Tip:
Highlight text to annotate it
X
Onbevoegd binnenkomend wormgat.
Iemand wil
met code twee de poort openen.
Open de iris.
Help ons.
Hij bloedt inwendig.
Ik moet hem onmiddellijk opereren.
Tek Mate, Bra'tac. Bent u gewond?
- Het is mijn bloed niet.
Wat is er gebeurd?
- Chulak is aangevallen.
Door Apophis.
De schoft.
Hij heeft Sokars schip verlaten
voor 't ontplofte.
Die vent moet 's leren doodgaan.
Hij heeft het machtige leger
van Sokar onder z'n leiding.
Ik ga gelijk met u terug.
- Het is al voorbij.
Het was een snelle aanval.
Ik kon alleen nog maar het leven van
Moac redden, mijn nieuwste leerling.
Waarom is Chulak aangevallen?
Toch niet alle Jaffa's waren in opstand?
Het is makkelijker om iedereen
te doden dan de verraders te zoeken.
Begrepen. Bra'tac,
u moet meteen naar de operatiekamer.
MOEDERINSTINCT
We hebben onze uiterste best gedaan.
Ik ben u tekort gekomen.
- Nee. Het is mijn fout.
Ik heb nooit
een moedigere leerling gehad.
Ik ben ***.
Verbrand zijn lichaam.
Ik zal ervoor zorgen.
- Ik ben oud.
Ik wil de as van Moac
over het graf van Apophis uitstrooien.
Maar ik weet niet of ik nog kan vechten.
Velen zijn omgekomen.
Dat mag niet tevergeefs zijn.
Alle Jaffa's moeten dit weten.
Maar misschien moet iemand
die jonger en sterker is, het vertellen.
U bent de sterkste Jaffa
die ik ooit gekend heb.
Ik heb in mijn 1 35 jaar de Goa'ulds zich
nooit zo tegen hun slaven zien keren.
Hij heeft heel veel
oude trouwe aanbidders afgeslacht.
Misschien wil hij aan de systeemheren
laten zien hoe machtig hij is.
Apophis heeft wapens die hij
vanuit de ruimte kan gebruiken.
Er moet een andere reden zijn.
Zijn legers raasden door Chulak alsof...
Ze wat zochten.
De Harsesis.
Apophis heeft 'n kind bij Sha're,
de gastheer van z'n vrouw Amaunet.
Hij wilde 'n nieuwe gastheer.
- Dat is verboden.
Omdat het kind alle kennis van de
Goa'ulds heeft. Dus verborg Amaunet 'm.
Anders zou er op 'm gejaagd worden. Hij
kan de ondergang van de Goa'ulds zijn.
Apophis weet ook niet
waar hij verborgen is.
Ze zochten hem op Chulak.
- Weet u waar dat kind is?
Alleen dat het er Kheb heet.
Kent u dat?
Het is een oude legende.
Ik geloofde niet dat het echt bestond.
Het moet wel bestaan.
- De Goa'ulds verboden erover te spreken.
M'n vader vertelde erover. Het is lang
geleden door een paar Jaffa's ontdekt.
En het werd geheimgehouden.
Als ze geen prim'ta meer
konden dragen, gingen ze naar Kheb.
Daar leerde de kalak ze 'n pad door
de duisternis naar het volgende leven.
Kalak. Dat betekent toch ziel?
Toen 'n paar Goa'ulds het ontdekten en er
heengingen, kwamen ze niet meer terug.
Het werd verboden om erover te spreken.
Mijn vader vertelde dit verhaal graag.
Hij zei: 'Als de Goa'ulds zulke almachtige
goden zijn, wat vrezen ze dan?'
Het klinkt als 'n geweldige schuilplaats.
Kent u het adres van de sterrenpoort?
Volgens 'n aardse mythe
verborg Osiris er zich voor Seth.
Volgens de Jaffa's verborg ze zich
op een van de planeten van Loc'na Ko.
Wat zijn dat?
- Een groep leeggedolven planeten.
En hebt u de adressen van die planeten?
Dat zijn de planeten van Loc'na Ko.
Welke is de rode?
- We hebben twee kaarten met adressen.
De adressen van de Goa'uld-kaart zijn
geel en die van de Ouden zijn rood.
Herkent u dit adres?
Als de legende klopt,
staat Kheb vast niet op hun kaart.
Dit is de enige planeet
die niet op de kaart van de Goa'ulds staat.
Dat moet hem zijn.
Hoe kunnen we
er zeker van zijn dat dit Kheb is?
Het is 'n wildernis, met hoge bergen en
een tempel in 'n vallei, ver van de poort.
De Goa'ulds zijn *** voor Kheb,
daarom hebben ze hem nooit ontgonnen.
