Tip:
Highlight text to annotate it
X
Meneer Clifford: Hoi, ik ben Jacob Clifford en ik ben de presentator van Crash Course economie. Stan!
Adriene: Hoi, ik ben Adriene Hill en ik ben de presentatrice van Crash Course economie. Stan!
Stan: Jullie zijn een team! Jullie presenteren samen.
Adriene: Oké, mooi.
Meneer Clifford: Ja, woehoeee!
Adriene: Hoe dan ook, we maken onze serie Crash Course Economie in de YouTube-ruimte
in het mooie Los Angeles, Californië omdat meneer Clifford en ik allebei uit Zuid-Californië komen.
Meneer Clifford: Ja.
Statler: Wie zijn deze nietsnutten?
Waldorf: Waar zijn de gebroeders Green? Als er geen Greens zijn schrijf ik me uit.
Statler: Wat - hoe kun je je uitschrijven? Wat is dit, een soort van bewegende krant?
Meneer Clifford: Werden we zojuist beoordeeld door de Muppets?
Adriene: Zo klinkt het wel.
Kermit: Hey jongens, hey jongens luister, voel je maar niet slecht dat je niet groen bent, oké?
Adriene: Het is Kermit!
Meneer Clifford: Dat is gestoord!
Kermit: Hey jongens, uhm luister, groen zijn is leuk en alles maar Adriene en
meneer Clifford zijn, dat is ook leuk! Weet je, eigenlijk is het niet makkelijk om groen te zijn.
Ik denk dat ik daar een liedje over zou kunnen zingen.
Adriene: Mag ik met je meezingen?
Kermit: Ja, natuurlijk!
Adriene: Dit is een droom. Dit is een droom.
Dhr. Clifford: Nee, nee, nee, we kunnen de licentieovereenkomst voor dat liedje niet betalen jongens,
economie. Sorry.
Kermit. Oh. Oh. In dat geval, waarom stellen jullie je niet voor?
Meneer Clifford: Oké. Ik ben meneer Clifford, en ik ben een leraar economie op een middelbare school en een YouTuber,
en ik ga me richten op jullie de theorieën en grafieken van economie leren. Weet je wel,
uit schoolboeken.
Adriene: En ik ben Adriene Hill; ik ben een ervaren verslaggever voor de radioshow Marketplace,
en ik ga me richten op jullie de toepassing van economie in de echte wereld te laten zien. Weet je wel,
de goede dingen. De heel leuke dingen.
Meneer Clifford: Hey! Wij zijn allebei leuk! We gaan echt niet zo economie geven:
Prof. Bunsen Honeydew: Welkom bij Crash Course Economie! (Beaker gaapt) Ik ben blij om
jullie dit fascinerende onderwerp te leren. (Beaker kreunt)
Meneer Clifford: Sorry professor Honeydew, maar dat is waarom mensen economie haten op de middelbare
school en de universiteit.
Adriene: Hoe dan ook, Statler en Waldorf hebben een punt, de belangrijkste vraag in economie
is "Waar is John Green?" Ik bedoel, iedereen weet dat hij een bronzen medaille in economie heeft gewonnen bij de
Alabama State Academic Decathlon. Nou ja, John Green presenteert niet wegens economie. Dat leggen we later uit.
[Intro]
[Intro]
Meneer Clifford: Dus laten we beginnen met de basis. Wat is economie? Het zou makkelijker kunnen zijn
om te noemen wat economie niet is. Economie is niet de studie van geld of rijk worden,
hoewel economie begrijpen daarbij kan helpen. Economie is niet de studie van de
beurs. Dat is het gewoon niet. En economie gaat niet voornamelijk over mannen met stropdassen die voorspellen
wat er zal gebeuren in een markt of de gehele economie. Een paar economen
doen dat, maar het is niet waar economie vooral over gaat.
Economie is de studie van mensen en keuzes. De beroemde econoom Alfred Marsh definieerde
economie als "Een studie van de man (Adriene: En de vrouw!) in de gewone bezigheden van het leven.
Het onderzoekt hoe hij zijn inkomen verkrijgt en hoe hij het gebruikt. Dus het is aan de ene kant de
studie van welvaart en aan de andere en belangrijkere kant een studie van de man (Adriene: En
de vrouw!)."
Adriene: Dus laten we even bespreken wat economie voor de rest is. Economie is iemand van 18
die beslist of ze gaat werken of gaat studeren en hoe dat haar toekomstige inkomen beïnvloedt. Economie
is een bedrijf dat beslist of het smartphones of tablets gaat produceren en hoe dat wordt beïnvloed door wat
wij als consumenten willen kopen. Economie is de overheid die beslist of ze hun
uitgaven willen verhogen als er een recessie is en of het het waard is om schulden te maken.
