Tip:
Highlight text to annotate it
X
Vertaald door: Els De Keyser Nagekeken door: Wouter Valvekens
Hallo.
(Gelach)
Dat heb ik om twee redenen gedaan.
Eerst en vooral wilde ik jullie
een goede visuele eerste indruk geven
Maar de belangrijkste reden is
dat dit ervan komt als ik gedwongen word
om een skanky Lady Gaga-microfoon te dragen.
(Gelach)
Ik ben een statische microfoon gewend.
Dat is de verstandige schoen van het spreken voor publiek.
(Gelach)
Maar als je dit op mijn hoofd klemt, gebeuren er rare dingen.
Ik word zelf skanky.
(Gelach) Mijn excuses.
Ik ben al van mijn onderwerp afgedwaald.
(Gelach)
Dames en heren,
ik heb de voorbije 25 jaar van mijn leven besteed
aan het ontwerpen van boeken.
"Ja, BOEKEN. Van die ingebonden volumes met inkt op papier.
Je kunt ze niet uitzetten met een knop.
Vertel het aan je kinderen."
Het begon allemaal als een goedaardige vergissing,
zoals penicilline. (Gelach)
Wat ik echt wilde,
was grafisch designer zijn
bij één van de grote designbureaus in New York City.
Toen ik daar aankwam,
in de herfst van 1986, ging ik overal solliciteren,
maar het enige aanbod dat ik kreeg,
was om assistent te worden van de artdirector van Alfred A. Knopf,
een uitgever van boeken.
Ik was wel dom,
maar niet zo dom om het af te wijzen.
Ik had er geen idee van
waar ik deel van zou gaan uitmaken.
Ik was een gelukzak.
Het drong al snel tot me door wat mijn taak was.
Mijn taak was om deze vraag te stellen:
"Hoe zien deze verhalen eruit?"
Want dat is de essentie van Knopf.
Het is een verhalenfabriek, één van de beste ter wereld.
We brengen het publiek verhalen.
Die verhalen kunnen alles zijn,
en sommige ervan zijn zelfs waar.
Maar ze hebben allemaal één ding gemeen:
ze moeten een uitzicht hebben.
Ze moeten een gezicht hebben.
Waarom? Om je een eerste indruk te geven
van waar je je in gaat begeven.
Een boekontwerper geeft vorm aan inhoud
maar zorgt ook
voor een delicaat evenwicht tussen beide.
Op de eerste dag
van mijn opleiding grafisch ontwerp aan Penn State University
kwam de lesgever, Lanny Sommese, het lokaal binnen
en tekende een appel op het bord.
Hij schreef er het woord "appel" onder.
Hij zei: "Les één. Goed opletten."
Hij bedekte het beeld en zei:
"Ofwel zeg je dit," en hij bedekte het woord,
"of je toont dit.
Maar dit doe je niet.
Want dit betekent dat je je publiek voor idioot verslijt.
(Gelach)
Ze verdienen beter."
En warempel, kort erna
kon ik die theorie uittesten
op twee boeken waar ik aan werkte bij Knopf.
Het eerste waren de memoires van Katharine Hepburn,
en het tweede een biografie van Marlene Dietrich.
Het Hepburn-boek
was in conversatie-stijl geschreven,
alsof je met haar aan tafel zat en ze je alles vertelde.
Het Dietrich-boek was een observatie
door haar dochter, een biografie.
Het Hepburn-boek zijn dus woorden
en het Dietrich-boek beelden. Dus deden we dit.
Daar ga je.
Pure inhoud en pure vorm, naast elkaar.
Niet vechten, dames.
"Wat is een Jurassic Park?"
Wat is het verhaal hier?
Iemand
re-engineert dinosaurussen
door hun DNA
uit prehistorisch amber te halen.
Geniaal!
(Gelach)
Gelukkig voor mij
leef en werk ik in New York City
waar het stikt van de dinosaurussen.
(Gelach)
Dus
ging ik naar het Natuurhistorisch Museum,
de beenderen bekijken. Ik ging naar de museumwinkel
en kocht een boek.
Ik was gefascineerd door deze pagina van het boek,
meer bepaald door de rechteronderhoek.
Ik nam deze prent
en stak ze in een fotokopieermachine,
(Gelach)
ik nam een vel kalkeerpapier,
plakte die over de fotokopie
met een stuk plakband -- hou me tegen als ik te snel ga --
(Gelach)
en toen nam ik een rapidografpen --
leg maar uit aan de jongelui --
(Gelach)
en ik begon aan de wedersamenstelling van de dinosaurus.
