Tip:
Highlight text to annotate it
X
Ik ben modeontwerpster.
Mijn merk heet Azira
en ik heb een winkel in de Dansaertwijk in Brussel.
Ik ontwerp kleding voor de moderne en Europese moslima.
Deze kleding is afgestemd op haar ethische keuzes
en op haar behoeften als actieve vrouw.
Ik doe dit allemaal met één centrale waarde:
Respect.
Respect voor individuele verschillen,
voor het milieu, voor arbeid, enzovoort.
Maar daarvoor sta ik hier eigenlijk niet.
Er zijn twee redenen waarom ik hier sta:
Eerst en vooral is mijn winkel maar één blok verwijderd
van het Walviscafé in de Dansaertwijk,
en ik sta hier ook omwille van de sterotypes.
Mensen zien moslimvrouwen op twee verschillende manieren,
twee visies die elkaar uitsluiten en elkaar tegenspreken.
Eén van deze visies is het perfecte voorbeeld van integratie:
een moderne vrouw die deelneemt aan de maatschappij,
volledig geïntegreerd, zelfbewust, enzovoort.
De andere visie is de toegewijde en onderworpen moslima
die een sluier draagt en haar huis netjes op orde houdt.
Op een dag was ik iets aan het drinken in de Walvis
met Bart Becks en Bruno, de organisator van dit evenement.
Bruno was gefascineerd door het feit
dat ik paste binnen die twee stereotypes op hetzelfde moment.
Ik ben een toegewijde moslima die de hijab gedragen heeft
gedurende 25 jaar, en anderzijds ben ik een modeontwerpster
die haar eigen merk heeft en een winkel in de Dansaertwijk.
Wat ik vandaag wil doen
is die twee stereotypes afbreken
en jullie tonen dat ze niet echt zijn.
Ik wil jullie twee foto's tonen.
Dit is Karema.
Ze is grafisch ontwerpster.
Ze werkt voor een grote politieke partij in Brussel
maar ze is ook studente islamitische theologie.
De andere foto toont Sakina.
Dit is het andere stereotype, de toegewijde huisvrouw
die communicatie en marketing gestudeerd heeft
en de wereld rondreist als event manager.
De manier waarop ik die twee stereotypes wil afbreken,
is door jullie mijn eigen verhaal te vertellen.
We gaan 25 jaar terug in de tijd. Ik was 15 en ik besliste
zoals elke tiener om mijn identiteit uit te drukken.
Op dat moment deed ik dat door een sluier te dragen.
Het was toen, in de jaren tachtig, nog mogelijk
om op school een sluier te dragen.
Dat is vandaag niet meer zo.
Maar de sfeer op school
en het feit dat andere studenten en leraars
die expressie van mijn identiteit afwezen,
zorgden ervoor dat ik uiteindelijk de school verliet en thuis bleef,
hoe graag ik ook naar school ging
en hoe goed mijn resultaten ook waren.
Ik was het beu om mezelf 's avonds in slaap te huilen
en ik bleef uiteindelijk thuis.
Nadat ik een paar jaar thuis gebleven was,
trouwde ik toen ik 18 was.
Ik werd de perfecte kleine huisvrouw
die het huis netjes op orde hield.
Ik drukte mijn creativiteit enkel uit
door het interieur te decoreren, te koken en mijn eigen kleren te naaien.
Nadat ik dat een paar jaar gedaan had,
kon ik het niet langer verdragen.
Ik wilde eruit stappen.
Eerst besliste ik om naar de islamschool te gaan,
want dat was de enige plaats
waar ik dingen kon leren en tegelijkertijd
me welkom en thuis voelen,
niet afgewezen omwille van wie ik was.
Dat opende me echt de ogen
want het gaf me het zelfvertrouwen dat ik nodig had
om buiten te gaan en de dingen te doen
die ik echt graag deed,
zoals naar de kunstschool gaan
en beginnen uitkijken naar een job.
Op mijn eerste job-interview
vertelde de vader van een baby me
dat ze een Engelstalig kindermeisje zochten voor hun pasgeboren zoon.
Toen hij me vroeg of ik Engels sprak
antwoordde ik dat ik dat niet wist.
Hij zei: "Dat is origineel, meestal weet je
of je een taal spreekt of niet."
Ik vertelde hem dat ik al die jaren dat ik huisvrouw was geweest
veel televisie had gekeken.
"Ik weet dat ik Engels begrijp,
ik denk dat ik het spreek, maar ik heb het nooit geprobeerd."
Dus hij zei: "Laten we eens proberen."
En zo werd ik kindermeisje. (Gelach)
Een aantal jaren later begon ik te werken in de socioculturele sector
voor een NGO, 'School zonder Racisme'.
Werken in die sector heeft me de aansporing gegeven die ik nodig had
om terug naar school te gaan en een aantal jaren later
mijn diploma te halen van middelbaar onderwijs.
Maar ik ben nooit naar de universiteit gegaan
want toen werd ik ziek.
Die ziekte heeft me in bed gehouden, ziekenhuis in en ziekenhuis uit,
meer dan twee jaar lang.
Na een tijdje begon ik te denken: wat zou ik nog kunnen doen?
Wat kan ik doen
met mijn creativiteit, mijn sterke punten en de dingen die ik geleerd heb
zolang ik hier nog ben?
Er moet een manier zijn om bij te dragen,
iets dat ik kan doen.
Daar is het project van het merk uit voortgekomen.
