Tip:
Highlight text to annotate it
X
Vertaald door: Angélique van Schaick Nagekeken door: Axel Saffran
Ik ben bijzonder blij dat ik hier vandaag met jullie kan praten
over hoe we het beschadigde brein zouden kunnen repareren.
Ik ben met name geboeid door dit onderwerp,
omdat als neuroloog,
ik geloof dat dit ons een geweldige kans geeft
om wellicht hoop te kunnen bieden
voor patiënten die leven met verwoestende
en tot op heden onbehandelbare ziektes van de hersenen.
Hier is het probleem.
Je ziet hier een foto van de hersenen van iemand
met Alzheimer
naast gezonde hersenen,
Opvallend in de hersenen met Alzheimer,
rood omcirkeld, is duidelijke schade -- atrofie, littekenvorming.
Ik zou je soortgelijke foto's kunnen laten zien
van andere ziektes: multiple sclerosis,
motorneuronziekte, ziekte van Parkinson,
zelfs de ziekte van Huntington.
Zij zouden een vergelijkbaar beeld laten zien.
Gezamenlijk vormen deze hersenaandoeningen
één van de grootste actuele bedreigingen van de volksgezondheid.
De aantallen zijn schokkend.
Er zijn vandaag de dag 35 miljoen mensen
met één van deze hersenziekten.
Wereldwijd bedragen de jaarlijkse kosten
meer dan 700 miljard dollars.
Denk daar eens over na.
Dat is meer dan 1% van het wereldwijde BBP.
Het wordt nog erger.
Deze aantallen stijgen nog steeds
omdat dit grotendeels
leeftijdsgebonden ziektes zijn en we steeds langer leven.
Wij moeten ons echt afvragen
waarom, gezien het verwoestend effect van deze ziektes op het individu --
los van de omvang van het maatschappelijk probleem --
waarom er geen effectieve behandelingen zijn?
Om dit te kunnen onderzoeken
moet ik jullie eerst een spoedcursus geven
over de werking van de hersenen.
Met andere woorden, ik moet jullie alles vertellen
wat ik heb geleerd op de medische faculteit.
(Gelach)
Geloof me, het zal niet erg lang duren.
Oké? (Gelach)
Het brein is erg simpel.
Het bestaat uit vier cellen
en twee daarvan kun je hier zien.
Daar is de zenuwcel
en de gemyeliniseerde cel, of de geïsoleerde cel.
Ze worden olygodendrocyten genoemd.
Als deze vier cellen samenwerken
in harmonie en gezondheid,
creëren ze een buitengewone symfonie van elektrische activiteit.
Dit is de elektrische activiteit
die ons in staat stelt om te denken, voelen,
onthouden, leren, bewegen, voelen enzovoort.
Tegelijkertijd kunnen elk van deze vier individuele cellen
-- alleen of samen -- degenereren of sterven.
Wanneer dat gebeurt, krijg je schade.
De elektrische bedrading raakt beschadigd.
Je krijgt verstoorde verbindingen.
Dat uit zich hier in langzamere geleiding .
Uiteindelijk zal de schade zich uiteraard manifesteren als ziekte.
Als de stervende zenuwcel
een motorische zenuw is,
krijg je motorneuronziekte.
Ik wil je een voorbeeld geven uit de praktijk,
wat er gebeurt bij motorneuronziekte.
Dit is John, een patient van mij.
Ik heb John afgelopen week in de kliniek ontmoet.
Ik heb John gevraagd om ons te vertellen over zijn problemen
die leidden tot de eerste diagnose
van motorneuronziekte.
John: Ik kreeg de diagnose in oktober 2011.
Het grootste probleem was de ademhaling,
moeite met ademhalen.
Siddharthan Chandran : John zegt dus
dat de ademhalingsproblemen
uiteindelijk hebben geleid tot de diagnose
van motorneuronziekte.
Nu is John 18 maanden verder in dat traject,
en ik heb hem gevraagd
naar zijn huidige situatie.
John: Momenteel heb ik nog meer moeite met ademhalen.
Ik heb geen kracht meer in mijn handen, mijn armen en mijn benen.
Ik zit dus meestal in een rolstoel.
SC: John heeft ons verteld dat hij meestal in een rolstoel zit
In deze twee fragmenten zien we niet alleen
de verwoestende gevolgen van de ziekte,
maar ook het schrikbarende tempo waarmee de ziekte zich ontwikkeld.
