Tip:
Highlight text to annotate it
X
Mijnheer, het is tijd, u moet weggaan.
Ze zullen u oppakken.
Breng me kandelaars,
ik blijf vanavond laat werken.
Maar, mijnheer...
- En 'n glas wijn, zoals gewoonlijk.
De wereld moest wel veranderen...
... maar de revolutie is terreur geworden
en ik zal zelf worden meegenomen.
De zekerheden maken
de mensen blind en gek.
Ze kunnen hun hart verscheuren
en 'n beest van hen maken.
In het jaar 1764...
... verscheen het Beest op onze
gronden en maakte het ze tot de zijne.
'n Jaar later was het berucht
tot buiten onze streek...
... en begon men te denken dat niemand
het zou kunnen overwinnen.
Door zijn aanvallen zonk de Gevaudan
steeds dieper weg in de duisternis.
Stop...
Wie bent u ?
Wat heeft hij gedaan ?
Wat heeft hij gedaan ?
- Hij is 'n dief.
En zij ?
Zijn dochter. Een heks.
Ik genas hun paarden
en ze weigeren te betalen.
Luister niet.
Hier heeft 'n woord geen waarde.
Zijn de paarden genezen ?
- Ja.
Vooruit, ga.
Welkom in het land van het Beest.
En let op voor de wolvenklemmen.
Ridder Gregoire de Fronsac...
... en de man die Mani werd genoemd
waren jagers noch soldaten.
Als dierenopzetter van de Koning...
... had de Ridder in Parijs
de reputatie van vrijdenker...
... en intellectueel opgebouwd.
Diegene die hem volgde...
... als zijn schaduw was 'n vreemdeling
waarvan men niets wist.
Toen de avond gevallen was...
... boden ze zich aan
in 't kasteel van Markies Apcher...
... die hen onderdak gaf zolang
hun opdracht in de Gevaudan duurde.
Onze mensen schrikken niet van
'n gewone wolf. Het Beest is anders.
Het vlucht voor de mannen
alsof het weet dat dat moet...
... maar het spaart vrouwen noch
kinderen.
Hebt u het al gezien ?
- Nee.
Hoe weet u dan
dat het om een dier gaat ?
Zij die het overleefden,
geven dezelfde beschrijving.
Het is groter dan een wolf
en het vreest geen kogels.
Ik begrijp uw scepticisme.
Ik geloof ook niet in monsters...
... maar ik heb voor u 'n verslag
laten opstellen...
... van de misdaden van het Beest.
U kan zelf oordelen.
Grootvader zei dat u tegen
de Engelsen vocht in Canada...
Ja. Ik ging er de dieren
en de natuur bestuderen...
... maar ik kwam gewond terug
en de graad van kapitein.
Ik richtte 'n ziekenhuis in
voor de slachtoffers van 't Beest.
In 'n oude priorij.
Een vrouw van Lorciere.
Ze kwam terug van 'n feest...
... toen 't Beest haar aanviel.
Er kwam hulp. Het Beest verdween...
... maar 't verminkte haar gezicht...
Zeg me, Ridder,
hoe is 't met Mr. Buffon ?
En hoe is het in Parijs ?
En De Onschuldige ? Al gelezen ?
Het is wat laat voor filosofie.
- U hebt gelijk. Theater dan maar.
Kent u actrices ?
Wat spelen ze deze winter ?
Zet daar maar neer.
Men zegt dat ze galant zijn.
Ik weet niet of 't waar is,
maar ze boden hun charmes aan.
Vertel.
Hiermee word je nieuwsgierigheid
gestild.
Mercurius van Frankrijk
We hebben enkel de Post van Avignon.
Ik toon je de slaapzaal.
Hij slaapt hier.
- Goed.
Goedenavond, Ridder.
't Is Versailles niet,
maar de wijn is goed.
Dik als een varken...
Jacques zag al veel wolven.
Wat hem aanviel, is geen wolf.
De snuit was langer
en de tanden zijn messen.
Als 't geen wolf is, wat dan wel ?
Een duivel.
- Ridder.
Het Beest viel 'n vrouw aan
in Saint-Alban.
Daar.
Kalm, Ridder, er is niemand.
Stop.
Wat doen ze hier ? Hoeren jongen.
Dag, kapitein.
Mijnheer de Markies.
Ik groet u. Maar pas goed op.
Er liggen overal vallen.
Dit is Gregoire de Fronsac,
van de tuin van de Koning.
Hij wil het lijk van deze ongelukkige
zien.
Met uw toestemming uiteraard.
U hebt mijn mannen
meedogenloos behandeld.
Ik wist niet dat ze in uw opdracht
handelden.
Dat was niet zo.
U hebt er goed aan gedaan
en ik bied mijn excuses aan.
Mijn soldaten zijn gemaakt
voor de oorlog, niet voor de jacht.
De ingewanden werden leeggehaald
en nu zit er gif in.
Wat voor 'n tuinier bent u ?
Als het Beest gedood is,
wil de Koning het laten bestuderen...
... en bewaren in Parijs.
Ik moet het na de jacht opzetten.
Nu probeer ik 't te leren kennen.
Met zulke kaken moet het dier
250 kilo wegen.
Deze keer zal ik 't pakken.
Voor de eerste sneeuw heb ik het.
Als iedereen komt,
kan 't niet ontsnappen.
Hebt u het al gezien ?
- Een keer.
In 13 maanden.
En ik schoot erop. Ik raakte het.
Het stortte in, maar verrees direct.
We verloren het ten zuiden
van de Mouchet. Het ging in rook op.
Leek het hierop ?
Het had 'n soort zwarte streep...
met stekels. Begrijpt u ?
Vrienden, ik stel u de auteur
van de tekeningen voor.
Ridder Gregoire de Fronsac...
... de man van de voorzienigheid
want hij komt uit Parijs om...
Het Beest te pakken.
Zijne Eminentie,
de bisschop van Mende.
Zijne Excellentie
de Hertog van Moncan.