Want al die jaren dat ik gewerkt heb
heb ik mijn eigen kleren ontworpen en gemaakt,
die afgestemd waren op mijn ethische keuzes.
Ze waren modern
en modieus genoeg om aanvaard te worden als werkende vrouw.
Veel vrouwen kwamen naar me toe
en zeiden me dat ze het leuk zouden vinden om zulke kleren op de markt te vinden
en dat ze ze zeker zouden kopen als ze beschikbaar zouden zijn.
Wat ze echt nodig hadden - ze hadden hetzelfde nodig als ik:
Kleren afgestemd op hun ethische keuzes
modern en modieus,
West-Europese kleren
ook afgestemd op hun cultuur.
Om te voldoen aan de regels van de kuisheid
zijn er drie basisregels.
De eerste hoofdregel is dat het hele lichaam moet bedekt zijn,
behalve het gezicht en de handen.
De tweede regel is dat de kledij niet de lichaamsvormen volgt.
De derde regel is dat de kledij niet transparant is.
We hebben nog een aantal regels
maar elke islamschool heeft haar eigen regels.
Ze verschillen van regio tot regio.
Elke moslimvrouw die ervoor kiest om deze ethische waarden te volgen
kiest de kleren die het best hieraan beantwoorden.
Toen ik besliste dat ik dat wilde doen, dacht ik:
"Eerst en vooral moet ik een professionele opleiding volgen."
Want ik hou ervan om kleren te ontwerpen en te maken
en ik deed het ook al een paar jaar,
maar ik wilde een professionele vorming.
Ik probeerde binnen te geraken in modescholen.
Ik probeerde er veel en werd systematisch door elke school geweigerd.
De directeur van één van die scholen
zei zelfs dat hij niet geloofde
dat godsdienst en kunst in dezelfde persoon konden samenleven.
Ik vraag me af of die directeur ooit gehoord had over Michelangelo
of ooit zelf op een kunstschool hierover had geleerd.
Dus ging ik maar naar Syntra,
een plaats waar ze je basiskennis aanleren.
Ik was een paar maand bezig
toen ik besliste om geen tijd meer te verliezen.
Ik lanceerde het merk.
Ik ontwierp een eerste collectie,
ik verzamelde de fondsen die ik nodig had om te produceren
en begon te verkopen op modeshows
en tijdens privéverkopen thuis.
Toen ik zag dat ik vele reacties kreeg
en er een grote vraag was
begon ik uit te kijken naar een winkel.
Toen ik de winkel vond die ik in de Dansaertwijk uitbaat
hoorde ik dat de huiseigenaar zei
dat hij enkel een 'Belgo-Belgische", blanke huurder wilde,
een Vlaming.
Hij wilde ook een deftige winkel
zoals die van Christophe Coppens ernaast,
waar Prinses Mathilde zou komen
en haar hoeden kopen. (Gelach)
Toen ik dat hoorde
zette ik een blanke vriend met blauwe ogen in de statuten
om de huurovereenkomst te tekenen.
Ik heb de huiseigenaar nadien niet ontmoet.
Jarenlang heb ik hem nooit gezien.
De eerste keer dat ik hem gezien heb, was in september,
de dag nadat Prinses Mathilde mijn winkel had bezocht.
Hij zei: "Ik probeerde gisteren te komen
maar ik kon niet, de politie liet me niet binnen."
Ze hadden de hele straat afgezet.
Dit zijn gewoon een paar anekdotes
over mijn hele reis.
Zoals jullie kunnen zien,
heb ik tijdens deze reis gependeld
tussen die twee stereotypes.
Meestal integreerde ik ze allebei op hetzelfde moment.
Die reis bracht me hier.
Ik weet waar ik voor sta,
wat ik wil, wat ik wil bereiken
en waar ik wil voor vechten.
Gedurende de twee jaar dat ik het merk heb,
heeft het project meer vorm gekregen.
Ik besef dat de boodschap van het merk
die nu elke dag een paar vrouwen bereikt,
in die ene lokale winkel,
een universele boodschap is.
Het is een boodschap van respect voor verschillen.
Het is een boodschap van respect voor individuele keuzes.
Het is een boodschap van respect voor natuur en voor arbeid,
want al die aspecten integreer ik in wat ik doe.
Daarom heb ik beslist
om een wereldwijd gemeenschapsplatform te bouwen,
om al de vrouwen die deze twee stereotypes willen combineren
een stem te geven in dit project,
opdat dit project iedereen zou verenigen
die hetzelfde gelooft.
Ik doe dit
omdat stereotypes en stigmatisering
gevaarlijk en dodelijk kunnen zijn.
Een aantal weken geleden
werd een 17 jaar oude zwarte jongen neergeschoten
omdat hij een hoodie droeg en een zonnebril
terwijl de zon niet scheen - hij was daardoor verdacht.
Vorige week, in Los Angeles, ook in de V.S.,
werd Shaima, een 32 jaar oude vrouw,
dood geslagen.
Zij was het perfecte model van integratie,
maar zij droeg een sluier, haar enige misdrijf.
Mijn boodschap is dat respect samengaat met verantwoordelijkheid.
Dat is onze verantwoordelijkheid.
Amin Maalouf, één van mijn favoriete schrijvers, zegt het als volgt:
"Hoe we eruit zien, beperkt anderen dikwijls
tot hun kleinste connectie,
en hoe we eruit zien
kan hen ook bevrijden."
Dank u.
(Applaus)