Tip:
Highlight text to annotate it
X
Waar is m'n koffer?
Jongedame!
Pardon, meisjes!
Hé, jochie!
Pardon, meisjes!
Hé, grote knul!
Help me even de bedden opmaken
in de woonkamer.
Kom hier!
Hé, jongen!
Grote kerel.
Hé, jochie!
Pete's broer en z'n gezin
zijn hier.
Trish gaat naar Montreal.
Montreal? Haar gezin is daar.
Dan gaan we.
- Wanneer?
Morgen.
- Nog niet gepakt zeker?
Ik mag van oom Frank
de film niet zien...
...maar de grote kinderen wel.
Waarom ik niet?
Ik ben aan de telefoon.
Wanneer kom je terug?
Niet eerder?
Het is niet eens voor 16 jaar of ouder.
Hij is gewoon een eikel.
Kevin, als oom Frank nee zegt...
...dan moet het wel een
hele erge film zijn.
Nee, de hond gaat naar de kennel.
Hé, ga eens weg daar!
Kevin, wegwezen.
Hang maar op en
kom me maar halen.
Dit joch.
Heb je zo'n stroomadapter ding gepakt?
- Nee, had ik geen tijd voor.
Hoe moet ik me in Frankrijk dan scheren?
- Laat een sikje staan.
Pap, ik mag van niemand iets doen.
Ik heb wat voor je.
Ruim al dat speelgoed maar op.
Tante Leslie had bijna haar nek gebroken.
Hij heeft weer met het
lijmpistool zitten spelen.
Daar hadden we het toch over gehad?
Heb ik de boel platgebrand?
Dacht het niet.
Ik heb ornamenten gemaakt
van vishaakjes.
Mijn nieuwe vishaakjes?
- Met oude vishaakjes lukt het niet...
...met uitgedroogde wormresten eraan.
Peter.
- Kom op, Kevin. Wegwezen.
Hebben jullie een stroomadapter?
Hier is een stroomadapter!
Tjee, wat wordt jij zwaar!
Ga je koffer maar pakken.
Koffer pakken?
Waar is de shampoo?
- Ik woon hier niet.
Zo veel mensen, maar nergens shampoo.
Zijn je ouders thuis?
- Die wonen hier niet.
Tracy, heb jij pizza besteld?
- Dat was Buzz.
Zijn je ouders hier?
Mijn ouders wonen in Parijs.
Zijn je ouders thuis?
- Ja.
Wonen ze hier?
- Nee.
Waarom zouden ze ook?
Allemaal kinderen, geen ouders.
Waarschijnlijk een chic weeshuis.
Ik weet niet hoe ik een koffer moet inpakken.
Ik heb het nooit eerder gedaan.
Jammer dan.
- Dat zei Megan ook al.
Wat zei ik?
Jammer dan.
De sukkel jammerde over een koffer.
Wat had ik dan moeten zeggen?
"Gefeliciteerd, je bent een idioot"?
Ik ben geen idioot!
- Echt waar?
Wij moeten ook alles voor je doen.
Ze heeft gelijk.
- Sorry ***, kotskop. Ik ben klein.
Ik weet niet hoe ik
een koffer moet inpakken.
Er zit vast allemaal troep in.
- Hou je bek, Linnie.
Weet jij wat ik moet inpakken?
Buzz heeft je dat verteld.
Toiletpapier en water.
Waar maak je je zo druk om?
Mama pakt je spul toch wel in.
Jij bent wat de Fransen
'les incompetents' noemen.
Van onderen!
Trouwens, jij moet op de
slaapbank met Fuller.
Als hij iets gedronken heeft,
dan plast ie in bed.
Er zijn zoveel mensen hier in huis,
dat ik er misselijk van word!
Als ik later groot ben,
dan ga ik alleen wonen!
Horen jullie mij?
Ik ga alleen wonen!
Ik ga alleen wonen!
Wie geeft je spin eten?
Hij heeft net een berg muisingewanden op.
Die hoeft voorlopig niets.
Klopt het dat Franse vrouwen
hun oksels niet scheren?
Sommigen niet.
En die naaktstranden dan?
Daar liggen ze niet in de winter.
Heb je niet geleerd om te kloppen?
Mag ik hier slapen?
Ik wil niet bij Fuller.
Hij plast in bed.
Al groeide je op m'n kont,
dan nog mocht je niet in mijn kamer slapen.
Moet je kijken.
Die ouwe Marley.
Wie is dat?
Heb je ooit gehoord van
de Sneeuwruimer?
Dat is 'm.
In 1958 heeft ie z'n gezin
en de halve buurt vermoord...
...met een sneeuwschep.
Sindsdien verstopt ie
zich in deze buurt.
Als hij de Sneeuwruimer is,
waarom wordt ie dan niet gearresteerd?
Niet genoeg bewijs.
De lichamen zijn nooit gevonden.
Iedereen weet dat
hij het gedaan heeft.
Het is gewoon een kwestie van tijd...
...totdat ie opnieuw toeslaat.
Wat doet hij?
Hij loopt 's nachts
heen en weer over de stoep...
...zout te strooien.
Misschien wil ie wel gewoon
aardig zijn.
Absoluut niet.
Zie je die grote bak met pekel?
Daar bewaart ie z'n slachtoffers.
De pekel verandert de lichamen
in mummies.
Kijk uit!
Vermaken jullie je 'n beetje?
