Tip:
Highlight text to annotate it
X
Als we onze organische moleculen benoemen
moeten we altijd eerst denken aan hoeveel koolstoffen de keten vormen
moeten we altijd eerst denken aan hoeveel koolstoffen de keten vormen
of de ring waar we naar kijken?
Dus stel dat ik zoiets heb.
En hopelijk ben je bekend met wat dit betekent.
En ik zal een beetje herhalen.
Dus stel ik heb zoiets.
Dat is de moleculaire structuur.
En de eerste vraag die je zou moeten stellen is
hoeveel koolstoffen zijn er hier?
En sommigen zullen zelfs zeggen:
hoe kan dit een molecuul zijn?
En ter herhaling: elk eindpunt van een lijn is een koolstofatoom.
En ter herhaling: elk eindpunt van een lijn is een koolstofatoom.
Dus dat zijn allemaal koolstoffen.
Dus dat zijn allemaal koolstoffen.
Dus we hebben 6 koolstoffen en geen dubbele bindingen.
Dus we hebben 6 koolstoffen en geen dubbele bindingen.
Dus nu heb je alle informatie die nodig is
en ben je klaar om het molecuul te benoemen.
En voordat je het benoemt zal ik wat voorvoegsels geven.
En voordat je het benoemt zal ik wat voorvoegsels geven.
Als je één koolstof hebt, is het voorvoegsel ***-.
Als je twee koolstoffen hebt, is het voorvoegsel eth-.
Het is goed dit te onthouden tot minstens 10.
En daarna herhaalt het zich eigenlijk.
Als je drie koolstoffen hebt, is het voorvoegsel prop-.
Prop- als in propaan en je hebt gehoord van ethaan en metaan.
Dat zal je allemaal zien binnenkort.
Bij 4 koolstoffen praat je over but-.
Vanaf 5 worden het weer traditionele voorvoegsels
die we associëren met veel van deze nummers.
Dus bij 5 is het pent- als pentagon.
6 is hex- als hexagon.
7 is hept-.
8 is oct- als octagon.
9 is non-.
10 is dec-.
En vanaf daar wordt het een patroon
En eigenlijk zal je na de 10 niet meer ermee te maken hebben,
maar ik zal ze puur uit interesse opschrijven.
maar ik zal ze puur uit interesse opschrijven.
11 is undec-.
En voor hen die Frans kunnen, ik in ieder geval niet,
maar ik weet dat 1 in het Frans une is, of uno in het Spaans.
Dus dat is 1 en 10, samen 11.
12 is dodec-.
Do of dos is twee, als je Spaans spreekt.
Dec voor 10. 2 en 10 is samen 12.
Je kunt je voorstellen wat 13 dan is.
Dat is tridec.
14 is tetradec-.
Een tetrapod is iets met 4 benen.
En daarna wordt alles systematisch.
15 is pentadec-.
Let op pent-. 5 en 10.
16 is hexadec-.
17 is heptadec-.
En zo gaat het maar door.
Verder is het hexadec-, heptadec-,
octodec,- is 18
19 is nonadec- en dan is twintig eigenlijk iso-.
Maar daar zullen we niet mee doorgaan.
Deze zijn het belangrijkste om te weten.
Ik kan tot 16 gaan, wat hexadec- is.
Dit is gewoon hoeveel koolstoffen er in onze langste keten zitten.
Dit is gewoon hoeveel koolstoffen er in onze langste keten zitten.
Wat ik hier tekende is gewoon één keten.
Dus kunnen we deze proberen te benoemen.
Hoeveel koolstoffen hebben we hier?
We hebben 6 koolstoffen.
Dus hebben we hex- als voorvoegsel.
En dan om datgene wat erna komt te krijgen,
kijk je of er dubbele bindingen aanwezig zijn.
kijk je of er dubbele bindingen aanwezig zijn.
En hier zijn geen dubbele bindingen.
Als we geen dubbele bindingen hebben in de keten,
hebben we te maken met een alkaan.
Dit heet een alkaan, wat een algemene term is voor
alle koolstofketens die geen dubbele bindingen
of driedubbele bindingen hebben, alleen maar enkele bindingen.
Dus in deze situatie neem je hex- voor 6,
Dus dit is hex-,
En dan zet er -aan van alkaan achter, omdat dit een alkaan is.
En dan zet er -aan van alkaan achter, omdat dit een alkaan is.
Dus is dit hexaan.
Laten we er nog eentje doen.
Stel dat ik deze heb.
Laat ik hem nog langer maken.
Stel dat ik deze keten heb.
Hoeveel koolstoffen zijn er hier?
Het zijn 7 koolstoffen.
Het zijn allemaal enkele bindingen, dus is het een alkaan.
Dus dit zijn 7 koolstoffen.
Het is heptaan omdat we allemaal enkele bindingen hebben.
Als de keten een ring vormt gebruiken we het voorvoegsel cyclo-.
