Tip:
Highlight text to annotate it
X
Dus je wilt dat ik je mijn levensverhaal
vertel?
Dat is mijn beroep. Ik interview mensen.
Ik verzamel levens.
Voor radio KFRC op FM.
Voor mijn verhaal heb je veel tape nodig.
Geen probleem. Ik heb tape zat.
Je hebt me gevolgd, hé?
Dat klopt.
Je leek me een interessant persoon.
Woon je hier?
Nee.
Dit is maar een kamer.
Zullen we maar beginnen?
Wat is je beroep?
Ik ben vampier.
Die kende ik nog niet.
Bedoel je dat letterlijk?
Absoluut.
Ik stond je in die steeg op te wachten.
Ik keek hoe je mij bekeek.
En toen begon je te praten.
Bof ik even.
Misschien boffen we allebei.
Je zei dat je...
me stond op te wachten.
Wat was je van plan?
Me vermoorden, mijn bloed drinken?
Ja.
Je hoeft je nu geen zorgen meer te maken.
Je gelooft echt dat je een vampier bent,
hé?
Zo kunnen we niet beginnen.
Ik zal het licht aandoen.
- Vampiers houden toch niet van licht?
- We zijn er gek op.
Ik wilde je alleen voorbereiden.
Christus!
Wees niet ***.
Ik wil deze gelegenheid aangrijpen.
Hoe deed je dat?
Net zoals jij dat doet.
Een reeks eenvoudige gebaren.
Alleen bewoog ik te snel om het te zien.
Ik ben van vlees en bloed...
maar ik ben geen mens.
Ik ben al 200 jaar geen mens meer.
Alsjeblieft...
Hoe kan ik je op je gemak stellen?
Zullen we beginnen zoals
in "David Copperfield"?
"Ik word geboren...
"ik groeide op."
Of zullen we beginnen
toen ik werd geboren in de duisternis?
Daar zouden we eigenlijk
moeten beginnen, vind je niet?
Je liegt toch niet?
Waarom zou ik liegen?
Het gebeurde in het jaar 1791.
Ik was 24.
Jonger dan jij nu bent.
Het was toen anders.
Je was een man op die leeftijd.
Ik had een grote plantage
ten zuiden van New Orleans.
Mijn vrouw was in het kraambed
gestorven.
Zij en het kind waren
een half jaar eerder begraven.
Ik wilde me graag bij hen voegen.
Ik kon de pijn om hun verlies
niet verdragen.
Ik wilde ervan verlost worden.
Ik wilde alles verliezen:
mijn rijkdom...
mijn landgoed...
mijn verstand.
Hoeveel azen heeft een pak kaarten?
Noem je me een valsspeler?
Nee, ik noem je een stuk vuil.
Je hebt niet genoeg moed
om te doen wat je wilt. Doe het!
Ik verlangde vooral naar de dood.
Nu weet ik dat.
Ik vroeg om de dood.
Die zou me uit mijn lijden verlossen.
Iedereen mocht op mijn verzoek ingaan.
De *** aan mijn zijde.
De pooier die ons volgde.
Maar het was een vampier
die mijn verzoek inwilligde.
Je geld of je leven!
Verlang je nog steeds naar de dood?
Of heb je er genoeg van geproefd?
Genoeg.
Hij liet me achter,
op de oever van de Mississippi...
meer dood dan levend.
Wie bent u? Wat doet u in mijn huis?
Ik ben het antwoord op je gebeden.
Het leven heeft geen betekenis meer,
nietwaar?
De wijn smaakt nergens naar.
Je wordt misselijk van voedsel.
Niets heeft meer een reden, niet?
Stel dat ik je die terug zou kunnen geven?
De pijn kon verwijderen...
en je een ander leven kon geven?
Een leven dat jouw voorstelling
te boven gaat.
En het zou... voor altijd zijn.
En ziekte...
en dood...
zouden je nooit meer deren.
Wees niet ***.
Ik geef jou de keus...
die ik...
nooit gehad heb.
Die ochtend was ik nog geen vampier...
en zag ik mijn laatste zonsopgang.
Ik weet het nog precies...
hoewel ik me geen enkele zonsopgang
daarvoor herinner.
Ik bekeek het wonder van de dageraad
voor het laatst...
alsof het de eerste keer was.
En toen nam ik afscheid van het zonlicht...
om te worden...
wat ik nu ben.
Heb je afscheid genomen van het licht?
Ik heb je leeggezogen...
tot op het randje van de dood.
Als ik je hier achterlaat...
zul je sterven.
Of...
je kunt voor altijd jong zijn, mijn vriend...
net zoals we nu zijn.
Maar vertel me eens...
kom je...
of niet?
Ja.
Ja.
Je lichaam sterft.
Let daar maar niet op.
Dat overkomt ons allemaal.
Kijk nu eens...
met je vampierogen.
Wat zag je?
Dat is niet te beschrijven.
Je kunt net zo goed de hemel vragen
wat hij ziet.
Geen mens kan dat weten.
Het beeld leek te bewegen,
maar het bewoog niet.
De wereld was veranderd
en toch hetzelfde gebleven.
Ik was een pasgeboren vampier,
die huilde om de schoonheid van de nacht.
Wil je nog een sigaret?
Graag. Je hebt er toch geen last van?
Dat dacht ik al.
Je gaat heus niet dood aan kanker.
Dat denk ik niet, nee.
- En crucifixen?
- Crucifixen?
Kun je ernaar kijken?
Eigenlijk kijk ik graag naar crucifixen.
En de spies door het hart?
Onzin.
En doodskisten?
Doodskisten.
Doodskisten zijn helaas noodzakelijk.
Maak je geen zorgen.
Straks...
slaap je net zo vast
als je altijd geslapen hebt.
En als je wakker wordt...
wacht ik op je...
net als de hele wereld.
