Tip:
Highlight text to annotate it
X
Er waren eens twee kleine zaadjes, die onder de aarde lagen.
Die twee zaadjes zouden in de loop van de tijd
opgroeien om grote, mooie bomen te worden.
Om hen heen waren bergen, akkers en groene weides
vol met bloemen.
Gewoon een mooie plek om op te groeien.
Op een dag kwamen zij boven de grond uit naar buiten in de
grote, wijde wereld, waar de zon scheen
en vogels kwetterden voor hen een welkom.
Joepie! We zijn eruit!
Kijk al die grote bomen daar eens!
Zo groot word ik ook – en zo groen!
De zaadjes waren kompleet in beslag genomen door de grote
en wonderlijke wereld om hen heen,
zij konden er bijna niet op wachten om groot te zijn.
Zij groeiden - langzaam, maar zeker -
maar zij vonden dat het echt niet snel genoeg ging.
Maar na verloop van tijd kregen de twee boompjes een slechte gewoonte.
Moet je nou eens horen...
Hoei, Er is hier zo veel wind!
Die anderen bomen daar verderop hebben het veel fijner.
Dat is niet eerlijk, toch?
Heee... Hier is ook zoveel zand.
Die anderen staan in het lekkere gras!
De twee boompjes waren duidelijk niet tevreden
met hun omstandigheden, - en zij kregen de slechte gewoonte om te mopperen
en te zeuren over bijna alles.
Als de ene iets vond wat niet zo goed was,
dan vond de andere wel iets dat nog erger was.
Er was een uil in de buurt, die de twee boompjes een tijdje
had aangehoord, en zij besloot om eens
met de boompjes te gaan praten.
Hallo, jonge boompjes. Hoe gaat het met jullie?
Hallo... ja, wij vinden het alleen een beetje oneerlijk dat wij hier staan
In de modder, terwijl al die andere bomen het zo fijn bij elkaar hebben
daar verderop.
Hmm... Weten jullie – ik ben een blijde en tevreden oude uil,
daarom geef ik jullie een hele goede raad.
Wees dankbaar! Dat betekent meer voor je leven dan je denkt.
Neem dat als een goede raad aan van een wijze uil.
Succes ermee, boompjes! Probeer het maar- dan zul je het zien.
De uil vloog weg, en de twee boompjes bleven achter,
een beetje verbaasd over wat zij gehoord hadden.
Ooh... Daar heb ik nog nooit aan gedacht -
dat dankbaar zijn iets betekent voor de rest van je leven.
Ik wil het het ook goed hebben! En zeker ook blij zijn -
een soort van "blijboompje".
Het is toch fijn om blij te zijn...
maar je kunt toch niet altijd maar dankbaar zijn?
Daar geloof ik niks van! Dat lukt me nooit!
Ik vind het maar een domme uil.
Mmm, ik denk dat ik het toch maar wel probeer.
Nee, dank je, ik niet.
Ik denk dat ik maar een beetje verderop ga staan,
want ik ben al die modder hier helemaal zat.
Het ene boompje wilde niet geloven wat de uil gezegd had.
Hij vond het maar saai en dom.
Het andere boompje besloot de goede raad
zo goed mogelijk op te volgen.
Hé! Niet op mij gaan zitten! Ik ben toch geen huis!
Oh, nu kan ik het oefenen!
Je kan prima hier bij mij zitten.
Ik vind dat het best gezellig met een beetje gezelschap.
Argh! Ik haat het om nat te worden! Ga weg, jij domme wolk!
Maar denk eens hoe goed de regen voor onze wortels is.
Je kan wel op mij regenen, wolk. Ik heb vast wel een beetje water nodig.
Is het mogelijk om hier ook een beetje schaduw te krijgen?
Je steekt zo erg, zon!
Dankjewel, zon, dat je ons licht geeft.
Zonder licht konden wij niet groeien.
En de jaren verstreken en de bomen groeiden. Maar er gebeurde iets vreemds;
Het ene boompje groeide uit tot een grote, frisse en groene boom.
Maar het andere boompje – dat groeide bijna niet.
En de takken trokken krom en droogden uit,
en ze kwamen ook niet vol met groene bladeren.
De kromgetrokken boom keek jaloers
naar de andere boom.
Die was zo groot en zo mooi, en iedereen hield van hem.
Waarom ben je zo veel groter en mooier dan ik?
We waren eigenlijk twee gelijke bomen.
Waarom heb jij het zo goed?
Herinner je je wat die oude uil ons een keer vertelde?
Dat, als je ervoor kiest om dankbaar te zijn voor het leven en
hoe je het ook had, dan zou het je goed gaan.
Dit heb ik onthouden en geprobeerd me mijn hele leven hieraan te houden.
En inderdaad heb ik gemerkt dat het mij erg goed heeft gedaan.
Toen begreep de andere boom dat de keuzes in het leven
zo’n groot verschil tussen de twee bomen hadden veroorzaakt.
Ja... ik herinner me dat.
En ik begrijp nu ook dat die oude uil toch wel gelijk had.
Dus het was toch wel een wijze oude uil.
Maar hee...
Ik kan dat toch ook proberen? Beter laat dan nooit.
Of niet?
Zeker beste vriend! Dat kan ik je verzekeren.
Wacht maar eens, je zult het zien!
He, vogeltje! Ga hier maar zitten ***, en rust maar lekker uit.
Zo gaat ie goed!