Tip:
Highlight text to annotate it
X
En zeg nou niet dat je niet wist dat hij geladen was. Sylvie.
Laat hem iets nuttigs doen, een lawine veroorzaken of zo.
Als je zo eet, is er iets mis met je.
Sylvie, ik ga scheiden. - Wat? Van Charles?
Heb ik nog meer echtgenoten dan? Ik heb m'n best gedaan, maar...
Maar wat? - Ik kan zo gewoon niet verder.
Wat irritant dat je niet aankomt van al die ellende.
Maar waarom wil je nou scheiden? - Ik hou van 'm, maar hij niet van mij.
Dat is geen reden om te scheiden.
Met zo'n rijke man en die kleren vind je makkelijk nieuwe vrienden.
Eerst Amerikaanse provincialen en nu Franse conservatieven? Nee, dank je.
Ik vind het vreselijk om te scheiden.
Maar Charles had gewoon eerlijk tegen me moeten zijn.
Charles doet altijd geheimzinnig en hij zit altijd te liegen.
Hij verbergt iets voor me. lets vreselijks. Het beangstigt me.
Hoort hij bij u? - Bij haar. Heeft hij een bank beroofd?
Hij gooide sneeuwballen naar baron Rothchild.
Kennen we elkaar? - Gaan we elkaar kennen?
Hoe moet ik dat weten?
Ik heb al zo veel vrienden. Er moet er eerst een dood voor ik nieuwe maak.
Laat het me weten als er een ziek is. - Slapjanus.
U geeft het wel erg snel op, hè?
Kom Jean-Louis, ik heb nog nooit een Rothchild gezien.
Slim ventje, hij had me bijna gemist.
U belemmert m'n uitzicht. - Welk uitzicht wilde u hebben?
Waar u voor staat. Ik wil 't nog zien, ik ga terug naar Parijs. Hoe heet u?
Peter Joshua. - Regina Lampert.
Is er een meneer Lampert? Mooi. - Nee, ik ga scheiden.
Toch niet door mij? - Ik hou niet van hem.
U bent wel eerlijk. - is er een mevrouw Joshua?
We zijn gescheiden. - Dat was geen aanzoek, ***.
Is uw man hier ook? - Nee. Noemen ze u Pete?
Mr Joshua. Het was me 'n genoegen. - Nu bent u kwaad.
Nee, ik ga pakken. Ik ga ook terug naar Parijs.
Shakespeare zei dat je mensen in den vreemde weer terug moet zien.
Dat was Shakespeare niet. - O nee?
Dat verzint u. - Het klonk toch goed? Belt u me?
Staat u in het telefoonboek?
Is er maar één Charles Lampert? - Ik hoop van wel.
Dag, Sylvie. Bedankt. - Ga je na je scheiding naar Amerika?
Wil je niet dat ik blijf? - Als je gaat, kun je me schrijven.
Je wilt postzegels? Ik koop ze wel voor je.
Honorine?
Madame Charles Lampert?
Inspecteur Edward Grandpierre van de politie. Wilt u met me meekomen?
En, madame?
U weet het echt zeker?
Heeft u van hem gehouden?
Ik heb het erg koud.
Het lichaam van uw man lag naast het spoor tussen Parijs en Bordeaux.
Hij had alleen een pyjama aan. Weet u waarom hij uit Frankrijk weg wilde?
Weg? Nee.
Uw man had een passagebiljet voor de Maranguater.
Die is vanmorgen naar Venezuela afgevaren.
Ik begrijp er niets van. - Was uw man een Amerikaan?
Een Zwitser. - En wat was hij van beroep?
Hij had geen beroep. - Was hij rijk?
Ik denk het, geen idee. - Hoe rijk, denkt u?
Dat weet ik niet. - Waar is z'n geld?
Ik heb geen idee. - Wie is z'n meest naaste familielid?
Dat weet ik niet. - Dat is absurd, madame.
Ik weet het. Sorry. - Het geeft niet.
Ik heb liever dat u niet rookt.
Vorige week heeft uw man de hele inboedel in uw woning laten veilen.
Hij kreeg er 1.250.000 franc voor, oftewel een kwart miljoen dollar.
De politie in Bordeaux heeft z'n coupé grondig doorzocht.
Ze hebben geen kwart miljoen dollar gevonden.
Dit is het enige wat er lag. Verder had hij geen bagage bij zich.
Uw man had zeker grote haast. Een portefeuille met 4000 franc.
Een agenda met een aantekening voor gisteren.
'Vijf uur 's middags Jardin des Champs Élysées. ' Waarom?
Misschien had hij met iemand afgesproken.
Dat zit er dik in. Een passagebiljet voor Zuid-Amerika.
Een brief, met postzegel. Aan u geadresseerd.
Mag ik die zien?
Lieve Regina, ik hoop dat je een leuke vakantie hebt.
De dagen gaan langzaam om zonder jou. Liefs, Charles.
P.S. je tandarts belde gisteren. Je afspraak is verzet.
Kort briefje. - We hebben uw tandarts gebeld.
We hoopten iets te weten te komen. - En?
Ja. Uw afspraak is inderdaad verzet.
Een sleutel van uw appartement.
Een kam. Een vulpen.
Een tandenborstel. Een blikje tandpoeder. En dat was 't.
Als u hier wilt tekenen, mag u alles meenemen.
En mag ik dan nu gaan? - Ik heb nog één vraag.
Is dit het paspoort van uw man?
En dit?
Dit begrijp ik niet. - En dit?
En dit?
Ik had gebeld, er nam niemand op.
Hallo. Ik vind het heel erg voor u. Kan ik iets voor u doen?
Hoe wist u ervan? - Het staat in de middagkranten.
Het spijt me heel erg voor u.
De bel deed het niet. - De stroom is eraf.
Waar is alles gebleven? - Charles heeft alles laten veilen.
Ik hou van deze kamer. Charles zag alleen de spullen die er stonden.
Ik vind het hier zo mooier.
Wat gaat u nu doen? - Ik ga weer bij Euresco werken.
Als wat? - Ik ben simultaan vertaalster.
Van Frans naar Engels. Dat deed ik voordat ik met Charles trouwde.
De politie zal mij wel verdenken. - Een snelle scheiding?
Zoiets, ja. Het is wel vreselijk dat hij zo moet eindigen.
Uit de trein gegooid als een postzak. - Kom, hier kunt u niet blijven.
Waar moet ik dan heen? - Naar een hotel.
Als het maar niet te duur is. Ik moet nu werken voor m'n geld.
Schoon en vlak bij Euresco zodat u 'n taxi kunt nemen als het regent, goed?
Er zijn niet veel mensen gekomen, hè? - Had Charles geen vrienden?
