Tip:
Highlight text to annotate it
X
THE BOOK OF ELI
Heb je honger?
Je moet het komen halen.
Het is niet zo moeilijk om het te krijgen.
Je vindt het lekker.
Het is kat.
Alsjeblieft.
Verlaat de kamer voor het ontbijt.
Hallo?
Hallo?
Alsjeblieft, doe me geen pijn.
Hier, pak alles wat je wilt.
Bevroren eten.
Pak het.
Ik ga je geen pijn doen.
- Oh ja? Dat zei de laatste vent ook.
Kun je me helpen? Het wiel viel eraf.
Ik kan het niet maken.
Misschien als ik...
Als ik het kon...
Maar het lukt mij niet.
Het enige goede
aan geen zeep...
is dat je een kaper
vanaf 1500 meter kunt ruiken.
Ik ben onder de indruk! Deze man
ruikt ons op tien meter afstand.
Wat zegt dat over onze hygiëne?
Wat heb je daar in die rugzak.
- Welke rugzak?
Hij heeft een wapen.
***, het is niet geladen.
Dat zijn ze nooit.
Is dat juist, oude man?
Open de rugzak en leg
het op de grond, heel langzaam.
Dat kan ik niet doen.
Neem die rugzak eraf
en leg die op de grond...
of sterf!
Luister je wel naar mij?
- Nu wel.
Mooi.
- Luister jij naar mij?
Ja.
- Mooi.
Raak me nog eens aan met je hand
en je krijgt ze niet meer terug.
Vinden jullie die klootzak niet ongelooflijk?
Goed, dan gaan we het hard spelen.
Waarom deed je dat?
Hij heeft net mijn hand afgesneden.
Wat staan jullie nu te kijken?
Kus hem!
Wat zei hij?
- Hij is in shock.
Hij bedoelde zeker, dood hem.
Oh. man...
Ik zei toch dat je die rugzak niet kreeg.
Dat deed je.
Wie ben je?
Waar is je water?
Zij hebben niks, zij wilden
het jouwe pakken en je daarna opeten.
Echt waar.
Het is in de kar.
Neem je het niet mee?
Waar ga je heen?
- Naar het westen.
Mag ik meegaan?
- Nee.
Mooi schot.
- Sta op.
Kom hier.
Waar wil je heen?
Schatje, kom hier.
Alsjeblieft.
- Blijf op je pad.
Blijf op het pad.
Het zijn je zaken niet.
Blijf op het pad.
Het zijn je zaken niet.
Ik ken je niet.
- Ik ben niet van hier.
Nee, wie ben je?
- Ik wil geen problemen maken...
Al goed.
Ik ben gewoon een klant, goed?
- Goed.
Het spijt me, maar ik moet je handen zien.
Ik ben niet een van hen.
Goed.
Ik ga iets uit mijn rugzak pakken.
Haal je vinger van de trekker.
- Ja.
Mooi, dat is een Phantom 900, man.
- Is dat zo?
Zo eentje heb ik al jaren niet gezien.
- Ja, ik heb deze uit het Oosten.
Werkt het nog?
- Ja. Het moet opgeladen worden.
Kun je dat voor mij regelen?
Hem opladen? Ik heb de kabels.
Ik heb de kabels niet nodig.
Ik doe dat met een snellader.
Ik moet wel pasmunt hebben.
- Ja, die heb ik.
Het is een Amerikaanse.
- Ja, daar heb ik er genoeg van.
Is dat zo?
- Ja. En ChapStick? Heb je ChapStick?
Ik heb geen ChapStick.
Ik heb Cat Oil. Verse Cat Oil.
Nee, nee.
- Het is goed. Het is goed voor...
Het werkt op dezelfde manier.
- Heb je speelgoed?
Nee, ik speel niet.
Ik heb...
Oh ja...
- Is dit goed?
Ja, ja, ja...
- Ziet dit er niet goed uit?
Oké, goed.
Ik heb dit met deze.
Absoluut. Die zijn van jou.
- Geef me een paar uur.
Ik reken niets.
- Dank je.
Wacht maar aan de overkant.
- Ik wacht hier wel.
De bar is net open.
- Ik wacht hier wel.
Je vertrouwt me niet, of wel?
Ik wacht hier wel.
- Goed.
Kom mee.
Carnie...
Een stel motorrijders
is net de stad ingereden.
Ze hebben iets voor je.
- Boeken?
Een tas vol.