In amper 18 maanden
is een gezonde volwassen man
afhankelijk geworden van een rolstoel en beademing.
Want laten we eerlijk zijn, John zou ieders vader,
broer of vriend kunnen zijn.
Dit is wat er gebeurt wanneer de motorische zenuw sterft.
Wat gebeurt er als de gemyeliniseerde cel sterft ?
Dan krijg je multiple sclerose.
De scan aan de linkerkant
is een illustratie van de hersenen,
die alle verbindingen in de hersenen toont.
De beschadigde gebieden zijn daaroverheen geprojecteerd.
We noemen ze demyeliniserende laesies.
Dat is schade en het is wit.
Ik weet wat je nu denkt.
Je denkt : "Mijn god, die kerel komt op,
zegt dat hij het gaat hebben over hoop,
en het enige wat hij heeft gedaan
is een deprimerend verhaal ophangen."
Ik zei dat deze ziektes verschrikkelijk zijn.
Ze zijn verwoestend, aantallen stijgen.
de kosten zijn belachelijk, en het ergste van alles,
er is geen behandeling. Waar is de hoop?
Weet je wat? Ik denk dat er hoop is.
Er is hoop in deze hersendoorsnede
van iemand anders met MS,
omdat het iets wonderbaarlijks laat zien:
de hersenen kunnen zichzelf repareren.
Alleen nog niet goed genoeg.
Hier zijn dus twee dingen die ik je wil laten zien:
allereerst de schade van deze patiënt met MS.
Het is weer zo'n witte ***.
Cruciaal is echter het rood omringde gebied
met daarin een lichtblauwe vlek.
Het gebied dat nu lichtblauw is, was ooit wit.
Het was dus beschadigd. Nu is het gerepareerd.
Voor de duidelijkheid: niet door artsen.
Ondanks artsen, niet door artsen.
Dit is een spontane reparatie.
Het is verbazingwekkend en het vond plaats
omdat er zelfs in de hersenen stamcellen zijn,
die het mogelijk maken nieuwe myeline, nieuwe isolatie,
over de beschadigde zenuwen heen te leggen.
Deze waarneming is belangrijk om twee redenen.
Ten eerste bestrijdt het een dogma
dat we leerden op de medische faculteit,
ik tenminste -- weliswaar in de vorige eeuw --
dat het brein zichzelf niet kan herstellen,
in tegenstelling tot het bot en de lever.
In werkelijkheid gebeurt het wel, maar niet goed genoeg.
Ten tweede,
het geeft ons een duidelijke richting in onze zoektocht naar nieuwe therapieën.
Je hoeft geen genie te zijn
om te weten wat je hier te doen staat.
Je hoeft alleen maar manieren te vinden
om de endogene, spontane reparatie, die hoe dan ook plaatsvindt, te bevorderen.
De vraag is:
als we dit al enige tijd weten,
waarom hebben we hier geen behandelingen voor?
Dit geeft deels de complexiteit van medicijnontwikkeling weer.
Medicijnontwikkeling kun je zien
als een behoorlijk dure, riskante weddenschap.
De kans is ruwweg 1 op 10.000,
omdat je zo'n 10.000 samenstellingen moet testen
om die ene potentiële winnaar te vinden.
Vervolgens kost het 15 jaar en ruim een miljard dollar.
Zelfs dan heb je misschien nog steeds geen winnaar.
Dus de vraag voor ons is:
kun je de spelregels veranderen
en de kansen verbeteren?
Om dat te kunnen doen, moet je denken:
waar zit het knelpunt bij het ontdekken van nieuwe geneesmiddelen?
Eén van de knelpunten zit aan het begin.
Voor deze onderzoeken worden diermodellen gebruikt.
Maar we weten dat de eigenlijke studie van de mensheid de mens is,
in de woorden van Alexander Pope.
De vraag is, kunnen we deze ziektes bestuderen
terwijl we gebruik maken van menselijk materiaal?
Natuurlijk, dat kunnen we absoluut.
We kunnen stamcellen gebruiken,
in het bijzonder menselijke.
Menselijke stamcellen zijn buitengewone
maar simpele cellen die twee dingen kunnen:
ze kunnen zichzelf vernieuwen of delen,
maar kunnen zich ook specialiseren
tot botcellen, levercellen of -- cruciaal -- zenuwcellen,
misschien zelfs de motorische zenuwcel of de gemyeliniseerde cel.
