Tip:
Highlight text to annotate it
X
Lizzie: Hoi allemaal. Jup, we zijn nog steeds op Netherfield.
En dit wordt belachelijk.
Ik snap dat wanneer je huis wordt verbouwd,
dat tijd kost, en dat je geduldig moet zijn.
En ik snap ook dat wanneer er aan je huis gewerkt wordt,
het niet veilig is om daar te wonen.
Maar als je onder één dak woont met iemand
die je niet uit kunt staan, komt er een moment
dat genoeg genoeg is.
Mijn naam is Lizzie Bennet, en ik wil echt heel,
heel graag naar huis.
Oké, laten we het eens over een paar dingen hebben.
Ik moet toegeven dat, ondanks
dat we hier al een maand zijn,
ik het leuker heb gevonden dan ik had verwacht.
En voor de duidelijkheid: leuker dan verwacht
is iets heel anders dan het daadwerkelijk leuk vinden.
Bing is superaardig en Caroline
was een hele positieve verrassing en -
laten we het daar maar bij houden. Maar serieus,
ze zijn ons hier nu vast zat.
Darcy lijkt elke dag arroganter te worden.
Ja, blijkbaar is dat mogelijk.
En van Caroline krijg ik het gevoel
dat ze er maar gewoon het beste van maakt. Sorry, ik weet
dat je kijkt en dat je het nooit
toe zou geven, maar ondertussen wil je vast gewoon
je huis terug. En ondanks dit alles
heeft mijn moeder nog steeds het lef erop te staan
dat we hier blijven. En ja,
ik weet heel goed dat ze deze hele situatie
voor haar eigen doeleinden gebruikt.
Lizzie: Lizzie, jij en Jane
blijven maar gewoon mooie en single
in dat huis, zo lang als nodig is.
Vooral Jane.
Lizzie: Maar we willen naar huis.
Lizzie: Je kunt thuis komen Lizzie, zodra
het huis klaar is.
Lizzie: En Jane dan?
Lizzie: Jane kan thuis komen wanneer ze maar wil.
Maar niet tot ze een glimmende diamant om haar ringvinger heeft.
Lizzie: Ze doet het tenminste nog uit liefde.
En een beetje wanhoop. Maar vooral liefde.
(geklop)
Bing: Hé, Lizzie? Oh, je bent weer aan het filmen.
Ik kan later wel terugkomen.
Lizzie: Nee, het geeft niet, ik knip dit er wel uit. Wat is er?
Bing: Het gaat om Jane.
Lizzie: Ze is vast zo terug.
Bing: Ik weet het. Maar ik wilde je iets vragen.
Vind je dat ze de laatste tijd een beetje raar doet?
Lizzie: Hoezo?
Bing: Nou, ik had gisteren bloemen voor haar gehaald
en ze zei helemaal niks. Ik bedoel,
ik hoef geen uitgebreide bedankjes
voor een bloemetje ofzo.
Lizzie: Ze waren heel mooi.
Bing: Dankjewel. Vond zij ze ook mooi?
Lizzie: Ja, zeker.
Nee, serieus, ze vond ze prachtig.
Bing: Mooi. Ze leek een beetje apathisch.
Lizzie: Nee, ik weet wat het is. Ik denk dat Jane
gewoon last van heimwee heeft.
Bing: Oh nee, vind ze het hier niet leuk?
Lizzie: Nee, dat is het niet.
Ze vindt het hier geweldig. Maar, gewoon.
We missen onze bedden. Het ligt niet aan jullie.
Bing: Oh oké. Ik snap het.
Lizzie: Jij en Caroline hebben ons geweldig welkom geheten.
Echt, redders in nood.
Bing: Graag gedaan ***, Lizzie.
Ik vind het fijn dat jullie er zijn.
Ik bedoel, ik vind het leuker dat Jane er is.
Ik bedoel – dat klonk verkeerd.
Lizzie: Nee, geen zorgen. Als ik jou was
zou ik Jane ook leuker vinden. Nee, klinkt nog steeds raar.
Bing: Nou, dankjewel, Lizzie. En jullie
kunnen zo lang blijven
als jullie willen.
Lizzie: Laat mijn moeder het maar niet horen.
Bing: Wat zei je?
Lizzie: We waarderen dat heel erg.
Oké, dat was niet zo erg.
Bing is echt een hele toffe jongen, en
ondanks mijn moeders onsubtiele koppelpogingen
lijken Bing en Jane echt
bizar perfect voor elkaar te zijn. Voor elkaar
gemaakt. Soulmates. Eén ziel! Wie weet
wat er verder nog met hen gaat gebeuren.
Jane: Hé Lizzie! Je raadt nooit
wat er net is gebeurd.
Lizzie: Nee.
Jane: Wow. Alles goed?
Lizzie: Nee, ik word gek hier,
de muren komen op me af.
Ik mis ons thuis.
Jane: Ik was daar net.
Lizzie: In de muren?
Jane: Nee, thuis.
Lizzie: Oh. Thuis. Hoe ziet het er uit?
Jane: Het zit er prima uit.
Lizzie: Prima? Wat bedoel je met prima?
Jane: Ik heb net de aannemer gesproken,
hij was de laatste inspectieronde aan het doen,
en hij zegt dat het al een week weer bewoonbaar is.
Lizzie: Wat? Serieus?
Jane: Ja, blijkbaar dacht hij dat we
op vakantie waren ofzo, maar hij zegt
dat we weer naar huis kunnen wanneer me maar willen.
Lizzie: Ongelooflijk.
Jane: Hé, wat ben je aan het doen?
Lizzie: Inpakken. We gaan naar huis.
Vind je dat goed?
Jane: En mam en pap en Lydia dan?
Moeten we het ze niet vertellen?
Lizzie: Ja. We bellen ze wel als we thuis zijn.
Inpakken nu!
Jane: Oké.