Tip:
Highlight text to annotate it
X
Ik denk dat je boekhouder twee
keer voor dat bestek heeft betaald.
Albert, hou op.
Het gaat echt niet meer.
Mollie, ik hou van jou
en jij van mij.
Albert, je bent fantastisch in bed
en mijn grootste klant.
Maar je bent getrouwd!
En ik word nooit verliefd op iemand
anders zolang ik jou heb.
Je weet dat ik Beth ga verlaten.
Maar zoiets kost tijd.
Steeds als ik over scheiden begin,
valt ze vijf pond af.
Het is jammer dat ze boulimie heeft.
- Ik kan niet eeuwig op je wachten.
- Het duurt niet lang meer.
Ze heeft nieuwe pillen gekregen
en gaat nu ook naar ballet.
- Dat wordt net als toen ze schreef.
- Hier wordt ze niet dik van.
Ze zei dat ze van schrijven
een dikke kont kreeg.
Dat is onzin. Voor een 40-jarige
heeft ze een lekker kontje.
Ik vraag Mr. Ross je boekhouding
aan 'n ander te geven.
Geen sprake van.
Niemand anders komt aan mijn boeken.
Mollie, ik ga kapot
als je me niet gauw kust.
Volg mij maar, ik weet de weg.
Ik heb de kaart. Kom.
Kom op, bijblijven, jongens.
Daar gaan we!
Wacht even, ik zie wat.
Ik denk dat we er zijn.
Daarginds.
Dit is het beslist.
Dit moet het zijn.
Jackpot!
Hierheen, jongens.
Aanvallen!
Aan het werk, jongens.
Zet 'm op!
Het is nog een hele klus.
Ik ben binnen!
Alles in orde?
- Ik heb 't uitgemaakt met George.
- Wie?
George. Ik ontmoette hem
bij Joe Allen's. Hij was maf.
Je ziet er vreselijk uit, schat.
- Buikgriep. Het heerst.
- Niemand heeft buikgriep.
O nee?
Zal ik je over Albert vertellen?
- Luister nou...
- Ik luister.
Volgens zijn psychiater geneest
zijn vrouw niet zolang ik er ben.
- Nu wil hij haar verlaten.
- Wil Albert zijn vrouw verlaten?
Nee, zijn psychiater.
Ze stond werkelijk tussen ons in.
Zijn psychiater verlaten?
Hij zou z'n vrouw verlaten!
Dat doet ie ook. Maar niet zolang
ze ziek is. Ze heeft boulimie.
Kijk niet zo.
Het is een ernstige ziekte.
Hé, wat...? Wacht even.
Ik heb er twee van.
En ze zijn precies hetzelfde!
- Heb je alles al op?
- Gek, hè? Ik hou niet eens van ijs.
- Daar is hij.
- Dit is walgelijk.
Hij is zo leuk met de kinderen.
Als Beth maar niet zo overgaf.
Miss Populariteit, als je niet
uitgaat, vind je nooit een man.
- Je zit de hele week binnen.
- Het is belastingtijd.
Toen ik voor accountant studeerde, -
- had ik toch nog tijd
om je vader aan de haak te slaan.
Stel dat papa getrouwd was,
toen je hem ontmoette.
- Dan was ik niet verliefd geworden.
- Daar heb je geen macht over.
Waarom niet?
Neem nu je vader...
Hij was gek op kwarktaart.
En wat zei de dokter?
- "Pas op voor je cholesterol".
- Nu eet hij geen kwarktaart meer.
Dat slaat nergens op, mam.
Je vond mijn eten nooit lekker.
Er is iets niet pluis.
- Er is niets aan de hand.
- Louie, er is iets niet pluis.
- Ik heb niet ontbeten.
- Er is iets niet pluis.
Nee.
O nee!
- Ja!
- O nee!
- Is 't geen geplande zwangerschap?
- De verhouding niet eens.
Zo...
laten we eens kijken hoever we zijn.
Time-out!
Asjemenou, wat was dat? Wie is dat?
Hoe kon dit ooit gebeuren?
- Hoe oud ben je nu, Mollie?
- 33.
Vergeet niet dat je
biologische klok doortikt.
Beth heeft eindelijk toegestemd.
Ik ben zo blij dat je op me wachtte.
Ik wist dat deze dag zou komen,
als ik maar geduldig was.
Vergeet je biologische klok niet.
Mijn biologische klok tikt...
Dat heb ik al gezegd.
Maar dit had ik niet gepland.
Ik vraag je nergens om.
Ik wil je niet in de val lokken.
Maar deze baby... is van jou
en mij. En ik wil geen abortus.
Daar vraag ik ook niet om.
Dit kind wordt fantastisch.
Hij krijgt jouw mooie gezicht
en mijn zakeninstinct.
- Hij krijgt Armani-luiers.
- Het wordt een prachtkind.
Albert, ik word er misselijk van.
Ik haat die song.
Niet zingen! Als zij
misselijk wordt, word ik het ook.
Wat ga je iedereen vertellen?
Dat 't kunstmatige inseminatie was.
Wat?
Hoe kon je zoiets doen?
Ik ging naar de kliniek
en kocht diepvrieszaad.
- En nu ben ik zwanger.
- Waar is de diepvriesvader?
- Er is geen diepvriesvader.
- En dus geen man.
Ik plan m'n eigen leven
en ik wil een kind.
Zoiets doet een vrouw alleen
als ze erg lelijk of lesbisch is.
Zoiets doet een knappe,
intelligente vrouw niet.
U heeft mijn vriendjes
nooit gemogen.
- Van wie is dat zaad?
- Van een medisch student.
Hij studeert aan Columbia.
Z'n ouders wonen in Manhattan.
Zijn vader zit in de stukgoederen
en zijn moeder in de cosmetica.
Dus je steekt de draak met me?
Wacht maar af!
Jij krijgt ook nog wel 'ns kinderen.
Kijk... een arm. 't Is een arm.
Kijk eens... Schattig, hè?
Dat is zijn hoofdje... toch?
Kan ik wat appelsap krijgen?
- Dorst?
- Ga verder.
"De geslachtsorganen worden gevormd
door soortgelijke weefselplooien".
"Rond de vierde maand
zijn ze herkenbaar".
Hé, ik heb een
derde arm daarbeneden...
Hoe krijg ik die in mijn mond?
Mevrouw?
Neem me niet kwalijk!
- Wat kan ik voor u doen?
- Albert verwacht me.
Hij is in gesprek met z'n
decorateur. U kunt daar wachten.
- Je zal er plezier van hebben.
- Absoluut.