Als de keten een ring vormt gebruiken we het voorvoegsel cyclo-.
Ik zal laten zien waar ik het over heb.
Ik heb dus 5 koolstoffen.
Ik heb dus 5 koolstoffen.
Oké, dat zijn er 5 hier.
Ik heb 5 koolstoffen in de keten.
Als ik gewoon een lange keten van 5 koolstoffen had,
dan zou dit pentaan zijn.
Maar nu heb ik 5 koolstoffen die een ring vormen,
dus die teken ik even.
Dus het zijn weer 5 koolstoffen
en nu vormen zij een ring.
Ik maak de tekening iets beter.
Wat ik eigenlijk teken is een vijfhoek.
Maar let op dat deze 5 koolstoffen heeft.
Ik teken hier een koolstof.
Nog meer koolstoffen.
En wat je niet ziet zijn de waterstoffen die eraan gebonden zijn.
En wat je niet ziet zijn de waterstoffen die eraan gebonden zijn.
Elk van deze heeft twee bindingen, dus moeten zij
ook twee bindingen met iets anders, in dit geval waterstof.
Ik zal er hier een paar tekenen zodat je het kunt zien
maar je merkt al dat het tekenen best wel rommelig wordt als je de waterstoffen tekent.
maar je merkt al dat het tekenen best wel rommelig wordt als je de waterstoffen tekent.
maar je merkt al dat het tekenen best wel rommelig wordt als je de waterstoffen tekent.
Het is dus wat omslachtig
dus misschien moet ik het maar niet doen.
Maar daar heb je het.
Het wordt dus heel rommelig als je de waterstoffen erbij tekent,
dus het is beter aan te nemen dat ze er zijn.
Als we niet alle 4 bindingen tekenen zijn de andere twee bindingen altijd waterstof.
Als we niet alle 4 bindingen tekenen zijn de andere twee bindingen altijd waterstof.
Dus hier zou je zeggen dat het een alkaan is
omdat ik geen dubbele bindingen heb.
Dit zijn allemaal enkele bindingen met koolstof.
Ik heb 5 koolstoffen dus zou je zeggen dat het pentaan is,
maar je moet nog een ding bedenken.
Het is een ring dus gebruiken we nog het voorvoegsel cyclo-.
Dus hier schrijven we cyclopentaan, omdat het een ring is.
Cyclopentaan.
Ik zal het opsplitsen.
Dit vertelt ons dat we te maken hebben met een ring.
Je ziet de ring hier.
Dit vertelt ons dat we 5 koolstoffen hebben,
en dan vertelt het -aan gedeelte ons
en dan vertelt het -aan gedeelte ons
dat het allemaal enkele bindingen zijn.
Allemaal enkele koolstof-koolstof bindingen.
Geen dubbele of driedubbele bindingen.
Allemaal enkele bindingen.
Laten we het nu eens de andere kant op proberen.
Laten we beginnen met het woord en kijken of we
de moleculaire structuur kunnen tekenen.
Stel ik heb cyclononaan.
Wat vertelt dit mij?
Dit zegt dat we met een ring te maken hebben.
Dat is een ring.
Hij zal een ringstructuur hebben.
En hij heeft 9 koolstoffen en het is een alkaan
dus zijn er alleen maar enkele bindingen.
Dus als ik het wil tekenen, moet ik 9 koolstoffen in een ring tekenen wat niet makkelijk is.
Dus als ik het wil tekenen, moet ik 9 koolstoffen in een ring tekenen wat niet makkelijk is.
Ik zal mij best doen.
Ik zal mij best doen.
Ik teken het even.
Ik probeer het overnieuw.
Dus even kijken: 9 koolstoffen.
Dus even kijken: 9 koolstoffen.
En dan verbind je de laatste weer.
Ik had dit wel beter kunnen tekenen,
maar hopelijk zie je alle punten hier goed.
Dus ik heb 9 koolstoffen.
Dus ik heb 9 koolstoffen.
En het zit in een ring.
Ik heb 9 koolstoffen.
Ze hebben allemaal enkele bindingen, dus dit is cyclononaan,
al zijn er vast betere manieren om dit te tekenen.
Dus als iemand tegen jou zegt: octaan,
En dat woord klinkt misschien bekend van het tankstation.
Daar hebben ze het letterlijk over het molecuul octaan.
En nu weet je of heb je een gevoel van waar we het over hebben.
En nu weet je of heb je een gevoel van waar we het over hebben.
De oct- vertelt ons dat we 8 koolstoffen hebben.
Er staat geen cyclo- voor, dus is het geen ring.
Het wordt gewoon een keten.
En het aan-gedeelte vertelt ons dat er alleen maar enkele bindingen zijn,
dus het wordt een keten van 8 koolstoffen.
dus het wordt een keten van 8 koolstoffen.
Die gaat er zo uitzien.
8 koolstoffen.
In een paar volgende video's zal ik nog meer moleculen geven
en maken we de namen complexer.