Zeg dat ik ze nu wil spreken.
Nu meteen!
Kom op, ga mee.
We hebben goed ons best gedaan.
Degene die jij wilt,
zit die er niet bij?
Nee.
Ik begrijp het niet.
Dat is een hele stapel boeken.
Je hoeft het ook niet te begrijpen.
Ik begrijp het. Laat dat aan mij over
en we kunnen vrienden zijn.
Ik heb vertrouwen in je.
Je zult het wel vinden.
Wacht, ik heb dit ook nog.
Dit is een traktatie.
Het is shampoo.
Ga je maar eens amuseren.
Zoek je een vrouwtje uit.
Vandaag is alles wat jij en je mannen
aankunnen, op mijn kosten...
Daarna gaan jullie weer de straat op.
- En we zorgen dat jij je boek krijgt.
Daarover heb ik geen enkele twijfel.
Je stuurt mannen uit
die niet eens kunnen lezen...
om naar één boek te zoeken.
Geen wonder dat ze het niet vinden.
Ja, ik gebruik wat ik heb.
Tenzij jij met ze zou meegaan.
Wat doen we met deze?
- Verbrand ze.
Hebben ze daar aan de overkant water?
Als je ervoor betaalt.
Hier, ruik dit eens.
Een van die motorrijders
heeft het gevonden.
Wie weet...
is het wel de laatste shampoo op aarde...
en die is voor jou.
Hebben ze je boek gevonden?
Nee.
Vreemdeling, laat me eens kijken.
Wat zal het zijn?
- Water.
Dat is het goede spul.
Ik moet mijn eigen rantsoen nemen,
dat is dus niet goedkoop.
Daarmee kom je maar tot de helft.
Solara!
Vul deze veldfles.
Wacht!
Je hebt dit nodig.
Kun je alsjeblieft opzij gaan?
Dank je wel.
Dat was mijn kat.
Mooi exemplaar.
Ik zag dat je hem van de bar afsloeg.
Nee, ik kan je verzekeren
dat ik hem zeker niet sloeg.
Je benaderde hem met je hand.
- Dat gebeurt niet meer, dat beloof ik.
Hé Martz, pak nog wat te drinken.
Die kat komt hier al 2 jaar.
Die heeft meer rechten
om hier te zijn, dan jij.
Ik wil geen moeilijkheden.
Dat is dan pech, want...
Ik weet wie je bent.
Een moordenaar van
onschuldige reizigers.
Je zal ooit verantwoording moeten afleggen
voor de dingen die je deed. Wist je dat?
Begrijp je dat?
Ik pak mijn spullen en ga hier weg.
Is dat goed, broeder?
- Ja.
Moge de grond vervloekt zijn
omwille van ons...
en doornen en distels voortbrengen...
voor ons.
We zijn uit de grond genomen,
tot het stof dat we zijn bekomen,
en tot stof zullen wij wederkeren.
Alsjeblieft.
Redridge!
Redridge?
En wie ben jij?
Niemand.
Daar twijfel ik aan. De mannen die je
in mijn bar doodde, die waren 'niemand'.
Jij bent wel iemand.
- Hij rilt niet. Hij is niet één van hen.
Mooi. Dit is een beschaafde stad.
Wij eten geen mensen.
Wij zien niet veel mensen meer
van vroeger.
Lees je?
- Iedere dag.
Goed van je. Ik ook.
Weet je, mensen zoals jij
en ik zijn de toekomst.
Wat wil je van mij?
Meteen ter zake!
Dat mag ik wel.
Je bent niet alleen goed geschoold...
want ik zag wat jij deed
en weet niet waar je het geleerd hebt...
maar ik weet zeker
dat ik dat kan gebruiken.
Ik sta op het punt
om deze kleine stad uit te breiden.
Ik heb nog hulp nodig
en zou iemand als jou kunnen gebruiken.
Bedankt, maar ik ben niet geïnteresseerd.
Mensen die voor mij werken leven beter
dan een zwerver ooit kan dromen.
Vraag het aan Redridge of de jongens.
Aan eender wie.
Echte bedden, warm eten, vrouwen.
Zuiver water.
Je kunt het slechter treffen, vriend.
Dank je wel.
Maar ik moet ergens zijn.
Waar?
- Het westen.
Er is niets in het westen.
- Men vertelde mij iets anders.
Wie?
Blijf vannacht hier...
en geniet van onze gastvrijheid.
