Tip:
Highlight text to annotate it
X
Kom uit die auto knul.
Kom uit die auto.
Hé knul, kom uit die auto.
Hé mafkees, haal hem uit die auto.
Kom op man, kom uit die auto.
Kom, doe open.
Kom uit die auto.
Kom uit die verdomde auto.
Verdomme, doe het raam open.
Waarom heb je de auto verkocht?
Hij kon niet eeuwig
voor het huis blijven staan, TJ.
Waarom niet?
Dat is niet gezond.
- Deze ook niet.
Ik wil er niet meer over praten.
Goedemorgen.
Mag ik geld voor de lunch?
Ja, sorry.
Dank je.
- Een prettige dag TJ.
Naar binnen.
Sta op.
Alsjeblieft.
Je hebt me verneukt.
Wie is daarbinnen?
Verdomme.
Forney.
Is TJ Forney terug?
Welkom terug TJ.
En nu dan man,
nu ben je niet meer zo stoer.
Laat me met rust.
- Zuig m'n pik man.
Zuig verdomme aan mijn pik.
Hallo kleintje.
Hoe ging het vandaag?
- Nogal slecht.
Waarom lieverd?
- Geen idee, gewoon slecht.
Moet ik het licht voor u aandoen?
Waarom?
Ziet het er uit of ik in het donker zit?
Misschien een beetje.
Misschien heb ik een nieuwe bril nodig.
Ik weet niet eens,
of deze van mij is.
Van wie is hij dan?
- Geen idee.
Kunt u er beter mee zien?
Ik weet het niet.
Is je pa al wakker?
Waarom?
Slaapt ie de hele dag al?
Soms raken mensen van hun stuk,
als er vervelende dingen gebeuren...
maar uiteindelijk komt het weer goed.
Wil je melk om je keel te smeren?
Hoe voelt dat?
Draai je pols eens.
En nu de andere kant op.
Goed.
Als wij denken dat dromen
een metaforische functie hebben...
en zowel verwijzen naar fictie
als het leven...
welke metaforische functie
hebben die dromen voor onze hoofdrolspeler?
Is het een voorgevoel, of zijn het wensen?
Zijn het misschien zelfs nachtmerries?
Met wat we weten van Maurice...
waar hij vandaan komt,
hoe z'n kindheid was...
kunnen we veilig aannemen
dat de dromen die hij heeft...
een reflectie zijn van z'n relatie
tot z'n moeder...
TJ, wat doe je daar?
Breng dat naar mij.
Hé zak,
denk je dat dit grappig is?
Zak,
denk je dat dit grappig is?
Ik trek verdomme je kop eraf.
Ik maak je af.
Denk je dat je mijn auto
eronder kunt kladden?
Hé, laat hem met rust.
- Sta op klootzak.
Sta op zak.
- Ik zei, laat hem met rust.
Wat doet u nou, mevrouw?
- Wat ben jij aan het doen?
Ik ben nog niet klaar met jou, klootzak.
Gaat het?
Bloed ik?
Ik geloof van niet.
Ik wel?
Heb je een lift nodig?
Kom maar.
Kom.
Ik kan niet geloven,
dat hij me mevrouw noemde.
Zie ik er volgens jou uit als een mevrouw?
Ik denk van wel.
Dank je.
Dus ik zie er oud uit.
Ik ben nu een soort held hè?
Ik wou eigenlijk niet naar huis en
me dan slecht voelen omdat ik je niet hielp...
en dan op het nieuws zien,
hoe je doodgeslagen werd op de parkeerplaats.
Ik deed het dus eigenlijk voor mezelf,
omdat ik egoïstisch ben.
Het spijt me.
Het spijt me dat ik zo ben.
Tot ziens.
Wil je je fiets niet mee?
Leuk je te hebben ontmoet.
Pa?
Pa?
Pa?
Oma, waar is pa?
Hallo TJ, hij is naar de dokter.
Is alles goed?
Ja, alles is oké.
Waar is de wasruimte?
M'n pa komt zo thuis.
- Waar is de wasruimte?
Waarom?
Ben je al wel eens in je hoofd geneukt?
Zou je dat graag willen?
Het is daar achter.
Maar waarom?
Je kunt niet...
Wat doe je?
Wat doe je daar?