Geen idee, ik ben z'n weduwe maar.
Als hij in bed was gestorven, was zelfs hij er niet.
Hij weet zich tenminste wel te gedragen.
Weet je echt niet wie de dader kan zijn?
Het enige wat ik wist, was hoe hij heette. Nu twijfel ik zelfs daaraan.
Hij kende Charles zeker goed. - Hoezo?
Hij is allergisch voor hem.
Gezondheid.
Ken je hem? - Nee, nooit gezien.
Mrs Lampert?
Charlie had dit niet mogen doen. Echt niet.
Het moet niet gekker worden.
Van wie is het? - De Amerikaanse ambassade.
kom morgen om half een op m'n kantoor...
..ik wil u graag spreken over de dood van uw man...
..lk heb die ouwe kunnen overbluffen. - is dat zo erg dan?
Als ik het kan, zijn de Russen helemaal erg.
Is er iets, Miss Tomkins? - Miss Tomkins is er niet.
Neemt u me niet kwalijk. M'n secretaresse is zeker lunchen.
U bent? - Mrs Lampert. Charles' vrouw.
Ach, ja. Komt u verder, Mrs Lampert.
Eén momentje, Mrs Lampert. Ik heb hier een hardnekkige vlek.
De stomerij die ik heb, is niet best.
Ik had een heel goeie stomerij in de Rue Pontue.
Maar we moeten bezuinigen. Nu moet ik naar de stomerij in dit gebouw.
Weet u echt wel wie ik ben? - De weduwe van Charles Lampert.
Heel erg voor u. Vorige keer kwam alleen de vlek terug van de stomerij.
Voilà, zoals ze hier zeggen. Wilt u niet even gaan zitten?
Ik heb nog wel iets.
Er is leverworst, leverworst, kip en leverworst.
Mrs Lampert, weet u wat de CIA is? - Het is geen vliegmaatschappij, hè?
Central lntelligence Agency. CIA. - Bedoelt u spionnen en zo?
Wij noemen ze agenten. - Wij? Bent u dan...
..lemand moet het toch doen? - Ik dacht dat je niet mocht zeggen...
..lk ben geen agent, ik ben administrateur. Een kantoorpik.
Ik run een bureau met overwerkte mannen en een te klein budget.
Het Congres denkt dat een spion... - Agent.
dat die alleen een codeboekje en een cyaankalipil nodig heeft.
En wat heb ik hiermee te maken?
Uw man werd gezocht door de Amerikaanse regering.
Mag ik een broodje? - Kip of leverworst?
Kip.
Om precies te zijn, de CIA was op zoek naar uw man.
Dus daar ging het om? - Ja. En wij weten z'n echte naam.
Voss. Charles Voss.
Goed, Mrs Voss. Ik wil graag dat u deze foto even bekijkt.
Misschien herkent u...
Heeft u deze al gezien? Scott, Kathy en Ham junior.
Erg lief. - Ja, hè? Goed, Mrs Voss...
Noemt u me niet zo. Ik heet Lampert.
Neem me niet kwalijk. Mrs Lampert, herkent u iemand op deze foto?
Momentje, hiermee kunt u het beter zien.
Charles. Wat is hij hier jong. Wanneer was dit?
1944. En verder?
Deze man was op de begrafenis. Een lange man in corduroy.
Zegt de naam Tex Panthollow u iets?
Wilt u ook een glaasje wijn? Kijkt u even verder.
Hij was er ook. Hij heeft nu iets minder haar.
Kent u hem? Leopold W. Gideon?
En de laatste?
Zo'n kop vergeet je niet. Hij was er ook.
Herman Scobie. Kent u hem ook niet? - Gelukkig niet.
Mrs Lampert, ik ben *** dat u groot gevaar loopt.
Waarom zou ik gevaar lopen? - Omdat u Voss z'n vrouw bent.
Nu hij dood is, bent u hun enige houvast.
Mr Bartholomew, als u me *** wilt maken, dan lukt u dat aardig.
U moet doen wat we u vragen.
Prima, maar u heeft niet gezegd wat u van me wilt.
O, nee?
Het gaat om het geld, Mrs Lampert.
Dat kwart miljoen dat de veiling aan Charles heeft betaald.
Die drie mannen willen dat geld ook. - Maar het is Charles z'n geld.
Ik denk dat zij daar heel anders over denken, Mrs Lampert.
Is het geld dan van hem of van hen?
Het is van ons.
Charles heeft dat geld van de Amerikaanse regering gestolen.
Maar ik heb dat geld niet.
Dat bestaat niet, dat geld moet in uw bezit zijn.
Als ik een kwart miljoen dollar had, zou ik dat echt wel weten, ***.
Toch moet het in uw bezit zijn. - Ligt al dat geld dan zomaar ergens?
In de vorm van een cheque, in een kluis, of een bagagedepot.
U moet ernaar gaan zoeken, u vindt het wel.
Maar doe het zo snel mogelijk, u heeft misschien nog maar weinig tijd.
Die drie mannen weten ook dat het geld bij u is.
U bent uw leven pas veilig als wij het geld hebben.
Op dit nummer kunt u me dag en nacht bereiken.
Het is een directe lijn naar m'n kantoor en m'n woning.
Praat er met niemand over, dan brengt u die ander ook in gevaar.
U verkeert echt in groot gevaar. Het spijt me dat ik dit moet zeggen...
..maar vergeet niet wat uw man is overkomen.
Je zou toch op die hoek wachten? - Sorry, ik hoorde de kinderen lachen.
Spreek jij Frans? - Geen woord.
Ik heb met Engels al moeite.
Die twee zijn getrouwd. - Dat zie ik, ze slaan elkaar verrot.
Wie is dat? - De politieagent.
Zij heeft Jan Klaassen vermoord.
Wat zegt ze? - Dat ze onschuldig is.
Ze heeft het niet gedaan.
Ze heeft het wel gedaan. - Ik geloof haar.
En wie is dat? - Jan Klaassen, natuurlijk.
Die was toch dood? - Hij doet alsof, om haar te straffen.
Maar hij is wel dood, Peter. Hij is door iemand uit de trein gegooid.
Charles was bij iets ernstigs betrokken. Wat moet ik nu?
Laat me je helpen. Zoiets kan een jonge vrouw niet alleen aan.
Mag ik vice-directeur zijn van de taak jou op te beuren?
Begin je vanavond?
Komt u maar hier. - Wat gaan ze doen?
Wij zijn nu de attractie. - Jij en ik?
De hele zaal.
Er zijn twee teams.
Elk team krijgt een sinaasappel.
Hou de sinaasappel zo vast.
Geef 'm aan de persoon achter u door.
Maar zonder uw handen te gebruiken. Klaar?
