Tip:
Highlight text to annotate it
X
Silverthorne: Hallo, YouTube.
Welkom bij de masterclasses
van het YouTube Symfonie Orkest.
Ik ben Paul Silverthorne.
Ik ben eerste altviolist
bij het London Symphony Orchestra.
Ik wil jullie graag een paar nuttige tips geven,
dat hoop ik althans, voor de auditiestukken die dit jaar
worden gespeeld voor het YouTube Symfonie Orkest.
Het eerste stuk dat jullie moeten spelen,
is de finale uit het altviool- concert in D majeur van Stamitz.
Dat is weer eens wat anders,
want meestal word je gevraagd het eerste deel te spelen.
Deze finale is niet echt een virtuoos stuk,
en het gaat er vooral om dat je de juiste stijl treft
en gracieus en correct speelt,
en met een prachtige klank.
Het eerste wat je moet doen, is ervoor zorgen
dat je niet te snel begint.
Het is verleidelijk om het openingsgedeelte
iets te energiek te spelen.
Als je dat doet, kom je later in de problemen
wanneer het sneller wordt.
Je moet dan meer noten in de maat zien te passen.
De essentie van deze opening is niet snelheid en techniek,
maar gratie.
De dynamiek is 'dolce', dus dat is een hint.
Dus ik zou meer een tempo spelen zoals...
Dat lijkt misschien een beetje tam,
maar later heb je er voordeel van.
Later in dit deel zul je merken
dat alle verschillende frasen op die snelheid goed werken.
Zoals het volgende stuk,
dat iets melodischer is.
En ook het mineurgedeelte, dat later komt.
Want dan, heel belangrijk,
als je begint met die snelle sextolen,
zes zestiende noten per tel,
hoef je niet zo in paniek te raken.
Je kunt dan nog steeds redelijk elegant spelen
en hoeft niet als een gek rond te racen.
Er is jullie ook gevraagd een deel te spelen
uit de eerste cellosuite van Bach,
de suite in G majeur.
Ik bespreek hier niet alle delen,
maar probeer jullie een paar algemene tips te geven
over het spelen van Bach voor je auditie.
Er bestaan heel veel verschillende meningen
over hoe je Bach moet spelen.
Je kunt niet iedereen tevreden stellen.
Het belangrijkste is om in een stijl te spelen
waar je zelf volledig in gelooft.
Speel oprecht, op de manier waarop jij de muziek ervaart.
Dan komt dat goed over.
Als je probeert te spelen wat je denkt dat anderen willen horen,
werkt het niet.
Deze suite is stilistisch gezien
misschien wel de duidelijkste.
Het is niet zulke complexe muziek als de latere suites
en de stijl is heel open en natuurlijk.
Dus zorg ervoor dat je dat behoudt.
De openingsfrase
bestaat uit gearpeggieerde akkoorden.
Probeer je niet te druk te maken
over de articulatie en frasering.
Laat de harmonieën zich natuurlijk ontvouwen.
Als je een van de dansdelen kiest,
moet je proberen de stijl van de dans te behouden.
Ze zijn allemaal erg anders.
De Allemande, de tweede,
is wat stijl betreft vrij vloeiend en elegant.
Maar de Courante, als je die bekijkt,
zie je die grote sprongen
die Bach in het hele stuk heeft geschreven.
Dat is een hint voor de energie die nodig is.
Er is een beetje robuustere aanpak nodig
dan in sommige van de andere delen.
Dus geniet echt van die grote sprongen.
Je moet het karakter van dit deel zien te vangen.
De Sarabande moet niet te langzaam zijn.
In de versie die ik hier heb, staat een metronoommarkering
in achtste noten.
Negeer dat maar.
Hoewel het langzaam is,
moet het een kwartnootpuls zijn,
anders heb je niet het juiste Sarabande-ritme.
Het Menuet, in tegenstelling tot andere delen,
is weer een kalm en elegant deel.
Het is niet zo levendig
als de latere suites.
Dus speel weer een mooie, vloeiende lijn.
En contrasteer dat dan mooi met de Gigue.
Ook hier weer niet te snel,
maar wel veel ritmische energie.
Dat was maar een korte blik op de suite,
maar hopelijk wel met een paar nuttige tips.
Een stuk dat altijd voorkomt bij audities
is het Scherzo uit Mendelssohns
'Midsummer Night's Dream'.
Daar zijn goede redenen voor.
Je hebt veel controle over je spiccato nodig,
en goed vingerwerk.
Het is echt een goede test voor een violist.
We zijn best aardig geweest bij deze audities,
want we vragen jullie niet naar de moeilijkste stukken,
alleen de eerste 16 maten.
Dus je hebt niet te maken met die lange reeksen zestienden,
alleen kleine stukjes.
Dus profiteer daarvan.
Het ritme dat we willen horen, is...
Het is belangrijk dat deze streek
niet met de hele arm wordt gespeeld,
maar met ontspannen pols en vingers.
