Tip:
Highlight text to annotate it
X
STAMCELLEN
Stamcellen zijn tegenwoordig, veel in het nieuws.
Maar wat zijn stamcellen precies, waar komen ze vandaan?
In ons lichaam zit een microscopische wereld
die net zo ingewikkeld is als de wereld om ons heen.
Stamcellen bouwen die kleine wereld, en houden ze in stand.
Deze film gaat over stamcellen
binnen en buiten ons lichaam.
Leven begint met een cel,
de bevruchte eicel.
Deze cel deelt zich vele malen
en levert zo de miljarden cellen waaruit ons lichaam is opgebouwd.
Op bepaalde momenten
houden de meeste cellen op met zichzelf te kopiëren, en specialiseren zich.
Als de ontwikkeling is voltooid,
zijn bijna al onze lichaamscellen gespecialiseerd.
Deze cellen zijn prachtig onder een microscoop.
Ze zijn zo klein dat we ze niet kunnen zien,
hoewel we er uit zijn opgebouwd.
Elke celsoort heeft haar eigen kenmerken.
Sommige cellen groeien nauw verbonden met elkaar,
in de mooiste patronen.
Andere cellen liggen wat verder uit elkaar.
Sommige cellen worden groot, anderen blijven heel klein.
Dat is afhankelijk van welke soort cel ze zijn.
Verschillende soorten cellen vormen een gespecialiseerd team.
Sommige vervoeren zuurstof door het bloed.
Anderen zorgen ervoor dat onze spieren samentrekken.
Sommigen vervoeren signalen van en naar onze hersenen.
Stamcellen zijn bijzondere cellen. Ze vormen onze voorraad.
Gespecialiseerde cellen kunnen zichzelf niet vervangen.
Als ze doodgaan, of verouderen,
moet het reservoir van stamcellen daarin voorzien.
Stamcellen zijn belangrijk voor het bloed.
Dagelijks moeten er enkele miljoenen bloedcellen worden vervangen,
en die worden aangemaakt door stamcellen.
Deze cellen leven in ons beenmerg.
Één bloedstamcel kan zich ontwikkelen
tot acht verschillende soorten gespecialiseerde bloedcellen.
Ook spelen ze een rol in de huid. Wij moeten nieuwe huidcellen aanmaken
omdat we onze huid afslijten.
Tegenwoordig weten we dat ze ook in ons zenuwstelsel zijn.
Stamcellen moeten steeds nieuw worden aangemaakt, zodat er een voorraad blijft.
Anders kunnen we geen nieuwe lichaamcellen aanmaken.
Deelt een stamcel zich, dan moeten de twee nieuwe dochtercellen
besluiten of ze stamcellen blijven
of gespecialiseerde lichaamcellen worden.
Stamcellen in volgroeide weefsels
kunnen zich alleen ontwikkelen als cellen van dat weefsel.
Stamcellen in de huid kunnen alleen huidcellen maken,
en geen bloedcellen. Omgekeerd geldt dat net zo.
De geneeskunde gebruikt stamcellen.
Een enkele huidstamcel
kan genoeg huidcellen produceren om het hele lichaam te bedekken.
Een doorbraak in de behandeling van brandwonden.
Als iemand ernstige brandwonden heeft,
kunnen we uit een gedeelte
van de nog gezonde huid cellen verkrijgen
en deze kweken
in een kweekmedium zoals dit.
We voeden ze met een vloeistof, vol eiwitten en koolhydraten.
Ze moet eten en drinken, net als jij.
Die cellen gaan zich delen,
en vullen de bodem van het kweekmedium op.
Met behulp van een chemische bewerking halen we dit cellendekentje los,
nemen het mee naar de operatiekamer,
en transplanteren het op het slachtoffer.
We kunnen op dit moment
alleen het bovenste gedeelte van de huid aldus vervangen.
Dat is erg belangrijk. Zonder deze laag kun je niet overleven.
Maar we kunnen daardoor geen zweetklieren
of haarwortels vervangen.
Dus brandwondenpatiënten worden gered met stamcellen,
maar ze hebben geen haren en ze zweten niet.
Dat is natuurlijk een probleem.
Ze overleven, maar leiden geen normaal leven.
Overal op de wereld
wordt onderzocht hoe de huid is opgebouwd,
zodat dit nagebootst kan worden in laboratoria
ter verbetering van de levenskwaliteit van brandwondenpatiënten.
Stamcellen worden ook gebruikt
bij de behandeling van bloedziekten zoals leukemie.
Transplantatie van enkele bloedstamcellen
kunnen het gehele beenmerg en bloed herstellen.
Stamcellen van bepaalde weefsels en organen
kunnen die weefsels of organen maken.
We kennen huid-, bloed-, maagdarmkanaal-, en spierstamcellen.
We weten niet of andere organen ook eigen stamcellen hebben,
en hoe bruikbaar die zijn.
Aan het begin van de ontwikkelingsketen vinden we een andere,
nogal controversiële soort stamcel.
Ze kan zich in elke soort cel ontwikkelen:
de embryonale stamcel.
Deze bevindt zich in de blastocyste:
het stadium voor innesteling in de baarmoeder.
Bij IVF behandeling worden blastocysten aangemaakt
in het laboratorium.
Als ze daarvoor niet worden gebruikt,
kunnen ze voor onderzoek worden afgestaan.