Dus ondanks wat je zou denken is economie niet saai. Oké, een deel ervan wel,
maar ik beloof dat het niet allemaal zo is! Het is geweldig. Economie begrijpen kan voor altijd veranderen
hoe je denkt en problemen oplost. Onze taak de komende 40 weken is om jullie concepten te leren
die jullie zullen helpen om de wereld te begrijpen, en hopelijk om er een betere plek van te maken.
Het maakt niet uit wie je bent, je zult economie gebruiken. In feite, poef! Je gebruikt economie op dit moment,
je hebt de keuze gemaakt om dit filmpje te kijken, dat betekent dat je dacht dat de voordelen opwegen
tegen de kosten. Je zou kunnen denken "Dit is YouTube, het kost niets," maar tuurlijk kost het iets. Je zou kunnen
kijken naar filmpjes van katjes of skaters die op hun gezicht vallen of Charlie die op vingers bijt. Auw!
De kosten van dit filmpje kijken is het filmpje dat je niet kijkt, de waarde van het
beste alternatief.
Economen noemen dit opofferingskosten. Als je nog steeds naar dit filmpje kijkt betekent dat
dat je gelooft dat het het beste gebruik is van je tijd, anders zou je het niet kijken. "Maar
wat als ik dit kijk op school?" vraag je, "Wat als ik word gedwongen dit te kijken?" Nou,
je bent niet gedwongen naar school te gaan, je zou kunnen uitvallen, je zou kunnen verhuizen
naar een land dat geen verplicht onderwijs heeft. Maar de kosten zouden opwegen tegen de
voordelen. Zelfs als je op school bent, word je niet gedwongen om het filmpje te kijken, je zou je ogen
kunnen sluiten of je hoofd op tafel leggen. Niemand gaat je ogen openwrikken, dat zou raar zijn!
Dus laten we bespreken waarom John Green niet hier is om deze les te geven. John is een ondernemer,
hij schrijft boeken, hij runt DFTBA, Vlogbrothers, en Mental_Floss, hij maakt films, maar hij
kan niet alles doen wat hij wil doen. Hij heeft gekeken naar de voordelen en de kosten van zijn keuzes,
en uiteindelijk besloot hij meer tijd te besteden aan boeken schrijven, dus meneer Clifford en ik vallen
in om economie te geven.
Meneer Clifford: En geloof het of niet, we hebben zojuist de twee belangrijkste aannames
in economie behandeld. Ten eerste, het idee van schaarste. Mensen hebben onbeperkte behoeften maar beperkte middelen,
en ten tweede, alles, en ik bedoel echt alles, kost iets. En als deze twee aannames waar zijn,
hebben we een manier nodig om onze keuzes te analyseren en het meeste te halen uit onze beperkte middelen.
En dat is economie.
Adriene: Maar wacht, laten we teruggaan naar het idee van kosten en voordelen. Ongeveer 30.000 mensen
per jaar sterven in auto-ongelukken in de VS. Is er een manier om te verzekeren dat er nooit meer
een verkeersdode zal zijn? Ja! We kunnen alle auto's vernietigen, alle wegen sluiten, en iedereen
dwingen om te lopen. Dat zou het probleem van auto-ongelukken oplossen. Wil je het aantal mensen dat wordt
veroordeeld voor moord verminderen? Je zou moord legaal kunnen maken. Wil je een eind maken
aan de onethische behandeling van olifanten? Je zou alle olifanten kunnen doden, op een ethische
manier natuurlijk.
Maar voordat je besluit om op een tedere manier kuddes prachtige olifanten te laten inslapen, denk er eens
even over na. Elk van deze oplossingen slaat nergens omdat de kosten duidelijk opwegen
tegen de voordelen. Verkeersdoden zijn tragisch, maar we voorkomen ze niet tegen elke prijs. Je
weet dat auto rijden risico's met zich meebrengt, dat je in een auto-ongeluk belandt, maar je rijdt nog steeds.
Waarom? Om te beginnen, wie gaat er lopen naar de sportschool? En naar huis lopen in de regen
is veel erger dan de heel kleine kans op sterven in een auto-ongeluk. Het punt is, individuen,
bedrijven, en landen kunnen niet alles hebben, dus ze moeten de voordelen en de
kosten van hun beslissingen wegen en keuzes maken.
