Tip:
Highlight text to annotate it
X
Een veer is één van de opmerkelijkste dierenvoortbrengsels ooit.
Een veer is één van de opmerkelijkste dierenvoortbrengsels ooit.
Veren zijn prachtig in hun complexiteit,
delicaat in hun constructie,
en toch sterk genoeg om een vogel
kilometers in de lucht te houden.
Zoals alles in de natuur,
ontwikkelden veren zich ook miljoenen jaren lang
tot hun moderne vorm.
Het is moeilijk voor te stellen hoe dat kon gebeuren.
Het is moeilijk voor te stellen hoe dat kon gebeuren.
Want hoe zagen de tussenvormen er dan uit?
Wat heb je aan een halve vleugel,
versierd met halfbakken veren?
Dankzij de wetenschap
weten we nu dat vogels levende dinosaurussen zijn.
Je ziet de verwantschap in hun skeletten.
Sommige anatomische details zie je alleen bij dinosaurussen en vogels.
Het vorkbeen bijvoorbeeld.
Eind jaren 90
vonden paleontologen
overtuigende bewijzen:
dinosaurussen met verenrestjes op hun lichaam.
dinosaurussen met verenrestjes op hun lichaam.
Sindsdien hebben wetenschappers
tientallen dinosaurussoorten gevonden
met resten van veren.
Sommige waren zo klein als duiven
en andere zo groot als een autobus.
Als je naar hun stamboom kijkt,
dan lijkt evolutie van veren ineens best mogelijk.
dan lijkt evolutie van veren ineens best mogelijk.
De verste gevederde verwanten van vogels
hadden rechte, draadvormige veren.
Die draden splitsten zich op
in eenvoudige vertakkingen.
Bij veel dinosaurusgeslachten
evolueerden deze eenvoudige veren
tot complexere,
waaronder diegene die we tegenwoordig bij vogels zien.
Tegelijkertijd
verspreidden de veren zich over hun hele lichaam:
verspreide toefjes dons veranderden in een dicht verenkleed,
verspreide toefjes dons veranderden in een dicht verenkleed,
zelfs tot op hun poten.
Een paar fossielen bevatten zelfs nog wat moleculen kleurstof.
Een paar fossielen bevatten zelfs nog wat moleculen kleurstof.
Daaruit blijkt een prachtig kleurenscala:
een glanzend, donker verenkleed, zoals dat van kraaien,
afwisselend zwarte en witte banen
of helderrode vlekken.
Sommige dinosaurussen hadden hoge kammen op hun kop,
en andere hadden lange, opvallende staartveren.
Geen van deze dinosaurussen
gebruikten hun veren om te vliegen -
hun armen waren te kort
en de rest van hun lichaam was veel te zwaar.
Maar vogels hebben niet alleen veren om te vliegen.
Een houtsnip gebruikt veren
om niet op te vallen tussen de takken.
Een struisvogel spreidt haar vleugels boven haar nest
om haar jongen schaduw te geven.
Een pauw toont zijn prachtige staartveren
om pauwhennen aan te trekken.
Dinosaurus-veren hadden misschien dezelfde rollen.
Dinosaurus-veren hadden misschien dezelfde rollen.
Hoe gevederde dinosaurusssen zijn gaan vliegen,
is nog steeds een beetje een mysterie.
Maar als een gevederd dinosaurusje
fladderend een helling opliep,
dan stuwden zijn veren hem extra omhoog,
zodat hij sneller vooruit kwam.
Dit natuurkundige toeval kan hebben geleid
tot de evolutie van langere dinosaurusarmen,
waarmee ze nog harder konden lopen
en zelfs stukken door de lucht konden springen.
Uiteindelijk werden hun armen vleugels.
Toen pas, misschien 50 miljoen jaar nadat draadvormige veren verschenen,
Toen pas, misschien 50 miljoen jaar nadat draadvormige veren verschenen,
verhieven veren die dinosaurussen de lucht in.