Ik zou ontdekken
dat bloed ook noodzakelijk is.
Ik werd de volgende avond wakker
met een ongekende honger.
Als je dit eenmaal geproefd hebt...
ga je nooit meer naar een andere taverne.
Denk je dat?
En als ik nou liever van je lippen proef?
Mijn lippen zijn nog zoeter.
Mijn vriend...
zou van die lippen moeten proeven.
Is zijn...
zoen...
net zo diep...
als de uwe?
Dieper, ma chérie.
Ik zal haar leven niet nemen.
Dat heb ik al voor je gedaan.
Ze is zo dood...
als een pier, mijn vriend.
Het gaat zo makkelijk
dat je bijna medelijden met hen krijgt.
Je went wel aan het doden.
Denk er maar niet aan.
Je zult er gauw genoeg aan wennen.
Heb je geen honger?
Au contraire, ma chérie.
Hij zou de hele kolonie wel opkunnen.
Ik eet het wel op.
Laat ons alleen.
Kun je niet doen alsof, jij gek?
Verraad het niet.
We boffen met dit huis.
Doe tenminste alsof je drinkt.
ZuIk mooi kristal
mag niet ongebruikt blijven.
Ik weet het.
Het koelt zo snel af.
Kunnen we hiervan leven?
Van dierenbloed?
Ik zou het geen leven willen noemen.
Eerder overleven.
Het is handig als je een maand op zee zit.
Er is niets op aarde dat niet...
Fascineert.
Ja.
- Dit verveelt me.
- We kunnen leven zonder te doden.
Het is mogelijk.
Alles is mogelijk.
Probeer het maar een weekje.
Ik zal je in New Orleans
de echte sport laten zien.
Lestat doodde soms wel
twee of drie mensen per nacht.
Een fris jong meisje...
daar begon hij het liefst de avond mee.
Als tweede gang had hij het liefst
een vergulde jongeman.
Maar de snob in hem jaagde het liefst
in de societykringen.
Aristocratisch bloed
wond hem het meest op.
Je moet er niet aan denken.
Zie je die daar?
Dat is de weduwe St. Clair.
Ze heeft die knappe jongen
haar man laten vermoorden.
Hoe weet je dat?
Lees haar gedachten maar.
Lees haar gedachten.
Ik kan het niet.
De "duistere gave" is voor iedereen anders.
Maar één ding geldt voor iedereen.
Je wordt steeds sterker.
Geloof me maar op mijn woord.
Ze heeft een slaaf de schuld
van de moord gegeven.
Bedenk maar eens
wat ze met hem gedaan hebben.
Slechte mensen zijn makkelijker
en smaken beter.
Waar gaan we heen?
Nergens.
Je verbaast me, jongeman!
Ik ben oud genoeg
om je grootmoeder te zijn.
Oh, ja, dat is de melodie.
Ik herinner het me.
Moordenaar!
Mijn kleine papillons!
Hij heeft mijn vlindertjes vermoord!
Jij... laffe vampier...
je jaagt op ratten en poedels!
Je had ons bijna geruïneerd!
Je verdoemt me tot de hel!
Ik ken geen hel.
Dat lijkt er meer op!
Woede! Razernij!
Daarom heb ik jou gekozen!
Maar je kunt mij niet doden, Louis.
Voed je maar...
met wat je wilt.
Met ratten, kippen...
poedels.
Ik laat je met rust...
en wacht tot je bijdraait.
Denk eraan:
Leven zonder mij...
zou nog...
ondraaglijker zijn.
Prijs jezelf gelukkig.
In Parijs moet een vampier
om vele redenen slim zijn.
Parijs?
Hier heb je alleen een paar hoektanden
nodig.
Kom je uit Parijs?
Net als degene die mij maakte.
Vertel me eens iets over hem.
Je hebt vast iets van hem geleerd.
Ik heb helemaal niets geleerd.
Ik had geen keus, weet je nog wel?
Maar je moet toch iets weten
over dit alles.
Waarom? Waarom moet ik dat weten?
Ken jij hen?
Dat geluid...
ik word er gek van!
We horen al weken niets anders
dan dat geluid!
Ze weten het van ons.
Ze kijken toe hoe we dineren
met lege borden en glazen.
Kom dan mee...
naar New Orleans.
De Paris Opera is in de stad.
We proberen de Franse...
keuken.
Vergeef me dat ik nog steeds respect heb
voor het leven.
Straks heb je geen kippen meer, Louis.
Monsieur Louis?
Wilt u niet iets eten?
Nee, ma chérie.
We maken ons zorgen om u, Meester.
Wanneer rijdt u over de velden?
Hoe lang bent u al niet meer
in het slavenkwartier geweest?
De dood is overal.
Bent u eigenlijk nog wel onze meester?
Je kunt gaan, Yvette.
Ik ga niet weg tot u naar me luistert.
U moet die vriend van u wegsturen.
De slaven zijn allemaal *** voor hem...
en zij zijn *** voor u.
Ik ben *** voor mezelf.
Luister!
Deze plek is vervloekt!
Verdoemd!
En ja, jullie meester is de Duivel!
Ga, nu het nog kan!
Jullie zijn allemaal vrij!
Horen jullie me?
Ren weg!
Ren weg!
Red jezelf!
Perfect! Perfect!
Brand dit huis plat!
Verbrand alles wat we bezitten!
Dan leven we toch op het veld,
net als het vee!
Je dacht dat je alles kon krijgen.
Kop dicht, Louis!
Kom mee!
Waar zijn we?
Waar denk je, mijn idiote vriend?
We zitten op een lekker smerig kerkhof.
Ben je nu blij?
Is het goed? Fatsoenlijk genoeg?
Wij horen in de hel thuis.
En als de hel niet bestaat?
Of als ze ons daar niet willen?
Heb je daar al eens aan gedacht?
