Tip:
Highlight text to annotate it
X
Dit is de eerste editie van Alarma! magazine.
Het werd gepubliceerd op 17 april 1963 en kostte een peso.
Zoals je kunt zien was het logo handgeschreven.
Later veranderde dat in het huidige ontwerp.
Het moet voorstellen:
een bloedende vinger die schrijft...
Alarma!
Ik ben ongeveer 4 – 5 jaar hoofdredacteur,
maar ik werk hier al sinds 1981, toen ik 17 jaar oud was.
Ik begon als boodschapper,
en al lerende en observerende werkte ik mezelf omhoog.
Ik schrijf, lees het blad voor het gedrukt wordt en maak alle koppen.
Ik beslis over de beste inhoud, wat het meest interessant is,
en probeer te kijken wat onze lezers het leukste vinden.
Dit is een magazine dat veel lezers waarderen.
Ze laten ons weten dat ze ons blad leuk vinden
omdat wij dingen publiceren die anderen niet durven uit te brengen.
-Waar gaan we heen, David?
-Een agent die gewond is geraakt door een vuurwapen.
-Hoe lang ken je David nu?
-Ik ken David Alvarado ongeveer tien jaar.
Mijn band met de medewerkers van Alarma!
de fotografen en de verslaggevers,
is erg hecht.
Ik sta elke dag in direct contact met de mensen die in Mexico-Stad werken.
Bijvoorbeeld, David Alvarado, die nachtdienst heeft,
vertelt me wat er ‘s nachts gebeurt, of er iets met hem gebeurd is,
of hij geen foto’s mocht nemen.
In dat geval is ons advies: “Neem een foto van de agent van wie je geen foto mocht maken.”
Dus, we hebben een erg hechte werkrelatie en we zijn ook vrienden.
Bedek hem, Bedek hem, Bedek hem, Bedek hem,
Je hebt waarschijnlijk gemerkt dat ze een laken over de agent hebben gelegd
zodat we geen foto van hem konden maken.
Dat zijn obstakels waarmee ze ons opzadelen.
Als we bij de plaats delict komen, proberen ze ons altijd te verhinderen om foto’s te maken.
-Maar je naam toch een foto, nietwaar?
Ja, die nam ik alsnog.
Dat deed ik gewoon.
Ik nam ook een foto van hem terwijl hij bedekt was
om te laten zien hoe ze de media belemmeren.
-Welke edities werden het beste verkocht?
De 1985 [Mexico-Stad] Aardbeving Issue,
misschien omdat we toen meer foto’s hadden dan wie dan ook.
Het was een speciale editie,
en we hadden 40 pagina’s vol foto’s.
Daarvóór was een goede
de San Juanico-issue in 1984 [600 doden door een brand]
En recentelijker,
De ene met de dood van Paco Stanley, de Mexicaanse tv-presentator
die was vermoord in zijn auto
We waren de enigen die de foto hadden
van zijn dode lichaam in zijn SUV.
De uitgeverij die Alarma! begon...
De oprichter en bedenker
van dit soort magazine, dat bijna niemand na kon maken,
was Carlos Samayo Lizárraga.
In Carlo Samayo’s tijdperk brachten we tot wel
3 million copies aweek. 3 miljoen exemplaren per week uit.
Ik ontmoette hem. Ik had het geluk dat ik zijn boodschapper mocht zijn.
Hij creëerde zijn eigen stijl van koppen maken.
Vooral zijn kop, “Vermoordde Haar, Verkrachtte Haar”,
is ongelooflijk bekend.
Hij kon jouw aandacht trekken in drie woorden.
Dat is de leerschool die we probeerden te volgen, maar dat was erg moeilijk.
De kop is het eerste wat de mensen lezen.
Als ze de kop niet aantrekkelijk vinden, is de rest geen zak waard.
Dit was een Z5 met een Z2,
waar de bestuurder gewond raakte.
De ambulance moest ter plaatse komen
om hem te bevrijden uit de auto.
Daarna werd hij naar het ziekenhuis gebracht.
-Kwamen we er laat aan?
Nee, we waren op tijd.
Ik kreeg de foto’s.
Gelukkig hebben we nog nooit een probleem gehad met iemand.
We zijn nooit aangeklaagd.
In de 45 jaar dat dit magazine wordt uitgebracht
is er nog nooit een rechtszaak geweest.
-Hoe kan dat?
Inderdaad.
Allereerst omdat het echte verhalen zijn.
Ik denk dat daarom niemand ons kan aanklagen,
want als we zeggen dat iemand negen keer beschoten is, is hij negen keer beschoten.
We gaan het niet overdrijven en zeggen dat het 49 keer was.
Als het negen was, zeggen we negen.
Vaak is er een proces-verbaal.
Soms hebben we de tijd om uit te zoeken wat er gebeurd is.
Niet altijd, maar in de meeste gevallen wel.
Maar nogmaals, we geven de echte feiten.
-Komen er weleens familieleden klagen?
Niet echt.
Tot dusver, niemand...
