Tip:
Highlight text to annotate it
X
Vertaald door: Rik Delaet Nagekeken door: Axel Saffran
Een vraag die me vaak wordt gesteld,
is waar mijn passie voor mensenrechten en rechtvaardigheid vandaan komt.
Het begon vroeg.
Ik ben opgegroeid in het westen van Ierland,
ingeklemd tussen de vier broers,
twee oudere en twee jongere.
Dus natuurlijk had ik interesse voor mensenrechten,
en gelijkheid en rechtvaardigheid,
en mijn ellebogen gebruiken!
(Gelach)
Die problemen bleven me bij en leidden me.
In het bijzonder
toen ik werd verkozen tot de eerste vrouwelijke president van Ierland,
in 1990-1997.
Ik wijdde mijn voorzitterschap
aan degenen die zich gemarginaliseerd voelden in Ierland.
We brachten gemeenschappen uit Noord-Ierland samen
met die van de Republiek,
om vrede proberen op te bouwen.
Ik ging als eerste Ierse president naar het Verenigd Koninkrijk
en ontmoette koningin Elizabeth II,
en verwelkomde ook op mijn officiële residentie -
die wij "Áras an Uachtaráin", het huis van de president noemen-
leden van de koninklijke familie,
inclusief, met name, de Prins van Wales.
Ik wist dat tijdens mijn voorzitterschap
Ierland aan het begin stond van een snelle economische vooruitgang.
We profiteerden van de solidariteit van de Europese Unie.
Toen Ierland in 1973 toetrad tot de Europese Unie,
waren er delen van het land die als achtergebleven werden beschouwd,
waaronder mijn eigen geliefde geboorteprovincie, County Mayo.
Ik leidde handelsdelegaties naar de Verenigde Staten,
naar Japan, India,
om investeringen aan te moedigen, om banen te creëren,
voor de opbouw van onze economie,
voor de opbouw van ons systeem van gezondheidszorg, onderwijs -
onze ontwikkeling.
Wat ik als president niet hoefde te doen,
was grond kopen op het vasteland van Europa,
zodat Ierse burgers daarheen kunnen,
mocht ons eiland onder water komen te staan.
Waar ik niet over hoefde na te denken,
hetzij als president of als een constitutionele advocaat,
waren de gevolgen voor de soevereiniteit van het grondgebied
vanwege de gevolgen van de klimaatverandering.
Maar daar moet president Tong van de republiek Kiribati
elke ochtend mee wakker worden.
Hij heeft op Fiji grond gekocht als een verzekeringspolis.
Hij noemt dat 'migratie met waardigheid'
omdat zijn mensen hun eilanden misschien zullen moeten verlaten.
Toen ik president Tong de situatie hoorde beschrijven,
had ik het gevoel dat geen enkele leider hiermee geconfronteerd zou moeten worden.
Toen ik hem hoorde spreken over de pijn van zijn problemen,
moest ik aan Eleanor Roosevelt denken.
Ik dacht aan haar en degenen die met haar hadden samengewerkt
in de Commissie voor de Mensenrechten, waar ze in 1948 voorzitter van was,
en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens opstelden.
Voor hen zou het ondenkbaar zijn geweest
dat een heel land kon ophouden te bestaan
als gevolg van een door de mens veroorzaakte klimaatverandering.
Ik kwam niet als wetenschapper
of milieu-advocaat bij de klimaatverandering terecht.
Ik was echt niet onder de indruk van de beelden van ijsberen
of smeltende gletsjers.
Het was vanwege de impact op mensen,
en de impact op hun rechten -
hun recht op voedsel en veilig water, gezondheidszorg, onderwijs en onderdak.
Ik zeg dit met nederigheid
want ik kwam laat tot de kwestie van de klimaatverandering.
Toen ik Hoge Commissaris van de VN voor de Mensenrechten was
in 1997-2002,
was klimaatverandering voor mij geen prioriteit.
Ik herinner me van mij geen enkele toespraak over klimaatverandering.
Ik wist dat een ander deel van de Verenigde Naties -
het VN-Verdrag inzake Klimaatverandering -
zich met klimaatverandering bezig hield.
Dat kwam pas later, toen ik in Afrikaanse landen
aan kwesties van ontwikkeling en mensenrechten begon te werken.
Altijd opnieuw kreeg ik te horen:
"Oh, maar alles is nu zo veel slechter, veel erger."
Ik onderzocht wat daarachter zat:
het ging over klimaatverandering -
klimaatschokken, weersveranderingen.
I ontmoette Constance Okollet,
die in Oost-Oeganda een vrouwengroep had gevormd.
Ze vertelde me dat toen ze opgroeide,
het leven in haar dorp heel normaal was en ze geen honger leden.