Veel bedrijvigheid hier vandaag, hè?
Gaan jullie op vakantie?
Waar gaan jullie heen?
Zijn jullie doof?
Ga je op reis?
Waar ga je naartoe, jochie?
Oké, dat is dan 122,50 dollar.
Niet van mij, jongen.
Ik woon hier niet.
Je bent hier gewoon op bezoek?
- Zoiets.
De pizza is er.
- Alsjeblieft.
Dat is 122,50 dollar.
Het is het huis van m'n broer.
Zeg, luister eens...
Bent u Mr. McCallister?
- Ja.
De Mr. McCallister die hier woont?
Da's mooi, want ik krijg nog
122,50 dollar van u.
Ik wil even met u praten.
Word ik gearresteerd?
Rond de feestdagen wordt er
altijd veel ingebroken.
We controleren de buurt op
goede voorzorgsmaatregelen.
We hebben timers op de
lampen en sloten op de deuren.
Beter dan dat kan haast niet.
Hebt u al eierpunch gehad?
Laten we gaan eten.
- Kom op.
Eierpunch?
- Pizza!
Gaan jullie weg...?
- Pizza!
Pak een servet
en schenk jezelf wat drinken in.
Moet de Kerstman ook door de douane?
- Hoe laat moeten we naar bed?
Vroeg. We vertrekken morgenvroeg
precies om 8 uur.
Jullie moeten allemaal melk drinken.
Ik wil er vanaf.
De pizzajongen krijgt nog 122,50 dollar, plus fooi.
- Voor pizza's?
Tien pizza's maal 12 dollar.
Jij hebt geld.
- Traveler's cheques.
Laat maar, Frank. We hebben geld.
Jouw cheques zijn in Frankrijk
vast niet geldig.
Heeft iemand een kaaspizza voor mij besteld?
Ja, maar als je nog iets wilt...
...dan moet iemand het opboeren,
want hij is al verdwenen.
Fuller! Rustig aan met de Pepsi!
Snel, haal een bord.
Wat mankeert jou?
Hij begon!
Hij heeft met opzet mijn pizza opgegeten.
Hij weet dat ik geen olijven ***...
Kijk nou wat je gedaan hebt,
kleine rotzak!
Naar boven, nu.
Waarom?
Je bent een ziekte.
Kop dicht!
- Kevin, naar boven!
Zeg welterusten, Kevin.
- "Welterusten, Kevin."
Waarom word ik als
troep behandeld?
Excuus. Het is hier een gekkenhuis.
Al die extra kinderen
die hier rondrennen.
Waarom heb je niet meer
kaaspizza's gebracht?
Vette fooi, ***.
Hebben jullie en reunie?
Mijn zwager is overgeplaatst naar Parijs.
Z'n kinderen wonen hier nog.
Hij miste z'n gezin, dus
nodigde hij ons uit in Parijs...
...zodat we samen kunnen zijn.
Jullie gaan naar Parijs?
Ja, we vertrekken morgenochtend.
Prachtig, prachtig.
Sorry, maar ik word gek van 'm.
Ik ben zo terug.
Maakt u zich geen zorgen.
Ik heb al met uw man gesproken.
En maakt u zich geen zorgen over uw huis.
Dat is in goede handen.
Er zijn 15 mensen hier,
en jij zet als enige de boel op stelten.
Ze moeten allemaal mij hebben.
Jij bent de enige die opstandig is.
Naar boven.
Ik ben al boven, sufferd!
De derde verdieping?
Hup.
- Het is daar eng.
Fuller komt zo bij je.
Ik wil niet bij Fuller.
Hij plast in bed.
Hij plast helemaal over me
heen, ik weet het zeker.
We leggen hem wel ergens
anders neer.
Het spijt me.
Daar is het te laat voor.
Naar boven.
Iedereen in deze familie haat me!
Vraag de Kerstman dan
om een nieuwe familie.
Ik wil geen nieuwe familie.
Ik wil helemaal geen familie!
Boven blijven. Ik wil je
vanavond niet meer zien.
Ik wil jou helemaal
nooit meer zien.
En de rest ook niet.
Hopelijk meen je dat niet.
Je zou raar opkijken
als iedereen weg was.
Nee ***.
Zeg het dan nog eens.
Misschien gebeurt het wel.
Ik hoop dat ik
jullie eikels nooit meer zie!
Ik wou dat ze allemaal
gewoon zouden verdwijnen.
Waar zijn ze?
- Geen idee. Ze zei 8 uur precies.
We hebben ons verslapen!
Hoi, ik ben Mitch Murphy.
Ik woon aan de overkant.
Jullie gaan weg?
Wij gaan naar Florida.
Nou ja, eerst langs Missouri
om m'n oma op te pikken.
Wist jij dat de McCallisters
naar Frankrijk gaan?
Weet jij of het koud is?
Zijn deze busjes zuinig?
- Geen idee. Maak dat je wegkomt!
Kijk of iederen er is.
Waar zijn de paspoorten?
Ik heb ze in de magnetron gedaan
om te drogen.
Hoe snel gaat deze? Is het
een automaat? Heeft ie vierwielaandrijving?
Luister, jochie. Val me
niet lastig. Nou wegwezen!
Allemaal in een rij.
In een rij en kop houden!
Kop houden!
Ik moet de koppen tellen.
Een, twee, drie...
Elf, 92, twaalf...
Zit niet te klieren.
Zes, zeven, acht...
...negen, tien, elf.