In het jonge embryo zijn cellen
die zich kunnen ontwikkelen tot elk lichaamsweefsel.
En daarin zijn we erg geïnteresseerd.
We kunnen die cellen winnen,
en kweken
en daarbij in het stadium houden,
van waaruit ze zich nog tot elk weefsel kunnen ontwikkelen.
Hier zien we zo'n blastocystestadium. Het is kleiner dan een speldenknop,
zonder microscoop kun je het niet zien.
De cellen uit dit embryonale stadium, -deze cellen hier-,
kunnen elk soort weefsel voortbrengen.
Deze cellen moeten we isoleren.
Dat kan door de placenta-kiemcellen weg te halen,
zodat alleen de cellen binnenin overblijven.
Nu kunnen we ze kweken en ze groeien en vermeerderen zich,
en kunnen alle weefsels vormen.
Afhankelijk van de kweekwijze kunnen embryonale stamcellen
hart-, bloed-, hersenen of huidcellen vormen.
Deze stamcellen ontwikkelden zich tot hartcellen.
Als je met stamcellen werkt,
observeer je ze voortdurend,
om er achter te komen hoe ze kunnen doen wat ze doen.
En je probeert ze te laten doen wat jij wilt.
Het lijkt soms een krachtmeting.
Een stamcel doorloopt een aantal ontwikkelingen
tot hij 'n gespecialiseerde cel is.
Invloeden, van binnenuit en van buitenaf,
bepalen de uiteindelijke specialisatie.
Die invloeden zijn normaal afkomstig uit het lichaam.
Wetenschappers proberen die signalen na te bootsen
om zo elk soort weefselcel te kunnen kweken.
Wij moeten elke stap in de ontwikkeling doorgronden
om die signalen te kunnen gebruiken om een ontwikkeling af te dwingen.
Als we eenmaal op dat punt gekomen zijn,
kunnen we die wetenschap gebruiken
om medische problemen te lijf gaan.
De laatste tijd hebben we ons geconcentreerd
op de aanmaak van hersenstamcellen
uit embryonale stamcellen,
en we zijn daar ook in geslaagd.
Deze neurale stamcellen,
zijn niet langer in staat om elke soort cel aan te maken.
Ze kunnen de drie soorten cellen aanmaken die we terugvinden in het zenuwstelsel.
Wij geloven dat dit een belangrijke eerste stap is
voor een nieuwe werkwijze die gebruikt kan worden voor geneesmiddelen onderzoek
en misschien uiteindelijk transplantatie.
Deze grote hoeveelheden in laboratoria gekweekte cellen,
bieden hoogwaardige mogelijkheden voor het testen van geneesmiddelen
en zouden dierproeven minder noodzakelijk kunnen maken.
Diezelfde cellen zouden kunnen onthullen wat er aan de hand is
bij complexe ziekten als Alzheimer, Parkinson en diabetes.
Diabetes is een chronische ziekte,
gekenmerkt door een te hoge bloedsuikerspiegel
a.g.v. een insulinetekort.
Insuline wordt gemaakt door bèta-cellen in de alvleesklier.
Tegenwoordig worden transplantaties van deze bèta-cellen gedaan,
waarbij gebruik wordt gemaakt van donororganen.
Na een transplantatie
wordt de bloedsuiker genormaliseerd. Je kunt diabetes zo corrigeren.
Het grootste probleem bij bèta-cel transplantatie
is het gebrek aan donormateriaal.
We kunnen jaarlijks bij 25 patiënten een transplantatie verrichten,
terwijl er in België meer dan 50.000 patiënten met insuline worden behandeld.
We moeten zoeken naar andere technieken
om insulineproducerende cellen in het laboratorium aan te maken.
De onderzoekers proberen eerst
de ontwikkeling, de evolutie,
van stamcel tot insulineproducerende cel te observeren.
en dan de verschillende tussenstadia, in de verschillende soorten stamcellen
in hun ontwikkeling naar bèta-cellen, te verkrijgen.
En als die cellen verkregen zijn,
kun je zoveel insulineproducerende cellen maken als je wilt,
en dat is wereldwijd een belangrijk mikpunt voor wetenschappers.
Het werkgebied van de embryonale stamcel is opwindend.
Het heeft de deur opengezet
naar de regeneratieve geneeskunde.
Alle laboratoria met belangrijke ervaring op dit gebied
hebben contact met elkaar.
Samenwerking
biedt ons de gelegenheid
het enorme potentieel te beproeven en onderzoeken.
Maar het enthousiasme magt niet verhullen
dat er nog veel wetenschappelijke en technische vragen zijn,
die om zorgvuldig onderzoek vragen.
Stamcellenonderzoek is een snel veranderend vakgebied.
Constant worden er wereldwijd nieuwe ontdekkingen gemeld,
die weer nieuwe uitdagingen oproepen
voor wetenschappers die deze stamcellen willen aanwenden
voor de geneeskunde van de toekomst.
Cellen zijn de bouwstenen van weefsels en organen van het lichaam,
en veel mensen hebben er belangstelling voor.
Maar wat me zo fascineert is de ontdekking
dat cellen moeten beslissen,
tot welke celsoort ze zich willen ontwikkelen.
Ik wil begrijpen hoe die keuzes gemaakt worden.
Als je dat begrijpt,
dan begrijp je echt het belangrijkste kenmerk van het leven.