- En vooral elke dag afstoffen.
- Tot ziens.
Hallo, kom binnen.
Albert, was die vrouw mooi?
- Nee, jij bent mooi.
- Ik lijk wel een vette pelgrim.
Hoe vind je m'n bureau?
- Het is van steen.
- Niet gek.
Het wordt hier fantastisch.
Dit gaat allemaal weg.
Ik heb een muurschildering met
oude Navajo-motieven besteld.
Leerbewerkers in Mexico
maken nieuwe banken voor me.
- Wat vind je ervan?
- Ik vind de deco-stijl mooier.
- Je moet niet te veel aankomen.
- De dokter vindt m'n gewicht prima.
Beth kwam maar 11 kilo aan.
Zij jogde 5 km per dag.
- Trouw dan met haar.
- Begin nu niet weer.
- Ik heb ook mijn problemen.
- Sorry. Ik heb bevallingsangst.
- Ik was altijd *** voor pijn.
- En je zwangerschapsgymnastiek dan?
Ik ben gestopt.
Je leert alleen maar ademhalen.
Het is zo goed voor de baby.
Toen Beth Priscilla kreeg...
Ik wil niks meer over Beth horen!
Hoe kon je eerst van haar houden
en daarna mij?
Ik ben gepromoveerd,
zij ging naar een buikdans-cursus.
Toen ik zwanger raakte,
maakte ik mijn testament.
Toen Beth de meisjes kreeg,
onderzocht ze hun vroegere levens.
- En je bent nog bij haar!
- O ja? En deze kwitantie dan?
- Galleria Appartementen.
- Ik ben verhuisd. Echt waar!
Ik heb vanmorgen
het sleutelgeld betaald.
'T Is niet waar!
Zal ik vanavond langskomen?
Liever niet.
We moeten nog voorzichtig zijn.
Albert, ik ben zo blij.
Zou deze winkel een toilet hebben?
Ik moet weer.
Deze vind ik leuk... Kijk eens.
Ik heb er twee van nodig.
- Ja, maar jij bent in verwachting.
- Probeer jij hem eens.
- Zal ik een kind met Neal nemen?
- Hou je van hem?
Nee.
Probeer dat
Nobelprijswinnaarszaad eens.
Wil je geen pienter kind hebben?
Ook dat nog. Een kind
dat me vertelt hoe dom ik ben.
- Ik vond een goede gezinsvader.
- Ja, van een ander gezin.
Daarom verliet hij ze. Hij houdt
van me en we krijgen een kind.
Zo te horen krijgen ze dat
in de paskamer hiernaast ook.
- Mollie!
- Albert!
- Laat me het uitleggen...
- Deze jurken zijn niet betaald.
- Ik zou het niet accepteren.
- Ik haal de politie erbij.
Na u. Dank u.
- Albert, wat gebeurt er?
- Mollie, ik ben verliefd.
Beth weet het.
Ik ga met Melissa samenwonen.
Ik weet niet of het wat wordt.
Het gebeurde zomaar.
Waarom heb je niets gezegd?
Je bent hoogzwanger.
Dit kan niet waar zijn.
Het klinkt afschuwelijk, maar
ik maak 'n egorïstische periode door.
- Een egorïstische periode?
- Het tijdstip is wat ongelukkig.
- Een egorïstische periode?
- Het gebeurde zomaar.
Een egorïstische periode!
Klootzak.
- Waardeloze lul!
- Laat hem met rust.
- Vooruit.
- Hier.
Hé, wat...?
- Pardon. M'n weeën zijn begonnen.
- Ik zag hem het eerst.
Klootzak! Taxi...!
St. Jerome ziekenhuis.
- Niet zo hard. Het kan uren duren.
- Het stadsverkeer ook.
Stop totdat je pillen
uitgewerkt zijn!
Idioot!
Vooruit! Wegwezen!
Verdomme, dat verkeer...
We rijden zo hard we kunnen.
Hou mijn hand vast. En pers.
Dat zeggen ze in het ziekenhuis.
- Vooruit! Wegwezen!
- Mijn water breekt.
- Hé! Opschieten!
- Hier kan je niet door.
- Het is een noodgeval.
- Sorry, wegwezen.
Rustig maar.
We zijn er bijna.
Pas op! Je rijdt tegen die...
Hou je vast!
Imbeciel!
- Doe je je ademhalingsoefeningen?
- Pas op!
- Diep ademhalen.
- Hou jij je maar bij het rijden!
De La Maze-methode is goed.
Mijn schoonzus deed het ook.
- Het is beter voor het kind.
- Alle mannen zijn idioten.
- Moet ik je man waarschuwen?
- Ik heb geen man.
- Kunstmatige inseminatie.
- Ben je een pot?
Stomme zak! M'n kind heeft misschien
wel hersenletsel door jou.
Blijf van me af. Ik krijg mijn kind
wel zonder dat jij me aanraakt.
- Pardon, m'n weeën zijn begonnen.
- Mag ik uw ziekenfondskaart?
- Die ligt thuis.
- Ik moet uw fondskaart hebben.
- Dit is mijn eerste kind.
- Het duurt niet lang. Naar boven.
U bent nog niet klaar.
Ik kan mijn werk niet doen, als...
- Doe deze over uw kleding aan.
- Ik ben de vader niet.
- Er komt er weer een, zuster.
- Diep ademhalen. Vooruit.
Oké. Dit duurt niet lang.
Pas op je hoofd.
Ik moet wat verdovends hebben.
- Niet zo snel ademhalen.
- Barst maar met je ademhalen!
- Je moet rustig zijn.
- Ik wil wat verdovends.
- Nee, dat wil je niet.
- Ja! Ik ga zowat kapot.
Tegen de tijd dat het werkt,
is ze aan het bevallen.
- Ik wil het nu hebben.
- Ik wacht op de dokter.
Bent u dokter? Kom mee.
- Is het water gebroken?
- Een half uur geleden.
- Halen we volgens La Maze adem?
- Ik ben met La Maze gestopt.
Maar ik ga zomercursussen volgen
als u de pijn laat ophouden.
- Zullen we wat Demerol geven?
- Dat zou heerlijk zijn.
Dat wil ik graag hebben.
Een heleboel.
Zodat het doorwerkt
tijdens de bevalling.
Ik denk dat ik meer pijn heb
dan de meeste andere vrouwen.
Dus geef me maar genoeg.
- Zo.
- O, dank u wel!
Kijk, dât was beter.
En hier hebben we Mr. Hand.
Het wordt nogal kosmisch.
Dat begrijp ik niet...
Wat is dat voor een licht?