Zijne Excellentie
de Graaf van Morangias...
... en Mevrouw de Gravin,
en hun zoon Jean-Francois...
... die ook heeft gereisd...
Mooi, mijnheer.
Bedankt, mijnheer.
Mijnheer Laffont, onze intendant...
... en Eerwaarde Henri Sardis,
de priester van Saint-Alban.
Vertel, mijnheer...
Wordt er veel gesproken
over 't Beest in Parijs ?
Zelfs gezongen.
- Men zou moeten bidden.
Zou kapitein Duhamel
Gods hulp nodig hebben ?
Wie kan zonder ?
Duhamel vermomt zijn soldaten
in vrouwen.
Om 't Beest te lokken. Wat 'n strategie.
- Duhamel doet wat hij kan.
Ik vind u inschikkelijk.
Duhamel is onbekwaam.
Ze vernielen veel.
Maar 't Beest loopt nog altijd rond.
Als de belasting dient
om Duhamel te betalen...
... geef ik 't nog liever aan mijn
knechten.
Wat denkt u ervan ?
Mijnheer de Hertog houdt van vitten,
maar hij is 'n goede christen.
Toen u aankwam,
waren ze me aan het vervelen...
... met de goede God
en al dat heilige gedoe.
De Paus zou zelfs 'n spion
hebben gestuurd...
... om te zien of het Beest iets te
maken heeft met de duivel of niet.
Excuseer me.
Marianne de Morangias.
Moeilijk, heel moeilijk.
Iedereen beet er de tanden op stuk.
Wie is de volgende ?
- Maxime des Forets. Theaterauteur.
Dat wordt 'n makkie.
- Pas op. 't Is 'n Morangias...
Juffrouw...
- Dag, mijnheer, we praatten...
Bent u Maxime des Forets ?
Wat 'n plezier.
Kwaliteitsauteurs zijn zeldzaam.
De Markies had 't over u.
- De Markies ?
Hij wil 'n kroniek
over zijn familie laten schrijven.
Hij denkt aan u.
- Ja ?
Hij is goedgehumeurd.
Het is nu of nooit.
Maar doe onwetend
en laat hem erover beginnen.
Juffrouw, excuseer...
Schaamt u zich niet ?
- Mijn God. Nee.
En, mijnheer de opzetter,
bevalt onze streek u ?
Tot nu toe zag ik enkel schoonheden.
Of alleszins een ervan.
Praat men zo tegen meisjes
aan het Hof ?
Nee... Zoiets bewaart u voor
de onschuldigen van 't platteland.
Ik zou naar het Hof gaan
moesten er vrouwen zijn zoals u.
Er wordt opgediend, Ridder.
We gaan eten.
Ik volg u op de voet.
We waren al 12 dagen op de
Saint-Laurent toen we in onze netten...
... het meest bizarre dier vonden
dat ik ooit zag.
De indianen vertelden me
over heilige vissen...
... maar ik was overtuigd
dat dat 'n legende was.
Ik zag een vis met de vorm
en de grootte van 'n forel...
... maar waarvan 't lijf volledig bedekt
was met 'n pels zo zwart als git.
'n Behaarde forel ? U maakt 'n grapje.
- Nee, mijnheer.
Salmo Truta Dermopilla,
uit Canada.
Dat is heel raar.
- Het is zacht als hermelijn.
De natuur is buitengewoon.
Het water zal koud zijn...
Dat bewijst dat 't onmogelijke
soms mogelijk is.
Dat is 'n ontdekking
waardoor u 't nodige respect afdwong.
Ik twijfel of mijnheer dat verdient.
Maar ik geef toe, Ridder,
dat u talent hebt als acteur.
Had ik twee handen,
ik zou applaudisseren.
Jean-Francois.
- Gelieve hem te excuseren, mijnheer.
Uw zoon heeft gelijk,
Mijnheer de Graaf, dat dier bestaat niet.
Mijn balsemer
in de tuin van de Koning is handig.
Is de moraal van uw verhaal
dat het Beest niet bestaat...
... en dat wij idioten zijn ?
De moraal is dat men enkel...
... 'n draak of eenhoorn zag
in boeken of gedichten.
Leugens zijn soms waar
als ze goed worden verteld.
Pas op, mijnheer. Straks
begrijpen we u helemaal niet meer.
Trouwens, bent u
'n opzetter of 'n filosoof ?
Of erger... een acteur.
Ik denk dat de Ridder
voornamelijk Parijzenaar is.
Genoeg over dat beest.
Zullen we raadsels doen ?
Impromptu's ?
Ik heb net 'n gedicht gemaakt.
Als Mevrouw de Gravin 't toestaat...
Als 't niet zedeloos is.
- Zedeloos ? Nee, nee.
Het is heel kuis en zuiver.
't Is niet vergezocht,
het kwam vanzelf.
Het heet "De wolf".
"Ik lette er niet op
Zonder te denken aan kwaad,
bekijk ik u
Uw heimelijke blik
overvalt me met een slag
De wolf, de wolf, de wolf"
Zal ik u spoedig weer zien ?
Hebt u nog andere fabelachtige dieren ?
- U hebt 'n vaststaand idee over mij.
Sta mij toe dat te veranderen.
- Probeer het.
Komt u naar de drijfjacht van Duhamel ?
- Ja.
Ik verbied het u.
Het is veel te gevaarlijk.
Gehoorzaamheid is de eerste deugd
van jonge vrouwen.
Die jongeman heeft gelijk.
Die dag had in de Gevaudan
de grootste drijfjacht ooit plaats.
De Koning beloofde 6.000 pond
voor diegene die het Beest doodde.
Bij de duizenden boeren en soldaten
voegden zich bij de jagers.
Gedurende enkele uren vergaten we
dat 't Beest ons opjaagde...
Iedereen kreeg een map en 'n
verzamelplaats. We beginnen om 7 uur.
Doe maar. Mijn mensen hebben
andere dingen te doen.