Maar de hel bestond wel.
En waar we ook heengingen, ik zat erin.
We huurden kamers
aan de rivieroever in New Orleans.
Je huid voelt koud aan.
Je vriendin kan niet tegen wijn.
Maak je geen zorgen.
Ik kan je koude huid beter verwarmen
dan zij.
Denk je?
Waarom...
nu ben je wel warm!
Maar de prijs is hoog.
Ik heb je mooie vriendinnetje uitgeput.
Zacht.
Zo zacht.
Ik zie je liggen op een bed van satijn.
Wat jij niet allemaal zegt.
Weet je wat voor bed?
Zullen we het licht uitdoen?
Doe het maar uit.
Maar als ik uw licht uitgedaan heb...
kan ik...
de levensadem niet doen wederkeren.
Het moet verwelken.
Voor jou, Louis.
Doe maar alsof het wijn is.
Ze is niet dood!
Je hebt de sterfelijkheid lief.
Je weerstaat dat wat rust brengt.
Noem je dit rust?
Wij zijn roofdieren,
die hen met hun ogen op afstand houden!
- Het meisje, Lestat!
- Maak een eind aan die honger!
Nee!
Nu, kindje.
Je bent moe, je wilt slapen!
Dit is een doodskist!
Een doodskist! Laat me eruit!
Ik ben niet dood!
Het is jouw kist. Geniet ervan. De meesten
komen er nooit achter hoe het voelt.
Waarom doe je dit?
Ik doe het graag. Ik geniet ervan.
Geniet van pure dingen.
Dood ze snel, maar doe het wel!
Zonder twijfel, je bent een moordenaar,
Louis!
- Wat is dat?
- Het is een doodskist.
Inderdaad. Dan ben je zeker dood.
Ik ben toch niet dood?
Je bent niet dood.
Nog niet.
Maak hier nu een eind aan!
Doe jij het maar!
Red me van hem!
Red me!
Laat jij me gaan?
Zo kan ik niet sterven!
Ik wil een priester.
Mijn vriend is priester.
Hij zal je zonden aanhoren.
Tenzij... ik haar één van ons maak.
Nee!
Neem haar dan, maak een eind
aan haar lijden! En aan het jouwe!
Nee!
Nou...
ben je tevreden?
Mijn God!
En dan te bedenken dat jij...
de enige bent van wie ik kan leren.
In de Oude Wereld...
noemden ze het de "duistere gave".
En ik heb ze aan jou gegeven.
Ga niet die kant op, Monsieur.
De pest heerst hier.
- Ga weer terug!
- Weer terug...
Mama.
Help ons, alstublieft.
Papa is weggegaan
en niet meer teruggekomen.
Alstublieft, maak mama wakker, Monsieur.
Mijn filosoof. Mijn martelaar.
"Neem nooit een mensenleven."
Dit moet gevierd worden.
Er zit nog leven in de oude dame.
Kom terug!
Je bent wat je bent!
Grote genade.
Wat hou je toch veel
van je dierbare schuldgevoel.
Haar bloed stroomde door mijn aderen...
zoeter dan het leven zelf.
Nu begreep ik de woorden van Lestat.
Ik kende alleen rust als ik doodde.
Toen ik haar hart dat vreselijke ritme
hoorde slaan, wist ik dat er weer rust was.
Ik hoef alleen de rattenlijkjes te volgen
om jou te vinden, Louis.
De pijn is vreselijk voor jou.
Jij voelt het als geen ander
omdat je een vampier bent.
Je wilt dit niet blijven voelen.
Nee.
Doe dan wat in je natuur ligt...
en voel je weer zoals vanouds
met dat kind in je armen.
Het kwaad is betrekkelijk.
God doodt willekeurig...
en dat zullen wij ook doen.
Geen enkel ander wezen is zoals wij.
Niemand lijkt zoveel op Hem...
als wij.
Ik heb een geschenk voor je.
Kom mee.
Alsjeblieft.
- Hier is ze.
- Waar heb je het over?
Je hebt...
gezelschap nodig...
aangenamer gezelschap dan het mijne.
Weet je nog hoe graag je haar wilde?
Weet je nog hoe ze smaakte?
Ik dacht dat ik haar had vermoord.
Maak je geen zorgen.
Jouw geweten is zuiver.
Claudia.
Luister naar me.
Je bent ziek, liefje.
Ik zal je geven wat je nodig hebt
om weer beter te worden.
Nee.
Wil je dan dat ze sterft?
Goed zo. Ja.
Stop!
Stop!
Genoeg!
Ik wil nog wat.
Natuurlijk wil je meer.
Zachtjes, chérie.
Ze zijn zo onschuldig.
We mogen ze niet laten lijden.
Goed zo.
Ja.
Oké.
Stop.
Zo is het genoeg, chérie.
Je moet stoppen voor het hart stilstaat.
Ik wil nog wat.
Dat weet ik.
Maar in het begin is het zo beter...
anders neemt de dood jou met zich mee.
Je hebt het heel goed gedaan. Moet je zien.
Geen druppel verspild. Heel goed.
Waar is mama?
Mama is...
naar de Hemel gegaan, chérie,
net als die lieve dame hier.
Ze gaan allemaal naar de Hemel.
Allemaal, behalve wij.
Wil je ons dochtertje *** maken?
Ik ben je dochter niet.
Dat ben je wel.
Je bent mijn dochter en die van Louis.
Zie je, Louis wilde ons verlaten.
Hij wilde weggaan.
Maar nu gaat hij niet weg.
Nu blijft hij...
en maakt hij jou gelukkig.
Louis.
Jij duivel.
Een gelukkig gezinnetje.
Deed hij het zodat je bij hem blijft?
Misschien.
Hij kende me. Hij wist dat ik meer
van haar zou houden dan wat ook.
Maar er zat meer achter.
