Tip:
Highlight text to annotate it
X
Engels Fairy Tales Verzameld door Joseph Jacobs
Hoofdstuk 10: Muis en Mouser
De muis ging naar de Cat te bezoeken, en vond haar zitten achter de hal deur, spinnen.
MUIS. Wat doe je, mijn vrouw, mijn vrouw, wat
doe je, mijn vrouwe?
CAT (sterk). Ik ben spinning oude broek, goed lichaam, goede
lichaam Ik ben spinning oude broek, goed lichaam. MUIS.
Lang zal je dragen, mijn vrouw, mijn vrouw, Lang zal je dragen, mijn dame.
CAT (nors). Ik draag ze en scheur ze, goed lichaam, goede
lichaam.
Ik draag ze en scheur ze, goed lichaam. MUIS.
Ik was mijn kamer vegen, mijn vrouw, mijn vrouw, ik was het vegen van mijn kamer, mijn dame.
CAT.
De schoonmaker die er zou zijn, goed lichaam, goed lichaam, hoe schoner je zou zijn, goed lichaam.
MUIS. Ik vond een zilveren kwartje, mijn vrouw, mijn
dame, vond ik een zilveren kwartje, mijn dame.
CAT. Hoe rijker je was, goed lichaam, goede lichaam,
Hoe rijker je was, goed lichaam. MUIS.
Ik ging naar de markt, mijn vrouw, mijn vrouw, ging ik naar de markt, mijn dame.
CAT. Hoe verder je ging, goed lichaam, goede body
Hoe verder je ging, goed lichaam.
MUIS. Ik kocht me een pudding, mijn vrouw, mijn vrouw, heb ik
kocht me een pudding, mijn dame. CAT (grommen).
Hoe meer vlees je had, goed lichaam, goede body, Hoe meer vlees je had, goed lichaam.
MUIS. Ik heb het in het venster om af te koelen, mijn vrouw, heb ik
het in het venster af te koelen.
CAT. (Sterk).
Hoe sneller je zou eten, goed lichaam, goed lichaam, hoe sneller je zou eten, goed lichaam.
MOUSE (schuchter).
De kat kwam en at het op, mijn vrouw, mijn vrouw, De kat kwam en at het op, mijn dame.
CAT (pouncingly). En ik zal eten je op, goed lichaam, goede lichaam, en
Ik eet u, goed lichaam.
(Springs op de muis en doodt het.)