Wie bent u? - Heeft Charles u dat niet verteld?
Het is niet van u, dat weet u toch wel?
Als u niet oppast, wordt u op een ochtend niet meer wakker.
Laat me met rust. - Dan bent u dood, net als Charles.
Hou op.
Wat is er met je? - Hij trapte op m'n voet. Wacht hier.
Ik deed het niet met opzet.
Mr Bartholomew, met Regina Lampert. Een van die mannen...
Mr Bartholomew, kunt u me verstaan?
Mr Bartholomew, met Regina Lampert.
Hallo. - Wat wilt u?
U maakt zeker een grapje. - Nee, ***.
U weet best wat ik wil. En u gaat het voor me halen.
Ik maak echt geen geintjes.
Absoluut niet.
Ik zou maar niet te hard gillen, het kan nog veel erger worden.
Dat geld is van mij. En u gaat het voor me halen.
Anders is uw leven niks meer waard. Begrijpt u wat ik bedoel?
Hou op, alstublieft. - Denkt u daar maar over na.
U bent gestoord. U bent totaal gestoord.
Wat is er met je?
Wat doe je hier?
Ik heb een zenuwinzinking.
Stop. Eerst ga je me vertellen wat er aan de hand is.
Ik weet niet of ik je dit wel kan vertellen.
Als ik het vertel, loop ik en degene die ik het vertel, gevaar.
Wie zegt dat? - Dat mag ik dus niet zeggen.
Hou op met die onzin. - Koeioneer me niet zo.
Dat doe ik niet. - Je zei dat het onzin was.
In koelen bloede vermoord worden, is geen onzin. Wil je 't meemaken soms?
Breng je me tot aan de deur? - Natuurlijk.
Een goeie plek om vrienden te maken.
Je man was bij iets betrokken, zei je. - Hoe scheer je dat plekje?
Waarbij dan? - Hoe bedoel je?
Waar was hij bij betrokken?
Ik weet dat het moeilijk is, maar kun je niet net doen alsof ik 'n vrouw ben?
Dat ik nu een minderjarige begeleid, is al strafbaar.
We zijn er. - Waar?
In de straat waar je woont. - Nog een blokje om?
Uitstappen nu, kind.
Kom je niet nog even binnen? - Nee.
Ik bijt niet, ***. Tenzij er een reden toe is.
Wil je soms een pak rammel? - Wil jij een mep? Ik ben geen kind.
Je gedraagt je wel zo. Als je wilt vertellen wat er is, prima.
Anders ga ik. Ik ben moe, ik wil naar bed.
Weet je wat er mis is met jou? - Nee. Wat dan?
Niets.
Waar is het, dametje? - Dat weet ik niet.
Ik wil het hebben. Geef het me. Het is van mij.
Peter. Er is een man die me wil vermoorden.
Peter, alles in orde?
Peter, ben je gewond? - M'n trots is gekrenkt. Gaat het?
Ik ben ***. - Het komt wel goed. Waar is hij?
Hij is gevlucht, denk ik.
Doe de deur op slot. Laat niemand binnen. En doe het raam dicht.
Wees voorzichtig. - Je haalt me de woorden uit de mond.
Alistair. - Wat nu weer, Pamela?
Er was weer een man die naar me loerde en toen wegging.
Pech gehad, Pamela.
Dat was een domme zet. - Inderdaad, Herman.
Had gezegd dat je dit ging doen, dan hadden wij 'r afgeleid.
Een beetje in je eentje wegsluipen.
Dacht je dat hij je de hand zou schudden of zo?
Dat was een stomme zet, Herman.
Ja, heel stom, Herman. Wat bezielt jou?
Had je nog meer gewild? - Schei uit. Heb je het geld?
Met drie clowns die in m'n nek staan te hijgen? We hadden een afspraak.
Ze vertrouwt me. Als ze het geld heeft, kom ik er wel achter.
Wij hebben alle risico's genomen. Het geld is van ons, niet van hem.
Doe niet zo inhalig, Herman.
Een derde van niets is niets. Denk daar maar over na.
Maar wel snel, ze wacht op me.
Je kan toch nog wel 24 uur wachten? - Na al die jaren zeker.
Je betaalt hem maar van jullie deel, niet van mijn deel.
Niet van mijn deel.
Heeft iemand de kamer naast haar? - Ja, ik. Hoezo?
Geef mij de sleutel maar, ik wil die kamer.
Maar als je dat geld vindt, licht je je maatjes toch wel in, hè?
Maak je geen zorgen. - Ik maak me absoluut geen zorgen.
Dit kleine mannetje hier maakt zich wel zorgen.
En hij is nog gemener dan ik.
Wie is daar? - Ik ben het. Peter.
Hij was nergens te vinden.
Waarom vertel je me niet gewoon wat er aan de hand is?
Er zijn drie mannen die denken dat ik een kwart miljoen heb dat van hen is.
Ga verder. - Dat is alles.
Niet waar. Waar is het geld? - Dat weet ik niet.
Charles had het niet bij zich in de trein.
Dus ze denken dat jij het hebt? - Straks vermoorden ze me nog.
Ik zorg wel dat dat niet gebeurt. - Je bent de enige die ik vertrouw.
Ik help je wel. Ik zei toch dat ik je zou helpen? Rustig maar.
Ik ben misselijk van de honger. En nu heb ik je pak ook nog nat gemaakt.
Je hoort het toch nat op te hangen. Droog je tranen maar.
Beloof me dat je nooit zult liegen zoals Charles. Waarom liegen mensen?
Vaak omdat ze denken dat ze dan krijgen wat ze willen.
Lieg jij weleens?
Met de man die zonet in uw kamer was.
Wat wilt u? - Wie is dat?
De man met wie je hebt gevochten. - Is Dyle bij u?
Wie? - De man met wie ik heb gevochten.
Hij heet Dyle. Wat is er? is hij daar soms nog?
Ja, dat klopt. - Wat zegt hij?
Hij is niet te vertrouwen. Vertel hem niets. Hij is op 't geld uit.
Waar ging dat over? - Als ik 't niet geef, vermoordt hij me.
Daar moet je niet op ingaan. Hij wil je *** maken.
Ik geloof hem. - Het zijn maar woorden.
Woorden kunnen pijn doen.
Probeer wat te slapen, dat zal je goed doen.
Geen zorgen, ik heb de kamer naast je genomen.
Er kan je dus niets overkomen. Als er wat is, klop je maar op de muur.
En doe de deur op slot.
Ik ben kalm, Mr Bartholomew. Maar er is nog iemand bij betrokken.
Hij stond niet op die foto. Hij zegt dat hij Joshua heet, maar hij heet Dyle.
Bent u daar nog?
