Tip:
Highlight text to annotate it
X
Oke, vandaag laat ik een model over mitose zien en dit gaan we doen met een simpel
organisme. In dit organisme zien we er vier chromosomen, en ik zal de andere
twee zo toevoegen. En dus deze diploïde cel heeft een diploïde aantal
van vier. Wat betekent diploïde? En haploïde betekent? Nou, in dit geval betekent diploïde dat je
een chromosoom van je vader krijgt, en een chromosoom dat
je krijgt van je moeder. Nu noemen we dit chromosoom 1 en dat is omdat het
de langste is. Als we twee chromosomen, zou dit chromosoom 1 zijn en dit zou
chromosoom 2.Wij mensen hebben 22 zogenaamde autosomen en daarnaast de
geslachtschromosomen. Maar de manier waarop chromosomen worden benoemd is gewoon als nummer. 1 is de langste,
2 is de volgende langste en 3 de volgende langste. Een paar andere dingen die je moet weten over
een chromosoom, dit is het centromeer, het centrum waar ze verbonden zijn. En
elk van deze parels is een gen. Hier hebben we enkele genen, maar in een menselijke
cel zijn er duizenden genen op elk van de chromosomen. En dus is dit
een vereenvoudigd model. Stel je voor dat dit was een menselijk chromosoom, mijn hele bord zou dan
worden gevuld met deze chromosomen. Dit is een zeer eenvoudig model. Dus deze ene
hier van vader en deze van moeder worden homologe chromosomen genoemd.
En wat dat betekent is dat ze dezelfde lengte hebben, maar ze doen niet per se
hetzelfde. Wat betekent dat? Chromosoom 1 van vader en 1 van moeder hebben
exact dezelfde lengte en zijn de centromeren en de genen op
dezelfde plekken te vinden. Bijvoorbeeld, dit is het gen voor blauwe ogen. Dit zou zijn waar
het andere gen voor blauwe ogen zou zijn. Je vraagt je misschien af, hoe kan het zijn dat ze er
dan anders uitzien als alles lijkt hetzelfde te zijn? Nou ja, deze hier kan een recessief
gen voor blauwe ogen en dit kan een dominant gen zijn. Het geeft je dus geen blauwe ogen. Dus
deze allelen bevinden zich op beide zijden. Of dit hier kan het gen zijn
voor een liftersduim, je duim en wijsvinger staan achteren zoals dit, en deze hier
voor een rechte duim hier, je hebt dan dus geen lifters duim.
Dus het chromosoom wat je krijgt van je vader en het chromosoom die je krijgt van mama zijn homoloog
en ze zullen elkaar nooit ontmoeten, behalve in meiose,Waar we het zo dadelijk over zullen hebben.Ok
dus wat is ons doel in de mitose? Het doel mitose is een exacte kopie van de kern maken.
En dus is deze cirkel hier, begrensd door dit (celmembraan), zal de kernen worden en deze
zijn de chromosomen erin. Nu, wat doet een cel voordat hij gaat delen?
Een cel zal groter worden en dan zal het zijn DNA kopiëren. Ik zal laten zien hoe dat werkt. Als
het DNA gekopieerd wordt zal van dit chromosoom een exacte kopie gemaakt zijn. Dit gebeurt tijdens
de S
fase. Dit chromosoom zal een exacte kopie van zichzelf hebben. Deze zal een exacte hebben
kopie van zichzelf hebben en dan zal deze een exacte kopie van zichzelf hebben. Misschien is dit
wat je hebt onthouden hoe chromosomen eruit zien. Dus na de
S-fase, heb je uiteindelijk een cel,
of een chromosoom die een exacte kopie van zichzelf heeft gemaakt. En dus dit is een gen hier, er is
een exacte kopie aan deze kant. Met andere woorden deze en deze kant zijn precies hetzelfde.
In feite deze worden op dit punt zusterchromosomen genoemd. En dus dit is aan het
einde van de S-fase
Wat gebeurt er na de S-fase?