Hij overlaadde haar met genegenheid,
dat leidt geen twijfel.
Misschien deed hij het wel
omdat hij ook eenzaam was.
- Ik heb meer licht nodig.
- Meer licht.
- Anders word ik blind.
- Ze wordt blind.
Laat me anders overdag
haar maat opnemen.
Mijn dagen zijn heilig, madame.
Ze was een klein kind.
Maar ook een wrede moordenares...
die bloed zocht met de overgave
van een kind.
Ik kus het beter.
Nu...
wie moet je jurk nou afmaken?
Wees toch praktisch!
Onthou, nooit in ons huis!
Ze sliep eerst in mijn doodskist...
en krulde mijn haar met haar vingertjes...
tot de dag kwam
dat ze haar eigen doodskist wilde.
Maar altijd als ze wakker werd...
kroop ze in mijn kist.
Ze stierven snel in die tijd,
voor ze leerde met hen te spelen...
om het moment uit te stellen
tot ze had genomen wat ze wilde.
Waarom huil je, kind?
Ben je verdwaald, mijn lief?
Mama!
Stil maar, niet huilen.
We vinden haar wel.
Let op je duim. Let op je duim.
Dat kleine vingertje.
Ze zijn erg duur, liefje.
Misschien wel te duur voor een meisje
als jij.
Claudia! Wat hebben we je gezegd!
Nooit in het huis.
Schuif eens op.
Ik zag haar als een kind.
Maar Lestat zag haar als een leerlinge...
een kleine pupil,
die net zo graag wilde doden als hij.
Samen vermoordden ze hele gezinnen.
Prachtig, prachtig.
Speel nu iets triesters.
Als stervelingen gelukkig zijn,
gaat de tijd erg snel.
Dat gold ook voor ons.
De jaren vlogen voorbij als minuten.
De stad groeide.
Zeilschepen maakten plaats
voor stoomboten...
wat ons een eindeloos menu
van heerlijke vreemdelingen bood.
Het was een nieuwe wereld geworden.
En we waren nu allemaal Amerikanen.
Wat een smerig modern stelletje!
Ik heb alles over voor
een ouderwets druppeltje Creools bloed!
Vind je Yankees niet lekker?
Ik hou niet van hun democratische smaak,
Louis.
Dat is een echte Creoolse.
Het is net iets voor Claudia
om haar te vinden.
Wat?
Wil je haar niet hebben?
Ik wil haar zijn.
Kan dat?
Op een dag net zo zijn als zij?
Nog meer melancholie.
Je begint meer en meer op Louis te lijken.
Straks eet je ook nog ratten.
Ratten? Wanneer heb jij ratten gegeten,
Louis?
Dat is lang geleden.
Nog voor jouw geboorte.
Ik kan ze niet aanbevelen.
Er waren 30 jaren voorbij gegaan,
maar lichamelijk bleef ze een kind.
Alleen de ogen onder haar krullen
verraadden haar ware leeftijd...
met een vragende blik...
die op een dag een antwoord zou eisen.
Nog een pop.
Ik heb er al tientallen, weet je.
Ik dacht dat je er nog wel één
kon gebruiken.
Waarom altijd deze nacht?
Hoezo?
Je geeft me altijd een pop
in deze nacht van het jaar.
Dat was ik me niet bewust.
Is dit mijn verjaardag?
Je kleedt me aan als een pop.
Je doet mijn haar als dat van een pop.
Waarom?
Claudia,
een paar van deze poppen zijn al zo oud...
en versleten.
- Je zou ze weg moeten gooien.
- Dan doe ik dat!
Wat heb je gedaan?
Wat je zei dat ik moest doen.
- Laat je hier een lijk wegrotten?
- Ik wilde haar hebben!
- Ik wilde haar zijn!
- Ze is gek!
Ze vervuilt het huis waarin we wonen!
Wil je dat ik altijd een pop blijf?
Niet doen!
Waarom niet? Kan ik niet veranderen...
net als iedereen?
Wie van jullie heeft dit gedaan?
Wie van jullie heeft dit gedaan?
Wie van jullie heeft me gemaakt
zoals ik ben?
Zoals je bent?
Een waanzinnige vampier
die haar eigen bed bevuilt!
En als ik mijn haar weer afknip?
Dat groeit weer aan.
Het was niet altijd zo!
Ik had ooit een moeder en Louis een vrouw.
Hij was sterfelijk, net als zij.
En dat was ik ook!
Jij hebt ons zo gemaakt!
Hou haar tegen.
Heb jij dit met me gedaan?
Hoe heb je het gedaan?
Waarom zou ik je dat vertellen?
Ik bezit de kracht.
Waarom alleen jij?
Vertel me hoe je het deed!
Wees blij...
dat ik het gedaan heb.
Anders was je nu dood geweest.
Net als dat verdomde lijk! Ruim het op!
Ruim jij het maar op.
Waarom toch, Louis?
Je moet het me vertellen.
Zie je die oude vrouw?
Dat zal jou nooit gebeuren.
Jij zult nooit oud worden.
En je zult nooit sterven.
Het betekent ook nog wat anders,
nietwaar?
Ik zal nooit volwassen worden.
Ik haat hem.
Vertel me hoe ik zo ben geworden...
zo'n ding.
Ik had die plek dertig jaar gemeden.
Maar ik vond de plek...
haast blindelings terug.
Heb jij je...
met mij gevoed?
Ja.
En hij vond me bij jou.
Hij haalde zijn pols open
en voedde je met zijn bloed...
vanaf dat moment was je een vampier...
en dat ben je iedere nacht daarna geweest.
Jullie hebben het beide gedaan.
Ik nam je leven.
En hij gaf je een ander.
En hier is het dan.
Ik haat jullie allebei.
Ik liep de hele nacht.
Ik liep zoals jaren tevoren...
toen ik me zo schuldig voelde
bij de gedachte aan moord.