Zo, ja. Ademhalen!
Goed zo, meisje. Pers. Nog eens.
Hou op met dat persen!
Lk val!
Help!
Stop me er weer in! Laat m'n hoofd
los en stop me er weer in!
'T Is een jongen.
'T Is een jongen.
Wie ben jij?
Mevrouw, ik heb het koud.
Haal dat ding weg.
- Wilt u de navelstreng doorknippen?
- Nee, doet u dat maar.
Die heb ik nodig!
Mevrouw, geef me een deken,
het is zo koud hierbuiten.
Nee, niet doen!
Waar gaan we nu heen?
Hé, laat me niet vallen.
Dit is heerlijk...
Van u weet ik 't niet,
maar ik ben bekaf.
Dus jij bent degene
die me al die tijd schopte.
U bent degene
die zulke gekruide dingen at.
Dit is het vreemdste dat me
overkomen is... tot nu toe.
Ik begrijp er geen snars van.
Waar heb ik een fout gemaakt?
Waar zijn m'n duimen?
Lk wil op mijn duimen zuigen.
- Ik moet m'n eigen plekje hebben.
- Ben ik zo snel gereïncarneerd?
Wat een verrassing!
Wie heeft mijn zuigding gepikt?
Lk wil mijn zuigding!
'T Schiet me net te binnen
dat ik de kinderjaren haat.
Moet je al die vaders zien.
Trekken gekke bekken en maken
foto's van hun kinderen.
Jouw vader is er niet.
Ik maakte er een zooitje van.
Wees maar gerust.
Ik zal wel een vader voor je vinden.
En niet zomaar een knappe vent
waar ik verliefd op ben.
Jij bent de belangrijkste nu, en ik
ga de beste vader voor je vinden.
Naar buiten, beneden, binnen,
buiten... Dat kunnen we dus.
Wat heb je daar?
Een handje?
Ja, ik heb er twee.
Lieve hemel!
"De derde of vierde dag
kunnen de borsten licht opzwellen".
Licht? Ik lijk wel iemand
uit een Russ Meyer-film.
De werkman!
- O nee! Sorry.
- Leuke welkomst.
- Je hebt je figuur weer terug.
- Dit is mijn figuur niet.
Het spijt me dat ik je sloeg en je
uitschold. Ik had zo'n pijn.
Ik ben je nog steeds geld schuldig,
maar iemand heeft mijn tas gestolen.
- Nou, wat vind je van New York?
- Een stad naar m'n hart.
De rest krijg je later...
Wacht 'ns even...!
- Hoe wist je waar ik woonde?
- Je vergat deze in de wagen.
Bedankt.
Je moet er eens goed in kijken.
Je pessarium zit er nog in.
Niet roken bij mijn kind!
Mensen die met rokers samenwonen
hebben 62%% meer kans op kanker.
Bedoel je dat je nog niet wilt
dat ik bij je kom wonen?
Denk je dat dat verdovingsmiddel
invloed op hem had?
- Hoe wist je dat ik verdoofd werd?
- Weet ik niet. Wist ik niet.
Je kan het aan de ogen zien.
Alsof hij *** is.
- Niet waar. Hij is perfect.
- Jij ziet er ook niet te best uit.
Als jij een watermeloen had gebaard,
hoe zou jij er dan uitzien?
Au! Ik moet vaker
met m'n moeder praten, hè?
- Wil je een sandwich?
- Nee, maar let even op hem.
Je mag hem niet optillen
en niet te veel aan hem zitten.
Hoi, Mikey. Ik ben James.
- Aangenaam kennis te maken.
- Mag ik hierop sabbelen?
- Hoe lang woon je hier?
- Bijna vijf jaar.
- Ben je in New York geboren?
- Is er een volkstelling of zo?
Wat vind je van de wereld?
Vreemd, hè?
- Ik weet er alles van.
- Hier is je eerste les over koffie.
- Kun je "zwarte koffie" zeggen?
- Nee.
Echte koffie heeft twee klontjes
en melk... die ze vergeten hebben.
Mag ik wat van je lenen?
Ik ben gek op echte koffie.
Dat is moedermelk.
- Waarom zei je dat niet?
- Dop je eigen boontjes maar.
Tot ziens.
Ik neem m'n sandwich en m'n
moedermelk en ga ervandoor.
Ik heb iets kouds en nats
in mijn onderbroek.
Kunnen jullie iemand halen?
Hé, jongens!
Wat een hulp. Ik ben koud
en nat en kan er niets aan doen.
Stil maar, Mikey. Mama is er.
Daar is dat mama-mens weer.
Ze is oké. Ik mag haar wel.
Als ik ga huilen,
komt ze met 'n fles.
Huilen, dat kan ik wel.
Taxi!
Taxi!
"80%% van alle vrouwen krijgen
een postnatale depressie".
Ik niet.
Zoals vele vaders kan ik
niet altijd bij verjaardagen zijn.
Help! Lemand moet me helpen met
een boertje, anders ontplof ik.
Daar zitten we! Jij hebt een vreemde
ziekte en ik lijk wel een zombie.
En je vader heeft ons verlaten om
z'n binnenhuisarchitecte te naaien.
We kunnen er werkelijk
niet slechter aan toe zijn.
- Hallo!
- Toch wel.
Waar is mijn kleinzoon?
Daar is hij!
- Mikey, weet je wie ik ben?
- Nee, eigenlijk niet.
- Ik ben je oma.
- Mij best, als u dat zegt.
- Echt waar.
- Wat wilt u van me?
- Wie heeft er een natte bips?
- Ik geeft het op.
Na een droge luier wil ik graag wat
van dat witte spul hebben.
Met 'n man in plaats van diepvries
was 't allemaal makkelijker geweest.
Je praat alsof ik een verhouding
met een ijslollie heb gehad.
- Je ziet er slecht uit.
- Dank je.
Je gebruikt te veel poeder.
Waarom ga je niet uit?
Dan doe ik Mikey in bad.
Wat?
Ze is niet goed snik!
Wie zou jij als de vader
van je kind willen hebben?
Lemand met een kleine mond,
mooi haar...
- lemand die helpt met de opvoeding.
- Bestaan er zulke mannen?
Ik zoek een man
die niet getrouwd is, -
- niet aan de drugs, geen niksnut,
maar ook geen workaholic.
- En leuk.
- Dat is niet belangrijk.
Babysitters
zijn moeilijk te krijgen.
Dit ziet er lekker uit.
Wat is dit voor iets?
Ik vroeg doorbakken. Dit is rauw!
Ik wilde geen saus en jullie
hebben er blubber opgegooid.