Kijk of je het leuk vindt.
We praten morgen verder.
Een goed advies, zwerver.
Je hebt geen keuze.
Er is altijd een keuze.
Er staat de hele nacht
iemand aan je deur...
voor het geval je iets nodig hebt.
- Ik heb niets nodig.
Dat weet je nooit.
Dit is voor jou. Het is water
om je te wassen en wat te eten.
Het is een speciale bediening
met de complimenten van het huis.
Ik wil dat je dit aanpakt
of iets zegt, zodat ik je kan vinden.
Dank je.
- Graag gedaan.
Kan ik nog iets anders voor je doen?
- Nee, ik red me wel. Dank je.
Werd je blind door de oorlog?
Ik ben zo geboren.
Blijkbaar had ik geluk, want ik was er al
aan gewend voordat het gebeurde.
Dank je, voor het eten.
Graag gedaan.
Ik vind je parfum lekker ruiken.
Het is een shampoo.
Dank je.
Welterusten.
Ik denk niet dat hij morgen
van gedachten is veranderd.
Hij zal niet blijven.
Hij is anders dan de anderen.
Je zult niet in staat zijn
om hem te laten doen wat jij wilt.
Wie zei iets over mij?
Ik stuur Solara.
Dat kun je niet doen.
Het wordt tijd
dat ze iets doet voor me.
Alsjeblieft.
Alsjeblieft, niet doen.
Alsjeblieft.
Alsjeblieft.
Mag ik binnenkomen?
Een momentje.
Iemand bracht me al eten en water.
Ik heb alles wat ik nodig heb.
Weet je dat zeker?
Het is hier wat licht.
Ik ben Solara.
- Ja.
Je vulde mijn veldfles beneden
- Ja.
Jij bent toch die zwerver?
- Ja.
Maak je geen zorgen om het geld.
Het is van het huis.
Waarvoor betalen?
Waarom ga je niet even zitten?
Nee, ik kan niet weggaan
want dan doet hij mijn moeder pijn.
Wie?
- Carnegie
Is hij je vader?
- Nee.
Maar wij zijn zijn eigendom.
Ik slaap wel op de grond.
Morgen zeg je dat ik leuk was en ik beloof
dat ik je niet tot last zal zijn.
Alsjeblieft.
Paard naar B4.
Jij bent aan zet.
Hoe oud ben je?
- Pardon?
Ik heb nog niet veel mensen
van jouw leeftijd hier gezien.
Nou, het is...
dertig winters sinds de lichtflits.
Ik herinner het me echt niet meer.
Herinner je je hoe het was?
In de wereld daarvoor?
- Ja.
Hoe was het toen?
Mensen hadden toen meer
dan ze nodig hadden.
We hadden geen idee
wat waardevol was en wat niet.
We gooiden dingen weg waar mensen
nu een moord voor begaan.
Echt waar?
- Ja.
Jij hebt een boek!
Mag ik het zien?
- Nee, dat mag je niet.
Ik wil er alleen even naar kijken.
- Nee! Ik zei: nee.
Ik kan niet eens lezen.
Ik wil er alleen even naar kijken.
Wat is er? Het is gewoon een boek?
- Het is niet zomaar een boek.
Wat bedoel je met:
het is niet zomaar een boek?
Geen vragen meer over het boek, goed?
Geen vragen meer.
Ik heb een vraag voor je,
nu je toch hier bent.
Misschien geef ik antwoord,
misschien ook niet.
Waar halen jullie je water vandaan?
Dat kan ik je niet vertellen.
- Kun je dat niet of weet je het niet?
Ik weet het wel, maar als jij niet
over het boek wilt praten...
praat ik niet over het water.
Je bent me er eentje.
Ik heb nog een vraag voor je.
- Goed.
Heb je honger?
Er is daar veel voedsel.
Meer dan ik kan opeten.
Weet je wat? We kunnen het delen
zoals de mensen het vroeger ooit deden.
Wacht! Wacht even.
Ga zitten.
Ga zitten.
Deze is voor jou.
Geef me je handen.
Wat ga je doen.
- Vertrouw me, geef me je handen.
Sluit je ogen.
Heer, wij danken U voor de maaltijd.
Wij danken U voor een warm bed en een
dak boven ons hoofd tijdens een koude nacht,
zoals deze.
Het is zo lang geleden.
Komt dit uit het boek?
Doe het niet. Sluit je ogen.