Apophis zal wel aannemen dat Amaunet
daar de Harsesis verborgen heeft.
Hij laat zich vast niet afschrikken door de
verhalen. We hebben versterking nodig.
SG-2 gaat met jullie mee.
- Ik ook.
Hopelijk zijn wij er eerst.
Meld je om de 30 minuten.
Hou alles in de gaten.
Wat heb je gevonden?
- Hier zijn onlangs zes Jaffa's geweest.
Acht.
We zijn dus niet de eerste.
U bent erg stil.
- Ik kan m'n prim'ta niet lang meer dragen.
Als die tijd gekomen is,
moet ik een beslissing maken.
Als dit echt Kheb is,
is het misschien voor ons allebei zover.
Wat is er?
- Er zijn hier zes Jaffa's gestopt.
Er zijn er twee verdergegaan
die met een vrouw zijn teruggekomen.
Hoe weet u dat?
- Kijk hier.
Het derde paar voetsporen is klein
en licht. Een sandaal van 'n Jaffavrouw.
Ze hebben gevochten
en zijn toen het bos ingegaan.
De voetsporen zijn uitgespreid. Ze renden.
Hij is goed.
- Uitzonderlijk.
Misschien is ze
de priesteres die het kind verzorgt.
Ruik je dat?
Het is maar een vogel.
Nee. Kijk.
Dit is heel vreemd.
Ze zijn verbrand maar alles er omheen is
intact. Het lijkt wel 'n blikseminslag.
Of misschien...
- Ik heb nog nooit zo'n wapen gezien.
Wapen?
- Hierheen.
Ze is neergeschoten toen ze vluchtte.
Er zijn acht lijken in totaal.
Wat is er hier gebeurd?
- Ze ging met twee Jaffa's naar de poort.
Toen ze de rest tegenkwamen, besefte
ze 't gevaar en probeerde te vluchten.
Ze gingen haar achterna en schoten haar
neer. Toen viel iets of iemand hen aan.
Dat kunt u niet zeker weten.
- Ik ben ervan overtuigd.
En het kind dan?
- Dat droeg ze.
Hoe weet u dat?
- Haar handen zijn niet vastgebonden.
En ze hebben laag geschoten.
Wat is er dan met de jongen gebeurd?
- Dat kan ik niet zeggen.
De priesteres is
al langer dan twee dagen dood.
De Jaffa's hebben Harsesis niet gevonden.
Apophis heeft er vast meer gestuurd.
Misschien wel veel meer.
Geen welkomstcomité.
- Iemand houdt hier van tuinieren.
Ze zijn waarschijnlijk binnen.
Wat doe je?
- Ik denk niet dat wapens hier gepast zijn.
Hij heeft gelijk. Dit is gewijde grond.
Wacht hier.
Ik droom er al langer
dan uw hele leven van om dit te zien.
Ik ga met u mee.
Waar komt u vandaan?
- Ik ben hier al een tijdje.
Nee. U was hier niet
toen we binnenkwamen.
Hier is overal waar u bent.
- Wat zegt u?
Ik ben Daniël Jackson. Dit zijn Jack O'Neill
en Bra'tac. Wij komen van de aarde.
Zoekt u eenheid met Desala?
- Desala...
Ik ken dat woord. Het klinkt Afrikaans...
- Desala is alles, overal.
Natuur! Dat betekent het.
Plaats geen muren
tussen uzelf en uw omgeving.
Ik weet het ook niet, ***.
Hij wil dat we onze laarzen uitdoen.
Luister even.
We hebben een lange reis achter de rug.
Uw reis begint pas net.
- We kunnen ze echt beter aanhouden.
Als de geest verlicht is, wordt de ziel
bevrijd en is het lichaam niet van belang.
Weet je wat?
Waarom vragen we hem
niet gewoon of de jongen er is?
We zoeken een jongen. Een baby.
Bliksemflitsen, vonkenregen.
In een oogwenk is het weg.
Zei u bliksem?
- Een sneeuwvlok kan niet leven in vuur.
Ik hou best wel van subtiliteit,
maar dit is gewoon onverstaanbaar.
Let maar niet op hem.
De zon is warm, de wind is wild,
het gras is groen aan de oevers.
Hier kan 'n stier zich niet verstoppen.
- Dat weet ik nog niet zo net.
Hij spreekt in Zen-koans.
Misschien is dit
wel de basis van het aardse boeddhisme.
Leuk. Ik bel de Dalai Lama wel als we
thuis zijn. Denk je nog aan onze missie?
Dit is erg belangrijk. Is er hier een kind?
- Er is een kind in ieder van ons.
O, schiet toch op.