Oké, de helft in deze bus,
en de rest in de andere.
Veel plezier!
Neem iets Frans voor me mee.
We halen het vliegtuig nooit.
Het vertrekt over drie kwartier.
Denk positief!
Wees jij maar positief.
Ik ben realistisch.
De stroom is gerepareerd...
...maar de telefoons liggen plat.
De reparatie duurt wel een paar dagen...
...zeker zo rond de feestdagen.
Is iedereen er?
Vijf jongens, zes meisjes,
twee chauffeurs...
en een kerstgedachte.
Wacht op ons!
Hebben we 'm gemist?
- Jullie zijn net op tijd.
Enkele stoelen alleen in tweede klasse.
Neem maar wat vrij is.
Ik wil aan het raam!
Kinderen tweedeklasse, wij eersteklas.
- Stoelen Vier A en B.
Geef mij uw jassen maar.
Veiligheidsriemen vast.
- Champagne, alstublieft.
Het is toch gratis?
- Jazeker.
We hebben het gehaald.
Kun je het geloven?
Hopelijk zijn we niets vergeten.
Dat is echt kristal.
- Ja, nou en?
Stop ze in je tas.
- Dat kan ik niet doen.
Stop ze gewoon in je tas!
Gooi maar vol, helemaal vol.
Vind je 't niet rot voor de
kinderen dat ze toeristenklasse vliegen?
Nee, de kinderen vergaat het prima.
Als kind vloog ik nooit.
We reden altijd naar
m'n oom en tante.
Het gaat goed met de kinderen.
Ze hebben de tijd van hun leven.
Waar zijn jullie?
Buzz?
Megan?
Hallo?
Rod?
Oom Frank?
Oom Frank, is dit een grap?
Megan? Linnie?
Is dit een grap?
Ik verbeeld het me maar
De auto's zijn er nog.
Ze zijn niet naar het vliegveld!
Ik heb m'n familie laten verdwijnen.
Je kunt ook niets alleen.
Weet je, Kevin...
... jij bent wat de Fransen
'les incompetents' noemen.
Ik voer je aan m'n tarantula.
Je bent een ziekte.
Er zijn hier 15 mensen, en jij
bent de enige die opstandig is.
Kijk nou wat je gedaan hebt,
kleine rotzak!
Ik heb m'n familie laten verdwijnen.
Ik ben vrij!
Niemand heeft kleren aan.
Ziekelijk!
Gaaf! Voetzoekers!
Die bewaar ik voor later.
Buzz, ik snuffel door
je spullen.
Je kunt maar beter tevoorschijn komen!
Buzz, je vriendinnetje!
Wat 'n kop!
Wie is daar?
Ik ben het. Snakes.
Ik heb het spul.
Leg maar voor de deur
en maak dat je wegkomt.
En m'n geld dan?
Welk geld?
A.C. zei dat je
me zou betalen.
Is dat zo?
Hoeveel krijg je van me?
A.C. zei tien procent.
Jammer dat A.C. het niet meer
voor het zeggen heeft.
Jongens, ik eet junkfood
en kijk naar een flutfilm!
Jullie kunnen maar beter
tevoorschijn komen om me te stoppen!
Hij belt je wel als ie eruit komt.
Ik zal je vertellen wat je
van me krijgt.
Jij krijgt van mij
tien tellen...
en als ik die lelijke rotkop van je
dan nog zie...
dan knal ik je finaal overhoop.
Oké, het spijt me.
Ik ga al.
Een, twee... tien.
Hou het wisselgeld maar,
vuile rat.
Mam!
Wat is er?
Lieverd?
Ik heb een vreselijk gevoel.
- Waarover?
Dat we iets vergeten zijn.
Dat komt omdat we
zo gehaast vertrokken zijn.
We hebben overal voor gezorgd.
Heb ik het koffiezet-apparaat
uitgezet?
Nee.
Dat heb ik gedaan.
Zijn de deuren op slot?
Ja.
Ook de garagedeur?
Dat is het.
Ik ben de garage vergeten
dicht te doen. Dat is het.
Nee, dat is het niet.
Wat zouden we anders
zijn vergeten?
De piloot doet wat hij kan.
Uw telefoon doet het niet.
We bellen hem zo gauw we landen.
Er is vast niets aan de hand.
Vreselijk, vreselijk.
Gewoon vreselijk.
Hoe hebben we dit kunnen doen?
We zijn 'm vergeten.
We zijn 'm niet vergeten,
we hebben gewoon verkeerd geteld.
Wat ben ik voor moeder?
Een schrale troost:
Ik ben m'n leesbril vergeten.
Vijf families weg
in één buurt.
Dat hebben ze me
allemaal persoonlijk verteld.
Het is bijna te gemakkelijk.
Moet je dit zien:
Alle huizen waar niemand thuis is...
...hebben timers op
de lampen.
Maar ik heb het helemaal uitgevogeld.
Let op.
Nummer 664 gaat ongeveer...
...nu aan.
Wacht, wacht.
Nummer 672...
...nu.
Wacht even.
671...
...nu.
En dat is 'm, Marvin.
Dat is de grote klapper.
Ziet er goed uit.
Het is afgeladen met
de duurste spullen.
Stereo's, videorecorders...
- Speelgoed?
Waarschijnlijk ook
een hoop glimmertjes.
Bergen geld.
Heleboel verhandelbare aandelen.
Een huis om te stelen.
