Tip:
Highlight text to annotate it
X
(Applaus)
Hallo. Als ik mensen in een vluchtig gesprek vertel
dat ik filosoof ben, kijken ze me vreemd aan.
Met een blik die een mengeling van ontzag en angst uitstraalt.
Zoiets als: "Wow! Dat is cool, diepe vragen," maar ook:
"Mijn god, ik hoef toch niet alles te verdedigen wat ik denk te weten!"
Dus filosofie is echt --
Als ik zeg dat ik les geef in filosofie aan kinderen en volwassenen,
kijken diezelfde mensen me aan alsof ik gek ben.
Filosofie wordt gezien als een diep, abstract, rigoureus,
moeilijk soort discipline.
Mensen denken dat kinderen daartoe niet in staat zijn.
Als ze naar me kijken alsof ik gek ben, denk ik: "Je zit ernaast.
Kinderen zijn van nature erg filosofisch.
Zij stellen dit soort vragen uit zichzelf."
Het is onze taak ze deze vragen te laten begrijpen.
Maar wat zijn filosofische vragen?
Filosofen stellen zich altijd vragen, al sinds de Griekse Oudheid,
over de aard van het heelal en onze plek daarin.
Filosofen willen bijvoorbeeld weten of we echt vrij zijn.
En wat het voor ons betekent om te zeggen dat we vrij zijn.
Kunnen we tegelijkertijd vooraf bepaald én vrij zijn?
De meeste mensen denken dat dat dat absoluut onmogelijk is.
Maar veel filosofen denken dat het de enige manier is om vrij te zijn:
als we zowel vastbesloten als vrij zijn.
Of we stellen vragen over goed en slecht.
We willen niet alleen het antwoord weten op "Wat is goed?" en "Wat is slecht?",
"Wat zal ik doen?" en "Wat moet ik niet doen?"
Maar de redenering daarachter, en of we echt moeten weten of
de dingen goed of slecht zijn.
Of: "Als de zon toch opbrandt
over vijf miljard jaar, is dan niet alles vergeefs?"
Hoe zouden we kunnen weten of dat zo is?
Waarom geven we zin aan ons leven wetende dat we toch doodgaan?
Dit zijn filosofische vragen.
Zelfs: "Hoe weet je of je nu niet droomt?"
We laten je piekeren over deze vraag. (Gelach)
Je bent er niet zeker van net na een introductie over filosofie.
Dit soort vragen stellen filosofen en zoals ik al zei
stellen kinderen deze vragen van nature.
Volwassenen hebben daar veel meer moeite mee.
Voor een deel denk ik omdat filosofen
de meest fundamentele veronderstellingen die we hebben, onderzoeken
over onze plek in het heelal en wie we zijn.
Het is moeilijk om die op te geven
als we ze als volwassenen naar de achtergrond hebben verplaatst.
Net zoals Jim Copacino eerder zei:
"Volwassenen kunnen deze veronderstellingen maar beter vergeten."
Leer om je ervan bewust te worden en onderzoek ze dan nauwkeurig.
Kinderen daarentegen bekijken de wereld met een frisse blik.
Zij vragen zich af waar ze zijn,
hoe de wereld werkt en wat hun plek daarin is.
Zij veronderstellen nog niets, ze zijn leergierig en stellen zich open
om filosofisch over ideeën na te denken.
Kinderen komen met deze filosofische vragen.
Ik werkte met verschillende groepen, van 8-jarigen
tot de 6e klas van de middelbare school.
Ik gaf een bepaalde les aan 10-jarigen.
Ik deed een kleine intro over wat filosofie inhoudt,
want de meeste mensen horen er helaas pas aan de universiteit over,
of als ze toevallig op dat vak stuitten.
Ik vroeg aan de 10-jarigen,
nadat ik ze vertelde wat een filosofische vraag is:
"Denk even na over filosofische vragen en schrijf ze op.
Welke vragen stel je jezelf?
Vragen die 's avonds laat in je opkomen wanneer het kalm en rustig is,
of op een autoreis als je dvd-speler kapot is
als je tijd over hebt om na te denken.
Welke vragen stel je aan jezelf?"
Het is ongelooflijk waar ze mee komen.