Ben je doof of zo? Wie moet ik
vermoorden voor een broodje?
Wat is de "C" in algebra? Hoe vaak
hebben we dit niet doorgenomen?
Ben je dom of zo?
Afspraken maken is moeilijk, maar
soms moet je een kans wagen.
Daar ben ik niet zo zeker van.
Ober...
De vork en het bord zijn vuil.
En er zit iets in het water.
Heb jij je water nagekeken?
Wat is dit voor een rommel, Mikey?
Witte en gekleurde sokken in één la.
En waarom liggen je schoolkleren
bij je vrijetijdskleren?
Sorteer die dingen zoals het moet.
- Hoi.
- Hallo.
- Heeft iemand een taxi besteld?
- Ja. De wereld is klein, hè?
Weer post voor Vincent Ubraccio.
Ik ken hem niet eens.
Geef maar. Je legt ze hier
en de postbode neemt ze mee.
- Leuk je weer te zien.
- Ja, insgelijks. Zie je.
- Je steelt mijn post.
- Niet waar.
- Je stopte ze in je binnenzak.
- Het zijn mijn brieven.
- Ik kan 't uitleggen.
- Ik bel de politie.
Mijn opa Vincent moet naar
een ander bejaardentehuis.
Er is plaats in Manhattan,
maar dan moet hij daar wonen.
En je gebruikt mij als postadres?
Ik kon je laten arresteren.
Knoeien met de post is een misdaad.
Brieven stelen
is niet knoeien met de post.
- Mag ik die andere brieven hebben?
- Nee. Hou mij erbuiten.
Ik deed van alles
om jouw tas terug te brengen.
Dankjewel.
Maar dit is verboden.
Ze vangen je niet.
Ik doe wat voor je. Oké?
- Ik pas op Mikey.
- Schei uit...
- Je weet niks van kinderen.
- Mijn zuster heeft kinderen.
- Ik weet veel over kinderen.
- Goed. Vrijdagavond.
- Gaat niet. Niet vrijdag.
- Vergeet het dan maar.
- Goed, vrijdag. Maar niet meer.
- En als ik naar aerobic ben.
- Eén keertje dan.
- Zaterdag.
Gaat niet. Ik geef les.
Waarin?
Taxi rijden?
- Dat was niet leuk.
- Laten we het volgende afspreken.
Twee aerobic-avonden op vrijdag,
en geen vrouwen hier.
Je gaat wel erg ver.
Maar goed, afgesproken.
- Slapjanus.
- Goed.
- Je moet hem niet dwingen te eten.
- Dat doe ik ook niet!
- Waarom ga je niet slapen?
- Hij heeft geen slaap.
- Hij weet wanneer hij moe is.
- Ik ben helemaal niet moe.
Als hij nu niet slaapt, -
- wordt hij wakker en wil eten
als het mijn bedtijd is.
- Wie zegt dat?
- Al die dokters.
- Die willen alleen boeken verkopen.
- Zo is Dr. Spock niet.
Dr. Spock houdt van ons.
Hij protesteerde tegen Vietnam.
Sorry dat ik wat
over Dr. Spock zei.
Ongelofelijk dat ze zich
zo opwindt over 'n Vulcaan.
- Zijn er nog brieven gekomen?
- In de gang.
Mama slaapt. Moet je zien.
Wat zeg je van een ritje samen
terwijl je moeder slaapt?
- Afgesproken?
- Vergeet de melk niet.
Kijk, dat is mijn taxi.
Ik doe dit werk om geld te
verdienen. Maar niet lang meer.
En dit noemen ze autorijden.
Als je groter bent,
zal ik 't jou ook leren.
Eerst steek je dat staafje
in het gat.
Dan beweeg je je voet naar voren
en naar achteren. En dan?
Je draait aan die grote cirkel.
Geen probleem. Dat kan ik.
Ik kan dus autorijden.
- Hoi.
- Hoi, Jimmy.
Dat zilveren vliegtuig is een VJ-10.
En dat grote daar een Viscount.
- Dag, Carrie.
- Wat een schatje.
- Van jou?
- Ja. Hij heeft een moeder nodig.
Ik maak maar 'n grapje.
Is dit mijn rooster?
- Er staat niets op.
- Sorry.
Zijn er verschillende maten?
Dan moeten dit jumbo's zijn.
- Waar kijk jij naar?
- Lunch.
Mikey?
Mikey?
Ik wil mijn kind
als vermist opgeven.
Misschien is hij gekidnapt. Hij kan
ook door een idioot meegenomen zijn.
Dag, opa.
Dat is opa.
Ken ik jou?
- Jimmy!
- Opa.
- Ik wist niet dat je een kind had.
- Van een vriendin van me.
- Zeker dat ie niet van jou is?
- Ik heb meer tanden dan hij.
Wat zijn dat voor harige
dingen boven je ogen?
Laat me eens zien. Zo!
Hoe voelt dat aan?
- Mikey, laat dat.
- Om je rot te lachen.
- Schat, ik ben thuis!
- Ik ook.
- Hé, je bent opgestaan.
- Mijn kind. Lieve schat...
Mama en haar kindje...
Idioot! Ik heb de politie gebeld.
Ik was doodongerust.
- Je wist dat ik bij hem was.
- Je kon wel een kidnapper zijn.
- Ik paste op hem.
- Hij moest hier blijven!
Verdomme! Een splinter.
Laat me eens zien.
- Heb je een naald?
- Daar.
Ga zitten.
Hou op.
Zit stil, anders kan ik niets doen.
Het doet geen pijn.
Het doet wel pijn.
Je moet het niet zo doen.
- Je prikt me!
- Zit stil als ik hem eruit trek.
- Zoveel pijn doet het niet.
- Hoe weet jij dat nou?
- Kijk eens. Wat een grote!
- Zo'n grote heb ik nog nooit gehad.
- Dat was dat.
- Mikey moet slapen.
Mikey, ik moet ervandoor.
Tot ziens.
Klaar? High-five.
Low-five. Baby-five. Dag.
- Dag.
- Mijn engeltje.
- Mollie, wie was dat?
- De babysitter.
De babysitter?
Hij is niet de diepvriesvader, hè?
- Mam!
- Ja, ja! Geef me de baby.
- Mam...
- Wat is er?
- Verveelde papa jou ooit?
- Dat kan toch niet.
Mikey heeft een vader nodig.
- Maar ik kan de juiste niet vinden.
- Mikey is tevreden met jouw keus.
- Maar ik hou van niemand.
- Weet je wat het geheim is?
Vind iemand met wie je op één
golflengte zit, zoals papa en ik.