Pak je koevoet.
Presenteer koevoet.
Welke kant op?
- Achterom, via de kelder.
Je zei dat ze weg waren.
- Ze zouden vandaag vertrekken.
We hebben die telefoon nodig,
alstublieft.
Het is een noodgeval.
We moeten dringend bellen.
Alstublieft! Ons broertje zit alleen thuis.
Ik bel de politie.
Boek jij een vlucht naar huis.
Hier heb je kleingeld.
Bel iedereen die je kent.
Hier is m'n adresboekje.
Bel iedereen in de straat.
Je weet maar nooit.
Ze belt wel terug.
Dit is belachelijk.
Alleen een mietje zou zich
onder het bed verstoppen.
En ik kan geen mietje zijn.
Ik ben de heer des huizes.
Hé, ik ben niet meer ***!
Ik zei: ik ben niet meer ***!
Horen jullie me?
Ik ben niet meer ***.
Ik bel uit Parijs.
Mijn zoon zit alleen thuis.
Ik zou graag willen dat iemand ging kijken.
Zeg hem dat we hem komen halen.
Oké, ik verbind u door met
Familiecrisissen.
Momentje.
Larry, wil je even opnemen?
Er staat een opgefokte dame in de wacht.
Welke lijn?
- Twee.
Familiecrisissen,
met Balzak.
Ik bel uit Parijs.
Mijn zoon zit alleen thuis.
Is het kind betrokken geweest
bij geweld met een dronken familielid?
Nee!
Is hij betrokken geweest
bij een huishoudelijk ongeluk?
Geen idee. Ik hoop het niet.
Heeft het kind gif ingeslikt,
of zit er een object vast in zijn keel?
Nee, hij is alleen thuis! Ik wil graag
dat er iemand heen gaat...
...en kijkt of alles goed is.
U wilt dat we naar uw huis gaan,
en kijken of alles goed is.
Ik verbind u door met de politie.
Opgefokte dame.
- Momentje.
Een ogenblikje, alstublieft.
- Nee, hang alstublieft niet op!
Lukt het?
Ik kon niemand bereiken.
Alleen maar antwoordapparaten.
Laat iemand opnemen. Neem op!
Oh, hallo, mevrouw, u weer.
Ik bel uit Parijs.
Mijn zoon zit alleen thuis, en ik...
We sturen een agent naar uw huis.
Er is niemand in huis.
Zeg maar dat ze hun
kinderen opnieuw moeten tellen.
Kun je niemand vragen of...?
Dat kan ik absoluut niet doen.
Als je erbij zegt dat het een noodgeval is...
Ik kan het niet vragen.
Ze sturen een agent
naar het huis.
Dat is een opluchting.
Alles is volgeboekt.
Niets naar Chicago?
Niets naar Chicago,
New York, Nashville.
En een privé-vliegtuig dan?
- Sorry. Dat doen we niet.
Er is alleen nog een vlucht
op vrijdagochtend.
Vrijdagocht...
Dat is pas over twee dagen!
De kinderen zijn doodmoe
en jij ook.
Hier kunnen we niets doen.
Ik stel voor om naar Rob te gaan,
dan kan de politie ons terugbellen.
Ik ga hier niet weg,
tenzij het in een vliegtuig is.
Mevrouw, we doen
alles in onze macht.
Als u op het vliegveld wilt blijven,
kunnen we u misschien als reserve plaatsen.
Het kan zijn dat er
een stoel vrijkomt.
Is dat goed?
- Ja. Ik wacht wel.
Verdwaal niet.
Ik heb gedoucht, en ben van
top tot teen grondig schoon.
Ik heb voor het eerst
m'n navel gewassen.
Dat had wel wat.
Ik heb m'n haar gewassen
en cremespoeling gebruikt.
Ik kan m'n tandenborstel niet vinden,
dus die moet ik vandaag kopen.
Maar verder ben ik helemaal het heertje.
Buzz zijn spaargeld.
Ik dacht dat de Murphys
naar Florida waren?
Je vindt jezelf heel wat hè?
Zou het misschien wat
stiller kunnen?
Dit is het antwoordapparaat van de Murphy's.
Spreek uw bericht in na de toon.
Dit is Peter McCallister weer.
We zijn bij m'n broer in Parijs.
Ik geef je het nummer.
Het landnummer is 33. Het netnummer 14...
En het nummer is 694-876.
Dat huis waar we gister waren,
dat was toch van de McCallister's?
Je hebt gelijk. Ze zijn weg.
Ik wist het.
- Grote klapper vannacht.
Kan ik jou helpen?
Is deze tandenborstel goedgekeurd
door de Tandartsenbond?
Dat weet ik niet.
Het staat er niet op.
Kun u het opzoeken?
Ik heb hier een vraag
over een tandenborstel.
Weet jij of deze tandenborstel
goedgekeurd is door de Tandartsenbond?
Geen idee.
Je mag hier betalen, ***.
Wacht, je moet nog betalen.
Jochie!
Jimmy, hou die jongen tegen!
Winkeldief!
Ik ben een dief.
Wat is er zo grappig?
Wat is er zo grappig?
Waarom lach je?
Je hebt het weer gedaan.
Je hebt de kraan open laten staan.
Waarom heb je dat gedaan?
Ik heb het je nog zo gezegd.
Het is ons handelsmerk.
- Handelsmerk?
Alle groten laten een
merkteken achter.
Wij zijn de Natte Bandieten.
