Tip:
Highlight text to annotate it
X
[Verlicht je brein]
[Mark Post – Even voorstellen: het nieuwe vlees]
(Applaus)
De inleiding van Bert [Meijer] was
op vele manieren bijzonder, want ik ga jullie meenemen
naar een veel eenvoudiger vraag -- of we vlees kunnen maken in het lab.
Je onmiddellijke reactie is: "Bah."
Zo reageren vele mensen. Ik ga je ervan proberen te overtuigen
dat dat echt nodig is,
als Bert die klus nog niet voor me heeft geklaard.
Dit zijn allerlei denkbeeldige namen:
Frankenburger, Lablapjes, Petri-vark,
maar het is echt nodig om hier werk van te maken.
Vandaag gebruiken we varkens en koeien, die erg inefficiënt zijn
in het omzetten van plantaardige eetbare proteïnen in dierlijke eetbare proteïnen.
We eten allemaal vlees en dat zullen we blijven doen.
De Wereldgezondheidsorganisatie schat dat tegen 2050
de vleesconsumptie zal verdubbeld zijn.
Dat komt vooral door andere landen.
Op dit ogenblik gebruiken we al 70% van onze bebouwbare grond
voor vleesproductie via vee.
Je kan het makkelijk uitrekenen: dat is niet houdbaar.
De andere reden waarom we van het vee afwillen,
is dat het erg belastend is voor het milieu:
koeien produceren 39% van het methaan, één van de broeikasgassen,
en de hele veestapel produceert zo'n 40% van alle broeikasgassen.
Dat leidde tot het gezegde
dat een vleeseter op de fiets
milieu-onvriendelijker is
dan een vegetariër met een Hummer. (Gelach) (Applaus)
Er zijn nog een paar redenen
waarom we van het vee af willen.
We weten allemaal
dat de bio-industrie nogal dieronvriendelijk is:
kalveren zonder ruimte, zonder zonlicht, omdat hun vlees
wit moet zijn voor de export naar Italië, waar ze wit kalfsvlees willen.
De vierde reden is dat er zoönosen bestaan --
dat hoorden we hier al eerder.
Er is Q-koorts, een goed voorbeeld:
het resultaat van intense begrazing in de bio-industrie.
Het concept is erg simpel.
We maken geen leven, we gebruiken leven --
een stamcel uit de spier van een dier.
Jij hebt een hoop stamcellen. Wij hebben er ook veel in onze spieren.
Je kan ze uit de spier halen
en er vlees van kweken in het lab.
Omdat het stamcellen zijn
die bestemd zijn om spier te worden, niets anders, vermenigvuldigen ze zich.
Uit één cel kunnen we er een miljoen maken, soms zelfs een miljard.
In het lab gaan die cellen, min of meer op eigen kracht,
een skeletspierweefsel maken, de basis voor vlees.
Het is dus een heel eenvoudig concept.
Hier zie je die cel voortkomen uit spierweefsel.
Op dit moment kan het 20 verdubbelingen ondergaan.
We kunnen dus -- en dat doen we
aan de Universiteit in Eindhoven -- stroken spier maken.
Kan je dat herhalen? We maken hier stroken spier uit.
Zo'n strook begint te bewegen.
We kunnen ze elektrisch stimuleren,
zodat ze nog krachtiger beweegt.
Dat moet ook, op een bepaald punt.
We beginnen met heel eenvoudige stroken, steigers:
Wim van Hanegem noemde dit 'Heugaveld-tapijt'.
Daar kweken we skeletspier op, zodat je een 3D-structuur krijgt.
Dit is natuurlijk niet gratis.
Je moet suiker toevoegen en proteïnen en vetzuren.
Maar je kan er wel mee spelen.
Je kan het veel efficiënter maken dan een koe of een varken dat kan.
We kunnen de efficiëntie van dit proces verhogen.
Daar zit de echte winst.
We zouden ook kunnen spelen met
de voeding van deze cellen om een gezonder product te krijgen.
Of we kunnen algensoep gebruiken, zoals Bert al aangaf.
Met zon, wat stikstof en CO2
(die we uit de lucht halen) ontstaan door fotosynthese
suikers en eventueel proteïnen.
We kunnen een mix daarvan aan de skeletspier voeren
We moeten het vlees ook bewerken om het steviger te maken.
Het kan strekken. Wij strekken onze spieren, dat is gezond,
en de spier wordt er groter van. We kunnen het ook elektrisch zappen
om het sterker te maken. Dat noemen we in het lab de sportzaal.
We kunnen andere weefsels dan skeletspieren maken.
We kunnen botten maken, geen probleem.
Uiteindelijk is de visie (hier weergegeven door een kunstenaar)
dat we vlees produceren rondom die botten in het midden
en een draaiend systeem er omheen.
Dat zou de hele fabriek zijn, met een algenvoorraad
en een celcultuur
en units waar deze dingen worden geproduceerd.
We hebben wat levenscyclus-analyses gedaan waaruit blijkt,
mits allerlei veronderstellingen, dat we het land-, water- en energieverbruik kunnen beperken.
Het zou er uiteindelijk zo uitzien.
Het verlost ons ook van de wroeging als we vlees eten.
Ik sta voor een aantal uitdagingen.
We zijn er nog niet, maar als we er zijn, wordt het probleem:
wat is dan nog de rol van de huisdieren?
Jullie zijn het vast met me eens
dat dit een veel betere plek is om te vertoeven dan op de barbecue.
Hartelijk dank. (Gelach)
(Applaus)