Wat doe je hier?
Doe maar net alsof ik hier woon...
anders maak ik je af.
En je familie.
Je mag hier niet roken.
Wat doe je nou?
Je mag hier niet roken.
Wil je hem alsjeblieft uitdoen?
Zal ik hem in je mond uitdrukken?
TJ, wie is dit?
Mijn naam is Hesher.
Ik ben een vriend van je zoon.
Wat doet hij hier?
- Hij doet de was.
Kan ik je even spreken?
Hij rookt in huis.
Ik heb al gezegd,
dat dat niet mocht.
Is dat je vriend?
- Ik heb hem verteld...
Hebben jullie echt maar vier kanalen?
Hallo jongeman.
- Dag ouwetje.
Kan ik iets voor je doen?
Nee, ik heb het al.
Verdomme.
Potverdomme.
Nu heb je meer kanalen.
Waarom ben je hier?
- Wat?
Is dat jouw kamer?
- Nee, dat is de garage.
Wil je vriend niets eten?
Hij heeft geen honger.
- Weet je het zeker?
Ja, ik weet het zeker.
Wat doet ie in de garage?
Geen idee, ik zei
dat hij daar gitaar mocht spelen.
Geweldig schat.
Het is mooi weer muziek in het huis te hebben.
Is hij een nieuwe vriend?
Ja, min of meer.
Je opa heeft vele jaren harmonica gespeeld.
Sorry schat,
we hebben geen melk meer.
Wil je een paar eieren?
Nee, dank u.
Wil je een stukje wandelen?
Ik kan niet oma,
ik moet nog dingen doen.
Ik bedoel later, vanmiddag.
Ik weet het niet,
vraag maar als ik weer thuis ben.
Goed.
Ik wil de auto terug.
De auto is niet te koop.
Ik wil hem terugkopen.
Hoeveel wilt u er voor?
Ga zitten.
$1800 voor de auto, ex BTW,
registratie...
Dat heb ik...
- En dan nog...
een geldig rijbewijs
en die heb je zeker niet.
Je hebt een verzekeringsbewijs nodig
en die heb je ook niet.
En al had je die twee zaken...
dan kan ik je hem niet verkopen,
want hij staat niet te koop. Punt.
Goed, mag ik nu verder werken?
Hoe gaat het?
Ik heb een ijsje voor u.
Wat aardig, dank je.
Ik heb er daar voor betaald.
Dank je.
Tot ziens.
En die dag heb ik een
kersentaart gemaakt...
en ik heb er Fluffo voor gebruikt.
Ik heb sindsdien geen Fluffo meer gebruikt.
Ik diende de taart op en toen...
bleef het aan hun gehemelte plakken,
ze konden het niet doorslikken.
Die verdomde Fluffo.
Hallo TJ, hallo schat.
Wie gaat er morgenvroeg met me wandelen?
Ik kan niet oma,
ik moet naar school.
Oké,
je bent altijd uitgenodigd.
En wat dan nog?
School?
Je gaat wandelen met je oma.
Hij heeft gelijk TJ,
ik verheug me op je gezelschap.
Natuurlijk.
Gaat je oma
's morgens in haar eentje wandelen?
Kun je niet eerder uit bed komen?
En wat als ze verkracht wordt?
Wat?
Nog nooit van de omaatjeskiller gehoord?
De omaatjeskiller?
- Ja, de omaatjeskiller...
die heeft zo'n 14 omaatjes vermoord.
Hij wurgt ze met hun vieze ***'s.
hij neukte ze,
maar vingerde ze eerst...
Stop, dat is genoeg.
Het maakt mij niet uit.
Als je oma gaat wandelen,
zou je mee moeten gaan...
om te zorgen dat ze niet verkracht wordt.
Waarom zou iemand mij willen verkrachten?
Geen idee.
Maar er zijn mensen die dat doen,
er lopen zieke geesten rond.
Je hebt mijn auto verpest,
klootzak.
Buk je. Vreet het op.
Vreet verdomme het toiletblok op.
Haal hem van me af.
Eet het toiletblok op klootzak.
Klaar?
Ik wil niet.
Het is goed voor ons.
Kom, we komen nog te laat.
Welkom, bij de rouwverwerkingsgroep.
Ik ben Meryl.
