Tip:
Highlight text to annotate it
X
'Open source' geen vies woord meer. Het was altijd een vies woord, een eng woord.
Bijvoorbeeld, voor e-governmenttoepassingen en overheidsdiensten was open source
iets om thuis te gebruiken, als een hobby. Niemand durfde een open-sourceoplossing
aan te bevelen bij een publieke organisatie. "Wie zal ons technische ondersteuning verlenen,
en wat als we worden aangeklaagd voor inbreuk op iemands intellectuele eigendom wanneer we dit gebruiken?"
Dat waren de soort problemen die ambtenaren ontmoedigden om software kiezen op kwaliteit.
We hebben nog niet een gelijk speelveld, maar gelukkig zijn de opvattingen aan het veranderen.
Een voorbeeld is het OSOR-project van de Europese Commissie. Dit project stimuleert bewustwording
en hergebruik van succesvolle open-sourceoplossingen, tussen Europese overheidsdiensten.
En nog een voorbeeld is de EUPL, de EU open-source- licentie, die het, onder EU-rechtskader, mogelijk maakt
gemakkelijk open-sourcesoftware van een licentie te voorzien. Vandaag de dag maken vele grote organisaties in Europa,
zoals het stadsbestuur van München, gebruik van oplossingen als Linux. En de Britse overheid
stimuleert open-sourceoplossingen sinds 2009, en vele overheidsdepartementen gebruiken
het als een onderdeel [van hun toepassingen]. En van wat ik ***, zijn deze organen blij met
de resultaten. De reden is niet enkel goede waar voor je geld, essentieel in de huidige
financiële situatie, maar ook meer keuze. Er is minder afhankelijkheid van bepaalde verkopers,
en lagere overstapkosten. De zaken veranderen, ook in the particuliere sector.
Tegenwoordig kondigen grote bedrijven, trots, aan dat ze niet alleen open-sourcesoftware gebruiken,
maar er aan bijdragen. En dat betekent dat vele belangrijke open-sourceprojecten in feite
gesteund worden door bedrijven die erin investeren. Ze hebben goede resultaten. En dat
zal een stimulans blijven zijn voor de open-sourcebeweging.
Volgens gegevens van open-sourceleveranciers, zoals RedHat, zijn de drie beste landen
qua open-source-activiteit in de EU Frankrijk, Spanje en Duitsland. En met zulke grote landen die
het voortouw nemen, zal het momentum van open source vast en zeker toenemen.
Inderdaad, open source verschijnt overal: in consumentenproducten, in databases,
in zakelijke software, in spellen en als een onderdeel van over het internet geleverde diensten.
En grote initiatieven zoals NOiV, de 'Nederland Open in Verbinding', van mijn eigen land,
Nederland, helpen het ook gemeengoed te maken bij overheidsdiensten.
De Europese Commissie heeft veel gedaan om deze trend aan te moedigen.
Een voorbeeld is het Europees Interoperabiliteit Raamwerk, dat interoperabiliteit binnen en tussen
overheidsdiensten als doel heeft. En nu verhoogt de digitale agenda voor Europa de inzet.
Hierin richten wij ons op een meer strategische aanpak aanpak voor interoperabiliteit
en standaarden, en benadrukken het belangrijke verband met overheidsbestedingen.
Dit kan de manier waarop open source wordt gezien gezien binnen overheidsdiensten echt veranderen
en veel kansen bieden aan kleine en middelgrote leveranciers.
Jullie spelen een belangrijke rol in het vormen van Europa's digitale toekomst. Regeringen kunnen niet
simpelweg de digitale toekomst aankondigen en leveren. Het moet het gevolg zijn van een organische en gedeelde verantwoordelijkheid.
En ik wil een brede beweging bouwen voor digitale actie. Bij de EU kunnen we mensen samenbrengen,
helpen bij het overkomen van obstakels, en af en toe financiering geven om te helpen bij onderzoek en ontwikkeling.
Maar het echte verschil wordt gemaakt door mensen en gemeenschappen, zoals de open-sourcebeweging.