Ik ken geen Dyle, maar wellicht is uw man dan niet door die lui vermoord.
Bedoelt u dat hij misschien...
..lk pak het eerste het beste vliegtuig. Straks word ik in mootjes gehakt.
Kalm aan. Waar bent u nu? Kunt u naar de markt komen?
In Laialles? - Bij San Eustache. Over 'n kwartier?
Goed, ik zal er over een kwartier zijn.
Bent u gevolgd? - Ja, door Dyle. Ik heb 'm afgeschud.
Vrouwen zijn de beste spionnen.
Agenten. - Hij heeft een pistool.
Ik heb het toch gezien? - Dat is Carson Dyle niet.
Er is hier maar één Dyle bij betrokken: Carson Dyle.
Bedoelt u dat u hem kent?
Je zou er vegetariër van worden.
Ik mag van geluk spreken dat ik nog niet aan zo'n haak hang.
Waarom had u niks gezegd van Dyle? - Omdat Dyle dood is.
Hoe zit dit nou allemaal?
In 1944 moesten vijf leden van de OSS, de militaire spionneneenheid...
..in Duitsland infiltreren...
..om 250.000 dollar in goudstaven te bemachtigen...
..voor het Franse verzet.
Die mannen waren uw man Charles, die drie mannen van gisteren...
..en Carson Dyle.
Ze hebben het goud niet afgegeven, maar gestolen.
Ze begroeven het en zeiden dat de Duitsers het hadden.
Na de oorlog zouden ze het opgraven en met z'n vijven delen.
Een kwart miljoen in het handje. - Mag ik een sigaret van u?
Ik haat die dingen. Het is net koffie drinken door een sluier.
Alles ging van een leien dakje tot het goud was begraven.
Ze liepen in een hinderlaag van een Duitse patrouille.
Scobie verloor z'n rechterhand en Dyle werd in de buik geraakt.
Wat is er mis met die u daar heeft? - Niks. En toen?
Heeft u enig idee wat die hier kosten? - Vertel nou verder. Wat gebeurde er?
Carson Dyle was dood, maar Scobie was nog in staat om te reizen, dus...
Waar was ik gebleven? - Carson Dyle was dood.
Ze zouden wachten tot na de oorlog, maar dat wilde Charles niet.
Hij heeft het goud in z'n eentje opgehaald.
Gideon, Tex en Scobie zijn hem nu pas weer op het spoor.
Ze hebben het gestolen. Waarom arresteert u ze niet?
We weten dit alleen van horen zeggen, we hebben geen bewijzen.
Wat heeft dit met de ClO te maken?
CIA, Mrs Lampert. Het is een tak van de OSS uit de oorlog.
Wij willen dat geld terug.
U heeft me niet van gedachten doen veranderen. Ik vertrek vanavond.
Weet u nog wat er met uw man gebeurde toen hij weg wilde gaan?
Die mannen zullen u overal volgen. Zelfs naar een ander hotel.
Help ons alstublieft, Mrs Lampert. De regering rekent op u.
Als ik toch doodga, dan maar voor m'n land.
Mooi. Ik wil dat u het volgende doet:
We willen weten wie die Dyle is. Daar moet u achter zien te komen.
Waarom ik? - Het is perfect, hij vertrouwt u.
En u zei toch dat vrouwen de beste spionnen waren?
Agenten.
Fräulein? - Hou op, het lijkt wel een optocht.
Wat leuk om u te zien. Bent u hier al lang? Mooie stad, hè? Veel te zien.
Hou op me te volgen, anders roep ik de politie.
Taxi.
Dyle, alstublieft. D-Y-L-E. - Ik weet het nog, Mr Dyle.
Er zit vandaag niets bij, Mr Dyle.
Mr Dyle, er is telefoon voor u.
Mr Dyle, cabine vier, alstublieft.
Reggie? - Zo heet ik. En jij?
Geen spelletjes. Wat wil je weten? - Waarom je hebt gelogen.
Ik wist niet of je erbij betrokken was. - Ik wil weten wie jij bent.
Ik ben Dyle. - Carson Dyle is dood.
Dat klopt, hij was m'n broer. - Je broer?
Ik denk dat Tex, Gideon en je man hem hebben vermoord, niet de Duitsers.
M'n broer wou dat goud namelijk niet stelen.
Daarom hebben ze hem vermoord. Ik zoek bewijzen.
Ze denken dat ik hun help. Maar ik sta aan jouw kant, Reggie. Heus.
Je had nog wel beloofd dat je niet tegen me zou liegen.
Ik wil je echt graag geloven, Peter. Nee, zo heet je niet.
Dat wordt wel wennen, je nieuwe naam. Hoe heet je?
Als je iets probeert, ga je eraan. - Dan gaat je regenjas er ook aan.
Neemt u maar een andere lift.
Kijk uit dat je je hoofd niet stoot.
Die kant op.
Omdraaien.
Zitten.
En nu? - Nu wachten we af. In stilte.
Sorry, ***.
Goed, naar boven nu.
Moet ik eerst kloppen of zo? - Doe open. En doorlopen.
Ik hoop dat er een mooi uitzicht is.
Heel mooi. En nu?
Daar was ik al *** voor.
Ik geef je een kans. Die zou jij mij niet geven. Waar is het geld?
Moest je me daarom hiernaartoe slepen? Zij heeft het geld.
En misschien weet jij waar het is.
Nog één keer, Dyle: Waar is het?
Stel dat ik het had, wat niet zo is...
..dan zou ik het echt niet aan jou geven.
Ga naar achteren.
Er is daar niets.
Daarom juist.
Momentje. Rustig aan.
Herman?
Hoe gaat ie? - Wat denk je?
Als je je verveelt, schrijf dan honderd keer 'heb uw naaste lief' op.
Monsieur, wilt u volgende keer het sleutelgat gebruiken?
Ben jij dat?
Doe je nog open? - Ja, wacht even.
Het is onbeleefd om zomaar op te hangen. Wat is er gebeurd?
Ik kwam een man met scherpe nagels tegen.
Scobie?
Hij hangt nu bij de American Express rond.
Kom, ik heb iets wat heel erg prikt. - Ja, zo'n type ben jij wel.
Ga zitten. - Wat is dat voor spul?
Dat is geweldig spul. Het gaat enorm veel pijn doen.
Hoorde jij ook iets scheuren? Wat gek.
Ik wou alleen dat je ernaar keek. - Stil zitten. Het valt mee.
Je kunt even niet op je rug liggen. Maar liegen kun jij ook rechtop, hè?
Doet het pijn? - Wat?
Heb je geen kogel waar ik op kan bijten, zoals in de film?
Ben je echt Carson Dyle's broer? - Wou je m'n paspoort zien?