We beginnen met ons voor te stellen...
en met in het kort te vertellen
waarom we hier zijn.
Hallo, wilt u beginnen?
Wij zijn de familie Bolder.
Ik ben Coleen
en dit is mijn man Jack.
Onze dochter Cynthia...
is vorig jaar vermoord.
Zij is het slachtoffer...
van een gewelddadige aanval,
die oneerlijk en misselijkmakend was.
Wij zijn hier,
omdat we hulp nodig hebben.
We hebben onze lieverd verloren.
Hallo, ik ben Jack.
Zoals mijn vrouw al zei,
zijn we hier om antwoorden te vinden...
en voor hulp voor de pijn.
Dank u.
Coleen en Jack, welkom.
Meneer?
Natuurlijk, goed.
Mijn naam is Paul Forney
en dit is mijn zoon TJ.
We zijn hier omdat ik
m'n vrouw verloren heb, TJ's moeder...
meer dan twee maanden geleden.
Ik probeer met de zaken
in het reine te komen...
en zoek...
hulp...
de dingen zijn zo...
Oké. Welkom Paul.
Hallo TJ.
Ik begrijp dat het moeilijk is
om je moeder te verliezen.
Wil je jezelf voorstellen?
Wil je wat zeggen tegen de groep?
Wat is jouw probleem verdomme?
Wat is er mis met jou?
- Wat is er mis met jou?
Die verdomde klootzak
duwde m'n hoofd in de wc...
en jij stond daar toe te kijken.
Verdwijn.
Verdwijn uit mn oma's huis.
Verdwijn.
Laat me los.
Ik trek m'n kleren aan
en dan kom je naar m'n bus oké?
Waar gaan we naartoe?
Wat doen we hier?
Laten we weggaan.
Wat doe...
Wat doen we hier?
Wat ga je doen?
Laten we weggaan.
Kom op man, laten we weggaan.
Wat ben je aan het doen?
Wat is dat?
Wacht, stop.
Stop, dat kun je niet...
Ben je gek?
Kom mee.
Stop.
Laten we naar huis gaan.
Dit is niet grappig.
Laten we weggaan.
Alsjeblieft, nee, stop.
Wat is jouw probleem?
Wegwezen, snel.
Kom rennen.
***, de deur zit op slot, doe open.
Doe de deur open, hij zit op slot.
Stap in de bus.
Instappen en wel nu.
Ik rij je plat.
Knul...
Knul, dat was geweldig.
Je vloog wel twee meter ver.
Goed, laten we gaan.
Kom.
Hallo mevrouw,
ik ben agent Haywood, van de politie.
Ik wil spreken met Thomas Forney.
Thomas?
- Thomas Forney, is hij hier?
Ben jij Thomas Forney?
We willen je een paar vragen stellen.
Het zijn maar een paar vragen knul.
Waarover?
- Wil je je aankleden?
Laat dit een waarschuwing voor je zijn.
Onafhankelijk van eventuele bewijzen
die we vinden...
ben je ons opgevallen vandaag.
Kijk naar links.
- Dat je ons opvalt, is niet goed.
Dit zijn misdrijven.
Serieuze gevangenis misdrijven.
Heb je het gedaan?
Niet echt.
- Niet echt?
Ik heb het niet gedaan.
Je zei net, niet echt.
Wat bedoel je daarmee?
Ik zei dat ik het niet gedaan had, oké?
Daarvoor vroeg ik jou
en toen zei je, niet echt.
Ik weet niet meer wat ik zei.
Waarom zou je zoiets doen?
Wil je een pinda?
Wat wilde de politie van je?
Wat denk je?
Geen idee,
hebben ze je inwendig onderzocht?
Hoepel op.
Heb je...?
- Ze namen m'n vingerafdrukken.
Ja, en?
Laat me met rust.
Ik ga,
maar op één voorwaarde.
Denk je dat ze haar poesje scheert?
Wat doe je hier?
Wat doe jij hier,
je doet geen boodschappen.
Je bespiedt die meid.
Nee, niet waar.
- Wel waar, je volgt haar.
Wil je haar proberen te neuken?
Goed, vanaf hier lukt dat niet knul.
Je moet veel dichterbij.
Wat?
Wil je haar naaien?
- Hou je kop.
Daar is niets mis mee.
