Tip:
Highlight text to annotate it
X
Als ik terugdenk,
heb ik, vind ik, een probleemloos leven gehad,
een makkelijk, eenvoudig leventje.
Op school, en als ik werkte, 0:00:16.200,0:00:18.300 alles liep best fijn.
Ik heb natuurlijk wel wat meegemaakt, zoals iedereen,
maar niet zo dat ik dacht:
‘Nou gaat het mis, dit speel ik niet klaar.’
Herfst 2009 ging ik studeren. 0:00:36.900,0:00:39.800 Vanuit een klein dorpje naar het grote Oslo
met 30.000 studenten op de universiteit.
Dat was dus een grote verandering,
ik werd forens, reizen met trein en metro en ...
Dat was plezierig!
Maar langzamerhand merkte ik: al dat in de trein zitten,
en heel vaak alleen zijn,
of de hele tijd met vreemde mensen ...
ik merkte dat ik er eigenlijk heel eenzaam van werd.
Ik dacht dat ik iemand was die graag alleen wou zijn,
maar al gauw ontdekte ik dat het demotiverend werkte
voor de studie, en ook voor het gewone leven.
Langzamerhand ging ik me op een of andere manier ‘verslapen’,
ik nam het niet meer zo nauw met reizen naar school.
ik wist wel dat de dag daardoor wat bedorven werd,
dus kon ik net zo goed thuisblijven.
Ik kon niet meer de blijde, opgeruimde Susanne zijn,
zoals ... eigenlijk was ik opgeruimd van aard.
Ik had gehoord dat ik het altijd goed kan hebben, waar ik ook ben,
ongeacht in welke omstandigheden: ik kon het goed hebben,
als ik maar goed reageerde.
Dus ik begreep wel dat mijn leven niet was als het moest zijn,
met al die ups en downs,
maar ik kreeg het niet voor elkaar.
Ik moest van gedachten veranderen, niet alleen maar mezelf oppeppen,
want dat werkte niet.
De ene dag ging het wel aardig,
maar de volgende dag helemaal niet.
Als ik eens het geloof kreeg ... Paulus schrijft immers:
hij had het goed in verdrukkingen, in noden, in gevangenschap ...
gewoon overal.
En als Paulus dat kon,
al is dat lang geleden ...
maar hij had toch dezelfde hulp als ik nu kan krijgen!
Als het hem mogelijk was, geldt dat voor mij toch ook.
Ik merkte: deze gedachten bouwen op, en ik dacht:
‘Je hebt het niet goed Suzanne, zo is het niet fijn.’
Ik had mij laten gevangen nemen in mijn gedachten,
en dat is werkelijk heel dom.
Want God plaatst mij toch waar ik moet zijn!
Het werd mij duidelijk: ik speel het niet klaar zonder hulp,
wil ik het goed kunnen krijgen.
Het is niet makkelijk om zomaar God de leiding te geven,
maar je merkt wel dat het veel beter werkt.
Alles fungeert dan vele malen beter in het leven
als God de leiding heeft, en niet ik.
Het is een beetje zo, in het begin ...
is het niet zo makkelijk,
maar als je begint niet zelf controle over je leven te hebben,
dan gaat het steeds makkelijker.
Natuurlijk komt het gewone leven, en natuurlijk
zijn er dagen die niet zo fijn zijn.
Maar ook al zijn je gevoelens op het nulpunt,
ik kan merken dat ik het goed heb.
Ik merk dat ik dubbele vreugde heb:
dat je blij bent met wat er gebeurd is,
en wat God voor je gedaan heeft.
Feitelijk heeft Hij altijd op mij gelet
Hij heeft mij het kwade dat ik gedaan heb vergeven;
Tegelijk ben je blij, want je weet: het zal beter worden,
je bent blij voor alles wat nog gaat gebeuren!