Uw vrijgevigheid
staat gelijk met uw moed en...
Genoeg. Ik hoop voor u
dat we het deze keer pakken.
Da's een zekerheid, Mijnheer de Hertog.
Wat is dat voor 'n herrie ?
Een mooi wapen, hé ?
Ik liet 't maken
door 'n wapensmid in Mende.
U begrijpt dat ik 'n wapen op maat wou.
Kijk...
... zelfs in Parijs vind je zulke
kogels niet. Ik giet ze zelf.
Zilver ? Vreest u weerwolven ?
Nee, maar ik wil
een handtekening achterlaten.
Ik ben een jager.
Het is 'n passie die me al veel kostte.
Wat is u overkomen ?
Ik heb geleerd dat sommige roofdieren
meer nodig hebben dan 'n kogel.
Er is meer nodig dan 'n gebed
om gangreen te genezen.
Heeft 'n beer u verwond ?
- Een leeuw.
Twee jaar bij de marine
deden me veel reizen.
U kent Afrika niet, Fronsac.
Heren... mijn dochter is de schuld.
Ik breng ze naar hier.
Straf haar dienovereenkomstig.
Een heks.
De dochter van de duivel.
Bekijk haar, een demon.
Ze is ziek, ze is niet bezeten.
Ze is niet bezeten.
Het Kwaad. Het teken van de duivel.
Behekst.
Zorg dat ze haar tong niet inslikt.
Ze zal stikken.
Ze is niet bezeten.
Ze is niet bezeten.
- Ik weet het.
Opzetter, filosoof... en zelfs genezer.
Proficiat.
Ze is niet gekomen.
U moet me 'n Louis.
Markies.
En de bevolking ?
Bijgelovig. Zoals overal, zoals hier...
De indianen eten 't hart
van hun prooi op, voor hun kracht.
Zijn het daarom woestelingen ?
In Afrika eten ze
't hart van hun vijanden op.
Mijnheer de Graaf, Jean-Francois,
stuur uw mensen oostwaarts...
Daar bent u.
- Uw moeder zal ongerust zijn.
Had ik naar haar geluisterd,
dan zat ik in 't klooster.
Ik weet dat u me niet gelooft,
u bent 'n vrijdenker.
Als men verliefd is niet.
- Bent u verliefd ?
Belachelijk. We kennen mekaar niet.
U denkt dat 't over u gaat ?
Marianne.
Ze moet leren rijden zoals 'n vrouw.
Oefening kan nooit geen kwaad.
Mijn vader ziet nergens kwaad in.
- Mijn zoon ziet overal kwaad in.
Hier zijn mensen gestorven.
Hoe weet je dat ?
Ik *** hun geschreeuw.
- Mani, houd daarmee op.
Hij heeft gelijk.
Hier was 'n commanderij.
Toen ze in brand gestoken werd,
stierven 25 ketters.
Is hij helderziend ?
Dat is niet nodig.
Observeren volstaat.
Toen ik klein was,
kwam ik hier spelen met m'n broer.
Was u niet *** ?
Hij zou me beschermen tegen
de spoken.
Houdt u niet van de jacht ?
- Is dat 'n misdaad hier ?
Volgens de indianen steelt men
een ziel als men iemand tekent.
Interesseert mijn ziel u ?
Waarom te voet ?
Wil je je laten verminken ?
't Is mijn fout.
- Ik vraag u niets.
Wat was dat ?
- Het was maar 'n wolf.
En als het het Beest was ?
- Ik denk het niet, Marianne.
Bedankt.
Ik hoop dat het Beest
een van die wolven is.
Die zullen niemand meer opeten.
Wat 'n bijzonder persoon.
Waar hebt u hem gevonden ?
- In Canada.
Het is... Hoe zegt men dat ?
Een Acadier ?
Een indiaan Een Irokees
van de stam van de Mohawks.
Een indiaan ? Een echte ?
Hij ziet er niet uit als 'n indiaan
Zorg dat u vanavond in Saint-Alban bent.
We zullen ons amuseren met uw knecht.
Hij is mijn knecht niet.
Wat is hij dan, verduiveld ?
- Mijn broer.
Hoe kan u uw bloed vermengen
met dat van die wilde ?
Hij die m'n ongeluk deelt,
is geen wilde.
Door Mani kon ik ontsnappen
aan de Engelsen.
Ik dacht dat die beesten
kannibalen waren.
Zoals u ziet, Mijnheer de intendant
is Mani geen beest.
Zou je je kunnen voortplanten
met 'n vrouw van ons ras ?
Alle vrouwen zijn gelijk
als de kaarsen uit zijn.
Ja, ze zijn wakker van geest.
De indianen sliepen met blanken
en kregen kinderen. We zijn gelijk.
Da's snel gezegd.
't Is een beetje zoals met de negers...
Wat denkt u ervan, Sardis ?
Uw bloedbroeder is vast 'n kind van God.
Liet u hem dopen ?
- Hij vroeg 't me niet.
Goed zo. U gaat mee met de tijd.
- Mani heeft zijn eigen geloof.
In zijn stam was hij
'n soort van priester.
Hebben indianen priesters ?
Ze zijn verloren.
Wat is hun geloof ?
Elke mens heeft 'n geestverwant
bij de dieren. Een totem.
Leuk, maar ik begrijp 't niet.
Wil je ?
Niet *** zijn. Het doet geen pijn.
U...
Kariboe... da's een soort van hert.
Ja, een hert. Wat denk jij ervan ?
Ben ik 'n hert door de hoorns
of door iemand anders ?
En mijn lieve Thomas ? Wat is zijn...
... totem ?
- Wurm.
Een boekenwurm.
Een slang.
- Slang ?
Bij de indianen vertegenwoordigen
de slangen de wijsheid.
Wijze slang.
En u, Mijnheer de intendant ?
Een everzwijn.
Weg met die rimpels.
Bij die barbaren vertegenwoordigen
de varkens misschien de adel.