- Zeg dat niet steeds.
Knul, als je haar wilt naaien,
is daar niets mis mee, schaam je niet.
Mensen naaien al ***'s
sinds honderden jaren.
Da's geen probleem.
Makker, er is niets mis mee,
dat je naar een poes verlangt.
Waar ga je naartoe?
Naar huis.
- Ik geef je een lift.
Nee, dank je.
Oké, maar als je met mij meegaat,
duurt het vijf minuten
en per fiets,
is het zo'n 15...
Goed, maar praat niet tegen me.
- Ik zeg niets.
Luister.
Het spijt me van die brand van laatst,
dat was...
dat was slecht, stom
en onverantwoordelijk.
Het spijt me.
Hier, dit mag je hebben.
- Dat wil ik niet.
Knul, ben je een ***?
Ik snap je niet.
Wat ga je doen?
Stop de auto, ik wil er uit.
- Als je uitstapt, trek ik je pik er af.
Het spijt me,
ik weet niet hoe dit kon gebeuren.
Je hebt de achterkant van m'n auto gesloopt,
jij stomme idioot.
Mijn God, je bent een verdomde idioot.
Jij bent een gigantische idioot.
Wat is er mis met jou?
Ik weet niet hoe dit kon gebeuren, meneer.
Je moet opletten
als je auto rijdt.
Ik denk dat ik kan helpen.
Ik heb alles gezien.
Zij stond daar
en u reed achteruit tegen haar aan.
Wat?
Wat is er met jou man?
Waarom rij je tegen haar aan, da's achterlijk.
Waar heb je het over?
Ik zou maar eens gaan praten
over het betalen van de schade.
Ik ben niet tegen haar aangereden.
Zeg je dat ik een leugenaar ben?
Ik...
Wat is hier aan de hand?
Geen idee, het klonk
alsof je me een verdomde leugenaar noemde.
Nee ik...
Oké, ik wil geen problemen.
- Wil je geen problemen?
Ik denk van wel, miss Piggy.
Dit is belachelijk.
Laten we weggaan.
Jouw sexy vriendin zit in de problemen,
we gaan nergens naar toe.
Kennen jullie elkaar?
Soms als je een slechte dag hebt
en je denkt dat het niet erger kan...
dan ontdek je compleet nieuwe manieren
hoe het wel erger kan worden.
Nee, dank je.
Ga weg.
Een paar jaar geleden
had ik eens vier meiden achterin...
die er echt voor gingen.
Ik neukte een meid,
en vingerde een andere...
maar die ander twee wilden ook.
Met m'n andere hand
vingerde ik die andere meid...
en met m'n teen wreef ik tegen de kont
van die laatste meid.
Ik werd gek,
het werd me te veel.
Ik wist niet meer welke meid wie was,
m'n tong deed pijn...
m'n vingers werden moe.
Ik hield op
en weet je wat er gebeurde?
Die meiden gingen met elkaar bezig,
ze vingerden elkaar, likten elkaar...
en ik keek er naar.
Ik trok me af, zo had iedereen er wat aan.
Was dat een perverse metafoor voor mij?
Een wat?
Laat maar.
Stop.
Stop alsjeblieft.
Wat was dat verdomme?
Ik zag een muis.
- Wat?
Is alles goed?
Ik heb denk ik stof in m'n mond.
Wat gaan we doen?
Goed.
We zijn er.
- Waar zijn we?
Kom.
Waar zijn we?
Wat?
Wiens huis is dit?
Nee, dank je, ik *** geen Chinees.
Neem me niet kwalijk,
ik zei wat tegen je.
Wiens huis is dit?
- Dit huis?
Dat is van mijn oom.
Waar is je oom?
Daar
- Waar?
Verdomme.
Jij was vies.
- Ja en nu ben ik nat.
Ben je vies en nat?
Ik kom er in.
Nu ben ik ook vies en nat.
Sluit de poorten.
Kom op.
We brengen de viezigheid
op een nieuw niveau.
***, daar komt nog meer troep.
Verdomme.
Hoe kom je aan deze vent?
Geen idee, hij is min of meer ingetrokken
in m'n oma's huis.
Bedoel je dat hij daar een kamer huurt of zo?
Nee, niet echt.
Het is nogal een lang verhaal.