We gaan beiden graag naar de film.
Ik ken een perfecte man voor je.
Hij werkt bij papa. Hij is knap
en pienter. Echt jouw type.
Dag! Rosie zei niet
dat je zo knap was.
Dat is gek. Gewoonlijk
is dat het eerste wat ze zegt.
Kom binnen.
Dit is mijn zoon Michael. Ik ga me
verkleden. Doe alsof je thuis bent.
- Hé, jochie.
- Wie is die zak?
Kijk je naar de tv?
Afblijven. Ik wil niet
naar football kijken.
Het berenprogramma!
Moet je kijken.
- We kijken naar het football.
- Afblijven!
- Goeie toneelspeler, die vent.
- Stop, dit zijn de play-offs!
Lul!
- Schat! Lekker moedertje!
- Je bent zo'n mafkees.
- Zie ik er niet goed uit?
- Lang niet gek.
- Waarom heb je je zo opgedoft?
- Ik heb een afspraakje.
Bel haar liever op.
Het wordt laat vanavond.
O ja. Je gaat uit met 'n accountant.
Dat wordt half 10.
- Reken daar maar niet op.
- Mijn afspraakje wacht wel.
Harry, dit is de babysitter.
Ik ga even mijn jas halen.
- Ik kijk naar de wedstrijd.
- Ik heb erop gewed.
Je bent dus accountant?
Jij en Mollie passen wel bij elkaar.
- Zij is afgestudeerd.
- Dat weet ik van haar moeder.
Het is vast moeilijk
om moeder én accountant te zijn.
Maar Mollie is keihard. Ze haat het
als iemand de deur voor haar opent.
Of de rekening betaalt.
Dan wordt ze pisnijdig.
- Geëmancipeerd?
- Met een man als babysitter?
Kom, Mikey.
Zeg mama gedag.
- Doe zo.
- Jemig!
Geef terug.
Wat pijnlijk.
Mag ik wat zeggen?
- Je ziet er beter uit zonder.
- Dat vind ik ook.
- Sexy.
- Ja.
- Goed, dan doe ik hem niet op.
- Fijn.
Dag. Tot ziens.
Mikey, high-five.
- Goed zo.
- Wie was die malloot?
Het was erg vervelend.
Een soort opgeblazen, borrelend
gevoel alsof ik moest... overgeven.
Ik ging naar de wc...
maar er gebeurde niets.
Er kwam niets uit.
Ik belde mijn dokter
ongeveer twee...
Nee, drie weken
nadat 't was begonnen.
Hij zei dat ik maar echoscopie
moest laten doen.
- Waar was ik gebleven?
- Echoscopie.
Dus ik liet 'n echoscopie doen.
Het waren geen galstenen.
Ze wisten niet wat het was.
De dokter zei dat ik dan maar een
darmonderzoek moest laten doen.
- Heb je ooit een klysma gehad?
- Niet recentelijk.
Het is smerig, maar ik zag
m'n karteldarm op tv.
Klopt het dat karteldarmen er
op tv 5 kilo zwaarder uitzien?
Hoe bedoel je?
Dat doen ze nooit voor mij.
Kom op m'n knie.
- Wacht even!
- Swingen, Mikey.
Dât kan ik.
We gaan lopen.
Ik dans. Gaaf.
- Kijk eens.
- Springen.
Hé, moet u niet betalen?
Twee, alstublieft.
Klaar?
Lk moet bijna overgeven,
maar het is heerlijk.
Oké, shaken.
Goed zo.
Klaar? Shake it, Mikey.
Vooruit!
Vliegtuig.
Mikey is een vliegtuig.
Kijk die jongen eens!
Goed zo.
Eindelijk kwam de steen eruit.
Het was ondraaglijk.
Bijna net zo erg als een bevalling.
- Ik heb een leuke avond gehad.
- Ongetwijfeld.
De meeste mannen zouden *** zijn
voor een vrouw die wil betalen.
- Wat?
- Je babysitter zei het tegen me.
- O ja?
- Ja.
- Kom hier.
- Nee, ik moet naar binnen.
- Toe nou, Mollie. Het is nog vroeg.
- Ja, maar ik ben blut.
Zak.
Ik ben thuis.
Nu kun je je afspraakje houden.
- Hé, Mikey!
- Sarah, alles kits?
- Ik wou even met je praten.
- Sorry, ik moet verder.
Van hetzelfde, lieverd.
- Dag, Mikey.
- Wat een hoed!
- Megan. Leuk je te zien.
- Mikey, waar heb je gezeten?
- Nieuw kapsel?
- Ja, hoe vind je het?
Vreselijk.
Mijn moeder heeft me geknipt.
Het staat je echt goed.
Vroeger had ik krullen.
- Dat weet ik.
- 'T Meisje met de mooie krullen.
- Nu zijn ze weg.
- Je bent nog steeds leuk.
- Ik lijk wel een jongen. Sorry.
- Leuk je weer eens te spreken.
Hoeveel baby's zijn er nodig
om een lamp in te draaien?
- Hoeveel?
- Wat is een lamp?
Lk snap 'm niet.
Waar gaat zij heen?
Wie is die grote vent?
- Wie is dat?
- 'T Is oké. Dat is haar papa.
Wat is een papa? Wat doen die?
Die grote snuiters die
bij de mama's rondhangen.
O, zit dat zo. Ik kon James vragen
mijn papa te zijn.
Nu eten we de pudding...
- Ik eet de pudding tóch niet.
- Jummie.
Oké, niet naar mama kijken.
Je moet wel van 'r houden.
Goed kijken, Mikey.
- Dât noem ik amusement.
- Niet met Mikey erbij.
- Moet je zijn gezicht zien.
- Hij lijkt op z'n vader.
Je zei dat je kunstmatig
bevrucht was.
Ja, maar ik trek nooit zo'n gezicht.
Dus ik denk dat het zijn vader is.
Weet je, er is iets dat je
vast graag doet vandaag.
- Mijn opa bezoeken.
- Zou ik dat graag doen?
Ja, dat zou je graag doen...
en ook wat papieren tekenen.
Wat een kind ben je toch.
Als je wat wilt, vraag het dan.
Wil je meegaan
om die papieren te tekenen?
- Zo moet je een vrouw behandelen.
- Echt waar?
Zullen we gaan lunchen
bij de North Eastern Life Insurance?
- Het personeel eet daar gratis.
- We lopen tegen de lamp.
Ik ken zo'n 20 manieren
om hier gratis te lunchen.
- Doe je het vaak?
- Natuurlijk.
Ik betaal ook niet voor I.G.'s...
interlokale gesprekken.
