Tip:
Highlight text to annotate it
X
Op deze plek ben ik gaan zitten.
Aan de andere kant stonden struiken. Niemand kon me zien.
Ik ging hier zitten en ik pakte m'n bijbel erbij.
Die wilde ik gaan lezen voor ik een eind maakte aan m'n leven.
Sylvia staat op het punt haar flat in Amsterdam uitgezet te worden.
Ze woont al 15 jaar in Nederland, en heeft nog steeds geen vast adres.
Ze trekt als een nomade van het ene naar het andere verblijf.
Ik dacht dat alles goed zou gaan als ik eenmaal papieren had.
Maar het gaat nog steeds niet zoals ik had verwacht.
Ik heb hier drie maanden gewoond. Het was tijdelijk.
Ik weet niet eens waar ik nu heen ga en voor hoelang.
Niks is permanent. Het huisvestingsprobleem blijft.
Lieve help.
Mensen denken dat hier in Europa het geld voor het oprapen ligt.
Maar dat is niet zo.
Een paar weken later zien we Sylvia en haar dochter in een andere buurt.
Daar heeft ze opnieuw tijdelijk onderdak.
In die buurt heeft ze ook gewoond toen ze net in Nederland kwam.
Ik heb in deze flat gewoond en ook in die daarachter.
Ik heb aan deze kant gewoond en aan die kant.
Ik ben hier bekend, maar ik kreeg geen hulp.
Ik heb problemen met een woning vinden, met geld, allerlei problemen.
Ik vroeg mensen om hulp, maar niemand hielp me.
Ik had echt het gevoel dat ik hier niet gewenst was.
Wij hebben vroeger geleerd dat je iedereen moet zien als een broer of zus.
Maar in Europa helpen mensen elkaar niet zo snel.
Als bijvoorbeeld iemand een huis heeft en papieren en zo...
dan mag hij geen illegaal in huis nemen.
Als de overheid erachter komt, krijgt hij namelijk problemen.
Daarom willen ze zo ver mogelijk uit je buurt blijven.
Ik probeer me te beheersen, maar het is moeilijk om hier te staan.
De situatie was zo erg dat ik niks meer kon betalen.
M'n huisbazin zei dat alle vrouwen die in dezelfde situatie zitten...
op de Wallen gaan werken.
Ze vond dat ik dat ook moest doen om m'n huur te kunnen betalen.
Ik zei: Ik ga nog liever dood dan dat ik dat doe.
Toen heeft ze me het huis uitgezet.
Ik mocht niet eens m'n spullen pakken.
Dus daar ging ik, in m'n minirokje en op pantoffeltjes.
Ik zat aan dat water en ik was overal toe in staat.
Het was winter, ik had het koud en had honger.
Ik had niets meer om voor te leven.
Maar ik denk dat het zo had moeten zijn toen ik ineens een hond hoorde blaffen.
Ik dacht meteen: Als dat een hond is, heeft hij ook een baasje.
En als dat baasje mij ziet, zal hij de politie waarschuwen.
En dan zal de politie me zeker het land uitzetten. En daar was ik *** voor.
Op deze precieze plek had ik dood kunnen zijn.
M'n ouders zouden m'n lichaam nooit vinden. Niemand hier kende mij.
Mensen vragen zich af waarom de angst om uitgezet te worden zo groot is.
Als je teruggaat, zullen de mensen je uitlachen.
Je wordt de pispaal van het dorp zodra je op het vliegveld aankomt.
Iedereen lacht je uit. Je hebt geen bagage, geen geld.
Mensen verwachten juist dat je het veel beter hebt.
Ik word er emotioneel van, want nu heb ik een dochter.
Als ik zelfmoord had gepleegd, had ik haar niet gehad.
Het leven is zo mooi. Als ik terug zou gaan naar Afrika, zou ik ook leven.
Waarom zou ik zelfmoord plegen om een paar papieren?