Vis.
Door het vuur springen.
Stik toch.
Springen over het vuur.
Ik heb een afspraak bij de dokter.
Wat?
Het brandt als ik plas.
Heeft hij ons hier net achtergelaten?
Ik geloof van wel.
- We kunnen beter maken dat we wegkomen.
Kom.
Hoe heet hij?
Hesher, is dat een naam.
Geen idee.
Heeft ie een achternaam?
- Geen idee.
Mijn schoenen soppen.
Hoe oud is hij?
- Geen idee.
Weet je wel iets van hem?
- Nee, niet echt.
Goed man dat jullie achter me zaten,
toen die man zo boos werd over z'n auto.
Ik had het niet meer. Ik rij onverzekerd,
want dat kan ik niet betalen
en ik had de schade
aan z'n auto nooit kunnen betalen.
Hoe doen mensen dat?
Ik heb een baan,
't is een grap...
ik zit er bijna een jaar
en heb maar 15 uur per week.
Waarom geven ze me niet meer uren?
Denk je omdat ze denken
dat ik waardeloos ben?
Vond je mij waardeloos
toen ik je redde?
Ik kan momenteel
niet eens m'n huur betalen.
Ik ben begonnen spullen te verkopen,
om een beetje geld te hebben.
Ik heb twee dollar.
Het trieste is,
dat ik dat nu goed kan gebruiken.
Hier, pak maar.
Oh nee, toch niet weer een bon.
Oh nee.
Wat heb ik misdaan?
Niets dan ellende.
Als ik zou sterven, zou dat niemand opvallen.
Mij wel.
Als je nu dood zou gaan,
zou me dat opvallen.
Echt, want dan zou ik een auto zitten
naast een dode mevrouw.
Noem me geen mevrouw.
Hallo TJ.
- Hallo oma.
En?
Heb je haar geneukt?
Waar zat je vandaag?
We hadden therapie om half vier
en ik zat daar in m'n eentje.
Sorry, ik ben het vergeten.
Mooi is dat.
Dat is niet alleen voor mij,
maar ook voor jou.
Ik heb 45 minuten voor de school gewacht.
- Ik zei al dat ik er niet heen wou.
Misschien zeg je het de volgende keer,
als je niet komt.
Ik heb al gezegd dat ik er niet heen wou.
- Nee, dat heb je niet gezegd.
Ik heb het al duizend keer gezegd.
Je hebt niets gezegd.
- Wel waar, maar je luistert niet.
Je hebt niets gezegd.
Je zei dat je niet heen wou,
je zei niet dat je niet kwam.
Wat is het verschil.
- Voor mij is dat een groot verschil.
Ik zit in m'n eentje
in een ruimte met losers.
Jongens, alsjeblieft.
Ik voel me niet zo goed.
Wil je me mijn pillen geven?
Heb je haar gevingerd?
- Hou je kop.
TJ.
- Wat?
Denk om je taalgebruik.
Heb je niet gehoord wat hij net zei?
- Dat maakt niet uit.
Als je nog eens zo praat,
ga je naar je kamer.
Mijn kamer?
Ga je nu beginnen met straf geven?
Ja, misschien wel.
Het gaat om je verantwoordelijkheidsgevoel,
niet je taalgebruik.
En ik moet je afhalen
op het politiebureau.
Het spijt me pa,
dat je met je reet uit de bank moest komen.
Het spijt me dat ik voor het eerst in maanden
een onderbroek aan moest.
TJ.
- Wat?
Hé, dat is genoeg.
Denk je niet dat ik weet
wanneer het genoeg is?
Ik wil niets meer horen.
Goed.
Kut.
Word je daar gelukkig van?
Heb ik iets gemist?
Niet echt.
Hij zei stomme dingen
en hij gooide met z'n bord...
en toen gooide hij met zijn bord.
Hij is een idioot,
want hij wist niet wat ie moest zeggen.
De knul had een punt.
Hij voelde zich slecht en vertrok.
Ik weet niet wat...
Ik wou dat ik meer kon betekenen.
Dit is heerlijk.
- Dank je lieverd.
Wat is groen en slijmerig
en ruikt naar bacon?
Geen idee, lieverd.
Denk eens na, wat is groen en slijmerig
en ruikt naar bacon?
Ik weet het niet.