Je bent echt gestoord,
weet je dat?
Ik ben niet gestoord.
Dat is een ziekelijke streek.
Dat hebben wij niet nodig.
Zit me niet de les
te lezen.
Kijk uit!
Je moet uitkijken in het verkeer.
Sorry.
De Kerstman komt niet
op het kerkhof.
Vrolijk Kerstfeest.
Wat is er?
Ik vertrouw het niet.
De manier waarop hij naar me keek.
Ooit eerder gezien?
- Ik heb zoveel kinderen gezien.
Laten we kijken naar welk
huis hij gaat.
Waarom gaat rent ie nou?
Ik zei toch dat er iets mis was.
Hij keek me vreemd aan.
Waarom zou hij rennen?
Misschien is ie de kerk binnengegaan.
Ik ga daar niet heen.
- Ik ook niet.
Als die kerels terugkomen,
ben ik er klaar voor.
Zijn ze teruggekomen?
Uit Parijs zeker?
We gaan morgen wel terug.
Misschien zijn ze dan weg.
Wegwezen,
voordat iemand ons ziet.
Kijk eens wat ik gevonden heb.
Frank, die zijn voor later.
Willen jullie een garnaaltje?
Spreek je Engels?
Lukt het?
- Ik zoek mijn zoon!
Nee, iedereen is winkelen.
Niemand is thuis met de feestdagen.
Dit is nutteloos.
- Wat?
Wij zitten hier in Parijs.
Kevin is thuis.
Mama op het vliegveld.
Nou en?
- Ben je niet bezorgd om Kevin?
Waarom zou ik? Hij was een eikel
en nu heeft ie z'n verdiende loon.
Hij is zo klein en hulpeloos.
Denk je niet dat hij *** is?
Het verwende nest kan wel een
paar dagen in de echte wereld gebruiken.
Ben je niet ***
dat er iets gebeurt?
Nee. Om drie redenen:
A. Zoveel geluk heb ik niet.
2: We hebben rookmelders...
en D: We wonen in de saaiste straat
waar nooit iets spannends gebeurt.
Wie is daar?
De pizzabezorger, meneer.
Leg maar voor de deur
en maak dat je wegkomt.
Oké.
En m'n geld dan?
Welk geld?
U moet wel betalen
voor de pizza, meneer.
Is dat zo?
Hoeveel krijg je van me?
11,80 dollar, meneer.
Hou het wisselgeld maar,
vuile rat.
Vrek.
Je krijgt van mij
tien tellen...
en als ik die lelijke rotkop
van je dan nog zie...
dan knal ik je finaal overhoop.
Een, twee... tien.
Een heerlijke kaaspizza,
voor mij alleen.
We hebben dus vijfhonderd dollar,
de vertaalcomputer...
...de twee eersteklas tickets...
Is dat een echte Rolex?
Denkt u dat ie echt is?
- Nee.
Maar dat ziet niemand.
Ik heb ook een ring.
Die is prachtig!
We moeten instappen.
Ze biedt ons twee eersteklas
tickets als we vrijdag gaan.
Plus een ring, een horloge,
een zak-vertaler, vijfhonder dollar en...
De oorbellen.
Ze heeft zelf al
een schoenendoos vol oorbellen.
Kom nou.
- Nee, maar...
Ik ben wanhopig.
Ik smeek u.
Van moeder tot moeder, alstublieft!
"Lieve Kerstman, vorig jaar
kreeg ik met kerst een zusje.
Dit jaar heb ik liever
boetseerklei."
Ik meende het niet.
Als jullie terugkomen, beloof ik
nooit meer vervelend te zijn.
Zijn die magnetronmaaltijden goed?
Geen idee.
- Ik probeer ze wel.
Voor de kleintjes.
Wacht, daar heb ik een coupon voor.
Stond vanochtend in de krant.
19.83 dollar.
Ben je hier helemaal alleen?
Mevrouw, u vraag toch niet aan een
achtjarige of ie helemaal alleen is?
Waar is je moeder?
In de auto.
- Waar is je vader?
Op z'n werk.
- En je broertjes en zusjes?
Ik ben enig kind.
Waar woon je?
- Zeg ik niet.
Waarom niet?
- Omdat jij een vreemde bent.
Klep dicht!
Ik snap er niets van.
Het lijkt alsof er niemand thuis is.
Gisteravond was het nog groot feest.
Er klopt iets niet.
Ga eens kijken.
Nu?
Nee, morgen! Schiet op, knurft!
Maak dat je wegkomt.
Oké, Johnny,
maar hoe zit het met m'n geld?
Welk geld?
A.C. zei dat je me
zou betalen?
Is dat zo?
Hoeveel krijg je van me?
A.C. zei tien procent.
Jammer dat A.C. het niet meer
voor het zeggen heeft.
Hoe bedoel je?
Hij is boven, in bad.
Hij belt je wel als ie
eruit komt.
Ik zal je vertellen wat je
van me krijgt, Snakes.
Jij krijgt van mij
tien tellen...
en als ik die lelijke rotkop
van je dan nog zie...
dan knal ik je finaal overhoop.
Oké, het spijt me.
Ik ga al.
Een, twee... tien.
Hou het wisselgeld maar,
vuile rat.
Wat is er gebeurd?
Iemand is daar net
neergeknald.
Iemand is ons voor,
ze zijn daarbinnen.
Twee mannen.
Ze hadden ruzie.
