Tip:
Highlight text to annotate it
X
Tegenwoordig is nieuwsgierigheid vanzelfsprekend.
We geloven dat als we hard werken,
we op een dag voor de piramides zullen staan,
een nieuwe bloemsoort ontdekken
of zelfs naar de maan kunnen.
Maar in de achttiende en negentiende eeuw
keken vrouwen uit het raam
naar een wereld die ze waarschijnlijk nooit zouden ontdekken.
Het leven voor vrouwen uit de tijd van Koningin Victoria
was vooral gericht op huishoudelijk werk en geroddel.
Hoewel ze boeken over exotische reizen verslonden,
zouden de meesten hun geboorteplaats
nooit verlaten.
Er waren echter een paar Victoriaanse vrouwen die,
door bepaalde voorrechten,
uithoudingsvermogen
en het niet accepteren van "nee",
toch afreisden naar verre oorden.
In 1860 stak Marianne North,
een hobbytuinierster en schilderes,
de oceaan over naar Amerika
met introductiebrieven,
een schildersezel
en een voorliefde voor bloemen.
Ze reisde later nog naar Jamaica,
Peru,
Japan,
India,
Australië.
Sterker nog, ze heeft elk continent bezocht, behalve Antarctica
op zoek naar bloemen om te schilderen.
"Ik werd overweldigd door de hoeveelheid
onderwerpen om te schilderen", schreef ze.
"De heuvels waren wonderbaarlijk blauw,
de één op de ander gestapeld.
Ik heb nog nooit zulke overvloed aan pure kleuren gezien."
Zonder vliegtuigen en auto's
en slechts af en toe bestrating
reed North op ezels,
beklom rotsen
en stak moerassen over
om de planten te bereiken die ze wou zien.
En dat alles in de gebruikelijke kleding uit haar tijd,
een japon tot aan de grond.
Omdat de fotografie nog niet zo geperfectioneerd was,
gaven de schilderijen van Marianne botanisten in Europa
hun eerste glimp van 's werelds meest bijzondere planten,
zoals de gigantische bekerplant uit Borneo,
de Afrikaanse fakkellelie
en vele anderen die naar haar vernoemd zijn,
aangezien zij de eerste Europeaan was die ze in het wild had gecatalogiseerd.
Ondertussen was in Londen
Miss Mary Kingsley de afgeschermde dochter
van een reizende dokter,
die graag naar haar vaders verhalen luisterde
over inheemse gebruiken in Afrika.
Halverwege het schrijven van een boek over dit onderwerp
werd haar vader ziek en overleed.
Kingsley besloot het boek voor hem af te maken.
Vrienden van haar vader raadden dit af
door kaarten met tropische ziektes te laten zien,
maar ze ging toch.
Ze kwam in 1896 terecht in het huidige Sierra Leone
met twee grote koffers en een taalgids.
Ze reisde af naar de jungle
en kon daar het bestaan bevestigen
van het tot dan toe mythische beest,
de gorilla.
Ze heeft herinneringen aan een gevecht met krokodillen,
dat ze vast kwam te zitten in een tornado
en dat ze een nijlpaard kietelde met haar paraplu
om te zorgen dat hij bij haar kano wegging.
Toen ze in een put vol scherpe punten viel,
werd ze beschermd door haar dikke petticoat.
"Een goede slang op de juiste wijze bereid,
is één van de beste maaltijden die men hier kan krijgen", schreef ze.
Dacht je dat Indiana Jones vindingrijk was?
Kingsley zou hem binnen een dag te slim af zijn!
Maar als het gaat om de regels overtreden,
dan is er wellicht geen vrouwelijke reiziger
meer onverschrokken dan Alexandra David-Neel.
Alexandra, die Oosterse religies had gestudeerd
thuis in Frankrijk,
wilde zichzelf koste wat kost bewijzen
tegenover de Parijse geleerden uit die tijd,
allemaal mannen.
Ze besloot dat de enige manier om serieus genomen te worden,
was om de legendarische stad Lhasa
in de bergen van Tibet te bezoeken.
"Mensen zullen zeggen:
'Deze vrouw weet waar ze het over heeft.
Ze heeft ze aangeraakt en ze in leven gezien'", schreef ze.
Toen ze bij de grens van India aankwam,
werd haar de doorgang verboden.
Dus verkleedde ze zich als Tibetaanse man.
Gekleed in een jas van yakbont
en een ketting van uitgesneden doodshoofden
wandelde ze door de barre Himalaya
helemaal naar Lhasa,
waar ze vervolgens werd gearresteerd.
Ze kwam erachter dat hoe moeilijker de reis,
hoe beter het verhaal was
en schreef later vele boeken over Tibetaanse religie,
die niet alleen aansloegen in Parijs,
maar vandaag nog steeds van belang zijn.
Deze dappere vrouwen, en vele anderen zoals zij,
gingen de hele wereld rond om te bewijzen
dat het verlangen om iets met eigen ogen te zien
niet alleen de loop van menselijke kennis kan veranderen,
maar ook het idee van wat er mogelijk is.
Ze gebruikten de kracht van nieuwsgierigheid
om een poging te doen de standpunten
en eigenaardigheden van andere plekken te begrijpen.
Misschien wel omdat zij zelf
in hun eigen samenleving als ongebruikelijk werden beschouwd.
Maar hun reizen brachten voor hen
veel meer aan het licht dan de gebruiken van andere landen,
het onthulde iets dat alleen zij konden vinden:
een gevoel van eigenwaarde.