Ik dacht aan wat ik had gedaan
en niet meer ongedaan kon maken.
En ik verlangde naar één seconde rust.
Aan elkaar gebonden door haat.
Maar ik kan jou niet haten, Louis.
Louis, mijn lief.
Ik was sterfelijk tot jij...
me jouw onsterfelijke kus gaf.
Jij werd mijn moeder en mijn vader.
En daarom zal ik voor altijd de jouwe zijn.
Het is tijd om er een eind aan te maken,
Louis.
Het is tijd om hem te verlaten.
Hij zal ons nooit laten gaan.
Echt niet?
Wat nu weer? Je irriteert me.
Je aanwezigheid...
irriteert me!
Echt waar?
Ik heb iemand gevonden
die een betere vampier zal zijn dan jullie!
Moet dat me *** maken?
Je bent verwend omdat je enig kind bent.
Je hebt een broer nodig.
Of ik.
Ik ben jullie allebei zat.
We zouden de wereld met vampiers
kunnen bevolken...
wij drieën.
Oh, jij niet...
kleine Claudia.
Je liegt.
Je verstoort mijn plannen.
Welke plannen?
Ik kwam vrede met je sluiten.
Ook al ben je een aartsleugenaar...
ik wil toch dat alles bij het oude blijft.
Val me dan niet lastig.
Ik moet meer doen dan alleen dat.
Ik heb een geschenk voor je.
Hopelijk is het...
een mooie vrouw...
met gaven die jij nooit zult bezitten.
Waarom zeg je zuIke dingen?
Je hebt je niet genoeg gevoed.
Ik zie het aan je kleur.
Kom maar kijken.
Wees niet boos.
Toen ik ze zag,
wist ik dat ze voor jou waren.
Ze zijn dronken...
van de brandewijn. Een druppel.
Je hebt in ieder geval...
jezelf overtroffen.
Ik beloof dat ik de lichamen zal opruimen.
Vergeven we elkaar dan?
Ja.
Absint?
Heb je hen absint gegeven?
Nee.
Laudanum.
Laudanum.
Ja.
Ze zijn er helaas aan gestorven.
Maar het houdt het bloed warm.
Je hebt me...
dood bloed laten drinken?
Je hebt me...
laten drinken...
Je hebt me iets geleerd...
drink nooit van de doden.
Leg me in mijn doodskist.
Leg me in mijn doodskist.
Ik zal je in je doodskist leggen!
Mijn God!
Til me op!
Goedenacht, zoete prins.
Moge duivelscharen je begeleiden
naar je rustplaats.
Moeten we hem verbranden?
Hem begraven?
Wat zou hij gewild hebben?
Het moeras?
Hij hoort bij die reptielen.
Hij verdiende het om te sterven.
Misschien wij ook,
iedere nacht van ons leven.
Hij was mijn schepper.
Hij gaf me dit leven...
wat dat ook mag zijn.
Het had niet zo moeten zijn.
Ik heb het voor ons gedaan.
Zodat we vrij konden zijn.
Hij was alles wat ik kende.
Zo simpel is het.
We waren net twee wezen
die opnieuw leerden leven.
We boekten een reis naar Europa.
De weken dat we op de boot wachtten...
bestudeerde ze de mythen en legenden
van de Oude Wereld...
geobsedeerd door het zoeken naar
"onze soort".
Kijk eens wie we vergeten hebben.
Laten we hen vrijlaten.
- Ja.
- Ja.
De koets is er.
Luister, Louis...
er zit nog leven...
in deze oude handen.
Niet echt furioso.
Moderato...
cantabile, misschien.
Hoe kan dit?
Vraag dat maar aan de alligator.
Zijn bloed heeft geholpen.
En op een dieet van het bloed
van slangen...
padden...
en al het waardeloze leven...
in de Mississippi...
werd Lestat...
langzaam maar zeker...
weer enigszins zichzelf.
Je bent...
een heel...
heel...
stout meisje geweest.
Het schip vaart zonder ons uit!
Hoewel het vuur zich leek te verspreiden...
stond ik op het dek, doodsbang
dat hij te voorschijn zou komen...
als een monster uit de rivier,
om ons te vernietigen.
En al die tijd dacht ik...
"Lestat...
"we verdienen jouw wraak.
"Jij gaf me de 'duistere gave'...
"en ik heb je voor de tweede keer
aan de dood overgeleverd. "
Hoewel het schip gevrijwaard was
van ratten...
hadden de passagiers te kampen
met een vreemde ziekte.
Alleen Claudia en ik leken immuun te zijn.
We hielden ons afzijdig...
en overdachten ons mysterie.
We bereikten de Middellandse Zee.
Ik had blauw water willen zien,
maar het was zwart...
water in de nacht.
Wat leed ik toen...
ik wilde me de kleuren herinneren
die ik vroeger vanzelfsprekend vond.
We doorzochten dorp na dorp...
ruïne na ruïne...
land na land.
En nooit vonden we iets.
Ik begon te geloven
dat wij de enigen waren.
Die gedachte was op een vreemde manier
geruststellend.
Wat hebben verdoemden elkaar te zeggen?
Vonden jullie niets?
Geruchten van boeren...
bijgeloof over knoflook...
crucifixen...
de oude spies door het hart.
Maar iemand van ons?
Geen woord.
Zijn er geen vampiers in Transylvanië?
Bestaat graaf Dracula niet?
Verzinsels, mijn vriend.
Hersenspinsels van een demente ler.
Parijs...
september 1870.
De stad waar ik altijd van gedroomd had.
Ik was tenslotte Creool
en Parijs was de moeder van New Orleans.
Een heel universum op zich.
We leefden weer.
Alleen wij tweeën.
Ik was zo gelukkig dat ik toegaf
aan al haar verlangens.