De een knalde de ander neer.
Wie?
- Ik weet het niet.
Ik herkende wel een stem.
Ik heb die naam "Snakes" eerder gehoord.
Snakes?
Ik ken geen Snakes.
Kom op, we smeren 'm.
Laten we kijken wie het is.
Wij werken ook in deze buurt.
Als we opgepakt worden...
en ze vragen ons
naar een moord in deze buurt...
dan is een signalement
toch wel handig, of niet?
Dat is een goed plan.
Natuurlijk is het een goed plan.
Snakes, zei je?
Hij klonk als een slang.
Alles is volgeboekt.
Het spijt me zeer,
maar het is Kerstavond.
En een andere maatschappij?
Niets beschikbaar.
Kan ik u helpen met een hotelkamer?
Morgen kunt u wel vliegen.
Zo lang kan ik niet wachten.
Het spijt me, mevrouw,
maar we doen wat we kunnen.
Pardon, ik sta in de weg.
U moet ergens heen.
U heeft een ticket, mooi zo.
Pardon.
Luister, ik ben al bijna
zestig uur wakker.
Ik ben moe en smerig.
Ik ben van Chicago naar Parijs,
naar Dallas, naar... waar ben ik?
Scranton.
Ik wil naar huis,
naar mijn zoontje.
En u vertelt me dat het hopeloos is?
Het spijt me.
- Nee, mooi niet.
Het is Kerstmis!
De tijd van hoop.
Ik blokkeer desnoods de startbaan,
kan me niets bommen.
Al kost het me
alles wat ik heb...
...ook al moet ik m'n ziel
verkopen aan de duivel...
...ik ga naar huis, naar mijn zoon.
Mevrouw, als er iets is...
Doe het. Doe iets.
Ik kan een hotelkamer voor u regelen.
- Wat?
Excuseert u mij.
Kan ik even met u praten, alstublieft?
Ik *** dat u in de problemen zit?
Ik ken er nog een paar.
Mag ik me voorstellen?
Gus Polinski.
Polka Koning van het Westen?
The Kenosha Kickers?
Het geeft niet. Ik dacht
dat u me wel zou herkennen...
Ik heb een paar hits gehad.
Daarom dacht ik...
"Twin Lakes Polka"?
"Yamahoozie Polka,"
"Kiss Me Polka"? "Polka Twist"?
Zijn dat liedjes?
Ja. Best grote hits geweest.
In begin jaren '70.
We hebben wel 623
exemplaren verkocht.
In Chicago?
- Nee, in Sheboygan.
Heel beroemd in Sheboygan.
U kon me toch helpen?
Ja, sorry, ik klets teveel.
Onze vlucht is geannuleerd...
...dus wij nemen de auto.
Ziet u die man in de gele jas?
Hij gaat een mooie grote bus huren
om mee naar Milwaukee te rijden.
U wilt dus naar Chicago?
Naar uw zoontje?
Dat klopt.
Wij zijn vertrokken en hij is daar nog.
Als u naar Chicago moet,
dan mag u gerust met ons mee.
Het ligt op de weg naar Milwaukee.
Je geeft me een lift?
- Tuurlijk, waarom niet?
U moet toch naar huis?
Een lift naar Chicago?
- Tuurlijk, het is Kerst.
Dank u wel!
U vindt het niet vervelend
om met polka-kerels mee te gaan?
Nee, het lijkt me heerlijk.
Moet je kijken.
Volgens mij worden we
genept door een kleuter.
Pap, kun je even komen helpen?
Herinner je dat jochie nog
wat we laatst zagen?
Die woont hier.
Als hij hier is,
dan moeten z'n ouders er ook zijn.
Hij is alleen thuis.
Wil je vanavond
terugkomen?
Met dat jochie hier?
Dat lijkt me geen goed idee.
Dat huis is de reden dat
we deze buurt hebben gekozen.
Ik wil het al sinds
we het voor het eerst zagen.
We doen het rustig aan.
We laden de bus uit, gaan een hapje eten,
en dan komen we om negen uur terug.
Negen uur.
Dan is het donker.
Ja, en kinderen zijn ***
in het donker.
Jij net zo goed, en dat weet je best.
Nietes.
Mam, waar ben je?
Kun je spelen?
Wil je het proberen?
Toe nou, probeer het!
Gave schoenen.
Is hij er nog?
Het is erg belangrijk.
Hij stapt net in z'n auto.
Als je opschiet is ie er nog.
Wat een streek. De Kerstman
een bekeuring geven op Kerstavond!
Straks schieten ze de
Paashaas nog af.
Kerstman, wacht even.
Kan ik even met u praten?
- Snel dan.
De Kerstman is al laat.
Ik weet dat je
niet de echte Kerstman bent.
Hoe kom je daar bij?
Ik ben oud genoeg om
te weten hoe het werkt.
Maar ik weet ook
dat je voor hem werkt.
Kun je een berichtje doorgeven?
Kevin McCallister, 681 Lincoln Blvd.
Wil je het telefoonnummer?
Nee ***.
Dit is heel belangrijk.
Zeg hem dat ik dit jaar, in plaats van
cadeautjes, mijn familie terug wil.
Geen speelgoed. Alleen Peter, Kate,
Buzz, Megan, Linnie en Jeff.
En m'n tante en neefjes en nichtjes.
En als hij tijd over heeft
dan ook oom Frank. Goed?
Ik zal kijken wat ik kan doen.
