Tip:
Highlight text to annotate it
X
Vertaald door: Florian Fermin Nagekeken door: Els De Keyser
In New York ben ik het hoofd van de afdeling ontwikkeling
voor een non-profit-organisatie genaamd Robin Hood.
Wanneer ik geen armoede bestrijd, bestrijd ik branden
als assistent-commandant bij een vrijwillig brandweerkorps.
In onze stad,
waar de vrijwilligers een goed getraind beroepskorps aanvullen,
moet je snel aanwezig zijn op de plek des onheils
om in actie te kunnen komen.
Ik herinner me mijn eerste brand.
Ik was de tweede vrijwilliger die aanwezig was,
dus ik had een goede kans om in actie te komen.
Maar het was een race te voet tegen de andere vrijwilligers
om bij de dienstdoende commandant te komen
om erachter te komen wat onze opdrachten zouden zijn.
Toen ik de commandant gevonden had,
was hij in een boeiend gesprek verwikkeld
met de huiseigenaar,
die zeker een van de slechtste dagen van haar leven beleefde.
Het was midden in de nacht.
Ze stond buiten in de stromende regen,
onder een paraplu, in haar pyjama, op blote voeten,
terwijl haar huis in brand stond.
De andere vrijwilliger die net voor mij was aangekomen --
laten we hem Lex Luther noemen --
(Gelach)
was als eerste bij de commandant
en werd gevraagd om naar binnen te gaan
om de hond van de huiseigenaar te redden.
De hond! Ik was groen van jaloezie.
Hier stond een advocaat of bankdirecteur
die, voor de rest van zijn leven, mensen mag vertellen
dat hij een brandend huis inging
om een leven wezen te redden,
alleen maar omdat hij vijf seconden sneller was.
Nu was ik aan de beurt.
De commandant wenkte mij naar zich toe.
Hij zei: "Bezos, ik wil dat je het huis ingaat.
Ik wil dat je naar boven gaat, langs de brand,
en ik wil dat je voor deze mevrouw een paar schoenen haalt."
(Gelach)
Ik zweer het.
Dus niet precies waar ik op gehoopt had,
maar daar ging ik --
de trap op, de hal af, langs de 'echte' brandweermannen,
die bijna klaar waren met blussen op dit moment,
de grote slaapkamer in om een paar schoenen te halen.
Nu weet ik wat je aan het denken bent,
maar ik ben geen held.
(Gelach)
Ik nam mijn lading mee naar beneden
waar ik mijn nemesis
en zijn prestigieuze hond bij de voordeur tegenkwam.
We namen onze schatten mee naar buiten, naar de huiseigenaar.
Het verbaasde mij niet
dat hij veel meer aandacht kreeg dan ik.
Een paar weken later
ontving het korps een brief van de huiseigenaar
die ons bedankte voor ons heldhaftige optreden
bij het redden van haar huis.
De attentie die ze bovenal onderstreepte:
iemand had voor haar zelfs een paar schoenen geregeld.
(Gelach)
Zowel bij mijn werk voor Robin Hood
als bij mijn hobby als vrijwillige brandweerman,
ben ik getuige van vrijgevigheid en vriendelijkheid
op monumentale schaal,
maar ik ben ook getuige van gevallen van gratie en moed
op individuele basis.
Weet je wat ik geleerd heb?
Ze doen er allemaal toe.
Dus wanneer ik deze zaal rondkijk
naar mensen die uitzonderlijke successen
behaald hebben, of ernaar
op weg zijn,
dan wil ik jullie hieraan herinneren:
wacht niet.
Wacht niet tot je je eerste miljoen hebt verdiend
om een verschil te maken in iemands leven.
Als je iets te geven hebt,
geef het nu.
Serveer eten in een gaarkeuken, maak een buurtpark schoon,
word een raadgever.
Niet elke dag zal ons de kans bieden
om iemands leven te redden,
maar elke dag biedt ons de mogelijkheid om er een te beïnvloeden.
Dus ga meedoen, red de schoenen.
Dankuwel.
(Applaus)
Bruno Giussani: Mark, Mark, kom terug.
(Applaus)
Mark Bezos: Dank U.