Ik ga er bij liggen,
ik voel me niet zo goed.
Goed.
Ben je er al achter?
- Achter wat?
Wat is groen en slijmerig
en ruikt naar bacon?
Ik weet het niet.
Wil je wat voor me doen?
Kun je me dat potje aangeven?
Welke, deze?
- Ja, dank je.
Dank je.
Dat krijg je als je een kikker vingert.
Vanwege miss Piggy.
Wat is dat?
Medicinale sigaretten
tegen de misselijkheid.
Wil je een lucifer voor me aansteken?
- Natuurlijk. Mag ik dat eens zien?
Ik ben zo terug.
Mag ik?
Dank je.
Wat is dat?
Dat is een pijp, met water erin,
dat filtert de rook.
Zo kun je gezond wiet roken.
Ik laat je zien hoe het moet.
Zie je dat gat?
Daar moet je je vinger op houden
en dan steek je de pijp aan.
Als je zo rookt
en dan hier je vinger er af haalt...
Kijk.
Ik steek hem wel aan.
Druk je duim op het gat.
Ik steek het aan en jij zuigt.
Zuigen.
Zo dus.
Duim omhoog en diep adem halen.
Zo.
Mijn God.
Nog eens.
Nee, het gaat prima zo.
Dank je.
Ik maak dit even op.
Lieverd, hoe oud ben jij?
Wie wil dat weten?
Je lijkt me wat ouder dan TJ.
Wie?
- Hou toch op.
Ben je niet te oud,
om je zo te gedragen als TJ?
En jij?
- Nee, ik ben z'n oma.
Dat klopt.
Ik had eens een grote slang.
Ik voerde hem iedere week een levende muis.
Slangen eten andere slangen,
als ze de juiste grootte hebben.
Die van mij at muizen.
Ik liet een keer een muis
in z'n kooi vallen...
en hij ging er achter aan.
En die muis ging op z'n achterpoten staan...
en sloeg hem in het gezicht.
Je houdt me voor de gek.
Het gebeurde nog een keer.
De slang kwam weer op hem af...
en hij sloeg hem weer.
De slang wist niet wat hij moest doen.
Hij ging in een hoek liggen te huilen.
En die verdomde muis
werd de baas in de kooi.
Dit ging weken lang zo,
hij liep rond alsof alles van hem was.
Hij zat languit, krabde aan z'n ballen
en dopte pinda's.
Grappig.
Ik probeerde hem andere muizen te voeren,
ik gooide de nieuwe muis in de kooi...
en hij ging schuilen achter die andere muis.
De slang was doodsbang.
Hij ging dood.
Hij is verhongerd.
Met een kooi vol met muizen.
Is TJ de muis?
Geen idee, misschien.
En wie ben ik?
- Jij? Een oude vrouw.
Nee, ik ben een grootmoeder.
Ja, je bent een grootmoeder.
Weet je wat? Grootmoeder,
ik ga morgenvroeg met je wandelen.
Dat is mooi.
Waar ga je naartoe?
Geen idee, ik loop met jou mee.
Een blokje rond denk ik.
Wel...
geniet er van.
- Nee, ik ga met jou mee.
Ik zie je wel als je terug bent.
Waarom stuur je hem niet?
Natuurlijk.
Kan ik je spreken?
Een moment.
Ik ben aan het bellen, zie je dat niet?
Ik moet u spreken.
- Ik ben aan het... wacht buiten.
Wacht buiten.
Ben je hier gekomen,
zodat ik je nek kan breken?
Wat?
- Ik heb het geld.
Welk geld?
U zei dat als ik $1800 had,
ik de auto terug kon krijgen.
Maak je een grapje, ik zei dat al had je $1800
ik hem niet aan je kan verkopen.
Hij is hier trouwens toch niet meer.
- Wat bedoelt u?
Ik denk dat we het hier
al vaak genoeg over hebben gehad
en dat doen we niet nog eens, de auto is weg.
- Wat bedoelt u?
Hij is hier niet.
Het is voorbij, hij is weg.
Waar is hij dan?
- Het is voorbij kind, ga.
Tot ziens, ga weg.
Wat is er aan de hand?
Ik moet hier weg,
voor ik iemand wat aandoe.