Hij zoekt een echt mensenkind.
Van vlees en bloed.
Wie eenheid zoekt, vindt alles.
Ik denk dat dit eventjes gaat duren.
- Waarom denk je dat nou?
Is alles in orde?
Er is niets.
Ik voel me hier op mijn gemak.
Waar is het Harsesiskind?
- Dat weet ik niet.
Er zit daar 'n monnik. Daniël denkt dat ie
wat weet, dus speelt hij z'n spelletje mee.
Spelletje?
- Iets over verlichting.
Maar...
- Ik weet het wel.
Er zit een wezen in u
wiens hart alleen maar duisternis kent.
U moet dat kwaad verslaan
om een met Oma Desala te worden.
Oma, wat betekent dat?
Woorden kunnen niets overbrengen.
De geest komt niet over door te spreken.
Beheerst door woorden ben je verloren.
Je kan geen duisternis op dit pad dragen.
Als ik de symbiont
in me verwijder, sterf ik.
U kunt niet aan de reis
beginnen als dat in u is.
Een Jaffa kan dus niet een worden
voor hij bereid is te sterven?
Als de geest vrij is,
heb je het lichaam niet meer nodig.
Ik voel dat u nog
niet klaar bent voor Oma Desala.
Ik wil nog niet sterven. Maar het
doet me goed dat ik die reis zal maken.
Ik hoef toch niet te sterven?
U hebt niet hetzelfde kwaad in u.
- Mooi.
Maar u hebt uw eigen lasten
waar u zich van moet ontdoen.
Ik kan het nog niet opgeven.
Ik voel me springlevend.
Als een jonge man van 80.
We moeten nog valse goden doden.
Ze maakt geen rimpels in het water.
Ze verstoort geen grassprietje in het bos.
Wie is ze?
De moeder.
Desala.
Natuur. Moeder natuur.
We hebben het over moeder natuur.
Waarom zoekt u
dit kind van vlees en bloed?
Het is de zoon van m'n vrouw.
- Maar niet van u?
Ze is dood en ik had beloofd
dat ik hem niets zou laten overkomen.
Is hij veilig bij u?
- Ja. Dat weet ik zeker.
Omdat het zo duidelijk is,
duurt het langer voordat het doordringt.
Als je onmiddellijk weet dat kaarslicht
vuur is, was de maaltijd al lang klaar.
Ik weet niet waar u het over hebt.
Ik kan het niet.
- U wilt een belofte nakomen.
Ja.
- Is er nog een andere reden?
Het kind heeft de kennis om m'n volk
te helpen in de strijd tegen de Goa'ulds.
Haat u die?
Zij hebben de dood
van mijn vrouw op hun geweten.
En van miljoenen anderen.
Hoe kan ik ze niet haten?
Uw haat zal het kind doden.
- Hoe weet u dat?
U moet vertrouwen.
U moet geloven.
Ik geloof niet dat ik door te denken
'n kaars kan aansteken.
Ik vind het handiger om een aansteker
of een lucifer te gebruiken.
Blaast u hem nu maar uit.
Met uw gedachten.
Het spijt me.
Kunt u hem opnieuw aansteken?
Is dit een trucje?
Hou uw hand in de vlam.
- Wat?
Hou uw hand in de vlam.
Waarom zei u dat?
- Waarom deed u het?
Omdat u het zei.
- Omdat u me vertrouwde.
U hebt het vermogen
om te vertrouwen. Vertrouw Oma Desala.
Geloof niet dat u de kaars aansteekt.
Maar dat zij 't doet.
De tijd is om.
De tekens op de muur zijn 'n taal, 'n bijbel.
Nee, eerder 'n handleiding om
een soort hoger bewustzijn te bereiken.
Natuurlijk dachten de Jaffa's dat
het 'n pad naar 't hiernamaals was.
Kan het wat langzamer?
Deze plaats werd millennia geleden
door 'n buitenaards volk gebouwd.
Misschien hebben ze de aarde bezocht en
het concept van moeder natuur verspreid.
Is hij dan buitenaards?
Nee. Die vonden een weg naar
hogere levensvorm en gingen erheen.
Waar dat ook is. Maar ze lieten
de tekens achter als een soort kaart.
Die monnik is een soort curator.
Conciërge?
- Gids.
Een portier?
- Het doet er niet toe. Kijk.
Moet ik geloven dat jij dat deed?
- Ja.
Kan ik even met je praten?
We zijn hier niet om trucjes te leren.
Is 't kind er?
- Ik denk van wel.
We lopen hier gevaar.
- Dat weet ik.
Ik wil de plaats laten doorzoeken.
- Dat kun je niet doen.
Je bent in de war. Dat kan ik wel.
