Tip:
Highlight text to annotate it
X
DEEL 2: Wat is er mis met het ‘Multiplier Model’ uit de leerboeken
We hebben gezien dat er twee manieren zijn waarop het publiek in het algemeen denkt hoe banken werken. Beide
zijn onjuist. Dat is niet verrassend. Tenslotte, met uitzondering van het Positive Money team
zijn de meeste mensen niet zo bezig met hoe banken werken. En bankieren is een complexe zaak,
wat betekent dat de meeste mensen het al snel opgeven het te begrijpen.
Maar hoe zit het dan met studenten economie of financiën? De meeste van deze studenten en afgestudeerden hebben
een iets beter begrip van bankieren. Ze zijn onderwezen in iets wat de 'money multiplier'
wordt genoemd.
Het verhaal rond de 'money multiplier' zegt dat banken feitelijk het meeste geld in de economie creëren.
Dit is het verhaal:
Een man gaat een bank binnen en stort zijn salaris van £1000 in contanten.
Nu weet de bank dat, gemiddeld gesproken, die cliënt dat hele bedrag niet ineens nodig zal hebben.
Hij zal vermoedelijk steeds een klein deel per dag uitgeven gedurende de
hele maand. Dus de bank neemt aan dat veel van het gestorte bedrag op de rekening blijft staan
of wordt gespaard en niet ineens nodig is.
De bank houdt een kleine 'reserve', van stel 10% van het gestorte bedrag, beschikbaar (in dit
geval £100), en leent de overige £900 uit aan iemand die het nodig heeft.
De lener neemt deze £900 en spendeert ze bij een lokaal autobedrijf.
Het autobedrijf wil niet zoveel contant geld in kas houden, dus zij brengen het
naar een andere bank.
Nu weet die andere bank weer dat zij het grootste deel van dat geld kunnen gebruiken voor een andere lening.
Ze houden 10% achter = £90 en lenen de overige £810 uit aan iemand anders.
Wie dan ook die £810 leent, spendeert het en dan komt het bij één van de banken terecht. Welke bank het dan ook
ontvangt, ze houden weer 10% = £81 achter en maken een nieuwe lening van £729.
Dit proces van heruitlenen gaat door, waarbij hetzelfde geld steeds opnieuw wordt uitgeleend,
en waarbij 10% van het geld steeds in reserve wordt gehouden.
Bedenk wel, dat iedere cliënt die zijn geld bij een bank heeft gestort nog steeds denkt dat zijn geld
daar ook werkelijk is. De getallen op hun rekeningoverzicht bevestigen dat het geld
er nog is. Hoewel er nog steeds slechts £1000 in
contanten is gestort, is de som van het totaal van alle bankrekeningsaldi sterk toegenomen,
alsmede de totale hoeveelheid schuld.
Stel dat dit proces zo doorgaat, dan zal na ongeveer 200 cycli, bijna al het originele
geld nu in reserves zijn, en slechts een fractie van één cent wordt nog uitgeleend. Op dat moment, is de som
van alle bankrekeningen opgeteld ongeveer £10,000.
Dus het 'multiplier model', dat nog steeds wordt onderwezen op universiteiten, impliceert dat dit herhaalde
proces van een bank die geld van een cliënt aanneemt, een klein deel in reserve houdt, en dan
de rest uitleent, geld kan creëren uit het niets, omdat hetzelfde geld meerdere malen meegeteld wordt
iedere keer dat het wordt uitgeleend. Het model zegt dat indien de reserve ratio, dat is
het percentage van geld van cliënten dat de banken in reserve moeten houden 10% is,
dat dan de totale hoeveelheid geld in de economie zal groeien tot ongeveer 10 keer de hoeveelheid
contanten.
Dit model heeft iets weg van een piramide. De contanten zijn de basis van de piramide. En dan,
afhankelijk van de reserve ratio, kunnen de banken dit multipliceren tot aan de totale hoeveelheid door het
steeds weer uit te lenen.
Feit is, dat wat we zojuist hebben laten zien, volledig onjuist is. Het is een onnauwkeurige
en verouderde manier om te beschrijven hoe het banksysteem werkt. In feite, de banken in het VK hebben in
geen jaren op die manier gewerkt.
Maar ondanks dat, wordt dit model nog steeds gebruikt in de meeste gevallen waar mensen het hebben over
hoe geld wordt gecreëerd, of dat nu op universiteiten is of op video's op het internet. Voordat wij 5 maanden
research hadden gedaan om te ontdekken hoe het systeem nu werkelijk in elkaar zit, dachten ook wij dat het op deze
manier werkte.
Het feit dat dit piramide model nog steeds wordt gebruikt, veroorzaakt een drietal problemen:
Ten eerste: dit model impliceert dat banken moeten wachten totdat iemand geld stort
voordat zij aan iemand anders geld kunnen lenen. Dit houdt in dat banken slechts passief kunnen reageren op wat cliënten
doen, en dat zij wachten tot mensen hun spaargeld komen brengen voordat zij het kunnen uitlenen. Dit
is niet hoe het feitelijk werkt, zoals we later zullen zien.