Ik ga naar de receptioniste
bij een firma -
- en doe alsof ik de weg kwijt ben.
Dan mag ik de telefoon gebruiken.
Ik zou geen taxichauffeur zijn
als ik meer met lesgeven verdiende.
- Wat verdient een vlieginstructeur?
- Met hard werken zo'n 1100...
...per maand.
Maar ik maak vlieguren.
- Hier met mijn koffer!
- Hij steelt de koffers niet.
- Mijn tanden liggen erin.
- Ze komen heus wel mee.
Ze moeten van mijn tanden afblijven.
Welkom, opa.
- Gaan we hier een hapje eten?
- Nee, dit is uw nieuwe kamer.
- Hebben ze hier lekkere garnalen?
- En kreeft.
Dit is het dan.
Ik wens u een prettig verblijf.
Fantastisch, opa.
Wat een uitzicht!
Geen vervelende kamergenoot. TV.
Heeft u een ogenblikje?
Hij houdt van zoetigheid.
Geef hem elke dag één reep.
- Hij mag de zak niet vinden.
- Geen probleem.
Dat ruikt lekker.
- Opa, dat ruikt lekker.
- Eet jij het maar op.
Moet u kijken.
Laat mij eens proeven.
- Wat doe jij hier?
- Mollie heeft ons geholpen.
Het vrouwelijke geslachtsorgaan is
1000 x gevoeliger dan 't mannelijke.
- Dat kind is niet eens van jou.
- Dat is de druppel. Gedraag u!
Hij kliedert nog meer dan ik.
Laat me je even helpen.
Vooruit, proef het.
Mondje open.
- Bedankt voor je hulp.
- Graag gedaan.
- Ga je mee vliegen?
- Dat is veel te duur.
- Onderhoudsvluchten zijn gratis.
- Jij krijgt alles gratis.
Gratis telefoon, gratis lunch...
Je bent een zwendelaar.
Ik ken de stad op m'n duimpje.
We kunnen als vorsten leven.
- Ga mee vliegen.
- Zo ben ik niet.
- Toe nou. Ben je ***?
- Nee, ik ben niet ***!
- Waar zijn de parachutes?
- We hebben geen parachutes.
Heb je nooit "The Buddy Holly Story"
of "La Bamba" gezien?
Er is een groot verschil.
Zij waren rock-legendes. Jij niet.
- Komt er rook uit de vleugel?
- Nee... O, God!
- Ik maakte maar een grapje.
- Ik ben op van de zenuwen.
Alsof ik de situatie
niet de baas ben.
Nu krijg je je eerste les.
Leg je hand op mijn knuppel.
- Ik raak jouw knuppel niet aan.
- Die knuppel bedoel ik niet.
Dat voelt lekker aan.
Wen je aan de knuppel.
- Zie je nou wel? Je vliegt.
- Ik vlieg!
En ik doe het goed. Dit is 'n eitje!
Wat een lekker gevoel!
- Net als fantastische seks, hè?
- Dat kan ik me niet herinneren.
- Hij is behoorlijk moe.
- Het was 'n drukke dag.
- Wil je 'n borrel?
- Wil je 'n film zien?
Hou op!
Hou op met dat geschreeuw, of je
vader geeft je wat om te schreeuwen.
Laat dat!
Prinses, je doet me watertanden.
Ik heb honger.
Rustig aan!
Anders sla ik jullie lens.
Kennen jullie die vuilnisbak bij de
supermarkt? Kijk eens wat ik vond.
Een mooie krop sla. Je hoeft alleen
de buitenbladen er maar af te halen.
Wie wil er een verrassing?
Of 't is blikworst, of perziken.
Omdat het gratis is,
hoeft het nog niet slecht te zijn.
- Leven we als vorsten of niet?
- Absoluut.
Nog een keer!
Wacht even.
- Sorry. Ik wil het echt graag.
- Ik ook.
- Het is Mikey.
- Hij slaapt.
Ik moet heel zeker zijn van de
keuzes die ik voor hem maak.
Ik mag geen blunders meer maken
waar Mikey de dupe van wordt.
- Maar ik ben gek op Mikey.
- Ik weet dat ik je verleidde.
Je kust zo goed en 't is zo lang
geleden dat ik gevrijd heb...
Ga nu, alsjeblieft...
Tot kijk.
- Mollie, heb je een ogenblikje?
- Blijft u aan de lijn?
Onder ons gezegd...
Wat is er met jou en Chubby Charles?
Hoe bedoel je?
Pearlman doet zijn bankrekening,
Rubenstein zijn kwartaalverslagen.
Nu geldt het Alberts aangifte.
Waar sta jij?
Ik heb Chubby Charles met twee
klanten van Rubenstein geruild.
Ik kan het niet meer doen.
Om privé-redenen.
Wij zijn accountants...
geen privé-personen.
- Ik denk niet...
- Je hebt jaren voor hem gewerkt.
En met al die nieuwe belastingwetten
laat je hem gaan.
- Je begrijpt het niet...
- Je gaat er morgen heen.
En kijk me niet zo aan.
En jij gaat weer aan het werk!
Geef me nog een kans.
Het leek wel een nachtmerrie.
Ik heb zo'n slecht geweten
tegenover Beth en de meisjes.
Je bent zo'n schoft geweest,
ik zou je moeten martelen.
Best. Dat wil ik ook.
- Mollie, Mollie...
- Wat?
- Ik ontplof als ik je niet kus.
- Sneu voor je.
Albert is nu vrij.
- Mollie, hoe maakt Mickey het?
- Mikey.
- Praat hij al?
- Nee.
Kruipt hij?
Ik weet nog toen Astrid begon...
Je verhaaltjes interesseren me niet.
- Ik had met je willen praten.
- Ik kom je belastingaangifte doen.
Mascara, lingerie,
schoonheidsbehandeling...
- Die rotzooi is niet aftrekbaar.
- En de gymnastiekleraar?
Alleen ingeval van blessures. Wat
voert dat vrouwtje in haar schild?
Is Priscilla ziek? Deze
doktersrekeningen zijn voor haar.
Therapie.
Beth communiceert met de doden.
Daar is Priscilla erg *** voor.
We gaan allemaal naar de psychiater.
Ik heb heel wat geleerd.
- Dat is fijn voor je, Albert.
- Ik weet wat je doorstaan hebt.
Geloof me. Ik hou van je en wilde
niet dat het verkeerd zou lopen.
- Maar dat gebeurde toch.
- En dat ontdekte je voor $20.000?
- Heb je een foto van Mickey?
- Mikey!