Wij danken U voor het geschenk
van vriendschap in moeilijke tijden zoals nu.
Amen.
Gaan we nu eten?
Nu gaan we eten.
Goedemorgen, Solara.
Hoe was je nacht?
Heb je goed geslapen?
Ik deed wat jij vroeg.
- Natuurlijk deed je wat ik vroeg.
Maar heeft het gewerkt?
Blijft hij?
- We hebben niet veel gepraat.
Solara, je moet iets eten.
Mam, geef me je hand.
Sluit je ogen.
Mam, vertrouw me.
Heer,
wij danken U voor het eten.
Dank U voor mijn moeder.
Dank U voor het dak boven ons hoofd
en onze nieuwe vrienden.
En...
ik denk dat dit alles is voor nu.
- Amen.
Dat is het woord waarnaar je zocht.
Amen.
Zo moet je eindigen.
Je zei dat jullie niet veel
hebben gepraat.
Maar heeft hij je voorgelezen?
Ik vroeg je wat.
- Bill, niet doen.
Hou jij je mond.
Je doet je moeder pijn, Solara.
Hij zei dat hij iedere dag las.
Is dat zo?
Je moeder zou willen dat je het zegt.
- Ik weet het niet!
Ik weet het niet.
Ja, oké!
Hij was aan het lezen.
Welk soort boek was hij aan het lezen?
- Ik weet het niet.
Een oud lederen boek.
- En?
Ik weet het niet.
Er was iets op de voorkant.
Vertel maar.
- Ik wil dat je mama laat gaan.
Laat het me zien!
Redridge!
***.
Ik bleef hier de hele nacht wakker.
Waar is hij?
Ik weet het niet.
Ik wil er zeker van zijn dat...
- Ik begrijp het.
...er geen acid meer in zit.
- Het maakt niet uit, haal ze eruit.
Goed, laat mij ze drogen.
- Haal ze eruit.
Hé!
- Ik doe het al.
Bedankt.
- Zeg hen maar dat ik je hiertoe dwong, goed?
Goed.
- Zeg het.
Je hebt mij ertoe gedwongen.
Is dat ding geladen?
Volgens mij niet.
Er is maar één manier om
daarachter te komen.
Ik heb dat boek nodig.
Ik bedoel, ik wil dat boek.
En als jij me laat kiezen...
dan dood ik je en pak het boek.
Waarom?
Waarom wil je het hebben?
Ik ben ermee opgegroeid.
Ik ken zijn kracht.
Als jij het gelezen hebt
ken je die ook.
Daarom heeft men ze allemaal verbrandt
na de oorlog.
Alleen al overleven
is een geloofsovertuiging,
deze stad bouwen is zelfs
nog een grotere geloofsovertuiging.
Maar zij begrijpen dat niet.
Niemand van hen.
En ik heb niet de juiste woorden
om hen te helpen, maar het boek wel.
Ik moet toegeven...
dat ik veel dingen heb moeten doen,
die ik haat. Dat beken ik.
Maar als wij dat boek zouden hebben...
dan hoef ik dat niet te doen.
Stel je eens voor...
Stel je eens voor hoe anders, hoe rechtvaardig
deze wereld zou kunnen zijn
als wij de juiste woorden hadden
voor onze overtuiging.
De mensen zouden dan begrijpen waarom ze
hier zijn en wat ze aan het doen zijn,
en zouden geen andere motivaties
moeten hebben.
Het is niet juist om dat boek verstopt te houden.
Het is bedoeld om het met anderen te delen.
Bedoeld om verspreid te worden.
Dat wil jij toch ook?
- Met heel mijn hart en ziel.
Ik heb altijd geloofd dat ik een plaats
zou vinden waar dit boek thuishoort,
waar het nodig zou zijn.
Die plaats heb ik nog niet gevonden.
Ik mag deze vent.
Ik mag deze vent.
Schiet hem alsjeblieft neer.
Waar staan jullie nog op te wachten?
Schakel hem uit, godverdomme!
Schakel hem uit!
Ik hou er niet van om gevolgd te worden.
Ik wil met je mee.
- Ben je dom?
Ik haat het hier.
Verander het dan.
- Mijn moeder denkt dat ik bij jou veiliger ben.
Ik zal je naar de plaats brengen
waar wij ons water halen.
Je mag nemen wat je kunt dragen.
Ik bedoel, alles wat wij kunnen dragen.
Carnegie weet van nog twee bronnen,
hoger in het noorden.
