Tip:
Highlight text to annotate it
X
Vandaag is een bijzondere dag voor mij.
Ik zou die graag met jullie willen delen
op traditionele wijze, door een liedje te zingen.
Zing dus alsjeblieft met me mee.
Ik denk dat jullie het kennen.
Ik tel tot drie, en dan zingen, alsjeblieft.
Een ... twee ... drie ...
♪ Happy Birthday to you ♪
♪ Happy Birthday to you ♪
♪ Happy Birthday, dear Joren ♪
♪ Happy Birthday to you ♪
Dankuwel. Dat was prima.
(Applaus)
Nu moet ik twee dingen bekennen.
Eén: hoewel deze dag heel bijzonder is voor mij, is het niet mijn verjaardag.
De tweede bekentenis is dat we door dit lied publiek te delen en zingen,
allemaal in aanmerking komen voor een celstraf wegens een misdrijf,
omdat het liedje 'Happy Birthday to You' nog onder auteursrecht valt.
Daar wil ik vandaag over praten.
Ik wil praten over auteursrecht en patenten,
de systemen die werden ontwikkeld om innovatie en creativiteit te stimuleren.
Dat is mijn eerste punt:
dat het doel van deze wettelijke middelen
is om innovatie en creativiteit te stimuleren, om te zorgen dat we er meer van krijgen.
De bescherming die ze bieden, de exclusieve rechten die ze geven
zijn maar het middel om dat te bereiken.
Als we het systeem bekijken,
moeten we nagaan: geeft het de maatschappij ook echt meer innovatie en creativiteit?
We bekijken het systeem vanuit drie invalshoeken, met drie vragen.
De eerste vraag is: "Klopt de theorie?"
Dat is het argument van het hoofd.
De tweede vraag is: "Werkt ze? Is er empirisch bewijs?"
Dat is het argument van de buik.
De derde vraag is: "Is ze fair? Voelt ze goed?"
Dat is het argument van het hart.
Want als hoofd, hart en buik het eens zijn,
dan weten we dat we een goed systeem hebben.
Even kijken naar de theorie.
Waarom moeten we naar de gevangenis als we 'Happy Birthday to You' delen?
Je zou naar de gevangenis moeten om de creativiteit van de auteurs te promoten.
Je ziet de auteurs daar.
Helaas zijn ze beiden al enkele decennia dood
en is het lied al bijna honderd jaar oud.
Dat is dus duidelijk nonsens.
Het idee dat je de creativiteit van dode mensen vooruithelpt
door vele mensen naar de gevangenis te sturen
omdat ze delen wat die hebben gemaakt, is duidelijk absurd.
Maar dat zijn niet de twee grootste zwakheden in de theorie die ik wil bespreken.
Voor de eerste zwakheid moet je deze keer niet zingen, maar aandachtig luisteren.
♪ Good morning to you ♪
♪ Good morning to you ♪
♪ Good morning, dear children ♪
♪ Good morning to you all ♪
Je herkent dit liedje allemaal.
Het klinkt erg als 'Happy Birthday to You'.
Maar als ik je zou vragen of je vindt dat dit een kopie is of iets nieuws,
of het een aanvaardbare innovatie is of een piraatversie,
dan zouden vele mensen het niet eens zijn.
Het zou moeilijk te zeggen zijn of dit aanvaardbaar zou zijn of niet.
Dat brengt ons bij een belangrijk onderscheid.
Want als je aan de verkeerde kant van de opinie zit, ben je een misdadiger.
Zit je aan de juiste kant, dan ben je een creatief genie.
Volgens mij werkt dat niet,
want het onderscheid dat de theorie van intellectuele eigendom maakt
tussen een kopie en een origineel,
het onderscheid tussen imitatie en innovatie,
werkt eigenlijk niet.
Iedereen die ooit iets heeft gemaakt, weet dat elke innovatie
begint met en grotendeels bestaat uit een hoop imitatie.
En de meeste imitatie leidt tot innovatie.
Beide moeten samenwerken.
Ze zijn deel van hetzelfde continuum.
