Tip:
Highlight text to annotate it
X
Als je lang genoeg naar je hart luistert, merk je dat het geluid maakt.
Die geluiden worden meestal omschreven als lubdub, lubdub, lubdub,...
Als je je afvraagt hoe dat geschreven wordt, meestal is het lubdub, of iets in die aard.
Dit herhaalt zich keer op keer.
Om duidelijk te maken waar die geluiden vandaan komen, heb ik de tekening van het hart genomen
en de kleppen wat overdreven, ik heb ze heel duidelijk gemaakt.
We zullen die kleppen gebruiken om uit te leggen waar die geluiden precies vandaan komen.
Laat ons beginnen met het benoemen. Bovenaan komt het bloed het rechter atrium binnen,
het gaat naar het rechter ventrikel, vertrekt van daar naar de longen,
keert terug naar het linker atrium en belandt uiteindelijk in het linker ventrikel.
Tot zover de kamers van het hart.
Blijf letten op de kleppen, we zullen ze bespreken als het bloed erdoor stroomt.
Om te beginnen komt het bloed vanuit het rechter atrium langs hier het rechter ventrikel binnen.
Op het moment dat het bloed van het rechter atrium naar het rechter ventrikel gaat,
stroomt er ook bloed van het linker atrium naar het linker ventrikel.
Je vraagt je misschien af hoe dat mogelijk is. Hoe kan bloed op twee plaatsen tegelijk zijn?
Vergeet niet dat bloed voortdurend door het hart stroomt.
Je hebt bloed van een eerdere cyclus dat terugkomt vanuit de longen,
dat bloed komt nu in het linker ventrikel aan.
In de nieuwe cyclus heb je het bloed dat van het rechter atrium naar het rechter ventrikel gaat.
Twee kamers worden op hetzelfde moment gevuld, het rechter en het linker ventrikel.
Om dat bloed in de ventrikels te krijgen, zijn de kleppen geopend.
Even de kleppen benoemen. Dit is onze tricuspidalisklep.
Hiet heb je de pulmonalisklep.
Aan de andere kant heb je de mitralisklep, die het linker atrium van het linker ventrikel scheidt.
Dit is de aortaklep.
Tot zover de vier kleppen van het hart.
Nu het bloed in de ventrikels zit, kun je zien dat de tricuspidalis- en de mitralisklep open zijn.
Ik heb de pulmonalisklep open getekend, maar is hij ook echt open?
Het antwoord is nee. Wat gebeurt er als bloed van het atrium naar beneden in het rechter ventrikel stroomt?
Ik ga het in het zwart tekenen, zwarte pijlen stellen bloed voor dat in de verkeerde richting stroomt.
Als het bloed die richting uit wil, wat de verkeerde richting is,
dan gaan deze twee kleppen door hun ontwerp dichtslaan.
Ze zullen geen bloed doorlaten.
Dat gebeurt er dus, de kleppen vallen dicht.
Hetzelfde gebeurt aan deze kant. Stel dat er per ongeluk wat bloed terugstroomt,
dan zullen deze kleppen dichtslaan.
De witte pijlen zijn het bloed dat in de juiste richting stroomt, de zwarte pijlen het bloed dat in de foute richting stroomt.
De kleppen sluiten op die manier.
Je kunt zien dat de aorta- en de pulmonalisklep gesloten zijn als de tricuspidalisklep en de mitralisklep open staan.
Wat gebeurt er hierna?
De ventrikels zijn volledig gevuld met bloed, ze gaan samentrekken.
Ze trekken samen en spuiten al het bloed in de arteriƫn.
Dit gaat sluiten. Deze pijl wordt omgekeerd.
De pijl wordt wit, want we willen dat het bloed in deze richting stroomt.
Het bloed gaat hier en hierheen.
Om dat mogenlijk te maken, ik zal het je tonen, gaan deze kleppen open.
Ze laten toe dat het bloed in de gewenste richting stroomt.
Het bloed gaat nu door deze kleppen stromen.
Net zoals voordien kun je ook hier terugstroom hebben.
Je kunt hier en hier terugstroom hebben.
Beeld je in dat we hier terugstroom hebben die deze richting uit wil, de verkeerde richting dus,
dan gaan deze kleppen sluiten.
Ze zullen duidelijk maken dat het bloed daar niet door kan. Ze zullen dichtslaan.
Ze laten niet toe dat het bloed de verkeerde kant op gaat.
De kleppen sluiten aan beide kanten.
Terugstroom wordt verhinderd door de kleppen die sluiten.
Als de kleppen sluiten, bijvoorbeeld de tricuspidalis- en de mitralisklep,
dan maakt dat een geluid.
Als T en M dichtslaan, dan maken ze het lub-geluid.
Dat is het eerste geluid, de eerste harttoon.
Sommige mensen noemen het niet eens lubdub, ze spreken over harttonen.
Nog korter dan dat is S1 (sound 1).
Als je iets hoort over S1, dan weet je waar het over gaat.
De dub is de tweede harttoon.
Niet verrassend is dat S2, zoals je eerder S1 had.
Je hoort S1 als de tricuspidalis- en mitralisklep sluiten. Dat is allemaal prima.
Als je weet dat het die kleppen zijn die het geluid maken,
dan kun je al raden dat op hetzelfde moment de pulmonalis- en aortaklep open gaan.
Terwijl de andere kleppen dichtvallen, gaan deze kleppen open.
Daar mag je vanuit gaan, ook al komt het geluid dat je hoort eigenlijk hiervandaan.
Wat gebeurt er dan bij dub? Precies het omgekeerde.
Ik bedoel daarmee, ik ga je tonen wat er vlak daarna gebeurt.
Nadat de ventrikels samentrekken is er een moment waarbij het bloed in deze richtingen gaat.
Zoals ik al eerder tekende. Deze kleppen vallen ook dicht.
Nu vallen deze kleppen dicht.
Terwijl ze sluiten om terugstroom te voorkomen, maken ze geluid.
Als je dub hoort, komt dat van de pulmonalis- en aortaklep die sluiten.
Dat betekent dat de andere twee kleppen open zijn.
De tricuspidalisklep en de mitralisklep gaan open. Daar mag je vanuit gaan.
Ik heb dat nog niet getekend, ik breng mijn tekening snel in orde.
Deze twee kleppen gaan open en het bloed gaat naar de ventrikels.
Je krijgt een aangenaam ritme op die manier.
Telkens deze kleppen open en dicht gaan, *** je een geluid.
Zo kun je zelf uitvinden wat er gebeurt.
We zijn terug waar we gestart zijn.
Je hebt een volledige cyclus. Tussen deze twee, laat ons zeggen van lub tot dub,
hier ie een beetje ruimte, als je het in de tijd zou volgen.
Als dit een tijdlijn is, zou de cyclus er zo uitzien.
Hier *** je lub, de eerste harttoon of S1. S2, de tweede harttoon, *** je hier.
Dan *** je opnieuw S1 en nog eens S2.
Tussen S1 en S2, op dit kleine stukje tijdslijn, wordt het bloed naar buiten geperst,
want de aortak- en pulmonalis klep werden net geopend, het bloed wordt dus naar het ganse lichaam gepompt.
Het bloed wordt naar het lichaam gestuurd. Dit noemen we systole.
Tussen de lub en de dub, dit stukje van de tijdslijn, vult het bloed van de atria de ventrikels.
Dat wordt de diastole genoemd.
Nu kun je luisteren naar je hart en ontdekken, als je luistert naar het geluid tussen de lub en de dub,
de tijd tussen de lub en de dub, dan heb je systole.
Als je wacht tot de volgende lub daar is, dan heb je diastole.