Hij zegt dat hij nog meer steden gaat bouwen.
Hoe wist hij het van deze?
Hij kwam hier toen hij klein was.
In de vroegere wereld.
Ik denk dat ieder ander
die ervan af wist dood is.
We kunnen beter opschieten.
Ik heb mijn bril binnen laten liggen.
Wil jij gaan kijken? Ik hou hier de wacht.
Wat doe je?
Je bent een leugenaar.
Ik ben geen leugenaar.
Jij zei dat ik met je mee mocht
als jij je water had.
Ik heb dat niet gezegd.
Jij zei dat wel.
Bovendien is de straat geen plek voor jou.
Veel erger dan je denkt.
Tot ziens, Solara. Het was leuk om
je te leren kennen. Dat meen ik.
Hé!
- Ja?
Krijg de klere!
Heb jij je vieze handen gewassen.
- Twee keer.
Met jouw zeep.
Stel een team samen.
We gaan achter hem aan.
Voor een klote boek.
- Het is geen klote boek!
Dat boek is een wapen!
Een wapen dat recht door de harten en
gedachten van de zwakken en wanhopigen gaat.
Het geeft ons de macht over hen.
Als wij over meer dan een kleine stad
willen heersen,
dan moeten we het hebben.
Mensen zullen van overal komen
en doen wat ik zeg,
als het de woorden zijn uit dat boek.
Het gebeurde vroeger al eens
en het zal nu opnieuw gebeuren.
Het enige wat wij nodig hebben
is dat boek.
Dan wil ik Solara.
Onderhandel jij met mij?
Is dit een afspraak die we maken?
We hebben veel mannen verloren.
Je hebt me meer dan ooit nodig.
Je zegt dat het boek de problemen
waard zijn en ik geloof je...
maar ik wil Solara ervoor hebben.
Waarom niet?
Laten we maken
dat we hier wegkomen.
Welke kant gaan we op?
- Naar het westen.
Hallo?
Kan iemand mij helpen?
Hallo?
Is daar iemand?
Alles goed met je?
Ja. Ik ben oké.
Ga maar verder, ik red me wel.
Laat mij je helpen.
- Nee, echt niet, alsjeblieft.
Ik ben oké. Echt waar.
Ik heb een man nodig om te helpen, niet jou.
Ga jij maar verder.
- Het is goed, het duurt maar even.
Ik ben in orde. Alsjeblieft.
Help me!
Laat me met rust.
Help!
Stop daar.
Wat is er?
- Hoorde je dat?
Wat horen?
Niet bewegen.
Haal het draad daarvan af.
Rol het op.
Wat is dat?
- Avondeten.
Het is alsof hij beschermd wordt.
Precies alsof er niets is
wat hem kan raken.
Hij is maar een verdomde man.
Als je een kogel in hem schiet
gaat hij neer, net als ieder ander.
Het is nog warm.
Niet meer dan een paar uur dood.
Hij kan niet ver weg zijn.
De klootzak.
Solara.
Weet je zeker dat je haar nog wilt?
Het zal zo donker zijn.
We kunnen ze ’s nachts niet opsporen.
Ze zien ons aankomen.
We zouden hen voorbijrijden
en het niet eens weten.
Hij heeft gelijk.
Ze zijn te voet, moe
en hebben rust nodig.
We halen hen morgen wel in.
We hebben hen voor de ochtend, Sam.
Dat is je geraden ook.
Lees je echt elke dag hetzelfde boek?
- Zonder fout.
Wil je mij iets voorlezen?
Alsjeblieft.
De Heer is mijn Herder
Het ontbreekt mij aan niets.
Hij laat mij in groene weiden rusten,
Hij voert mij naar vredig water.
Hij verkwikt mijn ziel.
Hij leidt mij op het rechte spoor,
omwille van Zijn naam.
Al moet ik door het dal
van duisternis en dood,
ik heb geen angst voor het kwade,
want U bent bij mij.
- Dat is prachtig.
Vind je dat mooi?
- Heb jij dat geschreven?
Ja, dat heb ik.
- Echt?
Nee.
Dat was al veel eerder, voordat
jij en ik hier kwamen. Dat is zeker.
Maar wat bedoelde je toen je zei:
"het is niet zomaar een boek?"
Het is het enige.
Echt waar?
Na de oorlog maakten de mensen
er hun werk van,
om alles te vinden en te vernietigen
wat het vuur niet gevat had.