Maar intellectuele eigendom is het daar niet mee eens. Het zegt: "Nee.
Als je naar innovatie en imitatie kijkt, moet je een scherpe lijn trekken.
Eén ervan is goed: innovatie.
Eén ervan is slecht: imitatie."
Maar dat werkt niet.
De tweede zwakheid in de theorie staat op deze slide.
Je ziet de kunstenaar.
De kunstenaar, zegt men, heeft nood aan bescherming voor hij zijn publiek bereikt.
Maar tussen de kunstenaar en het publiek staat iemand anders.
Daar staat de tussenpersoon, de distributeur.
Wat we in praktijk zien,
is dat de tussenpersonen met al het geld gaan lopen.
Kunstenaars halen gemiddeld 6 procent van hun inkomen uit platenverkoop.
Maar Warner Music Group, eigenaar van de rechten op 'Happy Birthday to You',
verdiende in 2008 2 miljoen dollar royalties
op een lied dat bijna honderd jaar geleden werd geschreven
door mensen die al decennia dood zijn.
Het interessante punt is dat ze in de theorie niet voorkomen.
De theorie heeft dus grote zwakheden.
En de praktijk?
Hoe weten we of intellectuele eigendom
ons superieure innovatie en creativiteit oplevert?
We hebben daarbij een klein praktisch probleempje,
want om dit uit te zoeken, zouden we een parallel universum moeten opzetten
omdat we al sinds vele decennia intellectuele eigendom hebben.
Beeld je dus in dat je een parallel universum opzet, met wormgaten
tussen het ene universum met intellectuele eigendom
en het andere universum zonder intellectuele eigendom.
De huidige stand van de technologie laat dat nog steeds niet toe.
Toch is er één bedrijfstak waarin er concurrentie is
tussen een systeem met intellectuele eigendom
en een systeem zonder intellectuele eigendom.
Dat is de software-industrie.
In de software-industrie hebben we bedrijven als Microsoft en Oracle
die voor licenties doen betalen.
Ze gebruiken intellectuele eigendom om voor hun technologie te doen betalen.
En we hebben open source,
hier weergegeven door de pinguïn van Linux,
waar het bedrijfsmodel het gebruik van intellectuele eigendom verbiedt.
Al meer dan twee decennia zien we
dat open source steeds weer innovatiever is dan software met auteursrecht.
Dus het enige echte empirische bewijs dat we hebben,
biedt sterke aanwijzingen dat intellectuele eigendom
innovatie blokkeert of vertraagt
en dat het systeem zonder intellectuele eigendom
superieure innovatie kent.
Je zal zeggen: "En de gezondheidszorg?'
We zouden gruwelijk aan ons eind komen als de patenten van de farma-industrie
ons niet gezond hielden.
Klopt niet.
Als je de feiten bekijkt, zie je iets anders.
Welke bron je ook raadpleegt,
het Britse medische tijdschrift dat zijn lezers bevroeg
of het Amerikaanse Centrum voor Ziektebeheersing en Preventie,
als je de belangrijkste doorbraken in de medische wetenschap en de zorg
oplijst voor de laatste honderd jaar,
dan zie je steeds weer dat meer dan 9 op 10 ervan
tot stand kwamen zonder tussenkomst van enige intellectuele eigendom.
Meer nog,
als je nagaat hoe de farma-industrie haar patenten gebruikt,
zie je iets heel anders.
Meer dan 75% van de aanvragen voor nieuwe geneesmiddelen
bij het Amerikaanse Agentschap voor Voeding en Geneesmiddelen
betreffen bekende verbindingen.
Het onderzoek spitst zich toe op kleine veranderingen,
niet te veel,
zodat ze blijven werken tegen een bestaande ziekte,
maar net genoeg om een nieuw patent aan te vragen.
Ze worden 'Ik Ook'-patenten genoemd.
Meer dan drie kwart van het onderzoek gaat naar 'Ik Ook'-patenten.