Aan wie nu ? Sardis ?
- Nee. Nee.
En ik ?
Wat ben ik ? Een halve leeuw,
een halve arend ?
Verander mij in 'n hagedis,
dan groeit mijn arm terug.
Jean-Francois. Genoeg.
Wat is er ? Ga ik te ver ?
Laat mij, laat mij.
Juffrouw, wilt u ?
Excuseer,
maar uw trucjes vervelen me.
Ik verkies me terug te trekken
voor u op 'n bal gaat dansen.
Goedenavond.
Het zal u ontspannen.
't Is Parijs niet,
maar het beste wat Mende biedt.
En men slaapt er beter
dan in de herberg.
Ze zijn allemaal voor jullie, heren.
En we hebben 'n nieuwe...
Mijn liefste Markies. Kom.
Ik ben duur, Gregoire de Fronsac.
Kennen wij mekaar ?
- Van hieruit lijkt de Gevaudan klein.
Italiaans ?
Op doortocht in dit mooie land.
Ik heb geld.
Dat is niet de enige kwestie.
En ?
Wie heeft dat gedaan ?
Een Irokese pijl.
Je hart was niet ver...
Ik ben misschien...
een man met geluk.
En dat ?
Een beer.
En hij hield niet van mij.
Je hebt nog niets gezien.
Ik heb 'n gevaarlijk beroep.
Niet alle mannen hebben jouw manieren.
Dat is 'n herinnering aan mij.
Dat is 'n schandaal in mijn huis.
Valentine. Wat is dit ?
- Ik slaap niet met tovenaars.
Wat betekent dat ?
- Hij heeft slangen op zijn lijf.
Onze reputatie staat op 't spel.
't Is niets, het is 'n indiaan
Geen tovenaar.
Ik wil geen indianen.
- Je hoeren zijn moeilijk.
En, meisjes ?
Wie gaat er bij de Roodhuid ?
Ik verdubbel de prijs.
Ik vind zijn tekeningen mooi...
- Ziezo, alles komt in orde.
Ben jij een tovenaar ?
Ga je me tekenen ?
Als je niet braaf bent.
De weken volgden mekaar op...
... en de soldaten
konden het Beest niet vinden.
Het was de derde winter
onder zijn heerschappij...
... en we wisten dat
de sneeuw en de kou...
... net als onze geweren,
het niet zouden stoppen.
Denk aan de bedreigingen
die God uitte via de mond van Mozes.
"Ik zal tot u komen zoals 'n beer
die haarjongen kwijt is.
Uw kinderen zal ik
verscheuren zoals 'n leeuw...
... en ik zal het Beest sturen
dat u zal verorberen...
... naar u en uw kuddes,
en ik zal van uw wegen...
... woestijn maken."
Hoe lang zal u woedend blijven, Heer ?
Een slachtoffer per kaars.
Denkt u dat we echt
in de tijd van de rede leven ?
Genade.
Ik vraag vergiffenis.
Genade.
Zegen mij.
Wat is er, mijn zoon ?
God heeft me gestraft.
Mijn kinderen zijn verdwenen.
Ik ben verdoemd.
We zijn allemaal verdoemd.
Verzamel je mannen,
we vertrekken direct.
Waarschuw Mani, ik zie u onderweg.
Goedenavond, vriend van de wolven.
Ik heb iets voor u.
Ik zou u willen spreken, Marianne.
Alleen.
Over 10 dagen gaat m'n moeder
op retraite en m'n vader naar 'n kuur.
Tien dagen ?
Ik ben niet zo vrij als u.
Breng de toorts.
Breng de toorts.
De storm steekt op en ze zijn moe.
We gaan beter naar huis.
Nee. We gaan het meisje zoeken.
Ik heb het kind gevonden.
Kapitein, de vallen die u plaatste
vangen meer boeren dan wolven.
Uw mannen laten zich leiden
door machtsmisbruik.
En sinds uw drijfjacht heeft de wolf
twaalf maal gedood.
Ik begrijp 't niet.
Hij had niet mogen ontsnappen.
Wat ?
- Hij had niet mogen ontsnappen.
En u, Ridder,
weet u wat voor wolf het is ?
Heren...
De enige zekerheid die ik heb,
is dat het geen wolf is.
Een wolf valt geen mensen aan.
Ik heb ze geobserveerd in Canada.
Misschien zijn de wolven er anders.
Een wilde wolf zou iedereen aanvallen.
Als hij dol wordt,
sterft hij binnen de 2 weken.
En toch loopt hij hier al 2 jaar rond.
Trouwens, ik zag wonden
die 'n wolf niet kan aanbrengen.
En ik vond daarstraks, in 't lijk
van 'n slachtoffer, 'n stuk metaal.
En dan ?
- En dan ?
Geen enkel dier heeft ijzeren tanden.
Is het Beest dan geen dier ?
Goed, maar hoe vangen we het ?
Terwijl we speculeren, doodt het mensen.
Ik denk dat we nauwgezet
moeten luisteren naar Fronsac.
Dus, Ridder, volgens u
is 't Beest geen gewoon dier.
Ik ben blij dat u toegeeft
dat het iets bovennatuurlijks is.
Ik geef niets toe, Eerwaarde.
Ik heb enkel twijfels.
Ridder, hebt u nog iets te zeggen ?
Nee, heren.
Heren, ik heb dit ontvangen uit Parijs.
Kapitein Duhamel, Zijne Majesteit
werd ingelicht over uw mislukkingen...
... en er werd mij gevraagd
u van deze zaak te halen.
U en uw mannen gaan direct
naar uw regiment in Langogne.
De heer Beauterne is reeds onderweg.
Zijne Majesteit gaf hem de opdracht
de wolf te doden...
... en hij is de enige
die in 't district mag jagen.
Heren.
U hebt het me vergeven ?
Ik wou mijn totem kennen.
Zegt men dat zo ?
Ik zou zeggen...
... een zeemeermin.
U bent nooit serieus.