Sommigen zeiden dat dit
de enige reden was voor de oorlog.
Hoe dan ook,
dit is het enige dat het overleefde.
Hoe kom je er aan?
Ze zeiden dat de oorlog
een gat in de hemel maakte.
Waarschijnlijk heb je de verhalen gehoord.
- Ja.
Door dat gat kwam de zon
en verbrandde alles.
Alles en iedereen.
Jij had geluk dat je verstopt was
in een plaats als deze, de ondergrond.
Die meeste mensen hadden geen geluk.
Een jaar later kwamen we naar buiten
en liepen wat rond
niet wetend wat te doen, en zoekend
naar een plaats om te overleven.
Op een dag hoorde ik een stem.
Het is moeilijk uit te leggen,
maar het was alsof...
alsof het van uit mijn binnenste kwam...
maar ik hoorde ze zo helder,
zoals ik jou kan horen.
Wat zei die stem?
Ze leidde mij naar een plaats
waar ik het boek vond,
begraven onder brokken steen.
De stem zei tegen mij om het
boek naar het westen mee te nemen.
Ze vertelde mij dat het pad
voor mij zal worden geopenbaard
en dat het mij zou leiden
naar een plek waar het boek veilig was.
Ze vertelde mij dat ik
beschermd zou zijn,
als er iemand of iets
mij in de weg zou staan.
Sindsdien ben ik op pad.
En jij hebt dat allemaal gedaan omdat
die stem in je hoofd dat heeft verteld?
Ja, dat heb ik.
Ik weet wat ik heb gehoord
en ik weet wat ik ***.
En ik ben niet gek.
En ik weet dat ik het zonder hulp
nooit gered zou hebben.
Wat is dat?
- Een vraag te veel.
Ga slapen,
we moeten er morgen vroeg uit.
Hé!
Wat doe je?
Het spijt me. Ik dacht dat je sliep.
- Ik sliep niet. Wat was je aan het doen?
Ik wilde alleen het boek zien.
Niemand behalve ikzelf, raakt het aan.
Begrijp je me?
Begrijp je me?
- Ja, ik begrijp het.
Ga slapen.
Je zei toch dat je niet kon lezen,
dus het heeft ook geen zin.
Ja, leer het me dan.
Wacht even.
Stop!
Je zei dat je al 30 jaar aan het lopen was.
- Klopt.
Heb je er ooit aan gedacht dat
je misschien verdwaald bent?
Nee.
Hoe weet je dat je in de juiste richting loopt?
- Ik loop op het geloof, niet op het zicht.
Wat betekent dat?
Dat betekent dat je iets weet,
zelfs als je niets weet.
Ik begrijp er niets van.
Je hoeft het niet te begrijpen.
Het is geloof.
Het is de bloem van het leven,
het gevoel van de duisternis.
Het geeft me de kracht om door te gaan.
- Komt dat uit de boek?
Nee, het is van Johnny Cash,
zijn hoop vanuit de gevangenis.
Wat?
Denk je dat daar iemand woont?
- Ik weet het niet.
Misschien is daar water.
Blijf achter me.
VERBODEN TOEGANG
Dit is vreemd.
Wie zijn jullie?
Reizigers, dat is alles.
We hebben geen kwade bedoelingen.
Verboden toegang.
Hebben jullie het bord niet gezien?
Het spijt ons.
Ik heb het niet gezien.
Wat zijn jullie bedoelingen?
- Geen bedoelingen.
Het spijt ons en als u ons laat gaan,
dan gaan we verder.
George, kijk eens naar ze.
Een van hen is een meisje.
Dat is een oud verhaal.
Ik heb het al 100 keer gehoord.
We krijgen deze dagen zo weinig bezoekers.
George is tegenover iedereen wantrouwig.
Ik ben Martha, wilt u thee drinken?
Wat dachten jullie van muziek?
Het is zo stil.
George!
Hoe vinden jullie het smaken?
Lekker?
Deze is voor u.
Smaakt het lekker?
Het is verbazingwekkend dat jullie twee
het zelfstandig hebben overleefd.
George is zoiets als een klusjesman.
Hij heeft aan dit huis veel werk
gehad om het veilig te maken.
We zijn misschien oud,
maar we zijn veerkrachtig.
We hebben er al een aantal gehad die deze
plek van ons af wilden pakken. Of niet, George?
Ja, dat klopt.
- Ik wil jullie iets laten zien.
George, nee! Niet nu.