Laten we kijken naar een ander voorbeeld. Militaire uitgaven in de VS zijn meer dan 600 miljard dollar
per jaar, dat is bijna wat de volgende tien landen bij elkaar uitgeven. Er zijn in
totaal ongeveer 20 vliegdekschepen in de wereld, en de VS heeft er de helft van,
en ze bouwen er meer. De opofferingskosten van die vliegdekschepen zouden ziekenhuizen kunnen zijn,
scholen, en wegen. Dus geeft de VS te veel uit aan defensie? Zou de VS zich moeten richten
op vuurwapens of boter maken? Dus wapens of consumptiegoederen?
Meneer Clifford: En merk op dat het sleutelwoord hier "of" is, we kunnen niet een onbeperkt aantal
wapens EN consumptiegoederen produceren omdat we niet een onbeperkt aantal arbeiders en boerderijen
en fabrieken en grondstoffen hebben. Schaarste betekent dat we een keuze moeten maken. De Amerikaanse
president Dwight D. Eisenhower legde dit het beste uit in 1953 in een toespraak over militaire opbouw in de
Koude Oorlog.
"Elk vuurwapen dat wordt gemaakt, elk oorlogsschip dat te water wordt gelaten, elke raket die wordt afgevuurd, betekent uiteindelijk
een diefstal van hen die uithongeren en niet worden gevoed, die het koud hebben en niet worden gekleed.
Deze wereld in wapens geeft niet alleen geld uit. Het geeft het zweet van haar arbeiders uit,
het talent van haar wetenschappers, de dromen van haar kinderen."
En dit is een goed moment om de rol van politiek in de economie te noemen; we zetten geen
links anti-militair beleid door. We wijzen alleen op het feit dat militaire uitgaven
opofferingskosten heeft: de middelen die niet worden gebruikt voor sociale voorzieningen zoals het voeden van hen die
honger hebben.
We gaan niet proberen een politieke agenda door te zetten. We gaan je beide kanten laten zien en
laten jullie bepalen welke het beste is. Dus zeg alsjeblieft niet "Meneer Clifford houdt van kapitalisme,
dus hij is rechts en voor bedrijven," of "Adriene praat over milieu-
wetgeving, dus ze is links en tegen bedrijven."
Ja, wij zijn voor bedrijven en jullie ook. Ik bedoel, waar denk je dat je pc vandaan
komt? Die pc word jou aangeboden door kapitalisme en de private sector. Maar nu dat
is gezegd, de veiligheid en de wetten, wegen, en die verkeersboete die je laatst kreeg
kwam van de overheid.
Rechtse en linkse mensen ruziën over de details, maar de vrije markt kan niet alleen
al onze problemen oplossen. En de overheid ook niet. Ambtenaren gebruiken
economische theorie om overheidsbeleid in banen te leiden, de effecten zijn groot en beïnvloeden miljoenen
mensen. Soms is een theorie gebrekkig, maar vaak is beleid gebrekkig. Economen
passen theorieën aan ondersteund door gegevens en verstand van prikkels. De juiste prikkel hebben
is heel belangrijk.
Adriene: Maar de juiste prikkels kunnen moeilijk zijn om te vinden. Neem bijvoorbeeld openbare colleges
en universiteiten. Veel van hen kregen vroeger geld van de staat voor elke student die zich inschreef.
Dat betekende dat universiteiten financiële prikkels hadden om zich te richten op zoveel mogelijk studenten te werven
als maar kon, maar niet op die studenten helpen met onderwijs zodra ze in de klas zaten.
Dus staten zijn begonnen de prikkels te veranderen. Op dit moment belonen steeds meer staten scholen voor
het aantal studenten dat lessen afmaakt of diploma's haalt. En op sommige plekken heeft dit
gewerkt; het heeft scholen geholpen hun slagingspercentages te verhogen door geld te verplaatsen van marketing
naar programma's die studenten helpen het beter te doen, maar die prikkels kunnen ook terugslaan als
ze niet goed zijn ontworpen.
Een universiteit die geld krijgt voor studenten die hun diploma halen zou studenten door het programma heen kunnen pushen zonder
hun een goede opleiding te geven. Het zou alleen studenten kunnen toelaten die
heel hoog scoren, in plaats van andere factoren te overwegen dat hen goede kandidaten maakt.
Het zou studenten minder zware vakkenpakketten kunnen laten doen.
Maar prikkels kunnen helpen met problemen oplossen zonder meer middelen te gebruiken. Je moet alleen de
goede prikkels hebben. Veel niet-economen nemen aan dat de manier om dingen te verbeteren, zoals
gezondheidszorg, is om meer geld uit te geven.
Economen zouden erop wijzen dat de VS meer dan twee keer zoveel uitgeeft per persoon als
andere rijke landen, en in veel gevallen slechtere resultaten in de gezondheidszorg. Economen zouden
ook zeggen dat in plaats van meer geld uit te geven, we ervoor moeten zorgen dat verzekeraars, dokters,
ziekenhuizen, en patiënten prikkels hebben om de meest effectieve zorg te produceren met
zo min mogelijk kosten. Het punt is, als je de verkeerde prikkels hebt, gaat het beleid
niet werken.