Ik zal 't aan uw Roodhuid vragen.
En het Beest ? Hebt u het gezien ?
Nee.
- Wilt u er niet over praten ?
Ik kan er enkel absurde
veronderstellingen over maken.
Als ik zeg dat het Beest
van vlees en ijzer is...
... dat het kan nadenken en kan
verdwijnen wanneer het dat wilt...
... wat zou u dan denken ?
- Dat onze lucht u wartaal doet uitslaan.
Men zou denken dat het me ontvlucht.
U bent hier nog niet lang
en u wilt al klaar zijn.
Dacht u dat het Beest zich
zomaar zou overgeven ?
Misschien is het *** van u.
- Ben ik zo angstaanjagend ?
Men geniet meer van
'n moeilijke overwinning.
Jean-Francois zei
dat u naar Afrika wilt.
't Is 'n droom van 'n opzetter
die de winter beu is.
En u ? Wilt u nooit
andere windstreken ontdekken ?
De vrouwen hier hebben
meer plichten dan verlangens.
Ziet u Sardis op de walmuren ?
Houdt hij u in 't oog ?
- Nee.
Hij waakt over mij.
Alleen met u in 't park.
God weet wat er kan gebeuren.
Kom, de priester zal kou vatten.
Goedenavond, Ridder.
Goedenavond, Ridder.
Je bent verliefd.
- Ik weet 't niet.
Ik weet het.
De kaarten ?
Voor jou heb ik ze nooit nodig gehad.
Laat ons drinken.
Op Juffrouw de Morangias.
Hoezo ?
Haar broer was er die avond ook.
Ging je met hem naar bed ?
Met hem ?
Men mag hem niet aanraken.
Hij kijkt, hij drinkt...
... en als hij dronken is, praat hij
in zijn slaap. Zoals alle mannen.
Praat ik in mijn slaap ?
En wat zeg ik ?
Weet je hoe de Florentijnse vrouwen
hun mannen thuishouden ?
Ze geven hen elke morgen
een traag werkend gif...
... en elke avond een tegengif.
De mannen die elders slapen
brengen dus 'n slechte nacht door.
Een vrouw zoals jij heeft dat niet nodig.
En trouwens, we zijn niet getrouwd.
Maak plaats voor
Antoine de Beauterne...
... haakbusdrager van Zijne Majesteit,
die de streek gaat verlossen...
... van het Beest.
Mijnheer, ik ben Gregoire de Fronsac.
- O ja. De gezant van Buffon.
De opzetter en balsemer.
Hij logeert bij de intendant.
Afspraak om 2 uur stipt.
Zijne Majesteit vroeg me
mijn mening over uw verslag.
Ingewikkelde fabels...
Volgens mij is het Beest een wolf.
Morgen vertrek ik op zoektocht.
Ik wil niet dat u met me meegaat.
Waarom niet ?
Het behaagt de Koning
mij deze taak toe te vertrouwen...
... en mij alles alleen te laten doen.
Ik heb u niet nodig om dit
af te handelen.
Op de tafel vindt u 'n brief
ondertekend door Buffon...
... en onze geliefde Koning.
Ik ben ondergeschikt aan hem.
Maar geloof mij, het is geen...
Ik las uw verslag.
Doe geen moeite meer voor het Beest.
Ik zorg ervoor.
U kan gaan.
Kom, kom, kom.
Kom.
Een vrouw van Lorciere.
Ze kwam terug van 'n feest.
We verloren het ten zuiden van
de Mouchet. Het ging in rook op.
Ridder, het Beest viel 'n vrouw
aan in Saint-Alban.
God heeft me gestraft,
mijn kinderen zijn verdwenen.
Niet meer dan u
geloof ik in monsters.
De snuit was langer
en de tanden zijn messen.
De enige zekerheid is
dat 't geen wolf is.
Het is geen dier ?
- 'n Dolle wolf valt alles aan.
Hoe vangen we het ?
Geen enkel dier heeft ijzeren tanden.
Ridder, u moet onmiddellijk komen.
Ik heb het gezien.
Hij schonk gif in
en sprak satanische woorden.
God weet hoe lang dit al gaande is.
Laat hem.
Het is een indiaanse remedie.
Alleen onze gebeden kunnen haar
redden.
Maar... Ze was niet...
Een mirakel.
Zeg me.
Wat is er met je broer gebeurd ?
Een man bij het Beest.
- Ze weet niet wat ze zegt.
Ja, mijnheer. Het Beest is dood.
Tien kogels.
Het heeft ze niet overleefd.
We brachten het nodige mee.
Begin onmiddellijk.
Dat is het Beest niet.
- Begin. M. Beauterne komt.
Belachelijk. Dit is 't Beest niet.
- Ik zei het, M. Beauterne komt.
Ik hou niet van uw werkwijze.
- Dag, Ridder. Laat ons.
En, Fronsac ? Bevalt mijn Beest u niet ?
Wat heeft dit te betekenen ?
U weet dat dit 't Beest niet is.
Zijn kaken zijn tweemaal groter dan dit.
- U hebt alles om dat in orde te maken.
Ik moet 't Beest naar Parijs brengen,
en ik heb deze wolf.
U moet 'n Beest voor me maken.
Wilt u de Koning doen geloven...
- Nee, Fronsac.
Ik voer zijn wil uit.
U moet dat ook doen. Dat zou wijs zijn.
- Bedreigt u me, mijnheer ?
Op mijn leeftijd ?
U weet wie ik ben...
... en u bent te intelligent
om u te laten bedreigen.
Als u uw werk doet,
zal de Koning erkentelijk zijn.
In 't andere geval
zal hij zeer ontstemd zijn.
Hebt u alles wat u nodig hebt ?
Ik reken op u. Tot straks.
Op deze historische dag wil ik eerst
Ridder Gregoire de Fronsac bedanken.
Het Beest is dood en dat
is ook aan hem te danken.
Maar het is vooral te danken
aan u, Majesteit.