De del gaat over in een groeifase genaamd
G2-fase. Dus
de G2 fase is onderdeel van de
van interfase. Als het model eruit zou moeten zien als tijdens interfase, zou je niet de chromosomen zien
tijdens interfase. Al dat DNA zou los in de cel liggen, bezig met zijn activiteiten, het is
een baan die het normaal doet. En dus zie je nu al hoe de chromosomen eruit zien
in de profase. Oke. Tijdens de profase, zal al dat DNA gaan
condenseren en zullen we daadwerkelijk in staat zijn om het te zien. Oke, wat gebeurt er nu? Dat zal
de profase zijn. Gevolgd door de metafase. In de metafase zullen
eiwit draden hechten aan deze chromosomen, die naast elkaar gaan liggen in
het midden. En dus gaan ze naast elkaar liggen. Dit chromosoom zal zo gaan liggen
deze zo en die zo. De reden hiervan
is dat de trekdraden aan ze binden, en ze gaan
van hier naar hier en hier hier. En dan hebben we hier ook verbindingen
aan de andere kant. Nu zullen de draden naar buiten de kernen gaan, die
Ik zou willen tekenen, maar dat past niet helemaal op mijn scherm hier. Dan volgt
een ruk aan weerszijden door de draden en dat zorgt ervoor dat alles perfect naast elkaar komt te liggen,
wat de metafase plaat genoemd wordt, die precies door het midden gaat. Dit is dus de metafase.
Wat gebeurt er nu? Dat is de anafase. Wat er gebeurt in de anafase
is dat deze naar de zijkant worden getrokken als de eiwit draden korter worden. Ze zullen zo worden aangetrokken
En deze worden aan getrokken. Alles gebeurt tegelijk en deze zullen
worden aan getrokken net als deze. Ze zullen naar de zijkanten bewegen en dan zullen de
eiwit draden verdwijnen. En dan hebben we twee nieuwe kernen,
dus dit zou een kern zijn en dit zou de andere kern zijn. Als je kijkt naar de
chromosomen in elk van deze kernen, hebben we één zoals deze, hebben we één zoals die,
we hebben één zoals deze en we hebben één zoals deze. Ze zijn precies hetzelfde. In andere
woorden wij hebben nu twee nieuwe kernen en elk van hen hebben hetzelfde gekopieerde DNA in elk van
hen. En dat is het doel van de mitose. Het doel van de mitose is om twee exacte kopieën te maken van
de cel. Oke, ik zal dit even opruimen en dan
zal ik je laten zien hoe dat verschilt van meiose. Dus in mitose maken we twee kernen
en die kernen zijn precies hetzelfde, maar nu laat ik je zien wat er gebeurt in de
meiose. In meiose het doel is niet om dubbele cellen te maken, maar om verschillende cellen te maken.
Wij maken genetisch verschillende cellen. En hoe begint het? Nou het begint op dezelfde
manier. De cellen maken een kopie van zichzelf, en dus gaat het door een groeifase,
zodat de cel groter zal worden, dan gaat het zijn DNA dupliceren, kopiëren dus
zo en als zo en als zo en als zo. Dit is dus aan
het einde van de interfase. Dus de cel is gegroeid, het heeft zijn DNA gekopieerd en dan is begint hij
weer te groeien. Maar nu gaat er iets anders gebeuren. In de meiose
zijn er twee divisies. In de eerste divisie zullen de homologe chromosomen
samenkomen en dit vormt een zogenaamde tetrade. En dus hebben we dit homologe paar
dat bij elkaar past en deze homologe chromosomen bij elkaar. Met andere woorden het chromosoom wat je krijgt van je
vader en het chromosoom wat je krijgt van je moeder komen ook daadwerkelijk samen en ze zullen
op deze manier om elkaar heen vouwen. Ze gaan precies in het midden liggen dus dit is metafase
I, en ze gaan, dit gebeurt er eigenlijk een beetje hiervoor tijdens de profase,
maar wat er gebeurt is dat ze gaan zo om elkaar heen draaien dat gedeelten
van de ene geruild worden met delen van de ander. En gedeelten van de ene zullen geruild worden met
delen van de andere. Dus tijdens de profase I zal ik stukjes om wisselen. Van
deze hier, zal dit kleine gen omgewisseld worden met
een ander gen hier. Omwisselen dus. En dit geeft ons is variatie. En
dit is dus tijdens profase I. Er vindt dus crossing over plaats.
