.
Ik hoop dat u hem niet lang zult houden
en hem terug zult sturen.
Je hebt een liefhebbende vader.
Een vader die, om je op te vrolijken,
een dag vol vreugde heeft voorbereid.
Iets wat jij noch ik hadden verwacht.
Zeg mij wat voor dag u bedoelt.
-Je huwelijksdag.
Donderdagochtend zal de galante heer Paris...
in de Sint-Pieterskerk
je tot zijn vrouw maken.
Bij de Sint-Pieterskerk en Sint-Pieter zelf,
dat zal niet gebeuren.
Vertel dat je vader zelf maar.
-En, vrouwe?
Hebt u haar van ons besluit verwittigd?
-Ze bedankt u en wijst het van de hand.
Laat die zottin maar huwen met haar graf.
Stemt ze niet toe?
Kent ze geen trots?
Is het geen zegen dat wij een edelman
hebben gevonden die haar wil huwen?
Geen trots, maar wel dankbaarheid.
Trots kan ik niet zijn op wat ik haat.
Bedank me maar niet.
Bereid je liever voor op donderdag.
*** mij aan...
-Hou op.
Geen woord meer van jou.
-Heer, bent u gek geworden?
Schaam je, ongehoorzaam wicht.
God sta haar bij.
U mag haar niet zo behandelen.
Zwijg, lispelende zottin.
Ik zal je dit zeggen:
Ga donderdag naar de kerk,
of ik kijk je nooit meer aan.
Gehoorzaam
en ik schenk je aan een vriend.
Doe het niet en je zult op straat
verhongeren en sterven.
Reken daar maar op.
Ik zal mijn belofte niet breken.
O, moeder.
Keert u zich niet van mij af.
Stel dat huwelijk een maand of een week uit.
Of zet anders het bruidsbed
maar naast Tybalts graftombe.
Spreek niet tot mij.
Ik spreek niet meer met jou.
Doe wat je wilt.
Ik trek mijn handen van je af.
O voedster, hoe kan dit voorkomen worden?
Hebt u geen bemoedigende woorden?
Stel mij gerust.
Ik weet al iets.
Het is het beste als u met die Paris trouwt.
Hij is een charmante jongeman.
Ik denk dat u gelukkig zult worden
in dit tweede huwelijk.
Hij is een betere partij dan de eerste.
Bekijk het zo: uw eerste is dood.
Zo goed als dood
zolang u niet bij hem bent.
Spreekt u vanuit uw hart?
En met mijn ziel. Moge beiden
vervloekt worden als dat niet zo is.
Amen.
U hebt me zeer gerustgesteld.
Vertel mijn vrouwe dat ik berouw
heb over mijn ongehoorzaamheid...
en ben gaan biechten bij pater Lorenzo.
Ze huilt onophoudelijk om Tybalt.
Het baart haar vader zorgen
dat zij zich zo laat gaan...
en hij wenst een snelle bruiloft
om haar tranen te drogen.
Een geluk. Mijn vrouwe en gade.
Als ik ooit gade word.
-Dat wordt u. Aanstaande donderdag.
Het lot ligt vast.
-Dat is zeker.
Komt u biechten?
Hebt u tijd, pater?
Of zal ik vanavond komen?
Ik heb nu tijd voor u,
neerslachtige dochter.
Edele heer, ik verzoek u ons alleen te laten.
God verhoede dat ik
vrome bezigheden verstoor.
Julia, donderdagochtend vroeg
zal ik u doen ontwaken.
Tot dan, adieu.
En koester deze heilige kus.
Zeg mij dat u weet
hoe dit voorkomen kan worden.
Ik ben radeloos.
Als uw wijsheid niet kan helpen,
noem mijn besluit dan wijs.
Ik voer 't uit.
Halt.
-Spreek.
Ik verlang naar de dood.
Ik zie een sprankje hoop dat naar
een even radeloze uitweg verlangt als dit.
Als u liever uzelf ombrengt
dan met Paris te trouwen...
schrikt u vast niet terug voor iets wat lijkt op
de dood en wat de schande zal verjagen.
Als u er de moed voor hebt...
geef ik u het middel.
Geen warmte of adem
zal getuigen van uw leven.
Uw ledematen, verstoken van soepelheid,
koelen af als in de dood.
Als de bruidegom u 's morgens
komt wekken, ligt u daar dood.
U wordt naar de grafkelder gebracht
waar alle Capulets rusten.
Vierentwintig uur lang zult u
het aanzien van de dood hebben.
Dan zult u ontwaken.
Voor het zover is,
schrijf ik Romeo over onze plannen.
Hij zal u 's nachts komen halen
om u mee te nemen naar Mantua.
Neem dit flesje en drink
dit brouwsel als u in bed ligt.