De uitdaging is er al lange tijd.
Kunnen we de kracht gebruiken,
de onbetwiste kracht van deze stamcellen
zodat we hun belofte kunnen realiseren voor regeneratieve neurologie?
Ik denk dat wij dat nu kunnen,
omdat er verschillende belangrijke ontdekkingen zijn geweest
in de laatste 10, 20 jaar.
Eén daarvan was hier in Edinburgh:
waarschijnlijk het enige beroemde schaap, Dolly.
Dolly is gemaakt in Edinburgh,
en Dolly was een voorbeeld
van het eerste gekloonde zoogdier
uit een volwassen cel.
Maar ik denk dat een nog belangrijkere doorbraak
binnen de context van onze discussie van vandaag,
in 2006 is gemaakt door Yamanaka, een Japanse wetenschapper.
Yamanaka liet zien,
met een geweldig staaltje wetenschappelijk koken,
dat slechts vier bestanddelen
in feite elke volwassen cel kunnen omzetten in een stamcel.
Het belang hiervan is moeilijk te overdrijven,
want dit betekent dat je van iedereen in deze zaal,
met name patiënten,
een op maat gemaakte, gepersonaliseerde weefselreparatieset kunt creëren.
Je maakt van een huidcel een pluripotente cel.
Dan kun je die cellen maken die voor hun ziekte relevant zijn,
voor bestudering en potentieel voor behandeling.
Op de medische faculteit --
lijkt een terugkerend thema, ik en de medische faculteit--
zou men dit belachelijk vinden.
Maar vandaag de dag is dit de realiteit.
Ik zie het als de hoeksteen
van regeneratie, herstel en hoop.
Nu we bij het thema hoop zijn,
voor diegenen die wellicht gefaald hebben op school,
er is ook hoop voor jou,
want hier is het schoolrapport van John Gerdon.
("Ik geloof dat hij wetenschapper wil worden;
gezien zijn huidige prestatie is dat absurd.")
SC: Drie maanden geleden ontving hij de Nobelprijs voor geneeskunde.
Terug naar het oorspronkelijke probleem.
Welke gelegenheid bieden deze stamcellen, deze ontwrichtende technologie,
om beschadigde hersenen te repareren?
Zogenaamde regeneratieve neurologie.
Dat kun je volgens mij op twee manieren zien:
als een geweldig 21-eeuws hulpmiddel voor medicijnontwikkeling,
en/of als een vorm van therapie.
Nu wil ik jullie over beide iets vertellen.
Mensen noemen dit vaak 'medicijnontwikkeling in een petrischaal'.
Het is heel simpel: Je neemt een patiënt met een ziekte,
laten we zeggen motorneuronziekte,
je neemt een huidmonster,
doet een pluripotente herprogrammering,
zoals ik vertelde,
en je genereert levende motorzenuwcellen.
Dat is eenvoudig want dit is
wat pluripotente cellen kunnen.
Maar cruciaal is dat je dan hun gedrag kunt vergelijken
met hun soortgelijke maar gezonde tegenhangers,
bij voorkeur van een onaangetast familielid.
Zo vergelijk je de genetische variatie.
Dat is precies wat we hier hebben gedaan.
Dit was een samenwerking met collega's:
Chris Shaw (London)
en Steve Finkbeiner en Tom Maniatis (VS).
Wat je hier ziet, en dit is verbazingwekkend,
zijn levende, groeiende, motorische zenuwcellen
van een patient met motorneuronziekte
Het is een erfelijke vorm.
Ik bedoel, stel je eens voor.
Tien jaar geleden zou dit ondenkbaar zijn geweest.
Behalve ze zien groeien
kunnen we ze ook manipuleren zodat ze fluoriseren,
maar essentieel is dat we dan ook hun individuele gezondheid kunnen volgen
en de zieke motorische zenuwcellen met de gezonde cellen vergelijken.
Wanneer je dit allemaal doet en alles samenbrengt,
realiseer je je dat de zieke cellen,
weergegeven met de rode lijn,
tweeënhalf keer meer kans hebben om te overlijden
dan de gezonde tegenhanger.
Het cruciale punt is hier dat je dan
een geweldige analyse hebt om medicijnen te ontdekken.