Het geld dat de farma-industrie krijgt
door het monopolie dat we hun geven
met hun patenten, gaat niet naar de zoektocht naar nieuwe remedies,
maar naar de ontwikkeling van nog meer monopolies.
Dat lijkt niet echt fair,
wat me naar het derde argument brengt,
het argument van het hart.
Is intellectuele eigendom een fair systeem?
We zullen dit bekijken door een evolutionaire bril.
Mensen zijn anders dan hun naaste verwanten,
de bonobo's en de chimpansees.
Eén van de manieren waarop ze fundamenteel anders zijn,
is dat wij een veel rijkere, bredere cultuur hebben.
Hoe kwamen we erbij om die cultuur op te bouwen?
Een cruciaal kenmerk
waardoor we die cultuur konden opbouwen,
is ons vermogen om te vertrouwen.
Mensen vertrouwen elkaar sterk.
Als we een vreemdeling zien, doen we niet zoals de chimpansees.
Die vechten.
We doen niet zoals de bonobo's.
Die moeten seks hebben om zeker te zijn dat de ander te vertrouwen is.
Wij hebben dat hoogtepunt van de menselijke evolutie uitgevonden,
de zakelijke cocktailreceptie.
Eén van de moeilijkste omgevingen om in te overleven.
Elk van ons die er een heeft meegemaakt, weet dat.
Hoe bouwen we aan dit vertrouwen waardoor we cultuur kunnen ontwikkelen?
We doen dit door informatie en ideeën te delen.
Het is een essentieel menselijk kenmerk
om informatie en ideeën met vreemden te delen.
Maar de theorie van de intellectuele eigendom zegt dat dit fout is
en dat we dat niet zouden moeten doen.
We moeten ideeën bezitten.
We moeten er geld voor vragen. We moeten ze beschermen.
Volgens mij is dat fout.
Waarom hebben we dat systeem dan?
Dat systeem dat iedereen
fantastisch vindt?
Alle overheden steunen intellectuele eigendom.
Volgens mij herhalen we een fout
die we een paar honderd jaar geleden voor het eerst maakten,
toen we een systeem kenden dat mercantilisme heette.
Mercantilisme genoot de steun van alle overheden.
De theorie luidde: handel is slim, import slecht
en export goed.
Dus wat deden ze? Ze belastten de import.
Maar ze vergaten dat de export van de één de import van de ander was,
en andersom.
We maken vandaag dezelfde fout.
Ik toon jullie hoe nefast dat is.
Dit zijn de boeken die Amazon vandaag levert,
op basis van de datum van eerste publicatie.
Je ziet dat het de 19e eeuw is.
Deze grafiek toont
de stijging in eerste publicaties in de 19e eeuw.
Je zou verwachten
dat deze grafiek verder stijgt in de 20e eeuw,
omdat de wereldbevolking verdrievoudigde en de alfabetiseringscijfers door het dak gingen.
Helaas is er een scherpe breuklijn
tussen het publieke domein en het auteursrecht.
We zien een dramatisch onderscheid.
Wat betekent deze grafiek?
Dat 80% van de culturele productie van de 20e eeuw,
die men de meest productieve, creatieve en innovatieve eeuw noemt
in de geschiedenis van de mensheid,
gevangen zit achter de tralies van intellectuele rechten.
Vergeet niet:
wie kopieert, is een misdadiger.
Ik denk dat we dat moeten veranderen.
We moeten het systeem bekijken en zeggen:
een liedje als 'Happy Birthday to You',
daar kunnen we mee spelen, knoeien,
aanpassen, een afgeleide, belachelijke versie maken
zonder *** te zijn van het etiket
van 'misdadiger' of 'piraat'.
Ik weet dat we iets dergelijks kunnen verzinnen:
♪ Huuuuum ♪
♪ Happy Birthday to you ♪
♪ Je woont in een zoo ♪
♪ Je ziet er als een aap uit ♪
♪ aaaaand... ♪
Volgens mij hebben we nood aan de vrijheid om te delen
en de vrijheid om te vernieuwen.
Die moeten we verwerven want ik denk dat we ze nodig hebben.
Dankuwel.