Deze groep 10-jarigen stelden de volgende vragen:
wat zijn getallen? Waar komen ze vandaan?
Waarom gaan ze door tot in het oneindige?
Of ze vroegen: "Waarom haten mensen elkaar?"
"Waarom beginnen we oorlogen?"
Anderen op een publieke school vroegen:
"Als God bestaat, wie heeft God dan gemaakt?" (Gelach)
Dit zijn mooie filosofische vragen!
Vragen die begrip verdienen van de volwassen wereld.
We moeten deze vragen aanmoedigen bij de kinderen.
Ze proberen hun wereld te begrijpen en hem betekenis te geven.
Helaas denk ik dat er in ons huidige systeem
weinig begrip is voor dit soort vragen.
Ze worden niet opgenomen in ons onderwijssysteem,
deels omdat leraren niet getraind zijn in dit soort vragen.
De antwoorden zijn dubbelzinnig: er zijn betere en slechtere antwoorden,
maar er is niet één goed, duidelijk antwoord.
Je kunt dit niet makkelijk doceren voor een test.
We worden steeds meer die richting ingesluisd in het onderwijs.
Zelfs thuis, denk ik, krijgen ze weinig begrip.
Omdat ouders, velen van ons, deze vragen niet goed hebben doordacht,
niet op de hoogte zijn van de antwoorden, of beseffen of we wel of niet
verantwoord denken of we het goede antwoord weten op die vragen.
We schamen ons daarom een beetje als onze kinderen erom vragen.
Dus zeggen we maar wat, en misschien houden we het wat af
en geven we niet echt een antwoord.
Het resultaat is dat kinderen denken dat deze vragen er niet toe doen.
Ze doen er wel degelijk toe.
Ze zijn van belang om onszelf en onze plek in de wereld te begrijpen.
We proberen om het vak filosofie op de scholen te krijgen
als een manier om kinderen enthousiast te maken over leren
en betekenis te geven aan vragen die ze al hebben.
Hoe doen we dat?
We pakken niet Kant, Descartes, Hegel en Heidegger en zeggen: "Lees dit."
Laten we begrijpend lezen en zien wat je denkt.
Nee, natuurlijk zouden ze filosofie haten en terecht, zeker op die leeftijd.
In plaats daarvan komen we met de klassieke technieken
vanuit de historie van filosofie.
Waarom zijn filosofen bekend? Gedachte-experimenten.
En het mooie is dat ze geen laboratoriumruimte innemen.
We hebben geen bokalen, chemische stoffen of veiligheidstraining nodig.
Dit is het.
(Gelach)
Je moet echt aandachtig nadenken over iets hypothetisch.
Een beroemde uit de Oud-Griekse filosofie is de ring van Gyges.
Stel je voor dat je een ring vindt,
en als je die ring draait, word je onzichtbaar.
Wat zou je met die ring doen?
We geven hen wat tijd om dat te onderzoeken.
Waarom zou je dat met die ring doen?
Je kunt je voorstellen wat voor dingen ze zeggen.
En als we erachter komen, waarom ze...
Waarom doe je die dingen niet
als je die ring niet hebt? Wat houdt je tegen?
Veel van hen willen dingen doen die strikt genomen fout zijn, immoreel.
Of op z'n minst grappig en niet gepast.
(Gelach)
Weet je, ze willen mensen bespioneren.
Dus waarom doe je dat niet?
Waarom is dat verkeerd?
Eerst denken sommige kinderen:
"Het is verkeerd, want we worden ervoor gestraft."
Maar dan kunnen we ze helpen door het discussieproces
en zien we dat we die dingen bestraffen omdat ze fout zijn.
Ze zijn niet verkeerd omdat we gestraft worden.
We moeten die pijl in de juiste richting krijgen.
We kunnen echte interessante, diepe conversaties opbouwen met kinderen,
gebaseerd op gedachte-experimenten waar we mee beginnen,
maar ze ontstaan echt uit de vragen die de kinderen stelden.
Of we gebruiken filosofische puzzels.
Het schip van Theseus is een ander beroemd voorbeeld uit de Antieke Filosofie.
Stel je voor dat je een boot hebt.
Over een periode van pakweg vijf jaar
vervang je elke plank van elk gedeelte van de boot.