Dit kun je doen met een automatisch screeningsysteem
met hoge doorvoercapaciteit.
Dan vraag je het volgende:
zorg dat ik een medicijn vind
dat de rode lijn dichter bij de blauwe lijn brengt,
omdat dat medicijn een hoogwaardige kandidaat zal zijn
die je waarschijnlijk direct op mensen kunt uitproberen
zodat je vrijwel de knelpunten omzeilt
waar ik je over heb verteld in medicijnontdekking
met de diermodellen.
Als je snapt wat ik bedoel. Het is geweldig.
Maar ik wil terugkomen op
hoe je stamcellen direct kunt gebruiken
om schade te herstellen.
Nogmaals, er zijn twee manieren om dit te bekijken,
en zij sluiten elkaar niet uit.
De eerste, die ons volgens mij
op lange termijn het hoogste dividend oplevert --
hoewel er dit moment nog niet zo over gedacht wordt --
is het nadenken over de stamcellen die zich al in de hersenen bevinden.
Iedereen heeft stamcellen in de hersenen,
zelfs in zieke hersenen.
De meest slimme aanpak is om deze stamcellen,
die zich al in de hersenen bevinden, te stimuleren en activeren,
zodat die schade adequaat kunnen repareren.
Dit zal de toekomst zijn.
Er zullen medicijnen zijn die dit kunnen.
De andere manier is om cellen te introduceren,
te transplanteren,
om stervende en verloren cellen te vervangen, zelfs in de hersenen.
Ik wil je nu vertellen over een klinisch onderzoek
dat we onlangs hebben afgerond,
met collega's van University College London (UCL),
in het bijzonder David Miller.
Deze studie was erg simpel.
We namen patienten met multiple sclerose
en stelden een simpele vraag:
zouden stamcellen uit het beenmerg hun zenuwen beschermen?
We hebben wat beenmerg genomen,
stamcellen gekweekt in het laboratorium,
en die toen terug geïnjecteerd in de ader.
Dit klinkt wel erg eenvoudig.
Het heeft een hele groep mensen vijf jaar gekost.
Ik heb er grijze haren van gekregen.
Er waren talloze problemen.
Maar in principe is het simpel.
We hebben ze dus bij de ader ingebracht.
Om te beoordelen hoe succesvol dit was,
hebben we de oogzenuw gemeten.
Bij MS is het goed om dat te meten,
omdat patienten met MS helaas
problemen hebben met zicht --
verlies van gezichtsvermogen, wazig zicht.
We maten dus de grootte van de oogzenuw
met behulp van de scans.
Drie keer -- 12 maanden, zes maanden, en vóór de infusie --
en je ziet de licht dalende rode lijn.
Dit geeft aan dat de oogzenuw krimpt.
Dit is logisch omdat de zenuwen afsterven.
We gaven de stamcelinfusie
en herhaalden de meting twee keer --
drie maanden en zes maanden --
en tot onze verbazing ging de lijn omhoog.
Dat wijst erop dat de ingreep
een beschermende werking had.
Ik denk zelf niet dat de stamcellen
nieuwe myeline of nieuwe zenuwen geproduceerd hebben.
Ik denk dat ze de endogene stamcellen of voorlopercellen,
hebben gestimuleerd om hun werk te doen,
te ontwaken, nieuwe myeline te produceren.
Dus dit is een 'proof of concept'.
Ik ben hier erg enthousiast over.
Nu wil ik eindigen met het thema waarmee ik begon,
namelijk regeneratie en hoop.
Ik heb John gevraagd
wat zijn hoop is voor de toekomst.
John: Ik zou hopen dat
ergens in de toekomst
door het onderzoek dat jullie doen
er een behandeling komt
zodat mensen zoals ik een normaal leven kunnen leiden.
SC: Ik bedoel, dit spreekt boekdelen.
Ik wil afsluiten door allereerst John te bedanken
dat ik zijn inzichten en de fragmenten
aan jullie mocht laten zien.
Maar ik wil hier ook voor John en anderen aan toevoegen
dat ik zelf hoopvol ben voor de toekomst.
Ik geloof echt dat
ontwrichtende technologieën, zoals stamcellen,
echte hoop bieden.
Ik denk dat we sneller dan we denken
in staat zullen zijn om het beschadigde brein te herstellen.
Dank je.
( Applaus)