Ik had er geen idee van wat ik deed,
ik had geen idee van waar ik heenging,
maar op een bepaald punt stopte ik --
toen ik vond dat verder gaan, te ver zou gaan.
Het resultaat was een grafische weergave
van hoe we dit dier tot leven zien komen.
We zitten er middenin.
Vervolgens gooide ik er wat typografie tegenaan.
Heel eenvoudige dingen,
met een zekere suggestie van openbare parkwegwijzers.
(Gelach)
Iedereen in huis was er dol op,
dus ging het richting auteur.
En ook toen al
was Michael mee met de jongste trends.
Michael Chrichton antwoordt per fax:
"Wow! *** Fantastische Omslag"
(Gelach) (Applaus)
Wat een opluchting om dat uit de machine te zien rollen.
(Gelach)
Ik mis Michael.
En zie, iemand van MCA Universal
belde onze juridische dienst om te zien of ze
misschien de aankoop van de beeldrechten kunnen onderzoeken,
voor zover ze het misschien zouden willen gebruiken.
Ze hébben het gebruikt.
(Gelach) (Applaus)
Ik vond het spannend.
We weten allemaal dat het een geweldige film was.
Het was zo interessant om te zien
hoe het deel werd van de cultuur, een fenomeen,
in allerlei verschillende verschijningsvormen.
Niet zo lang geleden
stootte ik hierop, op het internet.
Dat ben ik niet.
Wie het ook is,
ik kan het niet helpen om te denken dat hij op een dag wakker werd
en dacht: "Help, dat was er gisteren niet. Oooh!
Ik was ver heen."
(Gelach)
Bedenk maar even, van mijn hoofd
naar mijn handen naar zijn been.
(Gelach)
Wat een verantwoordelijkheid.
Ik neem die verantwoordelijkheid niet licht op.
De boekontwerper heeft een drievoudige verantwoordelijkheid:
jegens de lezer, jegens de uitgever en bovenal jegens de auteur.
Ik wil dat je naar het boek van de auteur kijkt
en zegt: "Wow! Dat moet ik lezen."
David Sedaris is één van mijn favoriete auteurs.
Het titelstuk
in deze verzameling gaat over zijn bezoek aan een nudistenkamp.
Hij ging erheen omdat
hij *** was van zijn lichaamsbeeld.
Hij wilde de oorzaak daarvan kennen.
Voor mij was het een excuus om een boek te ontwerpen
waar je letterlijk de broek van kon aftrekken.
Maar als je dat doet,
krijg je niet wat je verwacht.
Je krijgt iets dat veel dieper gaat.
David was erg dol op dit ontwerp,
want tijdens signeersessies, die hij regelmatig doet,
kon hij dit doen met een magic marker.
(Gelach)
Hallo!
(Gelach)
Augusten Burroughs schreef memoires
met de titel "Droog", over zijn verblijf in een afkickcentrum.
In zijn twintiger jaren was hij een hippe reclameman,
en, zoals we van Mad Men leerden, een zware alcoholicus.
Hij vond weliswaar van niet,
maar zijn collega's kwamen tussenbeide en zeiden:
"Je gaat afkicken of je wordt ontslagen en sterft."
Voor mij moest dit een typografische oplossing krijgen,
wat ik het omgekeerde van Type 101 zou noemen.
Wat betekent dat?
Op de eerste dag van Introductie tot de Typografie
krijg je meestal de taak om een woord te selecteren
en te zorgen dat het eruit ziet als zijn betekenis. Dat is Type 101.
Heel simpele dingen.
Dit zal het omgekeerde doen.
Ik wil dat dit boek eruitziet alsof het je beliegt,
desperaat en hopeloos, zoals een alcoholicus zou doen.
Het antwoord was zo low tech als je maar kan bedenken.
Ik zette de het drukwerk, drukte het af op een Epson-printer,
met wateroplosbare inkt, plakte het tegen de muur
en gooide er een emmer water tegenaan. Presto!
Toen we in druk gingen,
voegde de drukker een spot gloss toe aan de inkt,
zodat het er echt uitzag alsof het uitliep.
Niet lang nadat het was verschenen, werd Augusten belaagd in een luchthaven.
Hij verstopte zich in de boekhandel,
en keek stiekem wie zijn boeken kocht.
Er kwam een vrouw op het boek af,
ze kneep haar ogen toe, bracht het naar de kassa
en zei tegen de man achter de kassa: "Dit exemplaar is beschadigd."
(Gelach)
De man achter de kassa zei: "Weet ik, mevrouw. De hele levering was zo."
(Gelach)
Dat heeft die drukker goed gedaan.
