Tip:
Highlight text to annotate it
X
Er komen twee gasten een salon in --
Echt?
Ja, serieus.
Er komen twee gasten een salon in,
een ijssalon:
Dave, een natuurkundige die aan de Large Hadron Collider werkt bij CERN,
de ondergrondse deeltjesversneller,
en Steve, een blues-zanger.
„Hé Dave, hoe is het?”
„Steve, leuk je te zien!”
„Twee bolletjes amandel-chocola, graag.”
„Vanillemilkshake.”
„Trouwens, ik zag net iets over de LHC op TV.
Hebben jullie ozon in jullie versneller gevonden?”
„Nou, niet echt.
We hebben een boson gevonden,
waarschijnlijk het higgsboson.”
„Wat is dat?”
„Dat is een deeltje.”
„Jullie vinden toch altijd deeltjes?”
„Ja, maar deze betekent
dat het higgsveld echt zou kunnen bestaan.”
„Veld? Welk veld?”
„Het higgsveld.
Dat naar Peter Higgs is genoemd,
alhoewel vele anderen aan het idee hebben bijgedragen.
Het is geen maïsveld of zo,
maar een hypothetisch, onzichtbaar soort krachtveld
dat zich over het hele universum uitstrekt.”
„Hmm, oké, maar
als het zo uitgestrekt is,
waarom heb ik het dan nooit gezien? Eigenaardig.”
waarom heb ik het dan nooit gezien? Eigenaardig.”
„Nou, niet echt.
Denk maar aan de lucht.
Die zien of ruiken we niet --
nou ja, misschien hier en daar wel --
maar we kunnen ze waarnemen met geavanceerde apparatuur,
zoals ons lichaam.
Dus het feit dat we iets niet kunnen zien,
maakt het alleen wat moeilijker vast te stellen
of het er wel of niet is.”
„Oké, ga verder.”
„Dus, we geloven dat dit higgsveld overal om ons heen is in het heelal.
„Dus, we geloven dat dit higgsveld overal om ons heen is in het heelal.
En het doet iets heel bijzonders:
het geeft elementaire deeltjes ***.”
„Wat is een elementair deeltje?"
„Elementair deeltje is hoe we deeltjes zonder structuur noemen,
„Elementair deeltje is hoe we deeltjes zonder structuur noemen,
de ondeelbare bouwstenen van het heelal.”
de ondeelbare bouwstenen van het heelal.”
„Ik dacht dat dat atomen waren.”
„Nou, eigenlijk bestaan atomen uit kleinere onderdelen,
protonen, neutronen en elektronen.
Elektronen zijn fundamentele deeltjes,
maar neutronen en protonen niet.
Die zijn opgebouwd uit andere fundamentele deeltjes: quarks.”
„Dat klinkt als Russische poppetjes.
Houdt het ooit op?"
„Dat weten we eigenlijk niet.
Maar wat we er nu van begrijpen
noemen we het standaardmodel.
Daarin bestaan twee soorten fundamentele deeltjes:
fermionen, waar materie uit bestaat,
en bosonen, de dragers van krachten.
We groeperen deze deeltjes vaak
volgens hun eigenschappen, zoals ***.
We kunnen de *** van de deeltjes bepalen,
maar we wisten niet echt waar die *** vandaan kwam
of waarom ze juist die *** hebben.”
„Hoe verklaart dat higgsveld dan ***?"
"Nou, als een deeltje door het higgsveld gaat,
is er een wisselwerking en krijgt het ***.
Hoe meer wisselwerking het aangaat, des te meer *** het heeft.”
„Oké, dat begrijp ik een beetje, maar is dat dan zo belangrijk?
Wat als er dan geen higgsveld zou zijn?"
„Als er geen higgsveld zou zijn,
dan zou de wereld helemaal niet bestaan.
Geen sterren, geen planeten, geen lucht, niets.
Niet eens die lepel of het ijs dat je eet.”
„Oh, dat zou erg zijn.
Oké, maar wat heeft dat higgsboson er dan mee te maken?"
„Oké, ehm, zie je de kers in mijn milkshake?"
„Mag ik hem?"
„Nee, nog niet. Ik wil hem eerst in een analogie gebruiken.”
„Oh, natuurlijk, de kers is het higgsboson.”
„Nee, niet helemaal.
De kers is een deeltje dat door het higgsveld, de milkshake, beweegt.
De milkshake geeft de kers haar ***.”
„Oké, ik begrijp het: de milkshake- moleculen zijn dus de higgsbosonen!"
„Nou, je wordt warmer.
Er is een excitatie van het higgsveld nodig
om een higgsboson te maken.
Dus stel dat ik energie zou toevoegen
door bijvoorbeeld deze kers in de milkshake te laten vallen,"
„Ah, dan zijn de gemorste druppels op de bar de higgsbosonen.”
„Ah, dan zijn de gemorste druppels op de bar de higgsbosonen.”
„Bijna! De plons zelf is het higgsboson.”
„Serieus?"
„Nou, dat is wat de kwantummechanica ons leert.
In feite zijn alle deeltjes veldexcitaties.”
„Oké, goed. Ik kan me voorstellen waarom je deeltjesfysica leuk vindt,
het is best cool.
Vreemd, maar cool.”
„Ja, je zou het een beetje vreemd kunnen noemen,
het is niet alledaags.
Het higgsboson is een higgsveldexcitatie.
Door het vinden van het higgsboson,
weten we dat het higgsveld bestaat.”
„Juist. Dus nu jullie dit hebben gevonden,
weten we dat dat higgsveld bestaat.
Dan ben je dus klaar.
Is er nog deeltjesfysica over?”
„Eigenlijk zijn we net pas begonnen.
Je weet wel, zo'n beetje als toen Columbus dacht
dat hij een nieuwe route naar India had gevonden.
Hij had inderdaad iets nieuws gevonden,
maar niet helemaal wat hij verwachtte.
Dus eerst moeten we vaststellen, dat dat boson dat we hebben gevonden
inderdaad het higgsboson is.
Het lijkt erop, maar we moeten meer eigenschappen meten om het zeker te weten.”
Het lijkt erop, maar we moeten meer eigenschappen meten om het zeker te weten.”
„Hoe zou je dat doen?”
„Door veel meer data te verzamelen.
Dit nieuwe boson leeft maar heel kort
voordat het vergaat of uiteenvalt
in lichtere, stabielere deeltjes.
Door die deeltjes te meten,
leer je iets over de eigenschappen van het boson.”
„En waar zoek je precies naar?”
„Nou, het standaardmodel voorspelt hoe vaak
en hoe higgsbosonen zouden vervallen
tot de verschillende, lichtere deeltjes.
Dus we willen zien of we het
door het standaardmodel voorspelde deeltje hebben gevonden
of dat het in andere mogelijke theoretische modellen past.”
„En als het in een ander model past?”
„Dat zou nog spannender zijn!
Dat is in feite hoe de wetenschap vooruit komt.
We vervangen oude modellen door nieuwe
als die onze waarnemingen beter verklaren.”
„Juist ja, dus het lijkt erop dat deze higgsboson-vondst
een onderzoeksrichting geeft,
zoals die Columbus van jou naar het westen ging.”
„Exact! En dit is echt nog maar het begin.”