En zo gebeurde het...
toen ik de zoektocht naar vampiers
had opgegeven...
dat een vampier mij vond.
Paljas!
Santiago!
Ik zoek de wereld af naar een onsterfelijke
en dit vind ik!
Neem die petite schoonheid mee.
Niemand zal jullie iets doen.
Dat sta ik niet toe.
En...
onthou mijn naam:
Armand.
Vergeet niet wat ik je verteld heb.
Zij hebben andere krachten.
Ze lezen je gedachten.
Dat is hij, die vampier.
Twee geliefden...
wandelen langs hun liefdeslaantje...
hun hartstochtelijke omhelzingen...
verdringen alle gedachten
over de vergankelijkheid...
totdat zij zich...
binnen mijn bereik bevinden!
Vampiers die doen of ze mensen zijn
die doen of ze vampiers zijn.
Wat avant-gardistisch.
De ziel van deze monnik
communiceert met de hemel...
en hij brengt zijn dag door...
met vrome gedachten.
Hij zal zijn schepper
maar al te gauw ontmoeten.
Al zijn gebeden hebben hem
niets opgeleverd.
Hier eindigt deze les...
en zo luidt hij:
Mijn klamme handen moeten
jullie allemaal aanraken.
Jullie moeten allemaal het hoofd buigen
voor mijn kus.
Maar, luister!
Volgens mij nadert er een sterveling!
Wat hebben we hier?
Wie is deze schoonheid?
Een bloeiende roos, een verlegen viooltje?
Misschien wil ze mijn bruid worden.
Misschien is mijn les nog niet voorbij!
Ik wil niet dood!
Maar wij zijn altijd al dood geweest.
Help me!
Alsjeblieft!
- Wat heb ik gedaan?
- Wij sterven allemaal!
Ik ben nog jong!
De dood geeft niet om leeftijd!
De dood kan altijd en overal komen.
Zo roze als dit vlees nu is...
zo grijs en gerimpeld zal het
met de jaren worden.
Laat me leven! Het kan me niet schelen!
Wat kan het je dan schelen of je nu sterft?
Stel dat de dood een hart had
om je lief te hebben en je te bevrijden.
Tot wie zou hij zijn hartstocht richten?
Wil je iemand uit het publiek kiezen?
Om te lijden zoals jij?
Monsieur Vampier, neem mij!
Ik aanbid u!
Wacht je beurt af!
Nou...
Weet je wat het betekent
om door de dood te worden bemind?
Om onze bruid te worden?
Geen pijn.
Geen pijn.
Monsterlijk.
We wonen hier beneden.
Ik zal het jullie laten zien.
Monsterlijk.
Ja.
Maar heel mooi.
Welkom in mijn huis.
Probeer hem maar.
Twee vampiers...
uit de Nieuwe Wereld...
komen ons een nieuw tijdperk
binnenleiden...
terwijl wat we liefhebben
langzaam wegrot...
en vervaagt.
Bent u de leider van deze groep?
Als er een leider was...
zou ik dat zijn.
- Heb je de antwoorden?
- Heb je dan vragen?
Wat zijn wij?
Niets...
alleen vampiers.
Wie heeft ons gemaakt zoals wij zijn?
Je weet toch wel wie je gemaakt heeft?
Ja, maar wie heeft hem gemaakt?
De bron...
van al dit...
kwaad.
Ik begrijp het.
Ik heb je gezien in het theater.
Je lijden...
je medelijden met dat meisje.
Je sterft...
als je moordt.
Je vindt dat je de dood verdient,
maar je ontzegt jezelf niets.
Maar maakt dat je slecht?
Omdat jij begrijpt wat volgens jou goed is,
maakt dat je dan...
goed?
Is er dan helemaal niets?
Misschien.
Maar misschien...
is dit...
het enige kwaad dat nog bestaat.
Bestaat God dan niet?
Ik weet niets van God.
Of van de Duivel.
Ik heb nooit een visioen gehad
of een geheim geleerd...
dat mijn ziel zou verdoemen of redden.
Voorzover ik weet...
ben ik na vierhonderd jaar...
de oudste...
levende vampier...
op aarde.
Dan is het zoals ik altijd gevreesd heb.
Jij vreest te veel.
Zo veel dat ik *** ben...
Degene die je gemaakt heeft...
had je dit moeten vertellen.
Degene die de Oude Wereld
voor de Nieuwe verliet...
Hij wist niets.
Het kon hem ook niet schelen.
Wist?
Kom, mijn lief.
Het is tijd om te gaan.
Ik heb honger...
de stad wacht.
Toen we vertrokken was de zaal leeg.
Zo stil als het graf.
Terwijl we wegstommelden, dacht ik weer:
"Ik heb Lestat onrecht aangedaan.
"Ik heb hem om de verkeerde redenen
gehaat. "
Hoe heb je hem onrecht aangedaan?
Je noemde een naam.
Ja, een naam die ik niet wil herhalen.
Er is maar één misdaad...
onder ons vampieren.
Dat is de misdaad die de dood
voor een vampier betekent:
Iemand van zijn eigen soort doden.
- Zou ik toelaten dat ze je iets doen?
- Nee, dat zou je niet.
Het gevaar bindt je aan mij.
Liefde bindt me aan jou.
- Liefde?
- Liefde.
Je zou me zo verlaten
als Armand je wenkt.
Nooit.
Hij wil jou en jij wilt hem.
Hij heeft op je gewacht.
Hij wil je gezelschap.
Hij wacht gewoon zijn tijd af.
Hij vindt het net zo saai en levenloos
als wij.
Misschien.
Weet je wat zijn ziel tegen me zei,
zonder het hardop uit te spreken?
"Laat hem gaan", zei hij.
"Laat hem gaan."
Moet ik dat doen?
Je laten gaan?
Mijn vader...
mijn Louis...
die mij gemaakt heeft?