Ik werk hier 27 jaar,
en nog nooit heeft iemand hier geklaagd.
Iedereen hier is erg hecht.
We ziin haast een familie
omdat we zoveel tijd met elkaar doorbrengen.
De meesten van ons werken ‘s nachts
en slapen overdag.
Als we persoonlijke problemen hebben dan praten we die met elkaar uit.
We zien elkaar niet alleen als collega’s,
maar als heel goede vrienden.
Ik werk hier nu tien jaar ’s nachts.
Ik versla wat we ook wel noemen: “de nachtwacht”,
ongeveer al vijf jaar.
Ik doe nog maar een jaar verslag van criminaliteit.
De verschillende kranten waarvoor we werken,
hebben verschillende profielen.
In mijn krant, zijn de foto’s niet zo rauw.
We laten niet het gezicht van de slachtoffer zien met kogelgaten erin.
Mijn benadering is wat meer kunstzinnig.
Zoals een agent met zijn geweer op de voorgrond fotograferen,
en het lijk op de achtergrond.
De foto’s moeten niet zo bloederig lijken.
Zoals mijn vriend van La Prensa, die het gezicht van de slachtoffer in beeld moet brengen.
De ruwheid van het bloed.
Voor mijn krant, moet ik de doden fotograferen zoals ze zijn.
Hoe bloediger het lijk, hoe beter.
Zoals we altijd zeggen,
je schudt mijn krant en druppelt bloed vanaf.
Juan Carlos Alarcón, bijvoorbeeld, [Amarillo] heeft een goed netwerk
en helpt ons betere verhalen te vinden.
-Nou, dat is omdat...
je in de loop der jaren banden opbouwt
en je bronnen vindt.
Dat kunnen agenten zijn, ambulancebroeders, brandweerlieden,
of zelfs onze lezers die ons helpen.
Dus, ‘s nachts komen er telefoontjes binnen.
-Wat is er gebeurd?
Iemand is gewond geraakt door een vuurwapen
in een voertuig.
-Wie geeft je de exacte locaties?
-De mensen die ons opbelden.
-Wie belt je?
Ambulancebroeders of andere bronnen die...
werken in de ambulances.
Dit zijn de mensen die ons opbellen en vertellen waar we naartoe moeten.
-Waar brengen ze hem naartoe?
-Naar het ziekenhuis.
-Waar is hij neergeschoten?
-Hij heeft twee. Eén in zijn bil en één in zijn hand.
Nog iets anders? Misschien een foto van zijn hand?
-Natuurlijk. -Kom binnen.
Oké.
-Kom je binnen, baas? -Wil je een foto van hem?
Klaar?
Hij was een taxichauffeur in zijn auto,
ze probeerden hem te beroven, maar hij bood weerstand,
dus beschoten ze hem twee keer.
De overvallers beschoten hem en kwamen ermee weg.
-De ambulancebroeders waren oké, nietwaar?
Ja, ze kennen ons.
We zien ze elke dag en we zijn vrienden geworden.
Als ze ons mogen, laten ze ons gewoon ons werk doen.
-Wat gebeurt er als je onderweg bent
en dat er opens iets anders op de radio komt?
-Dan bellen we elkaar
en verdelen we ons in groepen.
We helpen elkaar...
Als zij naar een plaats delict gaan,
en ik ga naar een andere,
dan geven zij me een aantal van hun foto’s
en ik geef ze wat van mijne.
-Hoe is je band met de politie?
-Vroeger hadden we een goede band met de politie
maar tegenwoordig niet meer.
Het Hoofd van Openbare Veiligheid gaf de opdracht om alle fotografen buiten de plaatsen delict te houden.
Valente, Valente.
-Wat is er?
Amarillo vertelde me om op te schieten. Ze zijn al bezig de plek af te zetten.
-Daarom moeten we er dus altijd zijn
binnen 10 of 15 minuten nadat het gebeurd is,
als de politie afgeleid is en de familie van de slachtoffers nog niet ter plaatse zijn.
Dat is ons tijdsbestek.
en sta je er te ver vanaf.
-Je mag hier geen foto’s nemen. -Pardon?
-Je mag geen foto’s nemen. -Waarom niet?
***!
-Ze willen niet dat deze verhalen vastgelegd worden.
Ze willen niet dat mensen weten dat deze stad een puinhoop is.
Als we ons stilhouden, worden we medeplichtingen van de autoriteiten.
Vermoedelijk is deze man omgekomen door messteken.
We weten niet of het een gevecht was.
Het lijkt alsof hij in zijn nek gestoken is,
en dat hij zo doodgebloed is.
We kunnen het niet verklaren...
Maar, altijd als er een dode is gevallen,
plaatst altijd iemand een kaarsje
naast het lijk,
maar niemand heeft ooit gezien wie dat doet.
-Schiet een vanaf hier, naast de agenten. -Er is niet genoeg licht.
Ik sta te ver weg.
-Heb je de foto? -Ja.
Ik heb mijn doel bereikt.
Niet precies volgens de norm, maar
we belichten de foto’s wel in Photoshop.