Toen Vietnam als kolonie door Frankrijk werd bestuurd, gaf de regering een beloning voor het uitroeien van
ratten, ze gaven geld aan mensen voor rattenstaarten inleveren. Waarschijnlijk omdat stapels van dode ratten
te smerig waren. Het plan sloeg terug. Om zoveel mogelijk geld te verdienen, sneden rattenvangers
de staarten af en lieten ze de ratten vrij, zodat ze zich voort konden platen. Het beleid
zorgde voor meer ratten. Het maakte alles erger. Ieks!
We zullen het meer over perverse prikkels hebben in een ander filmpje, waarin we praten
over de financiële crisis in 2008. Opnieuw ieks. Maar laten we nu naar de Denkwolk gaan.
Meneer Clifford: Nu we het over 2008 hebben, mensen hebben vaak kritiek op economen "Waarom hadden ze
de financiële crisis van 2008 niet voorspeld?" of, "waarom kunnen ze het niet eens worden over wat de overheid
wel of niet moet doen in een recessie?" Deze kritiek maakt geen onderscheid tussen
macro- en micro-economie.
Al deze klachten gaan over macro-economie. Macro-economie onderzoekt de economie
als een geheel, het kijkt naar de productie van een land, de werkloosheid, de rente, overheids-
uitgaven, en groei. Macro-economie beantwoordt vragen zoals "Zou de werkloosheid stijgen als
belastingen hoger worden?" Zou een groter aanbod van geld zorgen voor meer productie of voor meer
inflatie?" "Zou een malaise van de Europese economieën zorgen voor tragere economische groei in de VS?"
Macro-economen krijgen meer zendtijd omdat ze de richting van de economie als geheel voorspellen,
en werken met de media en bedrijven en het parlement en de centrale bank, maar minder
dan de helft van alle economen zijn macro-economen; er is een hele andere kant aan economie die
kijkt naar andere vragen. "Hoeveel werknemers zouden we moeten aannemen voor maximale winst?" "Als onze
belangrijkste concurrent hun product uitbrengt in mei, wanneer is dan het beste moment om ons product
uit te brengen?" en "wat is beter om klimaatverandering tegen te gaan, een benzineaccijns, of efficiëntere
brandstof?" Dit zijn allemaal micro-economische vragen. Ze gaan niet over het voorspellen van het BNP,
of het meten van werkloosheid, maar het zijn cruciale vragen die economen moeten beantwoorden. En oh ja,
als je niet weet wat BNP is of wat hoge of lage werkloosheid is, geen zorgen, daar komen
we nog.
Dus macro- en micro-economen zijn twee verschillende groepen onder één
academische term. Als economie biologie was, zou macro-economie ecologie zijn terwijl micro-economie
celbiologie zou zijn. Als economie natuurkunde was, zou macro-economie kosmologie en relativiteit zijn terwijl
micro-economie Newtoniaanse mechanica.
Dankjewel Denkwolk! Stan, dat heb ik altijd al willen zeggen. Nu kan ik het wegstrepen van mijn
verlanglijstje. Nu heb ik "klink de openingsbel op de New Yorkse beurs, "armpjedrukken met
Ben Bernanke," en "zwemmen in een gigantisch zwembad van geld zoals Oom Dagobert."
Adriene: Natuurlijk laten we de details weg, maar we beloven dat we alles zullen behandelen
in de komende 40 weken, van aanbod en vraag tot monetair beleid, we zullen het allemaal behandelen. Behalve
misschien de gigantische zwembaden met geld. We kunnen niet beloven dat economie leren je rijk
zal maken, maar we kunnen beloven dat je economie leren je geest zal verlichten en je
een beter geïnformeerde beslisser maken. En daardoor zijn wij allemaal beter af. Heel erg bedankt voor
je aandacht. We zien je volgende week.
Meneer Clifford: Dankjewel voor Crash Course Economie kijken. Het is gemaakt met de hulp van al
deze aardige mensen. Ze werken aan deze show omdat er financiële en impliciete voordelen zijn
die hoger zijn dan hun opofferingskosten. Als je hun wilt helpen met die financiële
voordelen, overweeg naar Patreon te gaan. Het is een vrijwillig abonnementplatform dat
je de kans geeft om te betalen hoeveel je wilt om te helpen Crash Course gratis te maken, voor iedereen,
voor altijd. Dankjewel voor het kijken. VNOGTZ (vergeet niet om geweldig te zijn).