Ik stuur met spoed een brief
naar uw heer in Mantua.
DRINGENDE BRlEF
Stel dat het brouwsel niet werkt.
Zal ik dan morgen in het huwelijk treden?
Ben je bezig?
Heb je mijn hulp nodig?
Ik ben bezig met de benodigde
voorbereidingen voor morgen.
Wilt u mij nu alleen laten?
U hebt het vast druk
met dit overhaaste gebeuren.
Welterusten.
Ga naar bed en rust goed uit.
Je hebt het nodig.
Vaarwel.
God weet wanneer we elkaar weer zien.
Welterusten.
Romeo, ik drink op u.
Draag haar in haar beste kleding naar de kerk.
Een ongewone geest beurt me
vandaag op met vrolijke gedachten.
Ik droomde dat mijn gade
me dood zag.
Ze kuste me en ik kwam tot leven,
machtig als een keizer.
Hoe heerlijk is het om liefde te ervaren...
als zelfs dromen over liefde
al zoveel genot brengt.
Nieuws uit Verona.
Balthasar, brengt u me
geen brieven van de priester?
Hoe is het met mijn gade?
Maakt mijn vader het goed?
Hoe is het met Julia?
Niets is erg als zij het goed maakt.
Ze maakt het goed en niets is slecht.
Haar lichaam rust
en haar geest leeft bij de engelen.
Ik heb haar opgebaard zien liggen.
Vergeef me dat ik u slecht nieuws breng.
Is dit waar?
Sterren, ik daag u uit.
Vanavond ga ik erheen.
Heb geduld.
Laat me.
U roept het ongeluk over uzelf af.
-U vergist zich.
Hebt u geen brief bij u van de priester?
Het is niet belangrijk.
Julia...
vanavond slaap ik bij u.
Vanavond ga ik erheen.
Romeo is in Verona.
De angst bekruipt me.
Ik vrees dat er iets afschuwelijks
te gebeuren staat.
De brief was dringend.
Ik heb hem niet af kunnen leveren.
Dat is rampzalig.
Laat de Capulets
en de Montagues komen.
Geef me een snelwerkend gif dat zich
verspreidt via de aderen en de drinker velt.
Ik heb dodelijk gif in huis,
maar op de verkoop ervan staat de dood.
De wereld en haar wetten
zijn uw vrienden niet.
Wees niet arm meer,
breek de wet en neem dit aan.
Mijn armoede gaat akkoord, niet mijn wil.
Ik betaal uw armoede, niet uw wil.
Zelfs als u de kracht van twintig mannen had,
zou het u onmiddellijk doden.
Hier is mijn goud.
Nog giftiger voor de menselijke ziel
dan dit verboden brouwsel.
Romeo is niet op de hoogte
van de gebeurtenissen.
Ik zal opnieuw een brief sturen.
Binnen een uur ontwaakt de schone Julia.
Dan beweegt ze.
Ik smeek het je.
-Leef en wees voortvarend.
Vaarwel, goede vriend.
Ik laat u alleen.
Daag een wanhopig man niet uit.
Halt.
Nogmaals halt.
Mijn liefste.
Mijn vrouw.
De dood heeft nog geen macht
gehad over uw schoonheid.
U bent nog niet veroverd.
Het vaandel der schoonheid
kleurt nog steeds uw lippen en wangen.
De bleke vlag van de dood
heeft dat punt nog niet bereikt.
Lieve Julia,
waarom bent u nog zo mooi?
Is de onstoffelijke dood verliefd en houdt hij
u hier in het donker als zijn minnares?
Dit wordt mijn eeuwige rustplaats.
Ik zal het juk van onheilssterren
van me afschudden.
Ogen, kijk nog eenmaal.
Armen, omhels haar nog een laatste maal.
En lippen...
deuren der ademtocht...
bezegel met een rechtschapen kus...
een eeuwigdurende overeenkomst
met de almachtige dood.
Wat is dit?
Vergif.
Alles opgedronken?
Geen druppel meer die mij kan helpen?
Ik kus uw lippen.
Wellicht kleeft er nog gif aan.
Uw lippen zijn warm.
Zo...
met een kus...
sterf ik.
IK HOU VAN U
Zie hoe uw haat bestraft wordt.
De hemel heeft uw levensvreugd
gedood met liefde.
Omdat ik mijn ogen ervoor sloot,
zijn verwanten van mij gestorven.
Wij allen worden gestraft.
Deze dag brengt ons een mistroostige vrede.
De zon laat uit verdriet haar gelaat niet zien.
Gaat heen en vertel dit treurige nieuws voort.
Een enkeling krijgt vergeving...
een ander straf.
Nooit was er een triester verhaal
dan dat van Julia en haar Romeo.
[DUTCH]