Het moet worden gezegd...
... 't is in uw persoon
dat de koninklijke macht huist.
Alleen 'n dier kan het negeren,
maar dat dier is dood.
Ik heb er maar weinig verdienste aan.
Samen met uw macht moest ik me
slechts even tonen in de Gevaudan...
... opdat het Beest de strijd zou opgeven.
Wat betekent deze schijnheiligheid ?
Beauterne voert zijn orders uit.
We moeten hetzelfde doen.
Welke orders ?
- De mijne.
Fronsac, dit is Mijnheer Mercier...
... raadgever van Zijne Majesteit
voor Binnenlandse Aangelegenheden.
Hij had het idee Beauterne
daarheen te sturen.
't Is dus aan u dat we
deze overwinning te danken hebben ?
Uw scrupules strekken u tot eer,
maar dit is staatsraison.
Hebt u dit gelezen ?
U vindt 't niet meer in de boekhandel.
Liet u het verbieden ?
- De Koning werd erin bespot.
Hadden we te lang gewacht,
zou 't vervelend zijn geworden.
Het is dus beter te liegen
dan leugens te laten zeggen.
De waarheid is te ingewikkeld.
Om te regeren moet alles simpel zijn.
Het Beest was 'n probleem.
Beest weg, probleem ook.
Het zal blijven doden.
- Niemand zal 't nog weten.
Dat is wat telt. Trouwens, Zijne
Majesteit houdt er aan u te bedanken.
Hij meent te weten dat u naar Afrika wil.
Over 6 maanden vertrekt er
'n tweemaster naar Senegal.
Als u wilt, kan u mee.
En we zwijgen uiteraard
over de Gevaudan.
Wel, Fronsac ?
Officieel was het Beest dood.
Wat er echt gebeurd is,
staat niet in de geschiedenisboeken.
Er werd voor gezorgd
dat 't stil werd gehouden.
Heet hij ons welkom ?
- Hij wil ons helpen.
Ga naar het kasteel, ik kom later.
Fronsac liet Mani de jacht voorbereiden.
Het Beest was niet de enige reden
voor zijn terugkeer.
Wat is er ?
Het huis van Jeanne en Pierre Roulier ?
Rechtdoor.
Het laatste huis van 't dorp.
Dit is Jeanne, mijn voedster.
Gregoire de Fronsac.
Pierre, ga wijn halen.
Mijn moeder controleert me.
Ze zullen weten dat je er bent.
Naar de hel ermee. Ik haal je hier weg.
Ik verdraag mijn moeder
en Jean-Francois niet meer.
Ik wil weggaan, ver weg.
Binnen 'n week gaan we naar Parijs.
- Waarom wachten ?
Ik ga weer op jacht.
Ik beloofde 't aan de Markies.
- Ik dacht dat je voor mij kwam.
Pas op.
Marianne, ga weg, zonder te rennen.
Kom dichterbij... kijk me aan.
Kom hier, jij. Kom hier.
Kom hier. Vooruit.
Ga weg, Marianne.
Wat gebeurt hier ?
Doe open, Pierre.
Mijn God.
Zeg me, Ridder,
zullen we het Beest echt vinden ?
Ik dacht dat er meer zouden zijn.
Ik jaag op een mens.
Een mens ?
Het Beest is 'n instrument
in de handen van 'n zieke geest.
Een moordenaar werkt discreter.
- Klopt, Markies.
Het eerste mysterie
van het Beest is zijn beroemdheid.
Er moet over worden gepraat.
Er moet angst zijn.
Hoezo ?
- Dit boek werd overal verkocht.
De auteur zegt
dat 't Beest de Koning straft...
... voor zijn begrip voor de filosofen.
- Onzin. Wie heeft het geschreven ?
Geen idee, maar het Beest
heeft 'n meester en die wil ik.
Uiteindelijk zal je wapen
ons misschien van nut zijn.
Op voorwaarde dat jij het draagt.
En jij Mani, welk wapen neem jij ?
- Mani houdt niet van vuurwapens.
Te veel lawaai, te veel rook.
Slechte geur.
Alles zal goed verlopen, grootvader.
Maak u geen zorgen.
We hebben alles voorbereid.
Vertel over Amerika, Ridder.
- Amerika ?
Gaat u nooit meer terug ?
- Er zijn ook slechte herinneringen.
En mist Mani zijn stam niet ?
- Zijn stam bestaat niet meer.
Toen we zijn dorp aanvielen,
had de pokken 't uitgeroeid.
We moesten de overlevenden
vermoorden, de vrouwen...
... zowel als de kinderen.
Enkel Mani is er aan ontsnapt.
Hoe ?
- De kapitein wou 'n tolk.
Ik moest hem onze taal leren.
Drie weken later
heeft hij de kapitein gekeeld.
Waarom gaf u hem niet aan ?
Weet u hoe hij strijd leverde ?
Hij gaf aan zijn verkenners
vuile lakens en dito linnen.
De Irokezen kochten ze.
En drie weken later kwamen wij langs.
Is 't zo dat men oorlog voert ?
- Zo hebben wij hem verloren.
Waar is hij naartoe ?
Gaan praten met de bomen.
- De bomen ?
De bomen praten.
Blanken kunnen niet luisteren
en niet zien.
Wat zien, Mani ?
Wil je het leren ?
Wat is dat ?
- Een indiaanse hostie.
Op eigen risico, Markies.
Wat doet het ?
Dat hangt af van persoon tot persoon.
De indianen zeggen dat
men ziet wat niet zichtbaar is.
En, Mani ?
- Het Beest is in het bos.
De wolven zullen helpen.
- Ik zie niets.
Vannacht dansen we
de dans van het bloed.
En het Beest zal tot ons komen
bij 't opkomen van de zon.
Het doet me niets, het doet me...
Die nacht riep Mani
de bosgeesten aan...
... in 'n taal die zelfs
Ridder de Fronsac niet begreep.
En de wolven brachten hen het Beest.
