Tip:
Highlight text to annotate it
X
Groetjes uit het zonnige Hawaii!
Allereerst wil ik ambassadeur Gutman bedanken
voor het openstellen van zijn woning
voor deze geweldige Boas-alumni,
hun vrienden, en hun familie.
En uiteraard is
elke Boas-alumnus
ook
een Fulbrighter,
door het ontvangen van
het privilege
van een Fulbright reisbeurs,
en nu maken ze allemaal
deel uit van
de wereldwijde Fulbright-familie.
Mr. de Ambassadeur, als iemand die zelf
voor de Fulbright Commission in Belgi‘ gewerkt heeft
voor 23 jaar, toen ik in Belgi‘ woonde,
kan ik geen ander programma bedenken
dat meer gedaan heeft voor het
promoten van de verstandhouding
tussen Belgi‘
en de Verenigde Staten.
Nu zou ik ook alle Boas-studenten
hier willen bedanken,
en in feite niet enkel bedanken,
maar ook feliciteren.
En dat geldt natuurlijk ook voor alle
Boas-alumni
die er niet bij konden zijn
vanavond.
Ik wil jullie bedanken
voor wie jullie zijn
en voor wat jullie gedaan hebben.
Alle Boas-studenten
delen
een gelijkaardig profiel:
elke Boas-student
is
toegewijd aan
integriteit en
academische uitmuntendheid,
en is ook
toegewijd aan
dienstbaarheid zonder eigenbelang.
Maar ik wil jullie ook feliciteren,
want
de Harvard Boas Alumni Association
is uniek
in dat het de eerste alumnivereniging is die
rechtstreeks verbonden is
met een privéfonds voor studiebeurzen.
En voor die reden
wil ik
alle organisators van dit fantastische initiatief bedanken,
want nadat ik hierover vertelde aan
onze vrienden in Cambridge
trok dit
onmiddellijk hun aandacht.
En ze zouden jullie initiatief willen gebruiken
als een voorbeeld
dat ze graag nagevolgd zouden zien
door andere
individuen
en organisaties
die een studiebeursprogramma
wensen op te starten,
en ze willen hen warm maken
voor een alumnivereniging
zoals jullie hier gedaan hebben.
Ik denk dat het op dit moment,
gepast is
om respect te betonen aan
iemand die eigenlijk de Fulbright
Commission in Belgi‘ heeft opgestart in 1948,
Dorothy
Moore-Deflandre.
Iedereen die ooit
met Dorothy gewerkt, net zoals ik
voor langer dan 20 jaar,
apprecieerde
haar enthousiasme voor het programma
en ik heb altijd genoten
van haar wijsheid
in verband met internationale
educatieve uitwisseling.
Maar ik vraag me echter af
hoe veel van jullie eigenlijk weten
hoe het kwam dat Dorothy
naar Belgi‘ is gekomen in 1948.
Dorothy maakte eigenlijk deel uit
van een groep
zeer jonge
en zeer getalenteerde
wiskundigen die
de oorlogsjaren van Wereldoorlog II
hebben doorgebracht in het Pentagon
om de toegangscode te breken,
waar ze ook
zeer goed in geslaagd zijn.
En na de oorlog
bleek
een erg goede vriendin van haar
- en bovendien collega
in dit programma -
de dochter te zijn van
Dean Acheson,
die op dat moment
Staatssecretaris was
in het kabinet
van President Harry Truman.
En dus,
op een dag toen ze op bezoek ging bij
de familie Acheson
in hun gezellige
huis in Georgetown,
vroeg Dean Acheson aan Dorothy
wat haar plannen waren
nu haar oorlogsopdracht voorbij was.
Maar Dorothy
had niet echt een
duidelijk plan op dat moment,
dus vertelde Dean Acheson haar
dat de Amerikaanse regering
van plan was om
een zeer belangrijk
educatief
en cultureel
uitwisselingsprogramma,
gesponsord door senator Fulbright
voor te leggen aan het Amerikaanse Congres,
en dat het de bedoeling was om
de eerste Fulbright Commissions
te openen in Europa,
waarvan een van de allereersten
die in Belgi‘ zou zijn.
Dus dat is
hoe Dorothy
in Belgi‘ terecht kwam in 1948,
en uiteindelijk Dorothy Moore-Deflandre werd.
Toevallig was het zo dat
Douglas MacArthur in 1948
Eerste Secretaris van de ambassade was
en later
de Amerikaanse ambassadeur werd,
en in die hoedanigheid,
in 1964,
heeft ambassadeur MacArthur mij
benoemd tot
de Fulbright Commission.
Kort nadat ik
lid werd van de bestuursraad,
besefte ik
dat de financieen
van de Commissie
snel uitgeput zouden raken
omdat de complementaire financiering
die initieel gebruikt werd
om dit pogramma te financieren
snel
op raakte,
en ook dat de Commissie zich beperkte
tot het toekennen van maar een paar
reisbeurzen,
en dat veel mensen dus dachten dat
de Commissie de deuren gesloten had.