Een paspoort bewijst niets. - Wil je zien waar ik ben getatoeëerd?
Dan gaan we daarheen.
Zeg me dan wat tegenwoordig je voornaam is.
Alexander.
Oké Alexander, je bent klaar. - Mooi.
Je bent weer als nieuw.
Sorry dat m'n vorige ik moest liegen, maar ik moest weten waar jij stond.
Is er ook een mevrouw Dyle? - We zijn gescheiden.
Dat was toch Peter Joshua? - Dat is ook een moeilijke man.
Hoe weet je of iemand liegt of niet? - Dat weet je niet.
Dat moet je toch kunnen zien? - Er is zo'n indianenraadsel:
De witvoeten liegen nooit, de zwartvoeten altijd. Vraag je:
Ben je een eerlijke witvoet of een liegende zwartvoet?
Zegt de indiaan: 'Een witvoet. ' Maar is dat ook zo?
Kijk naar z'n voeten. - Hij heeft mocassins aan.
Dan is hij een eerlijke witvoet. - Waarom geen zwartvoet?
Wat ben jij? - Een eerlijke witvoet.
Kom hier.
Ga zitten. - Ga je naar m'n voeten kijken?
Hou op. Luister even, Reggie. - Niet zo vaderlijk, ik ben 'n weduwe.
Julia ook, toen ze 15 was. - Ik ben geen 15.
Ja, je bent te oud voor me. - Doe even serieus.
Wat een rotwoord. - Wat?
Serieus. Als je zo oud bent als ik wil je dat woord niet horen.
Ik wil niet serieus zijn.
Dan doen we toch de hele dag lichtzinnig?
Reggie, hou daarmee op.
Wat doe je? - Ik hou op.
Van wie moest dat? - Van jou.
Ik was nog niet klaar met klagen.
Nu moet je ophouden. - Alex, volgens mij hou ik van je.
De telefoon. - Laat maar gaan.
Die geeft het vast niet op. En ik ook niet.
Hier, neem op.
Sorry ***, ik zat even ergens aan te knabbelen.
Zou je even naar kamer 46 kunnen komen om te babbelen?
Geef me een goeie reden.
Ik heb een kleine reden. Hij is een jaar of zes, zeven.
Hij vraagt steeds naar z'n tante Reggie. Schattig, hè?
Ze hebben Jean-Louis. Ik kom eraan.
Tex, neem dat kind even over, m'n been slaapt.
Ben jij een echte cowboy? - Reken maar, knul.
Waar is je pistool dan?
Stop dat ding weg.
Wat doet hij hier? - Veilig geland, Herman?
Ik moet Sylvie bellen. - Niet nu, Mrs Lampert.
Ze is z'n moeder. - Hij gaat eraan als u niet praat.
Dit is geen spel. - We willen dat geld.
Laat dat kind met rust. Hij heeft het geld niet en Mrs Lampert ook niet.
Wie heeft het dan wel? - Geen idee. Jij misschien?
lk? - Of jij.
Of hij. - Doe niet zo bespottelijk.
Luister naar hem. - Hij is gestoord.
Stel dat een van jullie Charles bij toeval tegenkwam hier in Parijs.
Je bent hem gevolgd. Hij sprong een trein in.
Je vermoordde hem en hield het geld stiekem zelf.
Als dat zo was, was diegene al lang weg geweest.
Als hij weggaat, geeft hij toe dat hij schuldig is.
Hij moet doen alsof hij het geld zoekt en wachten tot de rest het opgeeft.
Hij wil ons afleiden. Zij hebben het geld. Laten we in hun kamers kijken.
Jullie doen maar. - Wat sta je daar dan nog? Kom.
Dan kijken wij bij jullie. - Niet in mijn kamer.
Heb je soms iets te verbergen, Herman?
Dus je hebt geen bezwaar? Hier is m'n sleutel.
Geef hier. - Mijn deur is open.
Wacht even.
Doe alsof jullie thuis zijn.
Aan de slag dan maar. Kom maar, Jean-Louis.
Kom maar. Wie verdenk jij? - Scobie. Hij had bezwaar.
Ik doe Tex en Gideon hun kamers. Neem hem mee en doe de deur op slot.
Kom, we gaan een schat zoeken.
Dat zijn Charlie's spullen.
Zullen we Herman roepen? - Laat hem. Het geld is hier toch niet.
En als het geld er wel is? - Laat hem.
Ontbreekt er niet iets? - Nee. De politie heeft er 'n lijst van.
Hier zit niks waardevols tussen. - Of we zijn blind.
We hebben een fortuin gestolen, maar ik heb er nog geen cent van gezien.
Zoeken we in de verkeerde richting? - Hoe bedoel je?
Misschien heeft inderdaad een van ons het wel.
Dat zou echt misselijk zijn. We hebben samen in de oorlog gevochten.
Ik zou het je heus wel vertellen als ik het geld had.
Uiteraard, en ik zou het jou vertellen.
Uiteraard. En dat geldt ook voor Herman.
Uiteraard.
Alles is goed met hem, Sylvie. Kom maar snel hierheen.
Waar zou jij een schat verstoppen? - Ik zou het in de tuin begraven.
Deze man heeft geen tuin. - Ik ook niet.
Nee? Waar zou je het in deze kamer verstoppen?
Daarboven. - Op de kast? Dat zou best kunnen.
Als er maar geen enge beesten zitten.
Hier ligt iets. Het is zwaar. - Ik heb het gevonden.
Hier krijg je geen pluim voor, ***. - We hebben gewonnen.
We hebben het gevonden.
Heb je het gevonden?
Hoezo niet?
Het ligt daarboven. - Er ligt daarboven niets.
Het is Herman's reservehand maar.
Waar is hij? - in mijn kamer.
Neem hem maar even mee.
Wie zou nou zoiets gemeens doen?
Ik zou het niet weten. - Dit is niet mijn kamer.
Of de mijne. - Dit zal de politie niet leuk vinden.
We kunnen hem afdrogen en hem in z'n eigen kamer leggen.
Het ziet er niet zo heel erg uit. - Arme Herman.
Hij heeft nooit geluk gehad.
Misschien heeft hij nou z'n hand weer terug.
Een man die is verdronken in z'n bed? Bestaat niet.
En dan ook nog in z'n pyjama. Hij ook al. Wat een bak.
Lieg niet tegen me. Ik voel aan m'n neus dat u zit te liegen.
M'n neus heeft al 23 jaar gelijk. Door die neus word ik commissaris.
Mr Dyle of Mr Joshua... Wat is het nou?
En toch staat u ingeschreven als Mr Joshua.
Weet u niet dat een valse naam verboden is?