Maak je geen zorgen.
't Komt in orde.
Het komt in orde.
Ik zal je verzorgen.
Ik zal alles voor je doen.
Thomas slaapt.
Het heeft weinig gescheeld.
Het spijt me voor de indiaan
Wat is dat daar ? Zeg me wat dat is.
Ik moet het weten.
Het is 'n domein. Een jachtdomein.
Ridder... U moet rusten.
Haast jullie. Brand.
Daar is hij. Dood hem.
De Ridder kwam
bij het lichaam van Mani.
Zijn wraak was verre van gestild.
Maar volgens de indiaanse traditie
moet hij zijn vriend...
... bij het ochtendgloren helpen
naar zijn voorouders te gaan.
Wat wilt u ?
Het bloed heeft hier te veel gevloeid.
U riskeert 't ergste als u niet weggaat.
Ik ga niet weg, ik moet iets regelen.
Is het uw dood waard ?
Sinds wanneer weet u het ?
- Ik weet niet waarover u 't heeft.
Kom op, Sardis. Hoe kan dit ?
Hoe is het zover gekomen ?
Niemand zal u geloven.
Ga weg, Sardis.
God beware u.
En dat de duivel u komt halen.
U staat onder arrest.
Op grond van de macht
van de intendant...
... vraag ik u ons
zonder weerstand te volgen.
Da's belachelijk, luitenant.
Chef. Er is 'n dame die u wilt spreken.
- Later. Vanavond.
Genade. Genade.
Vooruit, sta op. Je hebt bezoek.
Niet meer in afzondering ?
- Dat hangt ervan af voor wie.
Het spijt me.
Breng je gast te eten.
Hoezo ?
- Er staan er veel in 't krijt bij mij.
Je moet me helpen.
Ik moet naar de Koning schrijven.
Je zal opgehangen zijn
nog voor je brief bij hem is.
Onmogelijk.
Ik kreeg nog geen proces.
Hier.
Wat weet je van het Beest ?
- Een afgericht dier...
... bedekt met 'n pantser.
Ik heb 't verwond.
Sinds wanneer interesseert jou dat ?
- Twee jaar geleden...
... werd 'n vertrouwelijke brief
van Sardis aan de Paus bezorgd.
Hij meldde de oprichting
van 'n geheim genootschap...
... met als doel... het kenbaar maken...
... en verdedigen met alle middelen
van het woord van de Kerk:
"Het Pact".
Sardis...
Hij gebruikte het Beest.
Het Beest is...
... 'n waarschuwing voor de Koning.
Houd rekening met de macht van God
of u riskeert de Apocalyps.
De samenzweerders noemen zichzelf
de Wolven van God.
Het Pact werkt voor de Kerk.
Sardis werkt enkel voor zichzelf.
De Waarheid maakte hem gek.
En Rome heeft geen controle
over zijn organisatie.
En voor wie werk jij ?
Ik word betaald om te werken
en ook om te ontkennen dat ik werk.
En jij ? Jij weet genoeg...
Juffrouw de Morangias.
Vanwaar die eer ?
Hoe gaat 't met Mevrouw de Gravin ?
Gaat u zitten.
En uw vader ? Nog altijd aan 't kuren ?
Hij houdt te veel van goed eten.
Mijnheer de intendant u liet
Ridder de Fronsac arresteren.
Wie had gedacht dat iemand
zoals hij zo laag kon vallen.
Hij is 'n schurk noch 'n moordenaar.
- Ach zo.
Hij had vast zijn redenen.
Die mannen hadden misschien
die indiaan gedood.
Dat is 't punt niet.
Zelfs al is het zo...
... 'n wilde wordt niet gewroken
met 't bloed van christenen.
Ik wil hem bezoeken.
Onmogelijk.
Goed.
We zullen zien hoe ze er
in Parijs over denken.
Marianne, u begrijpt me niet.
Ridder de Fronsac is vannacht...
... overleden...
Hoe dan ook,
hij zou worden opgehangen.
Eigenlijk heeft hij geluk gehad.
Hij was uw verantwoordelijkheid.
Hij is misschien gestikt.
Tenzij hij 'n ziekte heeft opgedaan.
- U liegt, jullie liegen allemaal...
Wees moedig. 't Is de wil van God.
Eerwaarde...
- Marianne...
... kom, ik breng je naar het kasteel.
- Juffrouw de Morangias moet wat rusten.
Vooruit...
- Nee.
Laat me.
- Je kan niets meer doen.
Hij ruikt al slecht.
Begraaf hem snel.
En vergeet de naam op 't graf.
Ze dreigde ermee
de Koning te waarschuwen.
Ze is gevaarlijk...
Gregoire de Fronsac
werd die avond begraven...
... nog voor 't nieuws van zijn dood
Parijs bereikte.
Niemand wist welke geheimen
hij mee in 't graf nam.
Al enkele dagen
doodde 't Beest niet meer...
... maar 't plotse verdwijnen
van zijn meest felle tegenstander...
... was een somber voorteken.
Schiet op.
Ik geef mijn fouten toe.
Ik heb gezondigd.
Vergeef het mij.
Dag en nacht denk ik aan haar.
Ik voel haar hart in mijn borstkas
kloppen.
Ik wil dat ze aan onze zijde staat.
- De Heer steltje op de proef.
U weet niet wat ik meemaak.
Er zijn die beelden, die verdoemde
beelden die voortdurend opduiken.
Bevrijd mij, Eerwaarde.
Bevrijd mij. Ik smeek u.
Voor het kwaad dat aan u knaagt,
is er maar een remedie.
Nee.
Nee, drink niet.
Ze willen je doden,
maar ik zal hen tegenhouden.
Wie, Jean-Francois ?
Wie ?
We zullen weggaan, Marianne.
Jij en ik.
Wat denk je van Amerika ?
- Jean-Francois...
Je deed me lijden, maar ik vergeef je.
Alsjeblieft, wat doe je ?
Wat doe je ? Blijf.