Heb je aan het einde van het proces nog steeds dezelfde boot?
De intuïtie van sommige mensen zegt: "Ja, dit is dezelfde boot."
Als je denkt dat het dezelfde boot is -- waarom?
Wat blijft hetzelfde gedurende dat proces?
Als je denkt dat dit niet dezelfde boot is
vertel me dan eens, wanneer werd dit een andere boot?
Op welk punt in het proces zeg je:
"Ah, nee, je hebt een nieuwe boot."
Als we met de boot beginnen, kunnen we dit vertalen
naar een discussie over persoonlijke identiteit, menselijke identiteit.
Wij zijn schepsels die na verloop van tijd veranderen.
Zijn we nog dezelfde als ons vroegere ik?
Zullen we in de toekomst nog dezelfde zijn?
En wat stelt ons in staat om dat te beweren?
Of alles hetzelfde blijft,
of hoe behoud je een identiteit gedurende al deze veranderingen?
Kinderen vinden dit geweldig.
Ze zijn zeer geïnteresseerd en ze investeren in deze vragen.
We gebruiken ook belangrijke kinderliteratuur.
De beste kinderliteratuur bevat diepe filosofische vragen.
Maar we gebruiken ook simpele dingen
zoals "Kikker- en Paddenavonturen" van Arnold Lobel.
Als je vader of moeder bent, ken je deze boeken.
Het gaat over dapper zijn.
Kikker en Pad lopen weg van een aantal dingen
terwijl ze constant zeggen: "We zijn heel dapper."
"Kijk eens, we rennen weg voor de slang, maar we zijn erg dapper."
Dus hebben we interessante discussies met de kinderen.
Wat is dapperheid? Wat is de natuur daarvan?
Kun je dapper zijn en tegelijk heel erg ***?
Is het opstaan tegen je eigen angst en er iets aan doen?
Dus ontwikkelen we deze zeer interessante discussies
vanuit de literatuur, puzzels, of uit onze gedachte-experimenten.
We gebruiken allerlei filosofische spelletjes.
We richten ons op drie dingen.
We willen hun cognitieve vaardigheden versterken, het kritische nadenken.
Ze leren een argument op te bouwen,
een argument logisch te evalueren,
bezwaren te beantwoorden tegen hun standpunten.
Dit zijn goede vaardigheden die ook bij andere inspanningen
belangrijk zijn.
We willen dat ze creatief denken.
Kom maar met een tegenvoorbeeld!
Je vriend beweerde dit net.
Kun je een tegenvoorbeeld bedenken, of een alternatief?
Wat is het en hoe komt dat tegemoet aan de bewering van die persoon.
We praten ook over gedragscompetenties.
Hoe converseer je met je vrienden?
Luister aandachtig naar ze, neem ze serieus,
en verschil van mening zonder te vechten
of je gekwetst te voelen bij onenigheid.
Een van de mooiste dingen is als beste vrienden zeggen:
"Ik heb nooit beseft dat ik het met hem oneens kon zijn
over iets dat voor ons beiden belangrijk is.
Maar het is goed, dat weten we.
Als laatste, naast cognitieve vaardigheden en gedrag,
hebben we het filosofische bewustzijn.
Weten wat een filosofische vraag is, en weten dat ze die kunnen beantwoorden.
Ze kunnen zich door de moeilijke vragen heenwerken,
en zichzelf van iets bewust worden.
Ik denk dat dit ze heel krachtig maakt.
We zien, niet alleen in ons eigen werk,
waar de kinderen er echt plezier in hebben,
maar ook over de hele wereld
waar op kleine schaal kinderfilosofie gegeven wordt,
dat die kinderen het beter doen in sommige gestandaardiseerde tests
voor kritisch denken, voor taal en geletterdheid,
voor allerlei dingen die we sterk waarderen.
Misschien nog belangrijker: de studenten vinden het echt geweldig.
Ze worden er blij van, hun liefde voor leren wordt nieuw leven ingeblazen.
Ze beseffen dat deze vragen ertoe doen en dat het bevordelijk kan zijn
om ze samen met hun maatjes te beantwoorden.
Ik denk dat het daarom draait in het onderwijs.
Daarom moeten we filosofie gaan geven.
Dank u wel.
(Applaus)