- Ik denk elke dag aan jullie.
- Daar hebben we niks van gemerkt.
Ik wil bellen, maar ik kan het niet.
Ik schaam me zo.
Ik ben *** voor wat je zal zeggen.
Ik ben zo in de war.
- Hij heeft mijn ogen.
- Weet ik.
Houden van iemand die lijkt op
iemand die je haat, is verwarrend.
Mag ik hem bezoeken?
Goed.
Ik ben vanavond thuis.
Als je weer met mama praat,
doe dan een goed woordje voor me.
Kaart. Nog eentje.
- Nee... Ja?
- Nog een.
- Ik weet wat ik doe.
- Verdorie! Je hebt weer gewonnen.
Ik zei dat ik kon kaarten. Ik heb
over die papa-kwestie nagedacht.
Ik wil jou als papa hebben.
Ik zal het tegen mama zeggen.
- Wie is daar?
- Mollie?
- Is Mollie thuis?
- Ze is naar aerobic.
- Is Mikey er? Ik ben zijn vader.
- Zijn vader?
- Ben jij de zaaddonor?
- Donor? Ik ben zijn vader!
- Hij is kunstmatig verwekt.
- Ik ken Mollie al jaren.
- Ik heb de sleutel.
- Dan moeten we 't slot veranderen.
- Wat?
- Hij is mijn zoon! Laat me erdoor.
Als jij de vader bent,
kun je wat vragen beantwoorden.
- Wanneer is hij geboren?
- 3 juli.
Waar speelt hij het liefst mee?
Fred of Barney? Fred?
Nee, Barney. Hoeveel luiers
gebruikt hij per dag? Zes.
- Dat zou een vader weten.
- Hoeveel betaalt ze je?
- Ga videospelletjes spelen.
- Hou je rotkop.
Kom op, pap.
Kom maar op.
James! Op z'n lichaam.
Wegwezen!
Dat is heerlijk.
- Wat is hier gebeurd?
- Wie is Albert?
- Waarom? Was hij hier?
- Is hij Mikey's vader?
- Die inseminatie was dus niet waar.
- Hij was getrouwd.
Hou je van hem?
- Wat?
- Hou je van hem?
Ik weet niet van wie ik hou.
Wie goed is voor Mikey
is het belangrijkste voor mij.
Albert heeft succes, is betrouwbaar
en goed voor zijn kinderen.
- Hij mag Mikey niet bezoeken.
- Begin daar nou niet mee.
- Het is zijn goed recht.
- Waar was hij tot nog toe?
- Jij bent zijn vader niet.
- Ik ben altijd bij de hand.
Kijk nou.
Je lijkt wel een groot kind.
Ben jij verantwoordelijk genoeg
om vader te zijn?
Is zwanger worden van een
getrouwde man verantwoordelijk?
- Hou op!
- Jij moet ophouden!
Je hebt Mikey gebruikt om mannen
van je af te houden. Mij ook.
- Eruit jij!
- Ik woon hier!
Kan iemand na een bepaalde leeftijd
nog veranderen?
Je vaders cholesterol
is gezakt tot 185.
Ik heb het niet over cholesterol.
Kan iemand aardiger worden?
Weet ik niet.
Toen je papa ontmoette, wist je toen
of hij een goede vader zou worden?
- Ik vond zijn uniform leuk.
- Ze waren allemaal in uniform.
Ik hield niet van die
zeemansbroeken.
Je wist dus helemaal niet of hij
volwassen en betrouwbaar was.
Als ik zo had gedacht, had ik die
eerste week nooit zo'n lol gehad.
Het is niet eerlijk
om over seks en papa te praten.
Hallo, Lupe.
Ik wil even met Mikey praten.
Dag, apenkop. High-five.
Luister, Mikey. Ik weet niet
of ik je kan blijven bezoeken.
- Wat is er aan de hand?
- Het is je mama.
Ze heeft het krankzinnige idee,
dat ik geen goede vader ben.
Ze zou trouwens mijn vader
ook niet gekozen hebben.
En hij deed het niet slecht.
Zal ik je een vaderlijke raad geven?
Dag, Lupe.
- De man is in de kinderkamer.
- Goed, ik schrijf een cheque.
Hij zei: "Sla nooit meisjes,
zelfs niet als ze erom vragen".
Mag je ze wel duwen?
Hij zei altijd: "Eet je vlees op.
Weet je wel hoe duur het is?"
Wat ik het allerbeste vond
was waarschijnlijk...
"Als je vriend van een brug springt,
moet jij dat dan ook doen?"
Die raad volg ik nog steeds op.
Niet dat hij veel waard is.
'N Goeie vader zorgt dat de moeder
de kinderen niet stapelgek maakt.
Ze noemde me een groot kind.
Ze zal wel gelijk hebben.
Jij bent een jaar
en mijn allerbeste vriend.
Maar goed...
- Ik zal je missen.
- Niet bedroefd zijn. Hier.
- Echt, hij is voor jou.
- Oké. Dank je.
Hij zal goed op je passen.
- We gaan naar papa.
- Ik zat net aan James te denken.
- De blauwe of die met het lammetje?
- Ze zien er allebei belabberd uit.
- Het lammetje?
- Nee, niet het lammetje.
Ik wil geen kleren
met beesten erop.
Die vind ik niet mooi.
Ik zie er zo onbenullig uit.
- Wat ben je mooi.
- Ik voel me achterlijk.
Hé, wat een kamer!
En al die poppetjes.
Die kan ik best kapotmaken.
En van die metalen dingetjes...
Die stop ik in die gaatjes.
Dag, Mollie.
Dat is Mikey dus.
Dag, jochie. Wat doe je?
- Wat ben jij een mooie...
- Melk, recht in zijn ogen.
In de roos!
Geeft niet, het is maar melk.
Dat maakt geen vlekken.
- 'N Mooie knul. Hij lijkt op jou.
- Dat zegt iedereen.
Ik weet dat je het niet makkelijk
had toen je hem kreeg.
- Maar het was geen vergissing.
- Hij zal blij zijn dat te horen.
Je zult niet ontsnappen, Skeletor.
- Mikey, niet doen.
- Wat heb ik gedaan?
Sommige mensen kunnen zich niet
uit bepaalde situaties losmaken.
Wat bedoel je daarmee?
Mikey, niet aankomen.
Ik zeg dat ik nog steeds van je hou
en naar je verlang.
- En Mikey?
- Reken op me. Wat er ook nodig is.
Hij heeft een vader nodig.
Ik ben voor het eerst in 17 jaar
alleen. En in therapie.