Nee, dat wist ik niet. - in Amerika is dat heel gewoon.
U mag Parijs niet verlaten tot de zaak is opgelost.
En ik hou u in de gaten. Wij hebben hier nog de guillotine.
Volgens mij veroorzaakt dat mes...
..niet meer dan een licht kietelend gevoel in de nek.
Althans, dat vermoed ik. Ik hoop dat geen van u het komt te weten.
Wie heeft het gedaan, denk jij? Gideon?
Zou kunnen. - Of Tex?
Zou kunnen. - Aan jou heb ik wat.
Klopt. - Mag ik er een? Volgens mij is 't Tex.
Hoezo Tex? - Ik verdenk Gideon.
En 't is altijd degene die je niet verdenkt.
Is het vrouwelijk om onlogisch te denken?
Waarom is het onlogisch? - Het is degene die je niet verdenkt.
Dus is het Tex, zeg jij. Maar als je Tex zou verdenken, is 't dus Gideon.
Ze kunnen er niets aan doen, denk ik. - Wie?
Vrouwen.
Ik heb toch wel te doen met Scobie.
Waren wij maar zo. - Als Scobie?
Nee, als Gene Kelly. Hij danste hier bij de rivier in American in Paris.
Lekker, zeg. Wil je een likje?
Nee, dank je.
En jij hoeft het nu zeker ook niet meer? Kom maar.
Alex, ik ben ***. - Dat weet ik.
Ik begrijp gewoon niet waarom hij is vermoord.
Hij wil zeker niet met drie man delen.
Misschien wil hij ook niet met twee man delen.
Hij wil de hele buit, Alex. Wij staan hem dus ook in de weg.
We moeten iets doen, straks worden we vermoord.
Zou jij zoiets doen? - Wat? lemand vermoorden?
Nee, aan een touw je geliefde redden, als de gebochelde van de Notre Dame.
Hoe komt dat daar nou?
Kleed je snel om, ik rammel.
Zeg wat je wilt eten, dan trek ik een bijpassend pak aan.
Wat wil je? - Ik ben de hoteldetective. Doe open.
Wat ben jij irritant, zeg. - Mag ik erin?
Nee, ik ga in bad.
Kan dat niet bij mij? - Waarom?
Ik zou niet meer in dat bad willen. En ik ben *** hier in m'n eentje.
Als er iets is, gil je maar.
Gefopt.
De volgende keer kom ik niet, ***. - De *** is daar.
Doe die deur open, Reggie.
Ik ken zat mannen die maar wat graag bij me zouden douchen.
Dan bel je die toch? - Ik doe het, ***.
Jij bent echt gek.
Wat doe je?
Moet ik soms gaan douchen met m'n schoenen aan?
Ik zing altijd gouwe ouwe onder de ***. Nog verzoekjes?
Doe de deur dicht. - Die ken ik helaas niet, Miss.
Doe de deur dicht. - Je mag best kijken, ***.
Je moet het nat ophangen, hè.
Hoe vaak doe je dit ritueel? - Elke dag. Dat schijnt goed te zijn.
Ik geloof er niets van. - Het is echt zo. Wacht.
Het staat op het etiket. Met kleine lettertjes.
Draag het pak tijdens het wassen, dan behoudt het z'n vorm.
Waterdicht.
Nylon, waterbestendig, plastic, roestvrij, vliegenvrij, alles vrij.
Je bent zelf gestoord.
Met Bartholomew. Ik heb Washington gesproken.
Ik luister.
Ik heb ze verteld over die zogenaamde broer van Carson Dyle.
Ze hebben me verteld wat zij wisten.
Dit zult u niet leuk vinden. Carson Dyle had geen broer.
Kunnen ze zich niet vergissen? - Nee. Wees voorzichtig.
Ik heb alles opgehangen. Is dat goed?
Is er iets niet in orde?
Je bent zeker uitgehongerd, je hebt pas vijf keer gegeten. We gaan zo.
Ik wil naar een heel drukke tent.
Dat ding is nog steeds vochtig.
Je hebt al twintig minuten niks gezegd.
Ik zat te bedenken wie het volgende slachtoffer wordt. Ik?
Weet jij soms wie de moordenaar is? - Nee, nog niet.
Degene die straks als laatste overblijft, is de dader.
Denk je dat ik Charles en Scobie heb vermoord?
Hoe moet ik je overtuigen? Door het volgende slachtoffer te zijn?
Eerst zit je me in de *** achterna en nu beschuldig je me van moord.
Carson Dyle had geen broer.
Ik leg het je uit, als je luistert. - Ik kan nergens naartoe nu, hè.
Dan vertel ik je m'n levensverhaal. - is het fictie of niet?
Hou even je mond. - Nou, zeg.
Ga je nog luisteren? - Vertel.
Toen ik nog jong was, wou m'n vader dat ik in z'n zaak kwam werken.
Hij maakte paraplu-frames.
Een solide bedrijf. Maar ik was toen niet verstandig.
Leidt dit nog ergens toe? - Het leidde me weg van de paraplu's.
Maar toen had ik dus geen eerlijke manier om geld te verdienen.
Als je tegenwoordig geen vak hebt geleerd, kom je niet ver.
Ik ging op zoek naar mensen die meer geld hadden dan ze konden uitgeven.
Ben je een dief?
Zo zou ik het niet meteen noemen, maar daar komt het wel op neer.
Dit geloof ik gewoon niet. - Daar kan ik best inkomen.
Maar ik geloof het juist wel.
Dus je bent niet Alexander Dyle, je bent Peter Joshua.
Sorry, maar de naam is Adam Canfield.
Je hebt in twee dagen al drie namen gehad. Ik word er gek van.
Ik blijf dezelfde persoon.
Niet waar. Adam Canfield is een misdadiger.
Ik vind m'n werk heel leuk.
Er zijn niet veel mannen die hun werk zo leuk vinden.
Is er ook een mevrouw Canfield? - Ja, maar we zijn gescheiden.
Kom, eet je bord leeg. - Ik kan een paard op.
Dat had je toch ook besteld? - Je hebt me er alweer ingeluisd.
Hoezo?
Dat toneelstukje van jou. Nu weet ik dat je alleen op het geld uit bent.
Dat klopt.
Wat moet ik dan zeggen? Dat ik een brutale, mooie vrouw verkies...
..boven een kwart miljoen? - Nee, dat doe je vast niet.
Het is nog een moeilijke keuze, ***.
Heb je niet gemerkt dat ik amper van je af kan blijven?
Je zou je gezicht moeten zien. - Wat is er dan mee?
Het is beeldschoon.
Wat nu weer? - Ik heb geen trek meer, goed hè?
Niks aan de hand. Kom maar kijken.