Ten tweede: dit houdt in dat de centrale bank de uiteindelijke controle heeft over de totale hoeveelheid
geld in de economie. Zij kunnen de geldhoeveelheid controleren door het bijstellen van ofwel de
reserve ratio, dat is het percentage van het geld dat banken van cliënten in reserve moeten
aanhouden, ofwel via de hoeveelheid 'base money' in de basis van de piramide.
Bijvoorbeeld: als de Bank of England bij wet een reserve ratio vaststelt en deze reserve
ratio is 10%, dan kan de geldhoeveelheid groeien tot 10 keer de hoeveelheid contanten in
de economie. Indien de Bank of England vervolgens de reserve ratio verhoogt naar 20%, dan kan de geldhoeveelheid
slechts groeien tot 5 keer de hoeveelheid contanten in de economie. Indien de reserve ratio terug zou vallen
naar 5%, dan zou de geldhoeveelheid kunnen groeien tot 20 keer de hoeveelheid geld in de economie.
Als alternatief zou de Bank of England, om mee te beginnen, de hoeveelheid contant geld in de economie
kunnen veranderen. Als zij nog eens £1000 zouden bijdrukken en dat in de economie pompen, en de reserve
ratio is nog steeds 10%, dan zou in theorie de geldhoeveelheid worden verhoogd met in totaal
£10,000, nadat de banken door het hele proces heen waren gegaan van herhaald her-uitlenen van dat
geld. Dit proces wordt het veranderen van de hoeveelheid 'base money' in de economie genoemd.
Maar de meest significante implicatie van dit model is, dat de Bank of England, of de
Federal Reserve, of de Europese Centrale Bank, volledige controle heeft over hoeveel geld er
werkelijk is in de economie. Indien zij de omvang van de base veranderen, door meer 'base money
het systeem in te pompen, dan zou de totale hoeveelheid geld moeten toenemen. Indien zij de
reserve ratio wijzigen, dan zal de steilte van de zijden van de piramide wijzigen. Maar uiteindelijk,
zal de reserve ratio de groei van de geldhoeveelheid stoppen. Er komt een moment dat de top van de
piramide is bereikt en dat de geldgroei stopt. Dus is er absoluut geen enkele mogelijkheid
dat de geldhoeveelheid oncontroleerbaar is.
Er is alleen één klein probleem. Vrijwel alles in deze beschrijving van bankieren is onjuist.
In feite, Professor Charles Goodhart, van de London School of Economics en al meer dan
30 jaar adviseur van de Bank of England, beschrijft dit model als "een zo incomplete
wijze van beschrijving van het proces van het bepalen van de geldhoeveelheid, dat dit zou leiden tot misinstructie."
Het mag dan vergeeflijk zijn dat leerboeken verouderd zijn als de regels waren veranderd in de
laatste paar jaar. Ten slotte, veel regels en voorschriften veranderden gedurende de
financiële crisis. Maar Professor Goodhart zei dit in 1984. 27 jaar later, leren studenten aan de universiteit
nog steeds een beschrijving van het bank systeem die volledig onjuist is.
Dit is een groot probleem. Wanneer deze studenten vervolgens economen worden en adviseur van
de overheid, en ze begrijpen niet werkelijk hoe geld werkt, dan kan onze economie
in een puinhoop veranderen.
Oh wacht... dat is al zo!
Nu moet ik even duidelijk stellen dat deze video's op het VK van toepassing zijn, en dat we nog geen tijd hebben gehad
bevestiging te krijgen hoe het werkt in de VS en in Europa. Maar voor hen in de
VS, een document gepubliceerd in 1992 verwijst naar een leerboek dat vandaag nog steeds op universiteiten wordt gebruikt,
-- en stelt dat: "het multiplier model... is op z'n best een misleidend en incompleet model,
en op z'n slechtst een volledig misgespecificeerd model."
Hier is de bottom line als het gaat om de 'money multiplier':
1. Er is in het VK geen reserve ratio meer, en die is er al lange tijd niet geweest.
2. De Bank of England heeft feitelijk geen controle over de hoeveelheid contanten, of zelfs
elektronische 'base money' (waar we het later over zullen hebben).
3. En de Bank of England heeft zeker geen controle over de totale hoeveelheid geld
in de economie.
Het zijn niet alleen afgestudeerde economen die onjuiste informatie hebben. Zelfs mensen die bij het
Ministerie van Financiën werken geloven nog steeds dat het werkt zoals het in het leerboek staat. We hebben brieven gekregen van
'Financiën' waarin ze het volgende zeggen:
In relatie tot het punt over de controle op geld, is het uitsluitend de Bank of England
die controle heeft over de monetaire basis. Dit betreft de betaalmiddelen (bankpapier en munten)
en reserves die commerciële banken aanhouden bij de Bank of England. De commerciële banken zijn verantwoordelijk
voor het verstrekken van krediet aan personen en bedrijven en zij hebben niet het recht om geld te drukken of te creëren,
digitaal of anderszins.
Het toestaan dat mensen, met een volstrekt onvolledig begrip van hoe geld werkt, onze economie besturen is
zeer gevaarlijk. Het is net zoiets als het toestaan dat bouwkunde studenten, die het begrip zwaartekracht niet snappen,
wolkenkrabbers kunnen bouwen.