Kom mee.
Zijn dit...
- Graven? Tuurlijk.
Het zou onbeschaafd zijn om ze niet te begraven.
- Bovendien is het goed voor de bodem.
Kom mee naar binnen dan maak ik
een paar boterhammen voor jullie klaar.
Dank u wel. We moeten nu gaan.
- Ze hebben al die mensen gedood.
Niet alleen gedood, maar ook opgegeten.
- Hun handen bibberen.
Te veel mensenvlees.
Kom mee.
Ik heb wat vlees gevonden.
Ik hoop dat jullie honger hebben.
Nee, maar toch bedankt.
We moeten weer verder.
- Zo gauw al?
Ja, we gaan ervandoor.
- Zeker weten, dat jullie niet willen blijven?
Ik weet het zeker.
Leg dat geweer weg.
George... pak dit.
Open alsjeblieft de deur voor ons.
Bedankt voor de thee.
- Hartelijk bedankt voor de thee.
Ga terug naar binnen.
George, wat is er?
- Een heel konvooi van gewapende terroristen.
En zij hebben hen recht naar ons geleid.
Ik heb net het Chinese servies uitgestald.
- De klere met het Chinese servies.
Heb je nog meer wapens?
- Wapens? Ik zal je wat wapens laten zien.
Kan je met een geweer schieten?
- Natuurlijk.
Ga je gang.
Wij weten dat jullie daarbinnen zitten!
Kom naar buiten dan hoeft niemand
gewond te raken!
Ik maak het makkelijk voor jullie!
Stuur Solara met het boek naar buiten.
Wat gaan we doen.
- Ik weet wat ik ga doen.
Wacht... wacht.
... alleen het boek en het meisje
Ze komen niet naar buiten.
***! Kom mee!
Iedereen meekomen!
Hé! Die stem van jou...
Heeft hij hier iets over gezegd?
Wij komen hier levend vandaan.
Wij allebei.
En hoe zit het met ons?
Hij heeft jullie niet genoemd.
Staak het vuren!
Staak het vuren.
Martha.
Martha! Martha!
Wij gaan naar binnen.
- Klootzakken.
Klootzakken.
Staak het vuren!
- Wat gaan ze doen?
Niet veel goeds.
Waar is het boek?
Controleer zijn rugzak.
Het zit hier niet in.
Dit je laatste kans.
Geef het of ik zweer
dat ik je hier begraaf.
Laten we het nog eens proberen.
Carnegie!
Wat?
Nou... waar is het boek?
Geef hem het boek, alsjeblieft.
Vertel hem niets.
In het huis.
Achterkant van de tv.
Controleer de tv.
Wat?
Stelletje klunzen.
Ga jij maar.
Vooruit!
Vraag en gij zult ontvangen.
God is goed, of niet dan?
Altijd.
Niet altijd.
Nee!
Zie je?
Wat heb ik je gezegd?
Hij is gewoon een man.
Nee!
Laat hem met rust!
Nee!
Waar is nu je bescherming?
Bid voor me.
Oké.
Ik meen het.
***.
Keer om.
Kom op!
We hebben nauwelijks genoeg brandstof
om terug te komen. Wil je achter haar aan?
Nee.
Waar ga je naartoe?
- Ik ga naar het westen.
Ik moet naar het westen.
Het spijt me.
- Waarvoor?
Dit is allemaal mijn schuld.
- Natuurlijk niet.
Nee, dat is het wel. Als ik niet met je
was meegegaan, dan was dit niet gebeurd.
Dit is niet jouw schuld.
Ik heb gedaan wat ik moest doen.
Ik had niet verwacht dat er iets
zou zijn wat jou dat boek op zou laten geven.
Wat is er nog meer belangrijk?
Ik heb het jarenlang elke dag bij me
gedragen en gelezen
ik was zo geobsedeerd om het veilig
te houden dat ik was vergeten was om...
te leven zoals ik ervan had geleerd.
- Ja, en hoe dan?
Het is...
... doe voor een ander meer
dan wat je voor jezelf zou doen.
Dat is in ieder geval
wat ik ervan heb geleerd.
Ruik je dat?
Wat?
- De lucht. Zout.
We zijn dicht bij de oceaan.
Daar is het.
Daar is het.
Haal de technicus.
Dat is ver genoeg!
Wat zijn jullie bedoelingen hier?
Mijn naam is Eli.
Ik heb een King James Bijbel in mijn bezit.