NICOLE'S BONNENFONDS,
VEEL LIEFS TJ.
Met Nicole, ik ben er niet.
Spreek een bericht in, dan bel ik terug.
Hallo, met TJ.
Sorry voor de storing,
ik denk dat ik alleen maar met je wil praten.
Ik heb een cadeautje voor je,
ik kom denk ik langs om het af te geven.
Ja, goed, tot ziens.
Stik toch.
Hé knul.
Waar ben je mee bezig?
Maak dat je wegkomt.
Wegwezen.
En jij bent een ***.
Ik hoop dat je doodgaat,
je hebt geen idee...
want je bent een dikke verdomde ***.
Rustig aan.
- Wegwezen, of ik ram je tegen je bek.
En dat maakt me geen bal uit,
want jullie zijn beiden klootzakken.
Stik toch.
Ik haat je.
Ik wil met je praten.
Hé, ik wil met je praten.
- Blijf van me af.
Rustig aan.
Verdomme.
Ik wil verdomme even met je praten.
Rustig.
- Blijf van hem af, wat ben je aan het doen.
Stik toch, klootzakken.
Gaat het?
Hij zat 15 maanden op school.
Je krijgt een intensieve training,
in atletiek, natuurkunde, scheikunde.
Ze trainen je om de beste te worden
en verwachten dat je de beste wordt.
Waar is mijn auto?
- Wat verdomme?
Waar is verdomme de auto?
- Ben je gek of zo?
Nog een keer en je bent je teen kwijt,
waar is hij?
Hij is naar de sloper.
Hij is naar de sloperij, gek.
Dat is onzin.
- Waarom zou ik liegen?
Omdat je een klootzak bent.
Zeg me waar hij is.
Hij is naar de sloperij, ik zweer het.
Oh verdomme.
Als je liegt knip ik al je tenen er af,
heb je me begrepen?
Wil je me nog meer vertellen?
Jij durft naar mijn huis te komen?
- Ga verdomme van me af.
Wat doe je nou?
- Wat?
Wat is er met jou aan de hand?
Ik heb je net gered.
- Ik zei dat ik je nooit meer wou zien.
Hoe vaak moet ik dat nog zeggen.
Laat hem met rust.
Kom lieverd.
Kom lieverd.
- Wat zit hier in?
Kom jongens, we moeten gaan,
anders komen we te laat.
En de pizza dan?
Die mag je in de auto opeten.
- Tof.
Schat, wat zit hier in.
We nemen mijn auto,
jij rijdt.
Wil je de deur opendoen?
- Natuurlijk.
Ik denk dat we de nieuwe moeten houden
en hen de oude moeten geven.
Da's een geweldig idee.
Ik laat ze zeker weten...
dat onze oude vieze magnetron
een cadeau van jou is.
Goed.
Ze weten toch niet wie ik ben.
Lieverd, het zijn mijn vrienden.
- Dat weet ik.
Ik weet niet,
waarom we hen zoveel cadeaus geven.
Een magnetron en een fles Scotch
is niet echt veel.
En bloemen.
En bloemen?
- En bloemen.
Mam, wil je de radio aanzetten?
- Ja schat.
Help.
Wat doe je?
Achteruit.
Wat ben je verdomme aan het doen?
Geen idee.
Waar ben je geweest?
Sorry.
- Waar ben je geweest?
Sorry.
Het is tien uur's ochtends.
Wat moet ik hiermee?
Ik weet het niet.
Ga naar je kamer.
Er is iemand voor je bij de voordeur.
Hesher is er niet.
Ik kom voor jou.
Ik wist niet of ik moest komen of niet...
ik bleef er maar aan denken.
Ik verwachtte dat je nog boos was
en mij haat.
Maar toen dacht ik dat als ik niet zou komen
je zou denken dat het me niet uitmaakt...
en je haat me toch, dus dacht ik,
dan kan ik net zo goed wel gaan.
Dat dacht ik.
Dus hier ben ik.
Wat wil je?
Ik wil me verontschuldigen.
Ik heb een slecht gevoel,
over wat er gebeurd is.
Het maakt niet echt uit.
- Het maakt wel uit.
Mij maakt het wat uit.
Ik mag je graag, TJ.
En ik snap als je mijn vriend niet wilt zijn...
maar ik wou je gevoelens niet kwetsen.