De seizoenen kwamen als voorspeld,
ze wisten wanneer te zaaien en wanneer te oogsten,
en hadden zo genoeg voedsel.
Maar in de jaren
voorafgaand aan dit gesprek
hadden ze alleen maar lange periodes van droogte,
en dan plotselinge overstromingen,
en dan weer meer droogte.
Hun school was verwoest,
bestaansmiddelen vernietigd,
hun oogst was vernietigd.
Ze stichtte een vrouwengroep om te proberen
haar gemeenschap bij elkaar te houden.
Dit was een realiteit die me echt raakte,
want natuurlijk was niet Constance Okollet verantwoordelijk
voor de uitstoot van de broeikasgassen, die dit probleem veroorzaakten.
Ik werd nog meer getroffen door de situatie in Malawi
in januari dit jaar.
Er vonden ongekende overstromingen plaats,
die ongeveer een derde van het land onder lieten lopen.
Meer dan 300 mensen stierven
en honderdduizenden verloren hun levensonderhoud.
De gemiddelde persoon in Malawi
stoot ongeveer 80 kg CO2 per jaar uit.
De gemiddelde Amerikaanse burger stoot ongeveer 17,5 ton uit.
Degenen die onevenredig lijden
rijden geen auto's, hebben geen elektriciteit, consumeren niet veel,
en toch voelen ze meer en meer
de effecten van de klimaatveranderingen,
de veranderingen die hen verhinderen voedsel te telen
en voor hun toekomst te zorgen.
Vooral het onrecht van dit alles bleef me bij.
Ik weet dat we niet in staat zijn om dit onrecht aan te pakken,
omdat we niet streven naar een veilige wereld.
Regeringen zijn tijdens de conferentie in Kopenhagen overeengekomen,
en herhaalden het bij elke klimaatconferentie,
dat we onder de 2 °C opwarming moeten blijven
ten opzichte van de pre-industriële normen.
Maar we zijn op koers naar 4 °C.
Dus staan we voor een existentiële bedreiging
voor de toekomst van onze planeet.
Dat deed me beseffen
dat de klimaatverandering werkelijk de grootste bedreiging is
voor de mensenrechten in de 21e eeuw.
Dat bracht me naar klimaatgerechtigheid.
Klimaatgerechtigheid is een antwoord op het morele argument -
beide kanten van het morele argument -
om de klimaatverandering aan te pakken.
Eerst en vooral
de kant te kiezen van degenen die er het meest onder lijden.
Ten tweede,
om ervoor te zorgen dat ze niet opnieuw worden achtergelaten, wanneer we
de klimaatverandering beginnen aan te pakken met klimaatactie,
zoals we aan het doen zijn.
In onze zeer ongelijke wereld van vandaag,
is het zeer opvallend hoeveel mensen achtergelaten zijn.
In onze wereld van 7,2 miljard mensen, zijn ongeveer 3 miljard achtergelaten.
1,3 miljard heeft geen toegang tot elektriciteit,
en ze verlichten hun huizen met kerosine en kaarsen,
beide gevaarlijk.
In feite ze besteden ze veel
van hun kleine inkomen aan die vorm van verlichting.
2,6 miljard mensen koken op open vuur:
op kolen, hout en dierlijke mest.
Dit veroorzaakt ongeveer 4 miljoen doden per jaar
door binnenshuis rook inademen,
en natuurlijk zijn de meesten die eraan sterven, vrouwen.
We hebben dus een zeer ongelijke wereld.
We zullen daarom de uitgesleten paden moeten verlaten.
We moeten de omvang en de ingrijpendheid
van de benodigde verandering niet onderschatten.
Tegen 2050 moeten we namelijk nul koolstofemissie bereiken
als we onder de 2 °C opwarming willen blijven.
Dat betekent dat ongeveer tweederde van de bekende fossiele brandstoffen
in de grond moeten blijven.
Het is een zeer grote verandering,
en het betekent natuurlijk
dat geïndustrialiseerde landen hun uitstoot moeten beperken,
veel energie-efficiënter moeten worden,
en zo snel mogelijk naar hernieuwbare energie moeten.
Voor de ontwikkelingslanden en opkomende economieën
is het probleem de uitdaging om te groeien zonder uitstoot,
omdat zij moeten ontwikkelen, want hun bevolking is zeer arm.
Ze moeten ontwikkelen zonder uitstoot, en dat is een ander soort probleem.
Want let wel: geen enkel land ter wereld is ooit gegroeid zonder uitstoot.
Alle landen zijn ontwikkeld dankzij fossiele brandstoffen,
en kunnen dan overschakelen op duurzame energie.
Het is dus een zeer grote uitdaging,
en het vereist de volledige steun van de internationale gemeenschap,
met de nodige financiën, technologie, systemen en ondersteuning.
