Tip:
Highlight text to annotate it
X
Ik begin met een uitdaging.
Stel je de volgende scènes
zo gedetailleerd mogelijk voor.
Scène nummer een:
‘They gave us a hearty welcome.’ (We werden hartelijk welkom geheten.)
Wie zijn de mensen die ons zo hartelijk ontvangen?
Wat hebben ze aan?
Wat drinken ze?
Tweede tafereel:
‘They gave us a cordial reception.’ (een cordiale receptie)
Hoe zien deze mensen eruit?
Hoe kijken ze?
Wat hebben ze aan en drinken ze?
Hou deze beelden even vast
en beschrijf ze kort.
We komen er straks op terug.
Nu naar ons verhaal.
In het jaar 400 A.D.
werden de Kelten in Groot-Brittannië bestuurd door de Romeinen.
Dit had een voordeel voor de Kelten:
de Romeinen beschermden hen tegen de barbaarse Saksische stammen
van Noord-Europa.
Maar toen begon het Romeinse rijk af te brokkelen
en trokken de Romeinen zich terug uit Groot-Brittannië.
Toen de Romeinen weg waren, zeilden de Germaanse stammen,
Angelen, Saksen, Juten en Friezen,
binnen de kortste keren het water over.
Ze verjoegen de Kelten
en vormden koninkrijken op de Britse eilanden.
Eeuwenlang leefden deze stammen in Groot-Brittannië,
en hun Germaanse taal, het Angelsaksisch,
werd de gemeenschappelijke taal. Wij noemen die nu oud-Engels.
Voor moderne Engelse sprekers klinkt oud-Engels als een vreemde taal.
Maar als je goed luistert, vind je vele herkenbare woorden.
Zo ziet het Onze Vader er in het oud-Engels uit.
Lijkt niet erg vertrouwd,
maar als je de spelling een beetje bijwerkt,
zie je veel gewone Engelse woorden.
Eeuwenlang spraken de Britten vrolijk oud-Engels,
maar in de jaren 700 begon een reeks Viking-invasies,
die bleven doorgaan tot een verdrag het eiland verdeelde.
Aan de ene kant had je de Saksen.
Aan de andere kant de Denen
die oud-Noors spraken.
Toen Saksen verliefd werden op hun schattige Deense buren
en huwelijken de grenzen vervaagden,
vermengde oud-Noors zich met oud-Engels.
Vele oud-Noorse woorden als
freckle (sproet),
leg (been),
root (wortel),
skin (huid),
en want (willen),
vind je nog steeds in onze taal.
300 jaar later, in 1066,
bracht de Normandische verovering weer oorlog naar de Britse eilanden.
De Normandiërs waren Vikingen die zich in Frankrijk hadden gevestigd.
Zij hadden hun Vikingtaal en -cultuur
omgeruild voor een Franse levensstijl,
maar ze vochten nog steeds als Vikingen.
Zij zetten een Normandische koning op de Engelse troon.
Drie eeuwen lang was Frans de taal van de Britse koningen.
De Britse samenleving splitste zich op in twee niveaus:
een Franstalige aristocratie
en de oud-Engelssprekende boeren.
De Fransen brachten ook veel rooms-katholieke geestelijken mee
die Latijnse woorden toevoegden aan de mix.
Oud-Engels bleef veranderen
met duizenden nieuwe woorden,
die vooral gingen over regeren, rechten en aristocratie.
Woorden als council (raad),
marriage (huwelijk),
sovereign (soeverein),
govern (regeren),
damage (schade),
en parliament (parlement).
Terwijl de taal groeide,
beseften Engelse sprekers al snel wat je moest doen
als je een beetje gesofisticeerd wilde overkomen:
Franse of Latijnse woorden gebruiken.
Angelsaksische woorden leken zo gewoontjes
als de Angelsaksische boeren die ze gebruikten.
We gaan even terug naar de twee zinnen waar je eerder aan moest denken.
Wanneer je je een ‘hearty welcome’ (hartelijk welkom) moest voorstellen,
stelde je je dan knuffelende en luidruchtige familieleden voor?
Dronken ze bier?
Droegen ze houthakkershemden en jeans?
En hoe zit het met de ‘cordial reception’ (cordiale receptie)?
Ik wed dat je je een stijlvoller en verfijnder gezelschap voorstelde.
Blazers en rokken,
wijn en kaviaar.
Waarom?
Hoe komt het dat zinnen die het woordenboek als zowat synoniem beschouwt
zulke verschillende beelden en gevoelens kunnen oproepen?
‘Hearty’ en ‘welcome' zijn Saksische woorden.
‘Cordial’ en ‘reception’ komen uit het Frans.
De connotatie van adel en autoriteit bleef behouden
rond woorden van Franse afkomst.
En de connotatie van boeren,
echte mensen,
zout van de aarde,
bleef aan de Saksische woorden kleven.
Zelfs als je nog nooit van deze geschiedenis hoorde,
blijft de herinnering eraan hangen
in de gevoelens die deze woorden oproepen.
Ergens wist je dat al,
want of we het nu bewust beseffen
of alleen maar onbewust,
onze geschiedenis leeft voort in de woorden die we spreken en horen.