- Bedankt.
Wacht. M'n elf heeft de laatste
zuurstoke meegenomen voor haar vriendje.
Dat geeft niet.
Jawel. Iedereen die naar de Kerstman
gaat moet iets krijgen.
Houd je poot eens op.
Alsjeblieft.
Niet allemaal tegelijk opeten.
Vrolijk Kerstfeest.
Mag ik gaan zitten?
Dat is m'n kleindochter.
Dat meisje met het rode haar.
Ze is van jouw leeftijd.
Ken je haar?
Nee.
Jij woont toch naast me?
Je mag wel groeten als je me ziet.
Je hoeft niet *** te zijn.
Er gaan veel verhalen rond over mij,
maar er is niets van waar. Oké?
Ben je braaf geweest dit jaar?
- Volgens mij wel.
Zweer je het?
Nee.
Hier kun je mooi je zonden overdenken.
Is dat zo?
- Zeker weten.
Komt u hier uw zonden overdenken.
- Nee.
Ik ben best vervelend geweest
de laatste tijd.
Ik heb dingen gezegd
die ik niet meende.
Ik ben niet echt
braaf geweest dit jaar.
Ik zit er best mee,
want ik vind mijn familie erg aardig.
Ook al zeg ik soms van niet.
Soms denk ik zelfs van niet.
Snap je dat?
- Ja ***.
Je gevoelens voor je familie
zijn altijd heel ingewikkeld.
Zeker met een oudere broer.
Diep vanbinnen hou je van hen.
Maar dat kun je wel eens vergeten.
Je doet elkaar pijn.
Dat komt bij grote mensen
net zo hard aan.
Wil je de echte reden
weten waarom ik hier ben?
Tuurlijk.
Ik wilde m'n kleindochter horen zingen.
Ik kan vanavond niet naar haar toe.
Heb je andere plannen?
Nee.
Ik ben niet welkom.
In de kerk?
In de kerk ben je altijd welkom.
Ik ben niet welkom
bij mijn zoon.
Jaren geleden, voordat jullie
hier kwamen wonen...
...had ik ruzie met m'n zoon.
Hoe oud is hij?
Hij is volwassen.
We werden kwaad, en ik zei
dat ik hem nooit meer wou zien.
Hij zei hetzelfde, en sindsdien
hebben we elkaar niet meer gesproken.
Waarom belt u hem niet?
Ik ben *** dat hij
niet met me wil praten.
Hoe weet u dat?
Ik ben er gewoon *** voor.
Bent u niet een beetje
te oud om *** te zijn?
Je kunt voor veel dingen te oud zijn.
Maar je bent nooit te oud om *** te zijn.
- Dat is waar.
Ik was ooit *** voor onze kelder.
Het is er donker, er staan
rare spullen, en het ruikt er vreemd.
Dat soort dingen.
Ik heb er jaren last van gehad.
Kelders zijn ook eng
Tot ik beneden de was ging doen...
...en ik erachter kwam
dat het helemaal niet zo erg is.
Als je gewoon het licht aandoet,
dan stelt het niets voor.
Wat wil je daarmee zeggen?
U moet uw zoon bellen.
En als hij niet met me wil praten?
- Dan weet u dat tenminste.
Dan hoeft u niet meer
bezorgd of *** te zijn.
Hoe boos ik ook was, ik zou wel
met m'n vader praten. Zeker met Kerst.
Ik weet het niet.
Probeer het eens.
Doe het voor uw kleindochter.
Ze mist u vast.
En de cadeautjes.
Ik stuur haar altijd een cheque.
Ik wilde dat mijn
opa en oma dat deden.
Zij sturen me altijd kleren.
Vorig jaar kreeg ik een
gebreide trui met Pino voorop.
Dat is mooi.
Niet als je in
groep vier zit.
Daarvoor kun je in elkaar
geslagen worden.
Een vriend van mij werd gepakt...
...omdat er een gerucht was
dat hij dinosaur-pyjama's droeg.
Ga maar gauw naar huis.
Denk na over wat ik zei.
Leuk je gesproken te hebben.
Insgelijks.
Wat gaat u nu doen?
Gaat u uw zoon bellen?
We zien wel wat er gebeurt.
Vrolijk Kerstfeest.
Vrolijk Kerstfeest.
Dit is mijn huis.
Ik moet het verdedigen.
Eerst de boel verkennen.
De bus halen we later wel op.
Hoe wil je binnenkomen?
We gaan achterom.
Misschien laat hij ons wel binnen.
Ja, hij is een kind.
Kinderen zijn dom.
Zegen deze voedzame
magnetronmaaltijd...
en de winkel
waar ie in de reclame was.
Het is zover.
Nu niet *** worden.
Vrolijk Kerstfeest, jochie.
We weten dat je er bent,
en dat je helemaal alleen bent.
Ja, kom op, jochie, doe open.
Het is de Kerstman
en z'n elfje.
We zullen je geen pijn doen.
Oh nee. We hebben
cadeautjes voor je.
Wees eens braaf en
open die deur.
Wat gebeurde er?
- Pak die kleine...
Het eikeltje is gewapend!
Ik ga door de voordeur.
Jij gaat via de kelder!
Jij kleine...
No, not this time, you little brat.
Kleine griezel, waar zit je?
Ruk z'n kop eraf...!
Je bent er geweest, jochie.
Waar ben je, kleine rotzak?
Harry, ik ga naar binnen!