Als je de hele arm gebruikt, wordt het oncontroleerbaar,
en klinkt het geluid hard en scherp, zoals dit.
Het is belangrijk om de hand soepel te houden
en de rechterarm er bijna niet bij te gebruiken.
Als je dat moeilijk vindt,
kun je beter niet proberen dat nu te leren
met Mendelssohns muziek.
Gebruik je toonladders...
of zoiets als Kreutzers etude nummer 2,
en probeer dit dan nog eens
als je er meer aan gewend bent.
En dan kun je het hele stuk gaan oefenen.
De meest ambitieuzen onder jullie
die auditie willen doen als eerste altviolist
in het YouTube Symfonie Orkest,
wens ik heel veel succes.
Je hebt de kans om een prachtige melodie te spelen
uit 'Harold en Italie' van Berlioz.
De passage die we van je vragen, is het begin
van de altvioolsolo.
Het stuk heeft de markering:
'Scène van melancholie, geluk en vreugde.'
Dus het begint duidelijk met melancholie.
En aan het eind van de solo speel je vreugdevol en gepassioneerd.
Dus het is een echte test van je expressieve mogelijkheden
op het instrument.
En je vaardigheid om...
een lijn een hele tijd vast te houden.
Het is echt een lange melodie.
Ik heb de maten niet geteld,
maar de hele eerste pagina, is eigenlijk één melodische frase.
Een paar ideeën over dit stuk.
Berlioz heeft dit stuk geschreven op verzoek van Paganini,
die net een prachtige Stradivarius-altviool had,
waarop hij wilde spelen.
En ik weet zeker dat het geluid van dat instrument
in Berlioz' achterhoofd zat toen hij dit eerste deel schreef
van 'Harold en Italie'.
Die prachtige, gouden, melodische klank
die dat instrument moet hebben gehad.
Dus welk instrument je ook speelt,
al is het een Chinese altviool,
met 'Stradivarius' op het label,
probeer dat te bereiken, een melodische streek
en een warm, vol vibrato.
De volgende frase moet zo lieflijk mogelijk
worden gespeeld,
en drie P's:
heel, heel erg zacht.
En dit is een geval in het solorepertoire
waarin je echt heel zacht kunt spelen.
De orkestratie is hier ongelooflijk verfijnd.
Dus zelfs op je webcam
tijdens je auditie voor YouTube
kun je laten zien hoe zacht je het kunt spelen...
en toch die melodische lijn vasthouden.
Geleidelijk aan
wordt het stuk energieker en gepassioneerder
en vreugdevoller.
In die fase
moet je het geluid voller laten worden
en ons laten horen wat je melodisch gezien in huis hebt.
Het engste auditiestuk voor ongeveer iedereen
is 'Don Juan' van Strauss.
Dit is in bijna elk opzicht een moeilijk stuk.
En het wordt gebruikt bij vrijwel elke auditie
voor alle strijkinstrumenten.
Ik kan dit nu eenmaal niet makkelijker maken,
maar ik kan jullie wel een paar ideeën geven.
De fout die ik het vaakst *** bij de openingsfrase
is dat mensen te vaak stoppen.
Als Don Juan steeds tussendoor was gestopt,
had hij nooit zo'n reputatie opgebouwd.
Belangrijk is dat de openingsfrase
van begin tot eind aan één stuk doorgaat.
In contrast daarmee is er
de rijke, veranderende melodie.
Let hier weer goed
op de articulatie van Strauss.
Een voorbeeld.
Hij plaatst een accent op de zestiende noot,
waar je dat niet zou verwachten.
Als je het speelt zoals je het zou verwachten,
plaats je een accent op ongeveer alles behalve dat.
Let daarop en op het feit
dat de volgende frasen echt legato zijn.
De passage waar iedereen benauwd voor is,
is het laatste arpeggio van G majeur
naar de D.
Er is gewoon geen manier om dit makkelijk te maken.
Blijf gewoon kalm
en zoek uit welke vingerzetting het best voor jou werkt.
En dan oefenen, oefenen en nog meer oefenen.
Er zijn twee manieren om die hoge D te bereiken.
De meeste mensen doen dat geleidelijk, in stappen.
Dat werkt bij mij nooit goed op snelheid.
Ik wacht liever tot het laatste moment
en ga dan in één laatste positieverandering omhoog.
Maar ieder zijn ding.
In de volgende passage
hebben we net zoals bij Mendelssohn
een zeer gecontroleerd spiccato.
Het is moeilijker hier, omdat je
uit een forte-passage komt en het in triolen is
en legato wordt afgewisseld met spiccato.
Probeer de strijkstok niet te hoog te balanceren,
anders wordt het rommelig en onsamenhangend.
Dus je moet alles heel gecontroleerd houden.
Als je te ver van de snaar springt,
heb je geen controle meer over de legato's
of het ritme.
Ik hoop dat jullie wat aan deze opmerkingen hebben.
Veel succes met oefenen,
en ik ben benieuwd naar jullie video's.