Geen enkel land kan zich immers veiligstellen
voor de gevaren van klimaatverandering.
Dit is een probleem dat volledige menselijke solidariteit vereist.
Als je wil, menselijke solidariteit gebaseerd op eigenbelang -
want we zitten allemaal in hetzelfde schuitje,
en we moeten samenwerken
om ervoor te zorgen dat we tegen 2050 aan nul koolstof zitten.
Het goede nieuws is, dat het aan het veranderen is.
En het gaat heel snel.
Hier in Californië
is er een zeer ambitieuze doelstelling om de uitstoot te beperken.
In Hawaï maken ze wetten
om 100% hernieuwbare energie te bereiken tegen 2045.
Overheden over de hele wereld zijn zeer ambitieus.
Costa Rica gaat voor koolstofneutraal tegen 2021.
Ethiopië wil koolstofneutraal zijn tegen 2027.
Apple heeft beloofd dat hun fabrieken in China
hernieuwbare energie zullen gebruiken.
Er is op dit moment een race gaande
om elektriciteit te halen uit getijden- en golfenergie,
zodat we de steenkool in de grond kunnen laten.
Die verandering is even welkom als dat ze snel gebeurt.
Maar het is nog niet genoeg,
Er is nog steeds niet genoeg politieke wil.
Kijk naar president Tong en zijn volk op Kiribati.
Ze zouden eigenlijk op hun eiland kunnen leven en een oplossing hebben,
maar het zou veel politieke wil vergen.
President Tong vertelde me over zijn ambitieuze idee
om kleine eilanden te bouwen, of zelfs te laten drijven, waar zijn mensen wonen.
Dit gaat uiteraard de middelen van Kiribati te boven.
Er zou solidariteit en steun van andere landen nodig zijn.
Het zou evenveel verbeelding vereisen
als het lanceren van een ruimtestation.
Maar zou het niet geweldig zijn om dit technisch wonder te hebben
en de mensen op hun soevereine grondgebied te laten blijven wonen,
en deel uitmaken van de gemeenschap van volkeren?
Aan dat soort idee moeten we denken.
De uitdagingen van de transformatie die we nodig hebben, zijn groot,
maar ze kunnen worden opgelost.
We zijn feitelijk, als één volk,
heel goed in staat om samen problemen op te lossen.
Daarvan was ik me zeer bewust toen ik dit jaar deelnam
aan de herdenking van de 70e verjaardag
van het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945.
1945 was een bijzonder jaar.
Het was een jaar waarin de wereld
voor schijnbaar onoplosbare problemen stond:
de verwoesting van de wereldoorlogen, in het bijzonder de Tweede Wereldoorlog,
de broze vrede die was bewerkstelligd,
de noodzaak van een totale economische regeneratie.
Maar de leiders van die tijd gaven geen krimp.
Zij hadden de capaciteit, ze hadden een gevoel van gedrevenheid
door het idee dat de hele wereld nooit meer
dit soort problemen mocht hebben.
Ze moesten structuren voor vrede en veiligheid opbouwen.
En wat kregen we? Wat bereikten ze?
Het Handvest van de Verenigde Naties,
de Bretton Woods-instellingen:
de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds.
Een Marshallplan om Europa, een verwoest Europa,
te reconstrueren.
En niet te vergeten, een paar jaar later,
de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
2015 is een jaar van vergelijkbaar belang
als 1945, met vergelijkbare uitdagingen en vergelijkbare mogelijkheden.
Er zullen dit jaar twee grote toppen doorgaan:
de eerste, in september in New York,
is de top van de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling.
Dan is er de top in Parijs in december, om ons een klimaatakkoord te geven.
De doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling
zijn bedoeld om landen duurzaam te helpen wonen,
in harmonie met Moeder Aarde,
niet om Moeder Aarde uit te putten en ecosystemen te vernietigen,
maar om in harmonie te leven met Moeder Aarde,
door te leven onder duurzame ontwikkeling.
De doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling
zal voor alle landen in werking treden
op 1 januari 2016.
Het klimaatakkoord -
een bindend klimaatakkoord -
is nodig wegens het wetenschappelijk bewijs
dat we op vier graden temperatuurstijging afstevenen.
Daarom is er een koerswijziging nodig om onder de twee graden te blijven.
Daarom moeten we stappen nemen
die gecontroleerd en beoordeeld zullen worden,
zodat we de ambitie kunnen blijven opkrikken
van uitstootvermindering
en het sneller overschakelen naar hernieuwbare energie,
zodat we een veilige wereld krijgen.
De realiteit is dat deze kwestie veel te belangrijk is
om te worden overgelaten aan politici en de Verenigde Naties.