Oh, nee! Nu ben ik echt ***.
Het is te laat, jochie, we zijn
binnen. En we pakken je.
Kom me maar halen!
Ik maak je af!
Ik vermoord dat joch!
Waarom zijn je schoenen uit?
Waarom zie jij eruit als een kip?
Ik ben hierboven, stelletje sukkels.
Kom me maar halen.
Geven jullie op?
Of willen jullie meer?
Pas op!
Rustig maar,
ik krijg 'm wel te pakken.
Het is maar een kind.
We kunnen hem makkelijk hebben.
Hou toch je kop.
Wat is er?
Je mist een paar tanden.
M'n gouden tand.
Ik maak hem af!
Nog één zo'n blik, jochie...
en ik kook je
ballen in motorolie!
Alarmcentrale.
Er wordt ingebroken bij mij thuis.
Het adres is 656 Lincoln Boulevard.
Mijn naam is Murphy.
Je weet nooit wat daarboven is.
Daar is ie!
Ik heb je!
Ik heb 'm!
Harry, help me!
Help me. Sta op!
Ik heb 'm.
Wat gebeurt er?
Verroer je niet.
Verroer je niet.
Wat doe je?
Had ik 'm te grazen?
Waar is ie?
Wat dacht je hiervan, zak?
Krijp dat joch, voor ik...
Waar is ie?
Misschien heeft ie wel
zelfmoord gepleegd.
Hier, stomkoppen!
Pak me maar voordat ik de politie bel.
We grijpen hem!
- Wacht, wacht.
Hij wil juist dat we dat doen.
Dan kan ie z'n
rotgeintjes weer uithalen.
Maar hij belt de politie!
Vanuit een boomhut zeker?!
Kom op.
Uit het raam?
Ik ga niet uit het raam.
Waarom niet? Ben je ***?
Stel je niet aan, opschieten.
Kom op. Doorgaan.
- Laten we teruggaan, Harry.
Kop dicht, Marv.
Hé, jongens!
Kijk es.
Terug. Terug.
Daar is ie!
Ik bel de politie!
Wacht!
Hij wil dat we 'm volgen.
Ik heb een beter idee. Kom mee.
Dag, kerel.
Nu zijn we je te slim af.
Kom hier!
Wat ga je met 'm doen?
Ik geef 'm een koekje van eigen deeg.
Ik zet z'n hoofd in de fik.
Ik sla 'm op z'n bek
met een strijkijzer.
Hij krijg van mij een
verfblik in z'n gezicht.
Sla een spijker door z'n voet.
Maar eerst bijt ik z'n kleine
vingertjes eraf. Eén voor één.
Kom. Ik breng je naar huis.
Te gek.
Goeie zet,
het water laten lopen.
Nu weten we precies
waar jullie geweest zijn.
We zochten jullie al een tijdje.
Onthoud onze naam.
We zijn de "Natte Bandieten."
Natte Bandieten, dus N-A-T...
- Kop dicht en in de auto!
Niet aan m'n hoofd komen, kerel!
Ik ben een slechte moeder.
Nee, helemaal niet.
Je bent te streng voor jezelf.
Zoiets kan iedereen overkomen.
Dit soort dingen gebeuren
nou eenmaal.
Wil je slechte ouders zien?
Kijk naar ons.
We zijn bijna het hele jaar op tour.
We zien onze gezinnen haast nooit.
Joe daar...
...die vergeet de namen van
z'n kinderen altijd.
Ziggy daar,
die heeft z'n zoon nooit ontmoet.
Eddy... Laten we daar maar
niet over beginnen.
Vertel eens, ben je wel eens op vakantie
gegaan en je kind vergeten?
Nee.
Maar ik heb 'm wel es
in het uitvaartcentrum gelaten.
Ja, het was vreselijk.
We waren 'm gewoon vergeten.
Pas 's avonds drong het tot ons
door dat ie daar nog zat.
Hij heeft de hele dag
bij het lijk gezeten.
Na zes, zeven weken
ging het redelijk met hem.
Hij begon weer een beetje te
praten enzo.
Ze komen er wel overheen.
Kinderen kunnen heel wat hebben.
We moeten het hier maar
niet meer over hebben.
Ik probeerde je
op te vrolijken.
Het spijt me.
Vrolijk Kerstfeest, lieverd!
Het spijt me zo.
Waar is iedereen?
Oh, lieverd, ze konden niet komen.
Ze wilden het zo graag maar...
Je bent in orde.
Ik hou van je. Gaat het goed?
Wel cool van je, dat je
de boel niet hebt platgebrand.
Bedankt, Buzz.
Wacht eens even.
Hoe zijn jullie thuis gekomen?
Met het vliegtuig
waar jij niet op wou wachten.
Vrolijk Kerstfeest.
- Vrolijk Kerstfeest.
Er moet iemand naar de winkel.
Ik heb gisteren boodschappen gedaan.
Jij? Boodschappen?
Ik heb melk, eieren
en wasverzachter gekocht.
Echt waar?
Wat een grapjas.
Wat heb je nog meer
gedaan toen we weg waren?
Gewoon een beetje rondgehangen.
Breng je spul naar boven.
Hij boodschappen doen? Hij kan niet
eens z'n veter strikken.
Lieverd, wat is dit?
Kevin! Wat heb je
in mijn kamer uitgespookt!
Vertaald door: Inge Kuipers
www.ondertitels.nl