Laten we gaan.
We zijn...
Wij, de misdaadfotografen...
Wij zijn de ogen van de stad, wanneer alle andere mensen slapen.
Onze foto’s laten zien wat er die nacht gebeurd is.
Dat is ons werk.
-Ken je de stad goed?
-Ik wel, voor het grootste deel.
-Vind je Mexico-Stad leuk?
Ja, het bevalt me.
Ik ben hier geboren
en ik heb altijd in Mexico-Stad gewoond.
-Mexico-Stad is waanzinnig.
En het is geweldig om ‘s nachts te leven.
Vind je dat leuk? -Ja.
\-Waarom?
Allereerst, er is geen verkeer, en dat is een groot voordeel,
omdat Mexico-Stad overdag een chaos is.
‘s Nachts heb je de stad voor jezelf.
-‘s Nachts heb je geen baas. Niemand vertelt je iets.
Het is aan jou om te bepalen of een ongeluk interessant is voor de krant of niet.
-Het is meer onconventioneel om ‘s nachts te leven.
Het is relaxter. Ook kun je ’s nachts drinken, maar overdag kan dat niet.
‘s Nachts kun je wat drank drinken.
Er zijn een hoop interessante dingen...
De vrouwen.
Als we zo omkeren, zul je de dames wel zien.
Check die daar. Die is lekker.
Die gaat net weg. Ze heeft een klant.
-Hoe werkt zoiets?
Praten ze hier en gaan ze dan naar het hotel? -Ja.
Deze meiden vragen...
De beste vragen ongeveer zo’n 40 of 50 dollar.
25, volledig naakt, drie standjes.
\-Dat is best duur, nietwaar?
-Nou, relatief gezien niet.
Want als je naar een nachtclub gaat, vragen deze meiden zo’n 200 á 300 dollar.
Zag je hoe ze omdraaiden?
Nu is het tijd voor “Operatie Wegwezen”, anders hebben ze zoiets van:
“What the ***? Waarom film je ons?”
Man, er zijn hier echt lekkere meiden hier.
Hier tref je alleen vrouwen aan.
Er is een andere plek in Insurgentes, waar je alleen...
travestieten aantreft.
Het soort met 21 vingers.
-Vertel me over de meeste gevaarlijke buurten van Mexico-Stad.
Van oorsprong is het altijd “De Ruige Buurt” geweest.
Daarom noemen ze het “De Ruige Buurt van Tepito.”
Die zit in de binnenstad.
Iztapalapa is een ander ruig gebied.
Het is een stad met een hoop gevaarlijke buurten
misschien zelfs slechter.
Er is een straat in Tepito die Jesus Carranza heet
die staat bekend als de meest gevaarlijke straat in Latijns-Amerika.
Omdat alle overvallen en aanslagen in die straat plaatsvinden.
Hier heb je een 16-jaar oud kind die taco’s aan het eten was
toen een paar gasten langsreden en hem neerschoten.
Het was een drugsbende die een rekening vereffende.
In Tepito zijn ere en hoop tieners die drugs op motors vervoeren.
Veel van hen die drugs stelen of verkopen
verafgoden “Saint Death”,
een skelet met een sikkel, of zoiets.
Elke maand is ere en samenkomst voor haar
Onder de aanwezigen zijn dan agenten, winkeliers
en alle delinquenten waar ik het net over had.
Er waren vroeger altaars voor de Maagd van Gualdalupe op elke straathoek,
maar in plaats daarvan zie je nu “Saint Death”.
We kunnen naar Colonia Doctores gaan, waar je een goed voorbeeld kunt zien.
-Waar gaan we nu heen?
-“Saint Death” bekijken.
-Is het nu een goed moment? -Ja.
We zijn in Colonia Doctores, op Vertiz Avenue,
waar “Saint Death” wordt vereerd.
Hier verkopen ze zowel legale als illegale auto-onderdelen.
Als jouw autoradio, je wieldoppen,
of je bumper gestolen is,
zul je het waarschijnlijk in de verkoop vinden in de winkels van Colonia Doctores.
Zoals je kunt zien, “Saint Death” is als bruid verkleed.
Op haar jurk hebben mensen
dollars en geld gespeld.
Mensen brengen haar ook bier, wijn marihuana en cocaïne.
Naast haar staat de beschermheilige van de drugdealers,
Jesus Malverde.
“Saint Death” werd belangrijk als nieuwe heilige
en werd het meest vereerd in de hoofdstad door jonge delinquenten
Ze bidden, “Saint Death, als je me helpt hiermee weg te komen, geef ik je iets.”
Het is een ruil. En ze zeggen dat het hen helpt
om te krijgen wat ze willen.
Ze zeggen dat “Saint Death” geen onderscheid maakt tussen geslacht, leeftijd, sociale klasse...
NIets. Dood is gewoon.
Dus zowel een agent als een boef kan haar verafgoden.
Dat is dus de fundamentele kwestie. De dood is eerlijk en behandelt iedereen...
als gelijke.