Tip:
Highlight text to annotate it
X
E=mc^2 is dan misschien wel de bekendste vergelijking ter wereld… maar wat je misschien nog niet wist is
Dat het niet het hele plaatje is. Het beschrijft slechts objecten die *** hebben en niet bewegen.
De volledige vergelijking is E, kwadraat, is gelijk aan mc kwadraat, kwadraat plus p maal c, kwadraat
waarbij p het moment van het object is. Dit lijkt misschien nogal verwarrend,
maar je kunt het simpelweg tekenen als een rechte driehoek met zijden E, mc kwadraat, en p maal c.
Gebruik vervolgens de stelling van Pythagoras (a kwadraat plus b kwadraat is c kwadraat) om je de
vergelijking te geven.
Bovendien is het hierdoor duidelijk dat bij stilstaande objecten, waarbij het moment (p), nul is
we onze oude bekende E=mc^2 weer terugvinden. Aan de andere kant:
Als het deeltje geen *** heeft (zoals licht), dan is de m nul, en krijgen we
E is p maal c. Dit zegt ons dat de energie van een massaloos deeltje (zoals een foton)
hetzelfde is als zijn moment (vermenigvuldigd met de lichtsnelheid).
We kunnen zelfs stellen dat hoe dichter de energie van een deeltje bij p maal c ligt, hoe sterker
dit deeltje zich gedracht als licht (Kijk maar, dit kleine beetje *** is nauwelijks *** te noemen).
Enfin, als voorbeeld: de snelheid van een deeltje is gelijk aan de lichtsnelheid maal de verhouding
van het moment van het deeltje tot zijn energie - ofwel: pc gedeeld door E. Als het moment toeneemt,
naderd p maal c steeds dichter de energie, dus nadert de verhouding tussen die twee 1,
en de snelheid nadert de lichtsnelheid. Maar dankzij dat kleine beetje ***
zal de kant van de driehoek diehet moment weergeeft altijd een klein beetje kleinder zijn dan de zijde
die de energie weergeeft. Hoe hard je ook probeert het moment de vergroten, p maal c
wordt nooit helemaal gelijk aan de energie en dus kan je snelheid
nooit helemaal gelijk worden aan de lichtsnelheid. En dat allemaal omdat de hypotenusa van een rechte
driehoek langer is dan zijn rechthoekszijden.