Denk je dat ik je pijn wil doen ?
- Blijf waar je bent. Alsjeblieft.
Marianne. Ik heb je nodig.
Jij redde mij toen ik ziek was,
niemand anders.
Ik zag jouw gezicht
na mijn nachtmerries.
Jouw hand joeg de demonen weg.
Je beseft niet wat ik deed
om je bij mij te houden. Alsjeblieft...
... wijs mij niet af.
Waarom ?
Doe ik je walgen ?
Je jaagt me geen angst aan. Ga weg...
Het komt hierdoor...
Maak je geen zorgen,
vanaf nu zal ik voor jou zorgen.
Kijk, niemand weet het.
Enkel Sardis en ik.
Ga weg. Ga weg.
- Waarom ?
Waarom ?
- Je bent mijn broer niet.
Het is iemand anders
die uit Afrika terugkwam.
Inderdaad, maar 't is door jou
dat ik vertrokken ben.
Zonder jou zou dit alles
niet zijn gebeurd.
Dit alles ?
Het is jouw geur, jouw vieze geur
die dat Beest op mij rook.
We hebben hetzelfde bloed, Marianne.
Als vader terugkomt,
zal hij je vermoorden.
En als ik hem dood ?
Hij stoort ons al 'n tijdje.
Vooruit. Doe het, doe het.
Vooruit, vooruit.
Waarom heb je het niet gedaan ?
Het is toch niet moeilijk. Kijk.
Stop.
- Hou je van mij ?
Houd op.
Marianne, ik hou van jou.
Broeders,
de Heer heeft 't me laten weten.
Het Beest zal terugkomen en het kondigt
de terugkeer van onze waarden aan...
... en 'n nieuw Frankrijk
zal worden geboren.
Wij zullen de onzichtbare prinsen zijn.
Want God staat aan onze zijde.
Het volk zag de woede van God nog niet.
De onbillijke berisping van de Koning
zal botsen met de terreur van het plebs.
En als die op haar hoogtepunt is, kunnen
we 'n akkoord sluiten met de Koning.
Als hij een Beest niet kon onderwerpen...
... wat zou hij dan doen
moesten uit elke provincie...
... nog andere Beesten opduiken ?
Het uur nadert waarop we gaan
oogsten wat we hebben gezaaid.
Lees het boek van Maleachi:
"De lippen van de priester
moeten de kennis bewaren...
... en uit zijn mond verwacht men
de leer...
... omdat hij 'n bode is
van Jahwe van de legerscharen."
"Als iemand het Beest aanbidt...
... krijgt hij de woede van God over
zich, en hij zal branden in het vuur...
... in 't aanschijn van de bodes,
en zijn pijn zal doorgaan...
... tot in de eeuwen der eeuwen."
Ik kom u noemen voor God.
Pierre-Jean Laffont.
Genevieve de Morangias.
Maxime des Forets.
Gontrand de Moncan. Henri Sardis.
Jean-Francois de Morangias.
Vuur.
Stomme hoerenjongen,
jullie staan allemaal onder arrest.
Spook dat je bent,
ik ga je in twee snijden.
Je moet je niet meer inhouden.
- Dat was ik niet van plan.
Te laat, Fronsac.
Nu is het Beest onsterfelijk.
Het Beest misschien wel, maar jij niet.
Sardis richtte jou af en jij het Beest.
Je handtekening is 'n zilveren kogel.
Marianne, kijk.
Marianne is er niet, arme stakker.
Je hebt ons voor eeuwig verenigd.
Zet ze op 'n rij, mannen.
Blijf waar je bent.
Wie denkt u dat u bent ?
Ga daar zitten, jij.
- Kijk eens aan.
Nu blazen we minder hoog van de toren.
Waar ga je naartoe, roodborstje ?
Vooruit.
Hij is dood.
- Nu is het zeker.
En Sardis ?
Waar hij ook gaat,
we zullen 'm vinden.
of wel zorgt het gebergte voor hem.
Zullen we ons succes waardig vieren ?
Je hebt me al eens gedood...
- Om beter te kunnen verrijzen.
Ik kan je voorstellen aan Rome.
Zou je met me meegaan ?
Te laat. Ik waardeer je, Fronsac.
Je doet me mijn plichten vergeten.
Ga, voor ik van mening verander.
Markies, wat gebeurt er ?
Marianne... Ze is bij ons.
Ze is stervende.
Ga weg. Eruit. Ga allemaal weg.
Marianne. Word wakker.
Marianne. Vergeef het mij.
Ik hou van jou.
Heel wat jaren gingen voorbij...
... maar Gregoire de Fronsac en Marianne
de Morangias bleven me altijd bij.
De wereld die het Beest creëerde
is aan het verdwijnen...
... en ik moet me haasten
want mijn verhaal loopt ook ten einde.
Ik zie me nog met de Ridder
meegaan...
... naar de geheime schuilplaats
van Jean-Francois...
... waar het Beest op zijn einde wachtte.
De oude genezer vertelde alles
wat hij wist.
Jean-Francois had uit Afrika
'n raar beest meegebracht...
... dat jongen kreeg.
Hij hield er maar eentje.
Het sterkste jong.
Met geduld en onverbiddelijkheid
richtte hij het af tot 't gemeenste dier.
Zo kwam 't Beest van de Gevaudan
aan zijn einde.
En ik, Thomas d'Apcher...
... ben ongetwijfeld de laatste
die de hele waarheid kent.
De Ridder vroeg me
mee te gaan naar Afrika.
Maar het land moest
worden heropgebouwd...
... en ik bleef mijn mensen
en land trouw.
Ik heb vaak gedacht
aan Gregoire en Marianne...
... tijdens de vredige jaren die me
langzaam naar de ouderdom leidden.
Ik heb hen nooit meer teruggezien...
... maar ik verheug me te geloven
dat ze gelukkig zijn...
... ver van hier.
Nederlandse ondertiteling bewerkt door : Hawaiou