Je ziet er best goed uit in dit licht. - Daarom zijn we hier.
Niet om me te laten zien hoe je concurrenten het doen?
Goed, hè? Ik heb ze alles geleerd wat ze daar doen.
Deden ze dat in de ouwe tijd toen jij jong was ook al dan?
Ja, hoe denk je anders dat ik er ben gekomen?
Mag je niet terugzoenen? - Dat is slecht voor m'n thermostaat.
Jij weet wel van aanpakken, hè? - Pak me dan.
In de lobby?
Wat mankeert jou? Het is half vier 's ochtends.
Serieus?
Goed, ik kom eraan.
Doe het licht eens aan.
Hoe laat je dit ding stoppen?
Drie slachtoffers, allemaal in pyjama. Is dat de laatste mode?
En die vriend van u uit Texas is in het niets opgelost.
Waar is hij? - Wist ik dat maar.
Waar was u om half vier vanochtend? - Ik lag te slapen in m'n kamer.
En u? - Ik ook.
In de kamer van Mr Dyle? - Nee, in mijn kamer.
U spreekt de waarheid, want zoiets belachelijks verzin je niet.
Als ik u was, zou ik die pyjama maar uitdoen.
Tex heeft het geld dus. Ga jij maar naar bed, ik ga hem zoeken.
Nu?
Als de politie hem vindt, zijn we dat geld kwijt.
Doe je deur goed op slot.
Luister Dyle, ik weet wie dat geld heeft.
Ik wil m'n deel. En dat deel wordt steeds groter. Maar ik blijf leven.
Waar zit je, Tex? - Dacht je dat ik gek was of zo?
Wou je weten waar ik was?
Kijk maar goed om je heen dan, want ik zal altijd in je buurt zijn.
Doe open.
Ik had het mis, Tex heeft 't geld niet. - Hoezo?
Hij belde net. Met de moord op Gideon is hij dus niks opgeschoten.
Hij wil ons nu pakken. Jij hebt het. - Maar ik heb echt overal gekeken.
Waar is die tas van die vliegmaatschappij? Pak 'm.
Je bent eigenwijs.
Charles moet dat geld bij zich hebben gehad in de trein.
Die tas is al honderd keer doorzocht. - Dan doen we het nog een keer.
Ik heb echt elke dag opnieuw gekeken.
Het zit hier tussen. Iets op dit bed is een kwart miljoen dollar waard.
Maar wat dan? - Geen idee. Vier paspoorten.
Een ticket van een schip.
Zit daar iets in? - Nee.
Portefeuille.
Kam?
Een vulpen.
En die sleutel? - Die is van het appartement.
Die bril van jou is vast nep.
Hij is echt.
Er is iets mee, maar een kwart miljoen is hij niet waard.
Wacht eens. Het tandpoeder. - Wat is daarmee?
Weet jij hoe heroïne smaakt?
Heroïne. Met pepermuntsmaak.
Nou, dan loopt het spoor dus dood.
We gaan morgenochtend wel verder, we kunnen nu toch niets meer doen.
Ik hou van je, Adam.
Ja, dat had je al gezegd. - Nee, toen zei ik: Ik hou van je, Alex.
Groot-Brittannië wordt erkend.
Voorzitter, collega-gedelegeerden, collega's uit ltalië.
De delegatie van Hare Majesteit heeft met veel geduld...
Ben je bezig? - Nee. Wat is er?
Ik kwam dit tegen in de prullenbak in Tex z'n kamer.
Dat is Grandpierre's reçu voor Charles' spullen.
Gisteravond ontbrak er iets bij Charles z'n spullen: De agenda.
Dat is een afsprakenboekje. Het zat er niet bij.
Dat klopt. Maar Grandpierre heeft er toen niets bijzonders in ontdekt.
Weet je nog wat er in stond? - lets over een afspraak van Charles.
Met wie? Waar? - Er stond alleen waar.
Denk na. Misschien is dit wat we zoeken.
Dat geld is niet van ons. We mogen het niet houden.
Je mag gestolen geld best stelen. - Natuurlijk niet.
Nee? Wat belachelijk, zeg. Denk na, wat stond erin?
Een adres, een hoek van een straat of zo. O, ik moet weer.
Van de conferentie in het westelijk halfrond...
Van de conferentie in het westelijk halfrond op 22 maart.
Vorige week donderdag vijf uur in de Jardin Des Champs Élysées. De tuin.
Het is nu donderdag en het is bijna vijf uur.
Gaat u maar verder, heren.
En nu?
Vijf uur, donderdag, de tuinen. Er moet hier iets zijn.
Die afspraak was vorige week. - We moeten toch wat.
Tien minuten terug had ik nog werk. - Je hebt nu ander werk. Niet zeuren.
Ik ga daar kijken. Kijk jij hier maar.
Ik weet niet eens wat we zoeken. - Dat weet Tex ook niet, geloof ik.
Is Tex hier? - Kijk maar.
Ik ga kijken wat hij in z'n schild voert.
Pas je op? Hij heeft al drie mensen vermoord.
Taxi.
Waar is de brief?
Die brief is niets waard, ***.
Ik wil die envelop met die postzegels erop.
Sukkel.
Stomme, hersenloze, achterlijke sukkel.
Ze waren ons allebei te slim af. - Hoezo?
Eerst haar man, nu zij.
Ze voerde haar verleidingsact op, en jij trapte er met open ogen in.
Wou je die envelop? Hier, je mag 'm hebben.
Je hebt ze alledrie voor niets vermoord.
Sukkel die je bent. Hersenloze idioot.
Luldebehanger.
Sylvie, wat doe jij hier? - Ik wacht op Jean-Louis.
Wat is hij aan het doen dan?
Hij was zo blij met die postzegels die je hem hebt gegeven.
Wat fijn. Wat is hier dan?
De postzegelmarkt, die is elke donderdag. Jean-Louis ruilt ze hier.
Waar is hij? - Wat is er?
Die postzegels zijn een fortuin waard.
Ik zie hem nergens. - Ga jij daar maar kijken.
Godzijdank. Heb je de...
Wat is dit? - Die kreeg ik voor die drie zegels.
Van wie, Jean-Louis? Waar?
Hij is weg. - Logisch.
Monsieur Felix? -Ja?
Ik verwachtte u al, ik wist dat u zou komen.
Kijkt u nou toch. Heeft u ooit in uw leven zoiets moois gezien?
Ik weet niets van postzegels.
Ik ken ze als m'n broekzak, al had ik ze nooit gezien.
Dit is een Zweedse van vier shilling. Hij is in 1854 gedrukt.
Wat is hij waard? - Dat is niet van belang.
Het is van groot belang, ben ik ***. - 85.000 dollar, schat ik.