Alles komt goed.
Geloof je dat echt?
De soldaat...
die terugkeert uit de oorlog...
denkt dat de overwinning hem beschermt
tegen verdriet...
tot de dood verschijnt...
en hem van zijn paard hakt.
Ik heb op je gewacht.
Luister naar me.
Claudia is me erg dierbaar.
Ze is mijn dochter.
Je minnares.
Nee, mijn geliefde.
Mijn kind.
Wat je zegt. Je bent onschuldig.
Ze is in gevaar, hé?
- Dat klopt.
- Waarom?
Ik zou je redenen kunnen geven.
Haar zwijgzaamheid.
Haar jeugd.
Het is verboden
om iemand zo jong te maken...
zo hulpeloos...
dat ze niet voor zichzelf kan zorgen.
Dat is de schuld van haar schepper.
Heb jij jullie schepper vermoord?
Noem je daarom zijn naam niet?
Dat denkt Santiago.
- We willen geen ruzie met hem.
- Daar is het te laat voor.
Als je haar wilt redden...
- stuur haar dan weg!
- Dan vertrek ik ook.
Zo snel?
Zonder de antwoorden
waar je zo naar verlangde?
Je zei dat er geen zijn.
Je stelde de verkeerde vragen.
Weet je...
hoe weinig vampiers...
sterk genoeg zijn voor onsterfelijkheid?
Ze sterven vaak snel uit eigen wil.
De wereld...
verandert.
Wij niet.
Dat is de ironie...
die ons uiteindelijk het leven kost.
Jij moet contact maken met dit tijdperk.
Ik?
Snap je het dan niet?
Ik ben niet de geest
van welk tijdperk dan ook.
Ik ben met alles in strijd.
Dat is altijd zo geweest.
En dat is juist de geest van jouw tijdperk.
De kern ervan.
Jouw val...
uit de gratie...
betekent het einde van een tijdperk.
En de vampiers in het theater dan?
Decadent...
nutteloos.
Zij kunnen niets weergeven.
Maar...
jij wel.
Jij geeft...
het verdriet van deze tijd weer.
Een vampier...
met een menselijke ziel.
Een onsterfelijke met sterfelijke passies.
Jij...
bent...
mooi, mijn vriend.
Lestat moet hebben gehuild
toen hij je maakte.
Heb jij Lestat gekend?
Ja.
Ik heb hem gekend.
Ik kende hem goed genoeg om
niet te rouwen over zijn heengaan.
Ik voelde me eindelijk rustig.
Ik had eindelijk de leraar gevonden
die Lestat nooit had kunnen zijn.
Ik wist dat Armand
geen informatie zou achterhouden.
Hij was als een venster waardoor
ik alles zag wat hij wist.
Madeleine...
Louis is verlegen.
Drink.
Doe het.
Want ik kan het niet.
Ik ben niet sterk genoeg.
- Daar heb je wel voor gezorgd.
- Je weet niet wat je vraagt!
Integendeel.
Jij hebt iemand anders gevonden!
Maak dan ook iemand voor mij!
Hoe zie jij ons?
Vind je ons mooi?
Magisch?
Onze bleke huid en vurige ogen?
Weet je wel wat je zult worden?
Jouw slechte kant is
dat je niet slecht kunt zijn!
Ik ben het zat!
Dwing me hier niet toe! Ik kan het niet!
Je kon het anders wel met mij.
Ik werd door twee sprookjesmonsters
bij mijn moeder weggehaald.
En nu huil je!
Ik kom tranen te kort
voor wat je me hebt aangedaan!
Geef haar aan mij, Louis!
Doe dat voor je me verlaat!
Oh, God!
Ik hou nog steeds van je!
Dat is de echte kwelling!
Wie zal er voor me zorgen, mijn lief...
mijn donkere engel,
wanneer jij er niet meer bent?
Wat denk je dat ze is, Madeleine?
Een pop?
Een kind dat niet kan sterven.
Welk kind is wel gestorven?
Mijn dochter.
Wat gebeurt er met haar?
Ze sterft.
Jij bent ook gestorven...
maar jij was te jong om dat nog te weten.
Maar als ze sterft...
Is het alleen de sterfelijke dood.
Denk niet slecht van me, mijn lief.
Onze rekening is vereffend.
Hoe bedoel je?
Wat er gestorven is in die kamer
was niet die vrouw.
Wat er echt gestorven is...
is het laatste restje...
van mijn menselijkheid.
Ja, Vader.
Eindelijk is onze rekening vereffend.
Het is tijd voor gerechtigheid.
Haal Armand. Hij zou dit nooit goed vinden.
De anderen krijgen de doodstraf.
En jij...
zult eeuwig in een kist liggen.
Ingemetseld in een kerker.
Met je eigen gegil als gezelschap.
Het kan wel eeuwen duren.
Neem hen mee!
Droom fijn.
Nee! Nee!
Help!
Word wakker!
Waar is Claudia?
Claudia. Ik kan haar niet helpen.
- Waar is Claudia?
- Ik kan haar niet redden!
Ik riskeer alleen jou te verliezen!
Niet doen!
Kom mee, Louis.
Niet hier.
Dus een vampier kan huilen?
Eén...
misschien twee keer, in de eeuwigheid.
Misschien nam ik wel wraak
om nooit meer te hoeven huilen.
Hou hem tegen! Het brandt!
Grijp hem! Hou hem tegen!
Je hebt hen niet eens gewaarschuwd, hé?
Nee.
Terwijl je wist wat ik zou doen.
Ik wist het.
Ik heb jou toch gered, nietwaar?
Gered van de vreselijke dageraad.
Jij was hun leider. Ze vertrouwden jou.
Nee.
Door jou zag ik hun gebreken, Louis.
Ze waren...
verdoemd,
vastgeroest in een decadent tijdperk.