(Gelach)
Het is een zaak van ons allemaal,
en het is een probleem waar we ons meer en meer moeten achter zetten.
Het gezicht van de milieuactivist
is veranderd vanwege de rechtvaardigheidsdimensie.
Het is nu een kwestie voor op geloof gebaseerde organisaties,
onder de zeer goede leiding van paus Franciscus,
en ook de Kerk van Engeland,
die niet meer investeert in fossiele brandstoffen.
Het is een probleem voor het bedrijfsleven,
en het goede nieuws is
dat het bedrijfsleven zeer snel verandert -
behalve dan de fossiele- brandstofindustrie -
(Gelach)
Zelfs zij beginnen hun woorden wat aan te passen -
al is het maar een beetje.
Maar niet alleen evolueert het bedrijfsleven
snel naar de voordelen van hernieuwbare energie,
maar men vraagt politici hen meer signalen te geven,
zodat het nog sneller kan gaan.
Het is een probleem voor de vakbeweging.
Het is een probleem voor de vrouwenbeweging.
Het is een probleem voor de jongeren.
Ik was erg getroffen toen ik hoorde dat Jibreel Khazan,
één van de Greensboro Vier die hadden deelgenomen aan de Woolworth sit-ins,
onlangs zei dat klimaatverandering
het ‘lunch counter'- moment is voor jongeren.
Dus, het ‘lunch counter'-moment voor de jongeren van de 21ste eeuw -
een echte mensenrechtenkwestie van de 21e eeuw.
Hij zei dat het de grootste uitdaging
voor de mensheid en voor gerechtigheid in onze wereld zou worden.
Ik herinner me nog de Klimaatmars in september vorig jaar;
dat was een enorme impuls,
niet alleen in New York, maar in de hele wereld.
Daar moeten we op verder bouwen.
Ik marcheerde met enkelen van 'The Elders'
en zag een beetje verder een bord,
maar we liepen zo dicht op elkaar gepakt -
want er waren 400.000 mensen in de straten van New York -
dus ik kon er niet bij geraken,
maar ik was graag achter dat bord opgestapt,
omdat er "Kwaaie Oma’s!" op stond.
(Gelach)
Dat is wat ik voelde.
Ik heb nu vijf kleinkinderen.
Ik voel me heel gelukkig
als Ierse grootmoeder met vijf kleinkinderen.
Ik denk na over hun wereld,
en hoe hij zal uitzien als ze hem zullen delen
met ongeveer 9 miljard mensen in 2050.
We weten dat het onvermijdelijk een klimaatbeschadigde wereld zal zijn,
door de uitstoot die we er al hebben in losgelaten,
maar het zou een gelijkere en eerlijker wereld kunnen zijn,
en beter voor de gezondheid, met betere banen
en beter voor de energiezekerheid,
dan de wereld die we nu hebben.
Als we maar genoeg en vroeg genoeg naar hernieuwbare energie omschakelen,
en niemand achterlaten.
En niemand achterlaten.
Net zoals we dit jaar in 2015 70 jaar terugkijken naar 1945 -
zou graag ik denken dat ze terug zullen kijken
naar die wereld van 35 jaar terug vanuit 2050,
35 jaar terug naar 2015,
en dat zij dan zullen zeggen:
"Hebben ze het niet goed gedaan in 2015?
We waarderen echt dat ze de beslissingen namen die het verschil maakten,
en de wereld op de goede weg zetten,
waar wij nu van profiteren."
Dat zij het gevoel zullen hebben
dat wij onze verantwoordelijkheden namen,
op soortgelijke wijze als hoe we dat deden in 1945.
Dat we de kans niet misten,
en onze verantwoordelijkheden niet ontliepen.
Daar gaat het dit jaar over.
Voor mij wordt het het best weergegeven
met de woorden van iemand die ik erg bewonderde.
Ze was mijn mentor, een vriend,
ze stierf veel te jong.
Ze was een buitengewone persoonlijkheid,
een groot voorvechter van het milieu:
Wangari Maathai.
Wangari zei eens,
"In de loop van de geschiedenis
komt er een moment dat de mensheid wordt opgeroepen
om over te schakelen naar een nieuw bewustzijnsniveau
om een hogere morele grond te bereiken."
Dat is wat we moeten doen.
We moeten een nieuw bewustzijnsniveau bereiken,
een hogere morele grond.
Dat moet dit jaar in die twee grote toppen gebeuren.
Het zal niet gebeuren, zonder de impuls
van mensen over de hele wereld die zeggen:
"We willen nu actie,
we willen van koers veranderen,
we willen een veilige wereld
voor toekomstige generaties,
voor onze kinderen en onze kleinkinderen.
We zitten allemaal in hetzelfde schuitje."
Dankjewel.
(Applaus)