Mag ik gaan zitten? En die blauwe?
De Hawaiiaanse blauwe. De eigenaar is er zelfs om vermoord in 1894.
Wat is hij nu waard? - 65.000.
En de laatste? - Dat is de allermooiste.
Dat is het meesterstuk van de verzameling.
Het is de meest waardevolle postzegel ter wereld.
Hij is met de hand gedrukt, de initialen van de maker staan erin.
Hij is vandaag de dag honderdduizend dollar waard.
Ik ben geen dief. Ik wist dat het een misverstand was.
U heeft hem deze gegeven. Wat kosten ze?
Eens zien. 350 Europese, 200 Aziatische, 175 Amerikaanse...
..twaalf herdenkingszegels van prinses Grace.
Dat is tien franc.
En vergeet u deze niet. - Dank u wel. Het spijt me.
Ze waren heel even van mij. Dat volstaat.
Tex is dood. Hij is gestikt.
Adam heeft het gedaan. - Weet u dat zeker?
Ja, dat weet ik zeker. Tex heeft voor hij stierf de naam Dyle opgeschreven.
Hij is de moordenaar. - Kunt u dit even uitleggen?
Het zijn de postzegels op de brief die Charles in de trein bij zich had.
U loopt gevaar als u die bij u heeft.
Weet u de Cinegarden bij het Palais Royal?
Die galerij? - Ja. Ga er onmiddellijk naartoe.
Ik ga nu meteen.
Reggie, waar zijn de postzegels? Wacht.
Tex heeft 'Dyle' opgeschreven. - Ik ben Dyle niet.
Je bent een moordenaar. - Geef me die postzegels.
Palais Royal. - Bezet.
Het is dringend. - Ik ben bezet.
Amerikaanse ambassade.
Mag ik Mr Bartholomew van u? - Wilt u iets harder praten?
Dat gaat niet. Mr Hamilton Bartholomew.
Het spijt me, die is al weg. - Maar iemand wil me vermoorden.
Wat? - Me vermoorden.
U moet hem zien te bereiken. Hij is in het Palais Royal bij de galerij.
Ik zit in een telefooncel in het metrostation. Ik heet Lampert.
Er was telefoon van ene Mrs Lampert voor u, Mr Bartholomew.
Ik ken geen Mrs Lampert.
Ze zit in het metrostation. Iemand wil haar vermoorden.
Wie denkt ze dat ik ben? De CIA? Bel de Franse politie maar.
Help me. - Blijf staan.
Die man is Carson Dyle.
Carson Dyle is dood. - Hij is het echt.
Geef mij die postzegels maar. Hij zegt maar wat.
Tex had hem herkend. Als je ze aan hem geeft, vermoordt hij jou ook.
Mrs Lampert, waarom vermoord ik u dan niet nu meteen, als ik Dyle ben?
Dan komt hij nooit aan die postzegels.
Hij is op het geld uit, vanaf het begin al.
Hij is van de CIA. - Hij is Carson Dyle.
Ja ***, ik ben dood. Kijk maar.
Ik weet het allemaal niet meer. - Reggie, vertrouw me nog één keer.
Waarom zou ik? - Dat zou ik ook niet weten.
Stop of ik schiet. - Dan krijg je die postzegels niet.
Dan moet je naar haar toe lopen, en ik schiet raak.
Mij krijg je niet zomaar kapot. Ik heb vijf kogels overleefd.
Ze lieten me voor dood achter.
Ik heb in een Duits kamp liggen creperen. Ze verdienden de dood.
Ik heb er niets mee maken. - U heeft het geld.
Ze wisten dat ik nog leefde. Ze lieten me achter.
Daarom moest ik ze alle vier vermoorden.
Het maakt mij niet uit als ik u ook moet vermoorden.
Het heeft geen zin. Ik kan nu toch niet meer terug. Ik schiet, ***.
Neem een beslissing, Mrs Lampert.
Ik weet dat u daar bent, Mrs Lampert. Kom er maar uit.
Kom te voorschijn.
Ik wil u niet doden, maar ik doe het wel.
Kom eruit.
Het spel is uit, Mrs Lampert.
Je zat me ook zo fanatiek achterna. Die is klaar, nu die andere.
Sorry dat ik je verdacht. Wist ik veel dat hij net zo'n leugenaar was als jij.
Ik heb wel je hachje gered. Masseer zelf je voet maar.
Was het je om m'n hachje te doen of die postzegels?
Hoe kun je zoiets van me denken?
Bewijs het dan. Zeg dat ik die zegels aan de ambassade moet geven.
Ik zei, zeg dat ik... - Ik heb je wel gehoord.
Zeg het dan. - Reggie, ik moet je iets uitleggen.
Dan ga ik wel alleen. - Wat moeten zij met dat geld?
Het is een zakcentje. Als belastingbetaler...
Dieven betalen geen belasting. Soldaat?
Marinier, mevrouw.
Wie gaat hier over gestolen overheidsgeld?
Het Ministerie van Financiën. Kamer 217. Mr Crookshank.
Ik ga niet mee. Als je al dat geld weggeeft, word ik vast onwel.
Is Mr Crookshank er? Lampert is de naam.
Ene Mrs Lampert voor u. Loopt u maar door.
Wat is dit gemeen, laag bij de grond...
..verachtelijk en misdadig. - Misdadig? Dat ben ik dus juist niet.
Zelfs hierover moet je liegen. Waarom heb je niks gezegd?
Dat mocht niet. Geef me die postzegels.
Hoe kwam Carson Dyle aan een kantoor in dit gebouw?
Hoe laat was je toen bij hem? - Rond één uur.
Dan is iedereen lunchen. Hij had even een kantoor geleend.
Hoe weet ik of jij hier legitiem zit?
Mrs Foster, laat Bartholomew even in een memo weten...
..dat ze de kantoren tijdens de lunch moeten sluiten.
Vooral dat van hem. - Geef op nu.
Hoe heet je vandaag? - Brian.
Zit ik daar weer mee. - Je hoeft niet met me te zitten. Geef.
Is er een mevrouw Crookshank? Maar we zijn gescheiden?
M'n moeder. Je vindt haar vast aardig. Geef hier, die zegels.
Eerst ga je bewijzen dat je Brian Crookshank bent.
Dat zie je straks in het trouwboekje. - Ik wil nu je legitimatie zien.
Dan geef ik heus geen valse naam op. - Je kunt niet...
Trouwboekje? Zei je nou trouwboekje?
De postzegels.
Ik hou van je, Adam, Alex, Peter, Brian of hoe je ook mag heten.
Ik hoop dat we veel zoons krijgen, dan noemen we ze allemaal naar jou.
Mag ik dan wel eerst die postzegels?