Ze waren de eerste les vergeten...
we moeten machtig zijn...
mooi...
en zonder berouw.
Kun jij me dat leren?
Ja.
Om geen berouw te hebben?
Wat zouden we dan een mooi paar zijn.
En als ik die les niet wil leren?
Hoe bedoel je?
Stel dat ik alleen nog maar mijn pijn heb?
Mijn berouw?
Wil je dat dan niet kwijtraken?
Zodat jij het ook krijgt?
Het hart dat rouwt om haar...
die je hebt laten verbranden?
Ik zweer dat ik niet...
Ik weet dat je het gedaan hebt.
Ik weet...
dat jij...
nergens spijt van hebt.
Je voelt...
niets.
Als dat het enige is dat ik nog moet leren...
kan ik dat ook wel alleen.
Ik zal sterven.
Nee.
Je bent al dood.
En je wilt dat ik je nieuw leven inblaas.
En hoewel de uitnodiging
zeer aantrekkelijk is...
moet ik haar helaas...
afslaan.
Ik zwierf jarenlang rond:
Italië, Griekenland...
alle landen van de Oude Wereld.
Maar de wereld was voor mij
als een tombe...
een kerkhof vol kapotte beelden.
En op al die beelden zag ik haar gezicht.
Uit nieuwsgierigheid...
of verveling, wie zal het zeggen...
verliet ik de Oude Wereld...
en keerde terug naar mijn Amerika.
ZONSOPGANG
Dankzij een mechanisch wonder
zag ik een zonsopgang...
voor de eerste keer...
in tweehonderd jaar.
En wat voor zonsopgangen!
Ik zag ze zoals het menselijk oog
ze nooit zou kunnen zien.
Eerst zilverkleurig...
en later,
met het verstrijken van de jaren, in paars...
rood...
en het blauw
dat ik zo lang had moeten missen.
In de lente van 1988
keerde ik terug naar New Orleans.
Meteen toen ik de lucht rook,
wist ik dat ik weer thuis was.
Het was een zware...
bijna zoete geur...
als de geur van jasmijn en rozen
die rond onze binnenplaats groeiden.
Ik liep door de straten te genieten
van die lang verloren geur.
In Prytania Street...
op maar een paar blokken afstand
van het Lafayette-kerkhof...
rook ik de geur van de dood.
En het kwam niet van de graven.
De geur werd steeds sterker.
De geur van oude dood.
Te vluchtig
om door stervelingen te worden geroken.
Wat ben ik blij dat je er bent!
Ik heb gedroomd...
van dit moment.
Zij had nooit één van...
ons mogen worden.
Dat is allemaal verleden tijd.
Verleden tijd.
Je bent nog steeds mooi, Louis.
Je was altijd al de sterkste.
Je hoeft niet *** te zijn.
Ik wil je geen pijn doen.
Ben je dan bij me teruggekomen?
Kun je je nog herinneren hoe ik was?
De vampier...
die ik was?
Ik herinner het me nog.
Niemand...
kon mij iets weigeren...
zelfs jij niet.
Ik heb het geprobeerd.
Ja, je hebt het geprobeerd.
Hoe meer je het probeerde...
hoe meer ik je wilde.
Ik kan het niet verdragen.
Die lichten...
en dat lawaai!
Ze maken de nacht helderder dan de dag.
Het is kunstlicht.
Het kan je geen pijn doen.
Als jij bij me blijft, Louis...
kan ik weer naar buiten gaan.
Weer de oude Lestat worden.
Ik moet nu gaan.
Ik weet niet wat er met Lestat gebeurd is.
Ik leef verder...
nacht na nacht.
Ik voed me met diegenen
die mijn pad kruisen.
Maar mijn gevoel stierf
met haar gouden haren.
Ik ben een bovennatuurlijke verschijning.
Onverschillig.
Onveranderlijk.
Leeg.
Leeg?
Is dat alles?
Nee, zo kan het niet eindigen.
Maar het eindigt wel zo.
Er valt niets meer te vertellen.
Er moet meer zijn. Je begrijpt jezelf niet.
Je bent niet leeg.
Ik zou er alles voor over hebben
om jouw macht te hebben...
om te zien wat jij hebt gezien.
Je hebt niet geluisterd.
Wel waar. Je verhaal is ongelooflijk.
- Verbazend.
- Doe ermee wat je wilt.
Vertel het aan anderen.
Leer ervan wat je kunt.
Ik kan maar op één manier echt leren
en dat weet je.
Je had een reden om me hierheen
te brengen.
Nietwaar?
Welke reden is dat?
Je wilt gezelschap. Je wilt een band
met de buitenwereld. Dat ben ik.
Neem mij. Ik wil het.
- Ik weiger het zo te laten eindigen.
- God, ik heb weer gefaald.
Je hebt niet gefaald.
God heeft er niets mee te maken.
Vind je dit leuk?
Wil je graag als voedsel dienen
voor de onsterfelijken?
Wil je graag sterven?
Stop!
Het gebeurde in het jaar 1791.
Ik was 24. Jonger dan jij nu bent.
Het was toen anders.
Je was een man op die leeftijd.
Ik had een grote plantage
ten zuiden van New Orleans.
Mijn vrouw was in het kraambed
gestorven.
Ik heb een schone broek nodig.
Zij en het kind waren
een half jaar eerder begraven.
Goed materiaal.
Ik wilde me graag bij hen voegen.
Goed materiaal.
Ik hoef me zeker niet meer voor te stellen.
Ik voel me nu al beter.
Ik verlangde vooral naar de dood.
Ik vroeg om de dood.
Die zou me uit mijn lijden verlossen.
Je jammert nog steeds.
Genoeg gehoord?
Ik heb daar eeuwenlang
naar moeten luisteren.
Wees niet ***.
Ik geef jou de keus...
die ik nooit gehad heb.
synch: hIman