Een boekomslag
is een distillaat.
Het is een haiku
van het verhaal, als je wil.
Dit specifieke verhaal
van Osamu Tezuka
is zijn epische 'Leven van Boeddha'.
Het zijn acht volumes in totaal. Het beste is
dat het op je boekenplank een 'Boekenplankleven
van Boeddha' geeft, van levensfase tot levensfase.
Al deze oplossingen
hebben hun wortels in de tekst van het boek,
maar zodra de boekontwerper de tekst heeft gelezen,
moet hij een tolk zijn
en een vertaler.
Dit verhaal was echt een raadsel.
Het ging hierover.
"Intrige en moord onder de 16e-eeuwse Ottomaanse hofschilders"
(Gelach)
Dus zocht ik een verzameling schilderijen uit,
bekeek ze, deconstrueerde ze
en stelde ze weer samen.
Dit is het ontwerp.
Dit is de voorkant en de rug. Het is vlak.
Maar het echte verhaal begint als je dit rond een boek doet en op de plank zet.
Ahh! We zitten ze op de huid,
de stiekeme geliefden. Laten we ze uit hun tent lokken.
Huhh! Ze zijn ontdekt door de sultan.
Dat zal hij niet fijn vinden.
Huhh! Nu is de sultan in gevaar.
Nu moeten we het openen
om te ontdekken wat er dan gebeurt.
Probeer dat maar eens te ervaren op een Kindle.
(Gelach)
Breek me de bek niet open.
Echt.
Er is veel te zeggen voor eBooks:
gemak, comfort, draagbaarheid.
Maar er is ook verlies: traditie,
een zinnelijke ervaring, het comfort van dingsigheid --
een beetje menselijkheid.
Weet je wat John Updike placht te doen
zodra hij een exemplaar in handen kreeg
van één van zijn nieuwe boeken van Alfred A. Knopf?
Hij rook eraan.
Dan streek hij over het lompenpapier,
de scherpe inkt en de ruwe kantjes van de pagina's.
Zelfs na al die jaren, al die boeken kreeg hij er nooit genoeg van.
Ik ben een groot voorstander van de iPad,
maar geloof me vrij, eraan ruiken heeft geen enkele zin.
(Gelach)
De Apple-jongens sturen nu een bericht
"Ontwikkel geur-emissie-plug-in".
(Gelach)
Het laatste verhaal waarover ik het ga hebben, is me er eentje.
Een vrouw
genaamd Aomame, in het Japan van 1984,
komt terecht op een wenteltrap, om van een
om van een viaduct af te raken. Beneden aangekomen
kan ze niet anders dan ervaren dat ze plots
in een andere realiteit is terechtgekomen,
die net iets anders is dan diegene die ze heeft verlaten,
erg gelijkend, maar anders.
We hebben het dus over parallelle existentievlakken,
zoals een boekomslag en het boek waar hij om zit.
Hoe tonen we dat?
We keren terug naar Hepburn en Dietrich, maar nu smelten we ze samen.
We hebben het over verschillende vlakken, verschillende stukken papier.
Dit is op een halfdoorschijnend stuk perkament.
Het is één deel van vorm en inhoud.
Als het bovenop de papieren kaft zit,
die er tegenover staat, vormt het dit.
Zelfs als je niets weet over dit boek,
moet je rekening houden met één persoon
die schrijlings op twee existentievlakken zit.
Het object zelf nodigt uit tot verkenning,
interactie, beschouwing
en aanraking.
Dit kwam binnen als nummer twee
van de New York Times-bestsellerslijst.
Dat is ongehoord,
voor ons, de uitgever, en voor de auteur.
We hebben het over een boek van 900 pagina's,
dat even bizar als meeslepend is
en een climax bevat
waarin een horde kleine mensen
uit de mond van een slapend meisje komen
en een Duitse Scheper doen ontploffen.
(Gelach)
Niet bepaald Jackie Collins.
Veertien weken op de bestsellerslijst,
acht drukken, verkoopt nog steeds goed.
Hoewel we het uitgeven als kunst waarderen,
weten we heel goed dat het ook een bedrijf is,
en dat, als wij ons werk goed doen en een beetje geluk hebben,
grootste kunst grootste business kan zijn.
Dat is mijn verhaal. Wordt vervolgd.
Hoe ziet het eruit?
Ja. Het kan, het is zo, het zal zo zijn,
maar voor deze boekontwerper,
bladomslager,
plaatshouder met ezelsoren,
aantekeningen-in-de-marge-maker,
inktsnuiver
ziet het verhaal er zo uit.
Hartelijk dank.
(Applaus)