Tip:
Highlight text to annotate it
X
Stel, je zit bij een voetbalwedstrijd
met een onhebbelijke vent naast je.
Hij is luidruchtig, morst zijn drank op je en bespot je team.
Een paar dagen later loop je in het park
als het plots begint te gieten.
En wie laat je schuilen
onder zijn paraplu?
Diezelfde vent van de voetbalwedstrijd.
Verander je van gedachten
door deze tweede ontmoeting
of blijf je bij je eerste indruk
en ben je klaar met hem?
Volgens onderzoek in sociale psychologie
vormen we snel blijvende indrukken van anderen
door hun gedrag.
Dat lukt ons zonder inspanning
We leiden stabiele karaktertrekken af
uit een enkele gedraging,
zoals een botte opmerking of een onhandigheid.
Met onze indrukken als gids,
kunnen we goed voorspellen
hoe mensen zich in de toekomst zullen gedragen.
Wetende dat die kerel een kwal was die eerste keer op het voetbalveld,
zou je meer van hetzelfde kunnen verwachten.
Zo ja, dan ontloop je hem misschien
bij een volgende ontmoeting.
Desalniettemin kan onze indruk
door nieuwe informatie veranderen.
Gedragsonderzoekers
onderscheiden vaste patronen die bepalen hoe we onze indrukken herzien.
Enerzijds heeft heel negatieve,
hoogst immorele informatie over iemand
normaal gesproken meer invloed
dan heel positieve, hoogst morele informatie.
Dus, helaas voor onze nieuwe vriend van de voetbalwedstrijd,
weegt zijn slechte gedrag
wellicht zwaarder dan zijn goede gedrag in het park.
Onderzoek suggereert dat we daartoe neigen
omdat immoreel gedrag meer diagnostisch
of onthullend is
voor wat betreft iemands ware karakter.
Oké, dus volgens die logica
weegt slecht altijd zwaarder dan goed
als het op herzien aankomt.
Nou, niet noodzakelijk.
Bepaalde soorten leren lijken niet te leiden
tot een dergelijke voorkeur voor het negatieve.
Als we over iemands kunde en vaardigheden leren, bijvoorbeeld,
dan is de neiging omgekeerd.
Dan weegt positieve informatie
ineens zwaarder.
Terug naar het voetbal.
Als een speler scoort,
heeft dat uiteindelijk meer impact
op je indruk van zijn vaardigheid,
dan als ze het net missen.
De twee kanten van de herzieningsmedaille
zijn uiteindelijk redelijk consistent.
In het algemeen is gedrag dat gezien wordt
als zeldzamer ook het gedrag
dat mensen zwaarder laten doorwegen
als ze hun indrukken vormen en herzien:
hoogst immoreel gedrag
en hoogst competent gedrag.
Dus wat gebeurt er in de hersenen
als we onze indrukken herzien?
Met fMRI,
of functionele MRI,
ontdekten onderzoekers een uitgebreid netwerk van hersengebieden
dat reageert op nieuwe informatie
die inconsistent is met eerste indrukken,
waaronder gebieden die vaak worden geassocieerd
met sociale cognitie,
aandacht
en cognitieve controle.
Bovendien, bij het herzien van indrukken
op basis van gedragingen,
komt activiteit in de ventrolaterale prefrontale cortex
en de bovenste slaapgroeve
overeen met de beleving
van hoe frequent dit gedrag doorgaans voorkomt.
Met andere woorden: de hersenen lijken
basale statistische gedragskenmerken bij te houden
om complexe beslissingen te kunnen maken
over het karakter van anderen.
Ze moeten beslissen
of iemands gedrag gewoon is
of buitengewoon.
In de situatie
met de vervelende voetbalfan annex goede Samaritaan,
zeggen je hersenen:
"In mijn ervaring
zou bijna iedereen zijn paraplu uitlenen,
maar hoe die vent zich gedroeg bij de wedstrijd,
dat was ongebruikelijk."
En dus besluit je bij je eerste indruk te blijven.
De goede moraal in deze gegevens:
je hersenen, en bij uitbreiding jijzelf,
hechten misschien wel meer belang
aan heel negatieve, immorele dingen
die iemand heeft gedaan
vergeleken met heel positieve, morele dingen,
maar het is een direct resultaat
van de relatieve zeldzaamheid van dat slechte gedrag.
We zijn meer gewend dat mensen in essentie goed zijn,
zoals wanneer zij iemand in nood helpen.
In die context kan slecht zwaarder wegen dan goed,
maar alleen omdat goed vaker voorkomt.
Denk eens aan je laatste beoordeling
op basis van iemands gedrag,
vooral als je echt merkte
dat je van gedachten veranderde over iemand.
Was het gedrag waardoor je je indruk wijzigde,
iets dat je van iedereen zou verwachten,
of was het iets volstrekt buitengewoons?