Een ander belangrijk ding gebeurt bij de volgende stap, dat is metafase I. Deze kunnen zo op 1 lijn
gaan liggen . Maar ze zouden ook zo kunnen gaan liggen. En deze zouden zo op één lijn kunnen gaan liggen
maar het kan ook zo. En dit heet onafhankelijke overerving, terwijl ik begin
met het losmaken van een van mijn chromosomen hier. Met andere woorden, afhankelijk van welke kant deze heen
gaan, ze zullen in een andere richting worden getrokken. Waarom is dit belangrijk? Nou,
laten we zeggen dat dit hier het gen is voor de ziekte van Huntington. Ziekte van Huntington
betekent dat je gaat sterven als je 40 jaar bent. En als het oplijnen gaat zoals dit
en het gaat naar een zaadcel of een ei hier, dan zul je de ziekte van Huntington krijgen. Maar als het
hierheen gaat, krijg je het niet. En dus is dit, als je een kruisingsschema maakt, het punt waar de werkelijke
genetische 50/50 verdeling plaats vindt. Dat heet onafhankelijke overerving. Oke, dus wat gebeurt
er vervolgens? We gaan een eiwit draad bevestigen op ieder van deze. Dus komt er
een draad hier en daar en deze draad
zal tijdens Anafase I, ze uit elkaar gaan trekken. Dus deze gaan uit elkaar. En
deze gaat uit elkaar naar de kant. Wat er daarna gebeurt is het vormen van twee nieuwe kernen.
Dus ik zal dat zo doen. Zo vormen we twee nieuwe kernen. En het volgende wat gebeurt
is, dat we niet door nog een interfase gaan. Dus er is geen tussenfase, maar wat er vervolgens gebeurt is
dat er weer een oplijning plaats vindt. Dus deze komen samen in het midden en deze komen
in het midden op deze manier samen, en dan zullen ze gewoon door de helft worden gedeeld. Deze zal
zo gaan, die zal zo gaan. Deze zal op deze manier gaan. Deze zal zo
gaan. Hetzelfde zal hier gebeuren. Deze zullen naar de zijkant splitsen en deze zullen
splitsen naar deze kant. Dus wat is dat? Nu hebben we vier cellen gemaakt. Dus hier is een cel,
hier is een andere cel, hier is een andere cel en hier is een andere cel. Dus in meiose wat we
maken zijn vier kernen. En hoe verschilt dit van mitose, goed we hebben het aantal
chromosomen verminderd, er zijn er twee in elke cel en we hebben ze ook allemaal verschillend gemaakt. Dus
als je kijkt naar de kleurencombinaties in elk van deze kernen, het is totaal anders. En
dus wat zullen ze worden? Nou, bij mannen wordt elk van deze vier een zaadcel. En dus zal ieder
van deze weg zwemmen om een zaadcel te worden. Maar in eicellen is het een beetje anders. In eicellen
laat ik dit even terug leggen. In eicellen, zal een van deze worden gekozen, laten we
zeggen deze. Een van deze zal de uitverkorene geworden. En al de anderen zullen
zogenaamde poollichaampjes vormen. Met andere woorden ze worden niet gebruikt. En de reden
hiervoor is dat een eicel is dat er een heleboel meer komt kijken bij een eicel. Er komen
de mitochondriën hier en daar komt het endoplasmatisch reticulum
en daar komt het golgi apparaat. Er zjn dus al die andere delen in de
eicel. Bij eicellen wordt dus gekozen voor 1 van de kernen en dat zullen we de
de uitverkorene noemen. Oke. Wat er vervolgens gebeurt in de levenscirkel? In
de cirkel van het leven het volgende wat gebeurt, laten we ons voorstellen dat dit niet uit dezelfde
eicel komt, is dat deze spermacel deze eicel gaat bevruchten. Dus dit sperma gaat deze
eicel bevruchten. En dus dit gaat een gloednieuw 2n = 4
bevruchte eicel vormen wat een zygote genoemd wordt. En dus wat er daarna gebeurt, is dat we
chromosoom 1 hebben dat we kregen van pa. Chromosoom 1 dat we kregen van moeder. Chromosoom 2 dat
kregen we van vader en chromosoom 2 dat we kregen van moeder. En dus hebben we een gloednieuwe eicel .
En hoe komen we van een eicel tot een gloednieuw organisme? Nou deze zal een exacte
kopie van zichzelf maken. Deze zal een exacte kopie van zichzelf maken en dan zal het mitotische
deling ondergaan. Dus mitotische deling wordt gebruikt om exacte kopieën van cellen te maken. En meiotische
deling wordt gebruikt om vier geslachtscellen te maken die genetisch verschillend zijn. Ik hoop dat dit alles
behulpzaam was.