- Ik ben z'n vertrouwen aan 't winnen.
Hoe lang nog?
- Je snapt 't niet.
Jawel.
Dat is gevaarlijk. Leg het neer.
Dat maakte meer indruk.
Hoe deed u dat?
- Ik deed het.
Dat wilde ik zeggen. Het is ongelooflijk.
Heeft hij...
- Ik doe dat met m'n gedachten.
Dat kun jij ook.
Kan hij me leren kaarsen
aan te steken en zo door te denken?
Ik kan u niet leren wat u al weet.
Ik weet niet zoveel als u denkt.
U moet Oma Desala leren kennen.
Haar vriend worden.
Is dat uw vriendin?
Geweldig.
Teal'c, Bra'tac, ga op onderzoek.
Majoor Coburn? Met O'Neill.
- Tot uw dienst.
De Jaffa's zijn er. Hoe is het daar?
- Alles is veilig.
Goed. Wees paraat.
Leg mijnen van hier tot aan de ingang.
Ik dacht dat we vertrokken.
- Ik ook.
Is het kind hier of niet?
Dat was een glijder.
We hebben geen tijd meer.
Tijd betekent niets voor...
Zeg het maar niet.
De mijnen zijn gelegd.
- Mooi.
Daniël denkt dat we moeten blijven.
- Waarom?
Kijk eens even.
- Wat?
Deed jij dat?
- Ja.
Dat is onmogelijk.
- Dat zou je wel denken.
Waarom?
- Kun jij vuur beheersen?
Niet alleen maar vuur.
Alle instructies staan hier
op de muren. Je moet
't alleen maar willen leren en geloven.
Er moet iets anders aan de hand zijn.
- Waarom?
Onder andere omstandigheden
zou ik het onderzoeken voor ik...
Geloof je dan helemaal niet dat iemand
een hoger niveau kan bereiken?
Natuurlijk wel, maar...
- Zie je 't dan niet? Ik heb die gave.
Waarvoor?
Om het kind te beschermen.
Ze wil er zeker van zijn
dat ik weet hoe ik hem kan beschermen.
Wie, ze?
Er is een Goa'uld-moederschip
met 2000 troepen geland.
We moeten er helaas vandoor.
- Wacht even, wat doen we met...
Verdorie.
We moeten onmiddellijk vertrekken.
- Waar is Daniël?
We moeten ervandoor.
In godsnaam.
Ik kan hem niet vinden.
- Wat doen we nou?
Coburn, met O'Neill.
- Tot uw dienst.
Ga snel door de poort. Zeg aan Hammond
dat we vastzitten en versterking willen.
Veel versterking.
Verdorie.
Hier zijn ze. Op je plaatsen.
Wacht zo lang mogelijk met de mijnen.
We vechten alleen als 't noodzakelijk is.
Als we het er levend van afbrengen,
krijgt Daniël een goed pak slaag van me.
Dank u.
Hij is bij mij in goede handen.
Ik deed die dingen helemaal niet.
U deed ze.
Ik had het mis.
Ik heb helemaal geen gaven.
U wel.
U liet ze aan me zien.
Dat is uw manier van communiceren.
U wilde duidelijk maken
dat hij beter bij u kan blijven.
Ik luisterde niet.
Ik had iets beloofd.
Dat hem niets zou overkomen.
U bent niet welkom.
- In naam van Apophis zoeken we 'n kind.
U moet nu vertrekken.
- Nee.
Ga uit de weg.
Laat je wapens vallen.
Nu.
Laat je wapens vallen.
- Doe wat hij zegt.
Ik had het tegen jou.
- Wat?
Leg allemaal je wapens neer.
Ik had het helemaal mis. Er zit hier
nog steeds een buitenaards wezen.
Als we dat doen, gaan we er aan.
U komt om als u het niet doet.
Dit is het moment om me te vertrouwen.
Het wezen is degene met alle gaven.
Die kan je beter niet kwaad maken.
U moet het doen.
Dood ze.
Dat was gaaf.
U vertrekt.
U weet dat ze terugkomen
zolang de jongen hier is.
Ik zie u toch nog een keer?
Was dat het Harsesiskind?
Ik dacht dat we dat kind nodig hadden.
Laat je haar gewoon...
Je hebt geen keuze.
Met majoor Coburn. Meld u.
- Ik luister.
Er is versterking op komst.
- Er is geen haast bij. We zijn veilig.
Dat is goed nieuws.
De sterrenpoort gaat net open.
Er schijnt een vreemd fel licht.
Niet aanvallen. Leg de wapens
neer tot het licht verdwenen is.
Begrepen.
Het is verdwenen.
Gaat het?
We gaan naar huis.
Daniël, je schoenen.