Dus ik overlegde met mijn ouders en we kwamen op het idee
dat het wel eens interessant en nuttig zou kunnen zijn
om een privébeurs toe te kennen
aan jonge Belgen
en Luxemburgers
die dan de mogelijkheid zouden hebben om eender welke masteropleiding te volgen
aan Harvard University.
En we dachten dat het nuttig zou zijn om
samen te werken met de Fulbright Commission
die dan reisbeurzen zou toekennen
aan de successvolle
kandidaten,
en ook zou instaan voor de initiele doorlichting.
En ik bracht dit ter sprake bij de raad van bestuur en bij Dorothy,
en iedereen was het ermee eens dat het een goed idee was.
Het volgende dat
dan gedaan moest worden was
ervoor zorgen dat Harvard
zou deelnemen aan dit programma en het dus ook mogelijk zou maken.
Aangezien ik zelf
afgestudeerd was - 10 jaar eerder,
in 1954 -
aan de Harvard Law School,
dacht ik dat het handig zou zijn
om dit programma te beginnen
met de Law School,
en dan voornamelijk hun
LL.M-opleiding.
Dus ging ik naar Cambridge
en maakte een afspraak met
decaan Griswold,
en dat was mijn eerste
persoonlijke ontmoeting met de decaan,
want toen ik nog een
bachelorstudent was
volgde ik de ongeschreven regel
dat de decaan zo veel mogelijk vermeden moest worden,
want naar zijn kantoor geroepen worden
betekende vaak slecht nieuws
voor die persoon in kwestie.
Ik vertelde decaan Griswold wie ik was
en legde hem uit
wat het Fulbright-programma
eigenlijk inhield, aangezien hij het niet kende.
En toen zei decaan Griswold said: "Wel,
waarom in godsnaam zou een Belg
naar Harvard Law School
willen komen voor een LL.M-opleiding?"
Toen herinnerde ik
decaan Griswold eraan dat
in 1928,
toen hij afstudeerde aan de Harvard Law School,
een intelligente, jonge Belg
net bezig was met het afmaken van zijn
LL.M-opleiding.
Zijn naam was Pierre Wigny,
en op het tijdstip van deze ontmoeting met decaan Griswold was hij de Belgische Minister van Justitie.
Ik vertelde ook dat er nog een aantal zeer intelligente Belgen geinteresseerd waren in het verderzetten van hun studies aan Harvard Law School.
Uiteindelijk ging de decaan akkoord met ons plan, en zei dat Harvard uiteraard wel het laatste woord zou hebben over de toelatingen.
Met de toestemming van Harvard ging ik terug naar Belgi‘, waar we geconfronteerd werden met de dringende taak om
een gepaste kandidaat te zoeken. Uiteraard hadden we geen tijd meer om een beoordelingscommité samen te stellen of
het soort interviews te houden die jullie hebben meegemaakt; we hadden simpelweg een kandidaat nodig. Dus Dorothy en ik bekeken
een aantal dossiers en raakten het uiteindelijk eens over Luc Schuerman, die afgestudeerd was bij de besten van zijn klas aan de faculteit Rechten in Leuven,
en net een jaar rechten had gestudeerd aan de universiteit te Rome.
Dus ik zocht Luc op en legde hem uit wat ons programma precies inhield, en zo werd hij onze eerste kandidaat.
En om het aanbod nog aantrekkelijker te maken zei ik dat we hem,
indien hij het programma succesvol zou beëindigen, zouden voorzien van een volledig betaalde reis naar de Verenigde Staten.
Vervolgens nodigde Luc mij uit voor een ontmoeting met zijn familie,
en ik had het genoegen om zijn ouders te ontmoeten bij hen thuis, evenals zijn lieftallige echtgenote, Jeanine.
Luc en Jeanine vertrokken dus naar Harvard, en Luc behaalde schitterende resultaten.
Nu hadden we echt een geslaagd programma, want als
de eerste kandidaat tekort geschoten zou zijn,
was het volledige programma al bij voorbaat gedoemd tot mislukking.
Natuurlijk zijn jullie hier, en alle Boas-alumni in het algemeen, allemaal winnaars en jullie hebben het allemaal schitterend gedaan.
En het programma was uiteindelijk zo succesvol dat
een heel aantal Belgische beursstudenten
verschillende masteropleidingen gingen volgen
aan Harvard; waaronder aan de faculteit Geneeskunde,
uiteraard ook aan de faculteit Rechten, de faculteit Volksgezondheid,
en verschillende opleidingen aan de faculteit Letteren en Wetenschappen.
Een aantal van deze eminente Belgen zijn nu trouwens lid van de Belgische Koninklijke Academie.