Ik kan op het ogenblik geen
vader zijn. Ik moet mezelf zijn.
- Ik heb m'n kinderen grootgebracht.
- Grootgebracht? Ze zijn 11 en 9!
- Zijn ze het huis uit?
- Te veel fruit.
Het zou niet eerlijk zijn
tegenover Mikey.
- Is ie aan 't poepen?
- Nee, hij denkt hard na.
- Ik zal je even verschonen.
- Neem de badkamer achter.
- Hij gaat naar zijn vader vragen.
- Ik wil James als vader hebben.
Niet hier!
Dat bureau kost 10.000 dollar!
- En nu is 't brandhout!
- Ik dacht dat je 't zou begrijpen.
Natuurlijk begrijp ik het. Je maakt
een egorïstische periode door.
En jij begrijpt natuurlijk dat ik
een destructieve periode doormaak.
We rammen de boel in elkaar.
Het spijt me
van die domme kleertjes.
Het spijt me dat ik je meenam naar
die enge man. Dat hoeft nooit meer.
Als ik je ergens mee naartoe neem,
is iedereen gek op je.
Maar degene die je verwekt heeft,
behandelt je als vuil.
Ledereen houdt van je.
Alle kinderen op de speelplaats.
Oma houdt van je. Rona ook.
James houdt van je.
Mikey, hou jij van James?
- Bel hem op.
- Wil je telefoontje spelen?
Hallo?
Voor jou. Jij neemt deze,
ik die andere.
Met Lou Franklin.
Ik bel u over uw grootvader.
Hij is baldadig en handtastelijk.
- Zal ik de dienst welzijn bellen?
- Nee, ik kom hem wel halen.
- Wat is er?
- Ze houden me als gijzelaar.
Hij is een gemene ouwe zak.
- Moet u mijn arm zien.
- Zo moet u niet tegen hem praten.
- Ze houden Dora schuil.
- Helemaal niet.
- Waar is ze dan?
- Ga zitten, dan vind ik haar.
Maar eerst uw gezicht opfrissen.
Voor haar moet u er netjes uitzien.
Je bent mijn liefste schoondochter.
Je bent pienter en aardig.
Daarom houdt Jimmy zoveel van je.
- Dat is beter.
- Laten we James gaan vinden.
Ik zal je wat foto's laten zien.
Opa, heeft u
al deze repen opgegeten?
- Die hufters hebben ze gestolen.
- We kopen wel nieuwe.
- Waar is de kamer van de directeur?
- De gang uit.
- We zijn bezig.
- Ik hou ze wel in de gaten.
Ik ben zo terug.
Zo doet hij gewoonlijk niet.
M'n man heeft afspraken gemaakt.
Het is niet de taak van de verpleger
om zijn dieet te controleren.
Hij heeft een
privé-verpleegster nodig.
Geen sprake van. De verpleger mocht
hem één reep per dag geven.
- Hij zei dat dat geen probleem was.
- Dat was Bill.
Bill zegt altijd "geen probleem".
Hij spreekt geen woord Engels.
- Opa mag dus blijven?
- Natuurlijk.
- Dank u.
- Bedankt dat u zo snel kwam.
- Dag.
- Dag.
- Je opa mag blijven.
- Je had het niet hoeven doen.
- Ik wilde het graag.
- Ik breng je wel thuis.
- Dat hoeft niet.
- Goed!
D.J., tijd voor de lunch.
Kom.
- Gaat het met hem?
- Donder op!
Steven en Paulie.
Dat zijn jouw neven.
- Hoi, Vince.
- Hallo, Esther.
Esther... dit is mijn kleinzoon.
Hé, daar gaat James.
Waar gaat hij naartoe?
Misschien naar beneden.
- Ik was in de schoonheidssalon.
- Waar is de lift?
Naar beneden.
Ik zal maar
op alle knopjes drukken.
Perfect!
Lk ga met de vruchtenslaatjes mee.
Daar gaan we.
Karren, jongens.
- Mikey?
- Opa, waar is Mikey?
- Hij was er net nog.
- Hoe lang is dat geleden?
- Ik ga wel in de gang kijken.
- Ik bel de politie.
Hé, schat.
Heeft iemand mijn papa gezien?
- Dat is Ida's kleinzoon.
- Toe nou. Ik heb haast.
- Hier, joh. Ga naar je oma.
- Daar schiet ik niks mee op.
Wilt u deze foto's aan de
politie laten zien?
Nu begint de jacht.
Precies wat ik nodig heb.
Hij zal wel in zo'n ding zitten.
Hoe zat het ook weer?
Dit zet ik even hier neer
en dan doe ik die deur open.
Wat zei James ook weer?
Hier insteken...
en daar gaan we.
We draaien aan de cirkel
en rijden maar.
Mikey!
Mikey!
- Hij zit achterin die auto.
- We nemen de taxi.
- Hé!
- Stop!
Lk heb het rijden onder de knie.
Wegwezen!
Daar is hij. Kijk naar me.
Hé, James! Lk rij!
James...?
Waar gaat ie heen?
- Wat doe je?
- Ik snij hem af.
Dan raak je hem kwijt.
Ik ken dit straatje
als mijn eigen broekzak.
Mikey! Hij is er niet!
Mikey!
- Er zat een jongetje in die auto.
- Waar heeft u het over?
Ongeveer zo groot.
- Hier kan ik hem makkelijk vinden.
- Mikey!
Mikey, stop!
- Ben jij het, James?
- Mikey, blijf staan.
James, mama...
Ik kom eraan.
- Mikey!
- Ik kom eraan!
- Hé James! Zag je dat?
- Geef me mijn kind.
Ben je ongedeerd, schatje?
Laat me even kijken.
Geen schrammetje.
Eindelijk zijn jullie samen.
We moeten toch maar even
naar het ziekenhuis gaan.
Mama, ik wil James
als mijn papa hebben.
- Bedankt voor je hulp.
- Nu breng ik je thuis.
- Dada.
- Ik geloof dat hij je Dada noemde.
Nee, ik zei wat
om mezelf te horen praten.
- Hij denkt dat jij z'n vader bent.
- Ik ben veel met hem samen geweest.
Hij denkt vast
dat het wat wordt tussen ons.
Als ze maar niet aan elkaar
vast blijven plakken.
Zal ik zeggen dat ik
een schone luier moet hebben?
Nee, ik wacht nog even.
- Dag, lieverd.
- Mikey, dit is je zusje Julie.
Zeg eens: "Dag, Julie".
Mij hoef je niks te vertellen!
Wat ik vandaag heb meegemaakt...
Nederlandse tekst - IFT