Blijf waar je bent! Maak geen verdachte
bewegingen of er wordt op je geschoten!
Wees er voorzichtig mee.
Doe voorzichtig.
Doe voorzichtig.
Wacht hier.
We doen dit nu al een lange tijd.
Het voelt als een museum.
- Nee. dit is veel meer dan dat.
Dit is waar we opnieuw gaan beginnen.
We hebben een drukpers
die binnenkort operationeel is.
We gaan mensen les geven
over de wereld die ze hebben verloren.
Ze helpen om te beginnen hem te herbouwen.
En kijk, Shakespeare, Britannica
Ze missen alleen maar een paar delen.
Er zijn hele series van
prachtige platen van Mozart en Wagner.
En nog steeds in uitstekende conditie.
Maar nooit een Bijbel. Tot nu dan.
Mag ik vragen in wat voor staat hij is.
Gehavend, maar hij kan zijn werk doen.
Denk je dat ik hem kan zien?
- Ja, dat kunt u.
Dat was het. Hij is open.
- Mooi.
Heeft u iets om op te schrijven?
Kun je wat schrijfpapier halen, alsjeblieft.
- Heel veel.
Heel veel.
Dat is onmogelijk.
Het is onmogelijk!
Het kan niet waar zijn!
Let goed op.
En schrijf alles op wat ik zeg.
Precies zoals ik het zeg.
Het eerste boek van Mozes...
heet Genesis. Hoofdstuk één.
Bijbelvers één.
In het begin creëerde God de hemel...
en de aarde.
Bijbelvers twee.
En de aarde was zonder vorm...
... en leeg.
En duisternis...
...was het gezicht van de diepte.
En de geest van God...
...zweefde...
...over het oppervlak van de wateren.
Bijbelvers drie.
En God zei:
"Laat er licht zijn"
En er was licht.
Waar is Solara?
- Ik weet...
Ergens daarbuiten.
Haar keuze.
Ik probeerde haar terug te brengen.
Ze weigerde.
Wat heb je gedaan toen zij weigerde?
Lees voor.
- Wat heb je met mijn dochter gedaan?
Lees voor!
- Wat heb je met mijn dochter gedaan?
Je kunt beginnen wanneer je maar wilt.
Sorry.
Het is zo lang geleden dat ik het
me niet meer kan herinneren.
Nee, je moet het doen.
- Moet ik dat doen? Echt waar?
Nee, je moet het doen, alsjeblieft.
Je been...
Het doet geen pijn meer.
Ik kan het ruiken.
Je hebt zoveel voor dat boek gedaan.
Je hebt zoveel opgeofferd, zoveel mannen.
Je hebt niet gespaard.
En al die mensen die te ***
waren om je naam te zeggen...
... zijn beneden om de bar aan gort te slaan.
Wist je dat?
Er is niemand om ze tegen te houden.
En jij bent opgewonden?
Ik kan me voorstellen hoe het moet voelen,
wat je zo graag wilt hebben
terwijl dat kilometers ver weg is.
- Hou op!
Ga je bij me weg?
Claudia?
Claudia!
Claudia!
Heer...
dank dat U mij de kracht
en de overtuiging hebt gegeven, om de
taak die U mij heeft toevertrouwd, te voltooien.
Dank dat U mij eerlijk
en trouw de weg hebt gewezen
door de vele obstakels op mijn pad.
En voor mijn vastbeslotenheid
toen alles verloren leek.
Dank voor Uw bescherming en
voor Uw vele tekens langs de weg.
Dank voor al het goede dat ik heb gedaan.
Het spijt me voor de slechte dingen.
Je hoeft niet weg.
Je bent welkom om te blijven.
Je zult hier veilig zijn.
- Dank u wel.
Maar er is iets wat ik moet doen.
Waar ga je heen?
Naar huis.
Dank U voor de vriendin
die ik heb gemaakt.
Waak alsjeblieft over haar,
zoals U ook over mij waakte.
Dank dat U eindelijk toestaat,
dat ik kan rusten.
Ik ben erg moe.
Maar ik ga in vrede naar mijn rustplaats.
Wetende dat ik tijdens mijn verblijf op aarde,
het goed heb gedaan,
HEILIGE BIJBEL
Ik heb een goede strijd gestreden.
Ik heb de race uitgereden.
Ik heb het geloof behouden
Vertaald door
United CustomNL Releases
Gedownload van www.ondertitel.com