Dus met zo'n succesvol programma
volop aan de gang,
dachten mijn ouders en ik
dat het interessant zou kunnen zijn
om een tweede beurs te creeeren
die specifiek beperkt zou zijn tot de Harvard Law School,
maar die wel toegankelijk zou zijn voor studenten
afkomstig uit wat wij de kleine Europese landen noemden:
de Benelux,
Scandinavie - inclusief Ijsland -,
Oostenrijk, en Portugal.
En ik denk dat de eerste Ijslander in ons programma,
Helwig Olafsdottir,
meteen ook de eerste Ijslander ooit was
die naar de Harvard Law School ging.
En nu hebben we natuurlijk een
zeer eminente groep
alumni
uit deze landen en ik ben blij dat
de respectabele Imre Gard Reitinger,
Voorzitter van het Oostenrijks Hooggerechtshof,
ermee heeft ingestemd jullie raad van bestuur te vervoegen.
Als afsluiter zou ik graag twee
unieke gevallen willen vermelden die ik heb meegemaakt
tijdens de 2 decennia die ik heb doorgebracht als lid van het selectiecomité hier in Belgi‘.
Het eerste betreft
een jong koppel,
Hans Van Houtte en Vera Van Houtte
die als beste van hun klas waren afgestudeerd aan de Leuvense Rechtenfaculteit,
en die ons vertelden dat ze verloofd waren.
En toen we hen - elk afzonderlijk, natuurlijk - interviewden, zeiden ze allebei: "Als een van ons de beurs krijgt,
geef ze dan maar aan de ander".
Toen bleek dat Vera Van Houtte
de Belgische beurs had gekregen,
en Hans Van Houtte de internationale beurs gewonnen had.
En Vera bouwde een zeer aanzienlijke juridische carrière uit
in de private sector, maar heeft ook heel wat belangrijke opdrachten gedaan voor juridische organisaties
in de publieke sector.
En Hans heeft net zijn
emeritaat aan de faculteit Rechten van de KU Leuven gevierd,
en is nu ook voorzitter van de
US - Iran Claims Commission in Den Haag.
Het andere, tweede
bijzonder geval
dat ik meemaakte,
had - het verbaast jullie misschien niet -
te maken met
Zijne Excellentie Luc Frieden,
onze belangrijkste spreker deze avond.
Luc diende midden jaren 80 een aanvraag in
voor de internationale juridische beurs,
op het moment dat hij net
zijn diploma behaald had
aan de Rechtenfaculteit van de universiteit van Parijs,
dit bovendien bij de top van zijn klas.
En terwijl hij daar rechten studeerde,
deed hij ook nog belangrijk werk
voor Radio Luxemburg,
die in die tijd in Parijs gevestigd was,
en hij assisteerde
de Eerste Minister van Luxemburg
bij het herzien van de Luxemburgse grondwet.
Dus wij waren van mening dat dit echt een opmerkelijke kandidaat was, en we stuurden zijn aanvraag naar Harvard
met alle verwachtingen vandien dat hij sowieso zou worden toegelaten.
Wel, beeld jullie nu eens in hoe verrast we waren toen Harvard ons liet weten dat ze Luc's aanvraag goedkeurden "met uitstel" (alleen maar in Harvard!).
De reden die ze daarvoor gaven was
dat ze vonden dat Luc simpelweg te jong was
om naar Cambridge te komen en het LL.M-programma aan te vatten.
Toen we dit aan Luc meedeelden,
ging hij - steeds met zijn onnavolgbare enthousiasme -
naar Cambridge University in Engeland
en vervolledigde daar een opleiding in internationaal recht
onder begeleiding van professor Lauterpacht.
Geheel toevallig was het zo dat
professor Lauterpachts vader, sir Lauterpacht, (die uiteindelijk rechter geworden is aan de Wereldrechtbank in Den Haag
toen hij lid was van de Commissie voor Internationaal Recht in 1953)
mij had aangeboden te studeren onder zijn begeleiding,
in Cambridge en in hetzelfde programma,
toen ik nog
de assistant was
van rechter Manley Hudson,
mijn professor internationaal recht aan Harvard,
die op dat moment
de Amerikaanse voorzitter was van de Commissie voor Internationaal Recht.
In ieder geval, toen Luc terug
naar ons kwam
in Brussel
stuurden we zijn aanvraag
voor de tweede keer naar Harvard.
En deze keer was Harvard wel van mening
dat Luc oud genoeg was
om naar Cambridge te komen
en het LL.M-programma te volgen, wat hij uiteraard be‘indigd heeft met zijn gewoonlijke genialiteit.
En we weten allemaal
van de carrière die daarop volgde,
toen hij
het jongste lid werd
van het Luxemburgs kabinet.
Laat me nu afsluiten
door jullie nogmaals te bedanken voor alles wat jullie gedaan hebben
en door de hoop uit te drukken
dat dit programma
altijd zal blijven voortbestaan
zolang
Harvard
en het Fulbrightprogramma bestaan.
Bedankt!