Ik...
soms...
ik weet het niet...
Maar ik vond dat ik moest komen
om dat te zeggen.
Je kunt me nog steeds haten,
maar ik wou je dit vertellen.
En nu heb ik het gezegd.
Oké, dag.
Het spijt me dat ik je lamp heb vernield.
Het is al goed.
En het spijt me,
dat ik je een dikke *** noemde.
Het is goed.
Je bent niet dik.
Maar ik ben wel een ***?
Nee. Misschien.
Wij zijn hier vandaag
om te rouwen om het verlies...
en ter nagedachtenis
aan Madeleine Francis Forney.
Madeleine was een geliefde echtgenote...
moeder, grootmoeder en vriendin.
En nu zal Mrs Rizorsky, een vriendin en buur,
een paar woorden spreken.
Ik heb Madeleine
niet lang genoeg gekend.
Vanaf het moment
dat ik in de buurt kwam wonen...
behandelde ze mij
alsof ik familie was.
Ze was erg vriendelijk en aardig.
We hebben veel samen gewandeld...
en genoten van elkaars gezelschap.
Ik zal onze wandelingen missen
en vooral onze gesprekken.
Ik zal altijd onthouden wat ze tegen me zei:
'Het leven is als in de regen lopen...
je kunt gaan schuilen...
of je kunt nat worden'.
Dank u.
TJ, ik denk dat je iets moet zeggen.
Kom maar TJ.
Sorry.
Op dit punt
zullen we de dienst afsluiten met...
Ik wil iets toevoegen
aan wat die knul zei...
want ik denk wat hij wou gaan zeggen.
Wat ga je doen?
Meneer, we moeten...
Raak me verdomme niet aan.
Achteruit.
Ga zitten.
Jullie willen niet dat ik hier ben
en ik wil hier niet zijn.
Ik ben hier niet voor mezelf,
maar voor haar.
Ze probeerde jullie iets te vertellen,
maar jullie luisterden niet.
Als jullie je nu even stilhouden,
zal ik zeggen wat ik wil zeggen...
en dan zullen jullie me nooit meer terugzien.
Ik sloopte een benzinetank
uit een oude Chevy.
Ik wou hem opblazen
en dat deed ik ook.
Ik dacht niet aan al het metaal,
dat alle kanten zou opvliegen.
En ik was er bijna geweest.
Ik werd wakker in het ziekenhuis
en die dokter zei: 'Zoon'...
en ik zei; 'Noem me geen zoon,
stomme zak'.
Hij zei, je hebt je bal er af geknald.
Ik was zomaar m'n bal kwijt.
Ik werd gek, ik viel de zuster aan,
de dokter, ik weet het niet meer.
Ik werd gearresteerd
en ging naar de jeugdgevangenis.
Ik dacht alleen maar aan m'n bal,
ik was een bal kwijt.
Wat moest ik nou?
Ik moest hem zoeken,
dus ik brak uit uit de gevangenis.
Maar ik kon m'n bal niet vinden.
Toen op een keer 's nachts...
ik zat daar, ik was aan het schijten
en keek naar m’n ballen...
ik keek naar dat stuk vel
waar m'n linker bal had gezeten.
En toen zag ik voor het eerst m'n rechter bal.
Ik zei;
'Verdomme man, m’n bal'.
'Kijk ik heb nog een bal'.
Toch?
Hij is goed, hij doet het.
God, de Duivel, of wie dan ook
heeft me een goede bal laten houden.
Ik heb nog een bal en die werkt
en m'n pik doet het ook.
Je hebt je vrouw verloren.
Jij verloor je moeder.
Ik verloor m'n bal.
Verdomme.
Afblijven.
Blijf van die kist af.
Wegwezen.
Ik heb tegen oma gezegd,
dat ik met haar zou gaan wandelen.
En dat ga ik doen ook.
Jij zei ook tegen oma,
dat je met haar zou gaan wandelen.
Dit is je laatste kans.
Goedemorgen TJ.
Ik weet het, vreemd hè?
Ik voel de lucht weer op m'n gezicht.
Het ziet er goed uit.
- Dank je.
Hesher is weg.
- Wat bedoel je?
Ik denk dat je eens moet komen kijken.
Resynced for your enjoyment! by Ashaël